| |
| |
| |
Vergaderingen van 1 december 1954.
I. - Besloten vergadering
Aanwezig: de heren M. Gilliams, bestuurder, G. Schmook, onderbestuurder, Dr. C. de Baere, adjunct-secretaris;
de heren: Fr. Lateur, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, L. Baekelmans, Prof. Dr. L. Grootaers, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, G. Walschap, J. Kuypers, Prof. Dr. E. Rombauts, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke en Prof. Dr. J.F. Vanderheyden.
Afwezig met kennisgeving: de heren Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, Dr. Ern. Claes, R. Herreman, Prof Dr. J.L. Pauwels, alsook Prof. Dr. L.C. Michels en Dr. H.J.E. Endepols, buitenlandse ereleden.
* * *
De notulen van de vergadering van 17 november worden goedgekeurd.
Daarbij aansluitend meent de heer J. Kuypers te mogen verzekeren, dat het Belgisch Instituut te Londen zal in stand gehouden worden, en dat de Vlaamse culturele belangen even goed zullen bevorderd worden als de Franse.
| |
Mededelingen namens de Bestendige Secretaris.
1. Bekrachtigingscommissie van de wettelijke academische diploma's. - Bij ministerieel schrijven van 18 november 11. wordt de Academie uitgenodigd, met het oog op de samenstelling van de Bekrachtigingscommissie der wettelijke academische diploma's voor het jaar 1955, een van haar leden-filologen aan te duiden, die ev. aan de werkzaamheden van de Commissie zou deelnemen. Van deze Commissie mogen, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, de in functie zijnde hoogleraren geen deel uitmaken.
| |
| |
De Academie zal voorstellen, het mandaat van Prof. Dr. A. Carnoy voor het jaar 1955 te hernieuwen.
2. Uniform. - Op het schrijven van de Academie dd. 2 october 11, betreffende het dragen van een plechtgewaad door de leden der Academie, antwoordde de heer Vaste Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, dat de ‘drie klassen der Academie het dragen van een bescheiden herkenningsteken aanbevelen’. (Schrijven van 23 october). De overgrote meerderheid van de leden der Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België zijn daarentegen de mening toegedaan, ‘dat het verkieslijk ware de bestaande toestand niet te wijzigen’. (Schrijven van 8 november).
3. Te Deum. - Het Te Deum dat op 15 november ll. in de Sinter Goedelekerk te Brussel werd gezongen, werd bijgewoond door de heren Lindemans en Van Eeghem.
4. Cultuurdagen van de Provincie Oost-Vlaanderen. Huldiging van Karel van de Woestijne. - Een schrijven dd. 23 november, vanwege de heer Gouverneur der Provincie Oost-Vlaanderen, deelt mede, dat de jaarlijkse cultuurdagen, die door de Bestendige Deputatie ingericht worden, dit jaar zullen gewijd zijn aan de huldiging van Karel van de Woestijne. Op zondag 19 december wordt om 10 uur, in de aula der Rijksuniversiteit, een academische zitting gehouden, waarin het leven en het werk van Karel van de Woestijne zullen belicht worden. De Heer Gouverneur nodigt ‘een afvaardiging van de Academie’ tot deze plechtigheid uit.
Zullen van de delegatie deel uitmaken: de heren M. Gilliams, bestuurder, Fr. Lateur, H. Teirlinck, en ev. ook Prof. Dr. Fr. Baur.
5. Het gebruik van de Friese taal in het lager onderwijs in Friesland. - Door de dienst der Buitenlandse Betrekkingen bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs werd aan de Academie een afschrift medegedeeld van een verslag dd. 20 october, uitgaande van de Belgische Ambassade te 's-Gravenhage, en handelend over een wetsontwerp, waarbij het gebruik van de Friese
| |
| |
taal in de eerste drie leerjaren van het lager onderwijs in Friesland wordt toegelaten.
| |
Mededeling namens de Commissie van Advies bij het N.F.L.
De Commissie van Advies heeft in haar vergadering van 3 november ll. de lijst van haar buitenlandse correspondenten onderzocht en aangevuld. Die lijst telde toen 90 namen. Enkele werden geschrapt. Andere werden er aan toegevoegd. Thans bedraagt het aantal adressen 115, w.o. 59 van universiteiten en instituten, 7 van grote bibliotheken, 9 van Belgische instellingen in het buitenland, 7 van Vlaamse vriendenkringen in de overzeese gebieden, en 35 van particulieren, die blijk hebben gegeven van belangstelling voor de Vlaamse letteren.
De Commissie is zo vrij de Academie te verzoeken, het aantal abonnementen op de drie toonaangevende Vlaamse tss., dat thans 90 bedraagt, met 25 te mogen verhogen.
De Academie verklaart zich met dit voorstel accoord.
| |
Mededeling namens de Commissie voor Onderwijs en Nederlandse Lexicografie.
De heer A. van Loey, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting van de Commissie.
Waren aanwezig: de heren leden Muls, Grootaers, Carnoy, Blancquaert, Baur, Van Eeghem (voorzitter), Lindemans, Kuypers (ondervoorzitter), Schmook, De Baere, Van Loey (secretaris) en Foncke.
