Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1954

[p. 819]

Openbare vergadering van 15 december 1954.

De vergadering werd geheel gewijd aan de plechtige aanstelling van Prof. Dr. J.L. Pauwels als lid der Academie. Alle punten van administratieve en huishoudelijke aard, o.m. het lezen en goedkeuren van de verslagen over de morgenzittingen van de Vaste Commissies, werden naar de januarivergadering verschoven⁽¹⁾. Het moge volstaan hier mede te delen, dat Prof. Dr. J. van Mierlo in de zitting van de Commissie voor Middelnederlandse Taal- en Letterkunde handelde over Italo Siciliano's Origine des Chansons de geste, en dat de heer R. Herreman in de Commissie voor Moderne Letteren een lezing hield over Poëzie en Appelen voor Citroenen.

_* * _*

De plenaire vergadering werd om 15 uur gehouden in de Marmeren zaal van het Paleis der Academiën te Brussel. Zo wat 150 personen hadden gunstig gevolg gegeven aan de uitnodiging tot deze zitting.

De Heer Minister van Openbaar Onderwijs had zich laten vertegenwoordigen door de heer J. Kuypers, kabinetschef. Onder de aanwezigen mogen hier speciaal vermeld worden: de heer J. de Neeff, gouverneur der provincie Brabant, Dr. O. van Mulders, directeur aan Schone Kunsten, de Professoren Draeye en Roelandts van de Universiteit te Leuven, de heer K. Jonckheere, letterkundig adviseur bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs, Dr. Vereycken, Inspecteur-Generaal van het Middelbaar en Normaalonderwijs, alsook enkele leden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.

Verschillende geleerde genootschappen, waarvan de heer Pauwels deel uitmaakt, waren vertegenwoordigd:

De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, door Prof. Dr. A. van Loey;

(1) Zij zullen dan ook in het verslag over deze zitting opgenomen worden.

[p. 820]

De Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, door Dr. J. Herbillon, voorzitter;

De Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, door Dr. G. Degroote, tweede secretaris;

De Vlaamse Filologencongressen, door Dr. Arm. J. Janssens, secretaris.

Hadden zich laten verontschuldigen: de heer L. Collard, Minister van Openbaar Onderwijs, Zijne Exc. de Ambassadeur der Nederlanden Baron van Harincxsma thoe Slooten, Mgr. H. van Waeynbergh, rector der Universiteit Leuven, Dr. Fr. van Cauwelaert, Minister van Staat, erelid der Academie, de heren L. Christophe, Directeur-Generaal van Schone Kunsten, en Dr. G. van de Veegaete, Directeur-Generaal van het Hoger en het Middelbaar Onderwijs, Prof. Dr. J. Haesaert, Vaste Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, van België. Het Bestuur van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, de heer J.A. van Houten, ambassaderaad, de heren Professoren Van Dievoet, J. Aerts, Ganshof, Olbrechts, enz.

_* * _*

Van de Academie waren aanwezig: de heren M. Gilliams, Bestuurder, G. Schmook, Onderbestuurder, en Dr. C. de Baere, adjunct-secretaris;

de heren Leden: Frank Lateur, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. H. Teirlinck, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, L. Baekelmans, Prof. Dr. L. Grootaers, Dr. E. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, G. Walschap, J. Kuypers, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke, Prof. Dr. J.F. Vanderheyden en Prof. Dr. J.L. Pauwels.

Afwezig met kennisgeving waren: de heer Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris, L. Monteyne en Prof. Dr. E. Rombauts, leden, en Dr. H.J.E. Endepols, buitenlands erelid.

_* * _*

[p. 821]

In zijn openingsrede herinnerde de Bestuurder er aan, dat de Academie in de loop van dit jaar herhaaldelijk buiten de muren van haar gebouw te Gent is getreden om ook ‘elders in het land’ openbare vergaderingen te houden. Niet uit ‘zwerflust’, maar om blijk te geven van haar aanwezigheid in het Belgische vaderland. Ook thans is dit het geval naar aanleiding van de plechtige aanstelling van Prof. Dr. Pauwels als lid der Academie.

De tekst van deze toespraak volgt onmiddellijk op dit verslag.

Daarna deed hij voorlezing van het Koninklijk Besluit van 27 juli 1954, waarbij de verkiezing van de heer Pauwels bekrachtigd werd, en verleende het woord aan Prof. Dr. H.J. van de Wijer, die de taak op zich had genomen het nieuwe academielid voor te stellen.

Spreker ontleedde het wetenschappelijk werk van de heer Pauwels en bepaalde diens grote verdiensten op het gebied van de taalkunde in het algemeen, en de dialectologie in het bijzonder.

Ook de lezing van de heer Van de Wijer is in dit nummer van de Verslagen en Mededelingen opgenomen.

De Bestuurder dankte de Spreker voor zijn waarderende bewoordingen, en tevens voor de menselijke achtergrond waarvan zijn spreekbeurt getuigde.

Hierna kwam Prof. Dr. J.L. Pauwels aan het woord. Hij betuigde zijn dank aan de leden der Academie voor de eer die hem door zijn verkiezing te beurt is gevallen, en schetste het leven en de wetenschappelijke bedrijvigheid van zijn voorganger, wijlen de Zeereerw. Heer Kanunnik Prof. Dr. P. Sobry, als leraar in het middelbaar onderwijs, als hoogleraar te Leuven, als geleerde en als mens.

De lezing van Prof. Dr. Pauwels zal in het Jaarboek 1955 gepubliceerd worden.

De Bestuurder heette Prof. Dr. Pauwels welkom in ons genootschap, en gaf daarbij uiting aan de verwachtingen, die de Academie van zijn medewerking koestert.

Daarna verklaarde hij de vergadering voor gesloten.