Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1954
(1954)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 271]
| |
Continentaal Engels
| |
[pagina 272]
| |
Het is daarom dat niet weinig Engelsen, geschoolde Engelsen, niet goed kunnen spellen. Het is daarom dat de meeste continentalen gestadig moeilijkheden hebben met de uitspraak, want ze gaan uit van het geschreven woord. 't Is alsof men bij ons nog ‘min oud huus’ zou schrijven, in de Middeleeuwse spelling, met ou voor een oe-klank, maar zou uitspreken ‘mijn oud huis’. Volgens het standpunt zou dan de moeilijkheid liggen in de uitspraak van dat geschrevene, of, in de spelling van het uitgesprokene. Nemen wij bv. de geschreven a in language, many, name, share, man, father, wash, water, about, of de geschreven o in women, how, pot, more, mother, innocent, own, brown, lose, woman, word, period, of de geschreven ou in noun, cough, four, enough, though, through, would, famous: allemaal verschillende klanken. Luisteren wij even, op het vasteland, naar de uitspraak van de namen Shaw e.a. Er zijn heden ten dage geleidelijke veranderingen in de uitspraak van zulke woorden als day, shovel enz., en om dat na te gaan is een herhaaldelijk verblijf in Engeland en het beluisteren van de radio noodzakelijk. Iets van belang is, wat bv. de Belg betreft, dat zijn dikwijls nog gebrekkige uitspraak van de eigen taal zijn uitspraak van het Engels contamineert. De h is in alle dialecten, op een paar uitzonderingen na verdwenen. In het Brusselse Frans is een mooie varieteit van h uitspraak na een r klank: ‘le nez en l'air(h)’, ‘il est tombé par terre(h)’, ‘veut-tu te taire(h)’, (daar waar de Brusselaar zal zeggen, aan de andere zijde: bonsoi Monsieur, bonjou Madame zonder de r uit te spreken). En de gewone Belg of Fransman zal aldus, indien hij niet goed oppast, de grofste fout begaan van de niet geschoold Engelsman: de h niet aanblazen. Dat de Vlaming de h van ‘heren’ soms vergeet, dat zelfs een vooraanstaande geleerde onlangs zijn publiek toesprak aldus: 'Gehachte Dames en ‘Eren’, dat is bij ons niet zo bijzonder erg. Maar voor de Engelsen is dat, automatisch, het kenteken van de niet opgevoede, de ignoramus. Men denke ook aan Frans-Belgische uitspraken zoals rose, capaap (= capable), Por de Namur voor Porte, of klemtonen zoals il ne veut pas, il ne sait pas. Met zulk een handicap kan men weinig van het Engels, - of van een andere vreemde taal - verwachten. Zovele invloeden van de eigen, goede uitspraak echter zijn te bespeuren! De uitspraak van de geschreven s: to lose en loose, wings, scissors, to use en the use, de uitspraak van de eindconsonant cab en cap, God en got, content en contend, gladly, half | |
[pagina 273]
| |
an hour, the belief in, ‘when Irish eyes are smiling’, that is good. De occlusie bestaat niet in Standard Pronunciation, ze wordt daar zelfs vermeden vóór een sterk beklemtoond woord: ‘whenever did you say that?’ of tussen twee klinkers: India Office. De occlusie is courant in Nederland: ‘wie opent de deur?’ en in Duitsland. Een contaminatie van het Nederlands is dikwijls te vinden in de finale -ing, -ish enz. bv. in opening, foolish: in het Engels een zuivere i. Wat de klemtoon betreft, vooreerst dat zeer eigenaardig Engels verschijnsel dat de beklemtoonde lettergreep veel krachtiger, de minder of niet beklemtoonde veel zwakker is dan bv. in het Nederlands: distinguishable en onderscheidbaar, anthoritatively en autoritair. En laten we vooreerst spreken van de klemtoon in het afgezonderde woord. Hier is de invloed van bv. het Frans soms noodlottig. Men denke aan compare, comparable, comparison, admire, admirable, admiration; prefer, preferable; strategy, strategic; angel, angelic. Men denke aan zulke dubbele uitspraken: progress naast to progress. En dan het rythme: nineteen years, nineteen years old, just nineteen; unknown en quite unknown. De grootste moeilijkheid blijft echter, zooals trouwens voor alle vreemde talen, de intonatie. Die verschilt van taal tot taal, en betrekkeljk weinigen kunnen de juiste intonatie in een vreemde taal volmaakt weergeven. Men denke aan de eigenaardige manier waarop de Engelsen Frans of Duits spreken, zelfs indien zij die talen perfect kennen: bijna altijd is het met hun eigen intonatie. Vertrekt men van de spelling: waar is dan de juiste uitspraak van zoveel woorden? Dit vermakelijke bij homoniemen bv.: soul en sole, sun en son, nun en none, week en weak, right, rise, en - wright, to tear en tear, to bow en bow (boog)Ga naar voetnoot(1). Hoe dan de uitspraak vooral van eigennamen bv. Leigh, Yeats, Synge, | |