Hospiterende leden: de heren Baekelmans, Gilliams, Lateur, Rombauts, Vanderheyden, Walschap en Dr. A.J.J. van de Velde.
Deze buitengewone vergadering werd gehouden met het oog op de dringende bespreking van een nota van de heer J. Kuypers, lid der Academie, betreffende de publicatie van het Woordenboek der Nederlandse Taal. (Zie vergadering van 17 november).
| |
| |
Deze nota luidt als volgt:
‘Voor enkele jaren heb ik in de Academie reeds een vraag gesteld omtrent het Supplement op het Woordenboek der Nederlandse Taal. Onze vertegenwoordigers in de Commissie van Bijstand hebben toen geruststellende verklaringen afgelegd: er was in de oudere delen aan te vullen volgens de hedendaagse filologische opvattingen; ook was de zuidelijke invloed te gering.
Onlangs is de 14de aflevering van het Eerste deel verschenen: Arminiaan-Aschvijster. Nagenoeg tegelijk met de nieuwe Woordenlijst van Haeringen c.s.
Het Woordenboek zelf nadert geleidelijk zijn voltooiing. Het zou m.i. onlogisch zijn, in het midden van een aflevering of zelfs van de gehele uitgave, een nieuwe spelling te gaan toepassen. Zodat alle ontbrekende delen terecht in de verouderde De Vries en te Winkelspelling verschijnen; ook al mocht dit nog enkele jaren duren.
Maar hoe de publicatie in een verouderde spelling verantwoordt van een supplement waarvan het einde niet te voorzien is? Waarom zou er later, over twintig jaar of zo, niet nog een supplement op dit supplement komen? Ik denk aan spiegels die elkaar, tot in het oneindige, verkleinend weerkaatsen. Of gewoon een lapwerk op een afgedragen schoen (hoe solide die schoen is, of geweest is...).
Mag ik even herinneren aan een sympathiek voorstel van collega Blancquaert, het Nederlands taalkundig Woordenboek van de 20ste eeuw? Ook wie daar niet wenst op in te gaan, zal moeten erkennen dat het publiceren van supplementen-tot-in-lengte-van-dagen in wezen onzinnig is. Kan de Academie aan haar vertegenwoordigers hier ev. een opdracht geven?’
Na bespreking van de nota en gedachtenwisseling waaraan verschillende leden deelnemen, komt de Commissie tot het volgende besluit:
1) | ze geeft aan haar leden van de Commissie van Bijstand van het Woordenboek der Nederlandse Taal de opdracht, mede te delen dat de Academie het niet wenselijk acht het Supplement op het W.N.T., na voltooiing van deel A, nog voort te zetten; |
| |
2) | die leden kunnen de suggestie doen, inzake het gebruik van de nieuwe spelling, dat de spelling de Vries en te Winkel zou
|
| |
| |
| behouden blijven voor de lemmata en de alfabetische volgorde in de nog te voltooien delen van het W.N.T., maar dat de nieuwe spelling zou gebruikt worden voor de verklaringen; |
| |
3) | de Commissie acht het zeer wenselijk dat het W.N.T. tegen het jaar 1964 zou voltooid zijn; |
| |
4) | in een van haar volgende vergaderingen zal de Commissie de bespreking voortzetten van toekomstplannen inzake navorsingen en ondernemingen op het gebied van de lexicografie. |
De Academie verklaart zich met het besluit van de Commissie accoord.
| |
II. - Jaarlijkse openbare vergadering
Voor de eerste maal werd de jaarlijkse openbare vergadering in de Aula der Rijksuniversiteit te Gent, 's namiddags om 3 uur, gehouden.
De genodigden werden in de Academiezaal van de Universiteit ontvangen door de heren M. Gilliams, bestuurder, Ger Schmook onderbestuurder, Dr. C. de Baere, adjunct-secretaris, en de heren leden Frank Lateur, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, L. Baekelmans, Prof. Dr. L. Grootaers, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, G. Walschap, J. Kuypers, Prof. Dr. E. Rombauts, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke en Prof. Dr. J.F. Vanderheyden.
Afwezig met kennisgeving waren de heren Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, Dr. Ern. Claes, R. Herreman en Prof. Dr. J.L. Pauwels, alsook Dr. H.J.E. Endepols en Prof. Dr. L.C. Michels, buitenlandse ereleden.
Om 3 uur begaven de leden der Academie en hun genodigden zich in stoet naar de aula.
De zaal was zeer goed bezet. Opgemerkt werd o.m. de aanwezigheid van delegaties der verschillende inrichtingen voor middelbaar en normaalonderwijs.
Aan de bestuurstafel namen plaats: de heren M. Gilliams,
| |
| |
G. Schmook en De Baere, leden van het Bestuur, de heer J. Kuypers, vertegenwoordiger van Z. Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs, Prof. Dr. J.H. Thiel, afgevaardigde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, en Prof. Dr. G.G. Kloeke, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, die als spreker zal optreden.
