Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1955
(1955)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
Plechtige Openbare Vergadering van 17 april 1955Deze vergadering vond plaats in de marmeren zaal van het Paleis der Academiën te Brussel, om 11 uur. Zij werd ingericht ter gelegenheid van de plechtige ontvangst van de heer Prof. Dr. Carlo Tagliavini, hoogleraar aan de Universiteit te Padova, buitenlands erelid der Academie.
Aanwezig waren de heren: Ger Schmook, bestuurder, Prof. Dr. E. Rombauts, onderbestuurder, Dr. C. de Baere, wd. secretaris;
de heren leden Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. J. Muls, E. Pr. Prof. Dr. J. van Mierlo, L. Baekelmans, Prof. Dr. L. Grootaers, Dr. E. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, M. Gilliams, Prof. Dr. L. Indestege en Prof. Dr. J.F. Vanderheyden. Afwezig met kennisgeving: de heren Dr. H. Teirlinck, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, J. Kuypers, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke en Prof. Dr. J.L. Pauwels.
* * *
Onder de genodigden die even voor de vergadering door de Academie in de antichambre van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België begroet werden, vermelden we: Zijne Excellentie de Ambassadeur van Italië Baron Scammacca del Murgo, de heer Directeur van Administratie Dr. O. van Mulders, vertegenwoordiger van de heer Minister van Openbaar Onderwijs, de heer M. Knaepen, Directeur van Administratie bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs, de heer Dr. A. van Hoof, Ere-Inspecteur-Generaal M. en N.O., Mevr. M. Jodogne, Inspectrice-Generaal M. en N.O., Prof. Dr. O. van Huffel, enz. Hadden zich laten verontschuldigen: de heer L. Collard, Minister van Openbaar Onderwijs, Z. Excellentie Mgr Forni, Apostolische Nuntius te Brussel, Z. Excellentie Baron B.Ph. van Harinxma thoe Slooten, ambassadeur der Nederlanden, Z. | |
[pagina 198]
| |
Excellentie de heer Dr. Ph.R. Botha, ambassadeur van die Unie van Suid-Afrika, de heer Consul van Italië te Antwerpen, Dr. Fr. van Cauwelaert, Minister van Staat, erelid der Academie, de heer J. de Neeff, gouverneur der Provincie Brabant, Z. Em. Kardinaal Van Roey, Voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Zijne Exc. Mgr. H. van Waeyenbergh, Rector-Magnificus der Universiteit te Leuven, de heer Prof. Dr. J. Haesaert, Vaste Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, de heren Dr. G. vande Veegaete, Directeur-Generaal van het Hoger en Middelbaar Onderwijs, J. Willems, Directeur der Universitaire Stichting, J. Boon, Directeur-Generaal van het N.I.R., J.L. Custers, senator, H. Fayat, lid der Kamer van Volksvertegenwoordigers; de heren Professoren Mgr. A. Mansion, Dr. Fr. Olbrechts, Directeur van het Museum van Belgisch Congo, Dr. Fr. Ganshof, Dr. Em. van Dievoet, Mr. G. van Hecke, enz.
* * *
Om 11 u. werden de genodigden door de leden der Academie naar de vergaderzaal geleid. Aan de bestuurstafel namen, benevens de leden van het Bestuur, plaats: de heren Prof. Dr. C. Tagliavini en Prof. Dr. Luc Indestege. In zijn inleidend woord gaf de heer Ger Schmook, Bestuurder, die presideerde, uiting aan zijn vreugde om deze vergadering, en betuigde aan Dr. Indestege, die ons ‘de eer en dit genoegen’ heeft ingebracht, de erkentelijkheid van zijne collega's. Hij dankte Z. Exc. de Ambassadeur van Italië en de vertegenwoordigers van Z. Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs voor hun vererende aanwezigheid, en deed voorlezing van de boodschap die Z. Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs van Italië aan de Academie bij deze plechtige gelegenheid had doen toekomenGa naar voetnoot(1). Hierna weidde hij uit over het parallellisme tussen de ‘gemeentegeest’ van Vlaanderen en de ‘stadslucht’ van Italië, over het | |
[pagina 199]
| |
verlangen der Vlamingen naar het land ‘wo die Zitronen blühen’, over de banden die in de loop der tijden tussen onze gewesten en Italië, vooral op artistiek gebied, gelegd werden, over de wisselwerking der culturele invloeden van het ene land op het andere, die tegen de tijd niet alleen bestand is gebleken maar met de jaren hechter is geworden. Ook deze vergadering is hiervan een uiting. Deze toespraak werd luide toegejuicht.
De heer Bestuurder verleende dan het woord aan Prof. Dr. Luc Indestege die, in het Italiaans, de wetenschappelijke bedrijvigheid van Prof. Dr. Tagliavini schetste, en daarna aan Prof. Dr. Tagliavini zelf. Deze had als onderwerp van zijn lezing gekozen: Uit de geschiedenis van de Nederlands-Italiaanse betrekkingen. Een Nederlander als schrijver van een Italiaanse grammatica, en als lexicograaf van de Italiaanse taal. Het bericht waarbij aan de Universiteit te Padova een leerstoel Nederlands ingericht was, gelijkwaardig aan de leerstoelen Frans, Engels en Duits, dat Prof. Tagliavini in zijn inleidend woord mededeelde, werd met levendig applaus begroet. Beide lezingen oogstten een ruimschoots verdiend succes. Met een dankwoord aan alle aanwezigen sloot de Bestuurder de vergadering. De tekst van toespraak en lezingen zal in een volgende aflevering van de Verslagen en Mededelingen opgenomen worden.
Voegen wij hier nog aan toe, dat daags voor de vergadering door Z. Exc. de Ambassadeur van Italië en Mevrouw de Barones Scammacca een dejeuner aangeboden werd, waar aanwezig waren: de Heer en Mevrouw Ger Schmook, de Heer en Mevrouw Prof. Dr. C. Tagliavini, de Heer en Mevrouw Dr. L. Indestege en Dr. C. de Baere. Namens de Academie werd Mevrouw Scammacca met bloemen bedacht. |
|