[pagina 274]
| |
Canterbury, Daventry, enz? Ik denk aan de uitspraak van een paar stations tussen Londen en Stratford: High Wycombe (zoals Wickam), Beaconsfield (een korte e), Leamington (een korte e). Men denke hier ook aan het verschil met de Franse spelling in dezelfde woorden, bv. apartment, battalion, committee, enemy, envelope, enz., enz. Hier is ook te vermelden de welbekende manie van afkortingen: M.P., P.O.W., B.B.C. enz. Vele Engelsen weten zelfs niet welke bepaalde woorden het hier zou zijn, en aldus vraagde mij eens een Engelsman: ‘What does your B.B.C. say about it?’ R.S.V.P. is een naamwoord geworden, dat betekent: Please reply. Hetzelfde met bepaalde eigennamen: K. of K., G.B.S., G.K.C., waarbij op te vallen is, dat bij het vermelden van een persoonsnaam in schrift de initialen van de voornamen schier altijd worden aangegeven, daar waar toch de meesten niet weten welke die voornamen zijn: H.G. Wells, D.H. Lawrence. Een andere grote moeilijkheid van het Engels is de woordenschat en het idiomatische. De woordenschat is zo bijzonder groot! En dan moet men daarbij vooral rekening houden met zg. synoniemen: breast en chest, colour en colours, particular en peculiar, shade en shadow, earn, win, gain en deserve, light, slight en pale, chop en cutlet, enz. enz. Ze zijn maar schijnbaar synoniem, elk woord heeft zijn afzonderlijk, bepaald gebruik. De verwarring met het Nederlandse woord kan tot vermakelijke vergissingen leiden in heel veel woorden: also, bank, bell, clock, become, bid, blank, chalk, lime, slim, stand up en rise, starve, stout, thick, enz. enz. Veel erger is de verwarring met het Frans bij woorden van Latijnse of Franse afkomst. Er is om zo te zeggen geen Engels woord of het heeft een andere betekenis dan in het Frans. Daar ligt het grote gevaar. Ik denk aan ‘agony’, dat scherp lijden, of scherp strijden betekent, maar nooit ‘doodstrijd’, - de enige betekenis, thans, van het Franse ‘agonie’. Milton's treurspel werd vertaald met de titel ‘Samson l'agonisant’, daar waar het gaat om de strijdende Samson! Men denke aldus aan coffin, to incense, parent, phrase, sensible, spiritual, valour en value, plan en plane, enz. enz. Het valt niet te verwonderen, dat een mooi boekje, verre echter van volledig, verscheen met de welsprekende titel ‘Les Faux Amis’ (Koezler et Derocquigny). | |
[pagina 275]
| |
En dan, het gebruik van bepaalde woorden, bv. undertaker (enkel als entrepreneur de pompes funèbres, daar waar ‘to undertake’ toch de algemene zin heeft van ondernemen, entreprendre); of conductor (niet conducteur, maar receveur van een tram), genial (opgeruimd, en niet: geniaal), to learn en to teach. Hier is het voornaamste toch het idiomatische. Dat is het belangrijkste in elke vreemde taal. Iedereen weet, dat een letterlijke vertaling bijna nooit nauwkeurig zal zijn wegens dat idiomatische, - en toch, hoevelen doen dat niet! Maar het Engels is zo typisch idiomatisch, dat de moeilijkheid bijzonder groot is. Kippenvel: goose skin; the tongue of a bell, to be killed in action, his first appearance on the air, to keep one's chin up, to pull somebody's leg, to get long in the tooth, etc., etc. Formalisme is hier heel dikwijls het geval, en leidt tot vergissingen: een frisse plek bv. in het woud: ‘it is nice and cool here’, men kan niet zeggen nice, óf cool; ‘the outward and visible sign’; men denke aan het stereotype ‘weights and measures,’ ‘demand and supply’, ‘black and white’, ‘profits and losses’. Men moet dat zo zeggen, en op geen andere wijze. En wat dan gezegd van zovele spreekwoordelijke gezegden: ‘to sow one's wild oats’; ‘to call a spade a spade’, ‘penny wise, pound foolish’? Wie hier uit eigen taal letterlijk zou overbrengen geeft geen Engels weer. En 't is toch die vertaling die zo eigenaardig is, en, samen met fouten tegen de grammatica, veel van het ‘Continentaal Engels’ geeft. Aldus, voor ‘salon de dégustation’: ‘tasting room’. Dat verstaat de Engelsman niet eens. Aldus de verwarring met ‘conductor’ in de plaats van ‘driver’. Of, geen vertalingen, enkele woorden levende