Bij 't openen van de vergadering verwelkomde de Bestuurder de aanwezigen, meer in het bijzonder de overheidspersonen, die de oproep van de Academie hadden beantwoord: de heer J. Kuypers, vertegenwoordiger van de Minister van Openbaar Onderwijs, de heer Mariën, Gouverneur der provincie Oost-Vlaanderen, Zijne Excellentie Mgr. Calewaert, bisschop van Gent, de heer H.A.E.H. Hamerlinck, consul der Nederlanden, Luitenant-Generaal De Wulf, Luitenant-Kolonel S.B.H. Paelinck, Luitenant-Kolonel van de Rijkswacht Herlant, Baron C. van Crombrugghe de Looringhe, krijgsauditeur, Prof. Dr. P. de Keyzer, vertegenwoordiger van de Rector der Universiteit, enz., enz. Daarna deed hij voorlezing van de namen dergenen die zich lieten verontschuldigen: de heren Ministers Collard, Anseele en Liebaert, de heren Ministers van State Huysmans en Van Cauwelaert, binnenlandse ereleden der Academie, en De Schrijver, de heren L. van Winckel, eerste-voorzitter van het Hof van Beroep en Merchiers, burgemeester der stad Gent, de heer senator Lagae, de heren volksvertegenwoordigers Lefèvre, De Paepe en Struyvelt, Prof. Dr. J. Haesaert, Vaste Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Prof. Dr. C. Verlinden, deken van de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte, enz.
Overgaande tot de agenda bracht de Bestuurder, voor de rechtgerezen vergadering, hulde aan de leden die de Academie dit jaar ontvallen zijn: de Zeereerw. Heer Kanunnik Prof. Dr. P. Sobry, gewoon lid, de buitenlandse ereleden Prof. Dr. P.N. van Eyck en E. Pr. Dr. F.J. Kruitwagen, en de Zeereerw. Heer Kanunnik Dr. Fl. Prims, binnenlands erelid. Vervolgens gaf hij kennis van de verkiezing van Prof. Dr. J.L. Pauwels, hoogleraar aan de Universiteit te Leuven, en nodigde de aanwezigen uit tot diens plechtige aanstelling op 15 december as. te Brussel.
Hierna ging hij over tot de behandeling van het onderwerp: Het Woord der Dichters, dat hij voor zijn lezing had uitgekozen.
| |
| |
Het was een boeiende lezing die door de aanwezigen met aandacht gevolgd en op langdurig applaus onthaald werd.
De tekst is in dit nummer van de Verslagen en Mededelingen opgenomen.
Dan kwam Prof. Dr. G.G. Kloeke aan de beurt. Ons buitenlands erelid, op wiens hoge verdiensten als taalgeleerde door de Bestuurder in zijn inleidend woord de nadruk was gelegd, had welwillend de opdracht aanvaard om te spreken over het thans meer dan ooit actueel geworden probleem Verzorgd Nederlands.
Ook zijn lezing, die aansloot bij die van Prof. Dr. Blancquaert tijdens de Academiedagen te Amsterdam, wekte de belangstelling van allen, zowel door de overtuigende welsprekendheid van het betoog als door het streng wetenschappelijk standpunt, dat door de spreker hierbij ingenomen werd.
In zijn dankwoord wees de Bestuurder er op, hoe ook thans is gebleken, dat Prof. Kloeke een scherp waarnemer is van het werkelijke taalgebruik, los van alle apriorisme.
De tekst van de lezing werd door de spreker voor opname in de Verslagen en Mededelingen afgestaan.
Het derde en laatste punt van de agenda was de uitreiking van de academische prijzen.
Namens de Bestendige Secretaris maakte Dr. De Baere, met een woord van toelichting over de historiek en de aard der prijzen, de conclusies bekend van de verschillende keurraden, en deelde daarbij de namen der laureaten mede.
Dezen zijn:
1. | Jaarlijkse academische prijzen: de heren Dr. A.A. Keersmaekers, Hervé Stalpaert en Alfred Vermeersch. |
2. | Karel Bouryprijs: de heer Ivo Ceulemans. |
3. | August Beernaertprijs: de heer Dr. R.F. Lissens. |
4. | Nestor de Tièreprijs: de heer Marcel Coole, met een eervolle vermelding voor de heer I. Van Hoeck. |
5. | Joris Eeckhoutprijs: E.H. Prof. Dr. José Aerts (Albert Westerlinck). |
6. | Wedstrijd in Nederlands Opstel onder de leerlingen van het middelbaar onderwijs: de heren Pierre Liesmons en Camille Van Royen, met een eervolle vermelding voor Mejuffer Lutgart van Hemeldonck en de heer Jaak Vissenaeken. |
| |
| |
De Bestuurder feliciteerde de laureaten namens de Academie. Hij besloot de vergadering met een woord van dank voor de kerkelijke, burgerlijke en militaire overheden en voor alle aanwezigen. In het bijzonder bedacht hij daarbij de Rijksuniversiteit te Gent voor de geboden gastvrijheid.
Voegen wij hier ten slotte aan toe, dat aan deze vergadering door het N.I.R. een klankbeeld werd gewijd, en dat door de Belgische Televisie goed geslaagde opnamen gemaakt en daags daarna uitzonden werden.
|
|