enkel op het vasteland: ‘smoking’ voor ‘dinner jacket’, ‘high life tailor’ en andere. ‘Five o'clock tea’ is het gebruikelijke, voor het in Engeland uitgedrukte ‘afternoon tea’, en dan soms niet eens verstaan: zo hoorde ik eens een officier zeggen in de eerste wereldoorlog, toen men om zo te zeggen thee ontdekte voor iets anders dan een remedie bij verkoudheid en dan uit snobisme dronk: ‘nous prendrons le five o'clock à quatre heures’. Een van de menigvuldige opschriften, vooral aan onze kust waar, evenals elders, de rijkste fantasie heerst in de spelling van ‘beefsteack’ en ‘roast beef’, is deze vermakelijke: ‘Please, dont distract the conductor’ voor: ‘Gelieve de “geleider” niet te storen’. 't Zou moeten ‘driver’ zijn, en ‘distract’ betekent ‘gek maken’, of ‘wegnemen’. | |
[pagina 276]
| |
De stijl is heel dikwijls on-Engels. De Engelsman drukt zijn gedachten duidelijk en bondig uit, zonder lange volzinnen, overtollige woorden of bijgedachten. Het eigenaardigste op dat gebied vond ik enkele jaren geleden in een druk bezocht postbureau ergens aan de Belgische kust: ‘For the sake of hygiene and public health, the public is required not to spit on the floor’. Een zekere morgen, in deze door Engelsen druk bezochte badplaats, had iemand het begin, feitelijk de vertaling van het Frans, eenvoudig geschrapt, en dat vermeed overigens de herhaling van ‘public’ in dat mooi berichtje. Dan, een dag daarop, had iemand ‘on the floor’ geschrapt, de vertaling van ‘op de grond’, wel denkende dat men niet in de lucht spuwt, zo voor zijn vermaak, en met enig gevaar voor zich zelf. Tot het ganse ding werd geschrapt en vervangen door ‘Please dont spit’. De Engelse spraakkunst, zo eenvoudig voor de beginneling, is uiterst ingewikkeld en dikwijls elastisch. Welke fouten hier worden gemaakt! En hoe moeilijk het is de juiste tijden der werkwoorden, of de juiste voorzetsels of voegwoorden te doen gebruiken! ‘Ik woon te Brussel sedert dertig jaar’, ‘Shakespeare stierf in 1616, hij is dus reeds meer dan driehonderd jaar dood’, op een stoel zitten ... het wordt oneindig, het aantal fouten voor zulke vertalingen bij mensen, die denken, Engels te kennen. Continentaal is het overvloedige gebruik van genitief 's. Dat Dat staat chic. En niet altijd is het juist. Ik ken aldus een winkel ‘The Wing's’. Eenvoudig ‘The Wings’ schrijven, neen, dat ging toch niet! Een bepaald bier wordt genoemd ‘Hell's’. Dat is de anglicisering van het Duitse Helles! Maar wat vermaak voor de Engelsen, aldus, onverwacht, de door hen weinig gebruikte naam van de onderaardse regionen op zulk een wijze toegepast te vinden, - als een intensief of een vloek! De contaminatie van het Engels in de eigen taal is welbekend. Vooral de sportstermen, ook verschillende uitdrukkingen gehoord van soldaten of in de bioscoop worden met liefde en fierheid gebruikt. Aan een andere zijde moet worden gezegd dat de kennis, bij de Engelsen, van vreemde talen nogal pover is, en er bij hen een snobisme bestaat, Franse woorden en uitdrukkingen te gebruiken, heel dikwijls foutief, en op het Frans hun eigen grammatica, onwillekeurig, toe te passen. Galsworthy had een voorliefde voor het gebruik van Franse | |
[pagina 277]
| |
woorden in zijn romans. Bijna altijd is het verkeerd, zoals trouwens zijn Duits in een bepaald stuk. Bij Huxley daarentegen is alles juist zover ik mij herinner. D.H. Lawrence, die nochtans goed Frans kende, schreef in ‘The Plumed Serpent’: ‘She was not interested in épatant le bourgeois’, het Engelse gerondium na een voorzetsel toepassend. Maar wat men allemaal hoort! ‘Vous tirez ma jambe’, ‘as-le’ (have it = als je lust, mij goed), ‘potage queue de boeuf’ .... Zoals: béguine voor béguin gebruikt in de zin van ‘avoir un béguin’ o.m. door Evelyn Waugh in ‘Put out More Flags’. Het Continentaal Engels, om te besluiten, is een feit. Er is wel enige verbetering, vooral in Nederland en in België, waar de ‘tasting rooms’ verdwenen zijn en de ‘salons de dégustation’ steeds bestaan. Er zijn geen ‘high-life tailors’ meer, daar waar ze nog steeds grote meneren zijn te Parijs. De film, de radio, de Engels sprekende soldaten hebben er veel toe bijgedragen, enige verbetering te doen ontstaan. Maar er blijft toch dat pittoreske Continentaal Engels, door zovelen opgevat als ‘the well of English undefiled’, ‘the King's English’! |
|