Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1953
(1953)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 539]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering van 21 October 1953.Waren aanwezig: de heren J. Kuypers, Bestuurder, en M. Gilliams, Onderbestuurder; de heren leden: Fr. Lateur, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. H. Teirlinck, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. J. van de Wijer, L. Baekelmans, Prof. Dr. L. Grootaers, Dr. E. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, G. Walschap, Prof. Dr. P. Sobry, G. Schmook, Dr. C. de Baere, adjunct-secretaris, Prof. Dr. E. Rombauts, R. Herreman, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke en Prof. Dr. J.F. Vanderheyden, alsmede Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, binnenlands erelid. Had zich laten verontschuldigen: de heer Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris.
* * *
De notulen van de vergadering van 16 September worden goedgekeurd.
* * *
Dankbetuiging. - De heer M. Gilliams, onderbestuurder, verheugt zich over het welslagen van de Beets- en Dodoenshuldiging en de receptie van de Nederlandse Academieleden. Hij verklaart er van overtuigd te zijn, dat dit welslagen grotendeels te danken is aan de toewijding van de Bestuurder en de adjunctsecretaris. Hij dankt beiden namens de Academie en wenst hun geluk met deze prestatie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geheime zitting.1. Verkiezingen. - Na voorlezing van de namen der candidaten door de Voorzitter wordt overgegaan tot de verkiezing van een gewoon lid en een buitenlands erelid. Vooraf werden de heren Rombauts en Schmook als stemopnemers aangeduid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 540]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Worden benoemd: 1. ter vervanging van de heer Emmanuel de Bom, gewoon lid, de heer Dr. J.A. Goris (Marnix Gijsen); 2. ter vervanging van Mw. Henriëtte Roland Holst, buitenlands erelid, Prof. Dr. Carlo Tagliavini, hoogleraar aan de Universiteit te Padova. Beide benoemingen zullen zonder verwijl aan de heer Minister van Openbaar Onderwijs medegedeeld worden, met verzoek ze aan Z.M. de Koning ter goedkeuring te willen overmaken.
2. Karel-Barbierprijs. Verslag van de Keurraad. - De Keurraad voor de Karel-Barbierprijs was samengesteld uit de heren L. Baekelmans, voorzitter, Walschap en Claes. De heer Walschap, die als secretaris fungeerde, geeft lezing van het hierna volgende verslag. ‘Voor de Karel-Barbierprijs werden de jury drie werken ter beoordeling voorgelegd:
De Forestier, door Daan Inghelram, De Moerduivels, door Fr. Germonprez, Christiaan Reinland, door Leo Mets.
De jury heeft na rijp beraad eenparig besloten het werk van Leo Mets ter bekroning voor te dragen, omdat het in epische kracht en psychologisch doorzicht uitmunt.’ Het voorstel van de Keurraad wordt zonder voorbehoud aangenomen.
3. Wedstrijd in Nederlands opstel. Verslag van de Keurraad. - De heer W. van Eeghem, secretaris van de Keurraad, geeft lezing van zijn verslag, dat in de volgende termen gesteld is: ‘Aan de achtste wedstrijd in Nederlands opstel (tijdvak 1952-1953) namen 47 leerlingen deel, nl. 28 uit het openbaar en 19 uit het vrij Onderwijs. Na de schifting kwamen in onze vergaderzaal, op Zaterdag, 12 September 1953, de candidaten de eindproef afleggen: één van de tien was echter afwezig. De opgekomenen, zegge 4 jonge heren en 1 jonge dame uit het vrij onderwijs, alsmede 4 jonge heren uit het openbaar onderwijs, mochten op één van de twee volgende onderwerpen hun keus laten vallen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 541]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zes mededingenden (3 uit het vrij en 3 uit het openbaar onderwijs) gaven de voorkeur aan het eerste onderwerp; drie daarentegen (hetzij 1 uit het vrij en 2 uit het openbaar onderwijs) spraken zich uit voor het tweede. De Commissie (bestaande uit de heren Academieleden: Dr. J. van Mierlo, Dr. C. de Baere, Dr. R. Foncke en Dr. W. van Eeghem, secretaris) was na een grondig onderzoek van oordeel dat, van de 9 afgegeven verhandelingen, 6 een onderscheiding verdienden: In het vrij onderwijs won derhalve de prijs het opstel, tot kenspreuk voerend: Kennis is macht, terwijl een eervolle vermelding werd toegekend aan elk der opstellen, resp. voorzien van het devies: Handhaaf en bouw, en van de leuze Der vaderen erfdeel getrouw. Deze drie verhandelingen waren gewijd aan het eerste thema. In het openbaar onderwijs, anderzijds, gingen de prijs en één der eervolle vermeldingen onderscheidenlijk naar Woorden wekken, voorbeelden trekken, en naar In liefde kan het schone slechts gedijen, die beiden het eerste thema uitwerkten; de andere eervolle vermelding was voor Concussa manet, die het tweede onderwerp behandelde. Voorts gaf de Commissie als haar mening te kennen, dat de onderzochte opstellen over het algemeen op een hoger peil staan dan in 1952, zowel wat de inhoud als de vorm betreft. Zij vindt nochtans, dat van de candidaten meer duidelijkheid en orde in de ontwikkeling der gedachten kan 'worden geëist. Tevens stelt zij vast, dat in een paar gevallen de interpunctie nog te wensen overlaat. Ten slotte verheugt zij zich terecht over de belangstelling die onze wedstrijd hoe langer hoe meer in het leven roept: telde de eerste (1946) inderdaad slechts 21 deelnemers, zo is dit aantal thans tot 47 gestegen en alles laat voorzien, dat die bijval nog zal toenemen. Na de aanneming van het verslag hierboven bleken de spreukvoerenden te zijn:
Vrij Onderwijs: Prijs: Kennis is macht: de heer Hinnekens, Luc (St. Pieterscollege, Leuven); | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 542]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerv. Verm.: Handhaaf en bouw: Mej. Scheer, Godelieve (Regina Coelilyceum, Dilbeek); Der Vaderen erfdeel getrouw: de heer Van Ackere, Robert (St. Jozefscollege, Izegem).
Openbaar Onderwijs:
Prijs: Woorden wekken, voorbeelden trekken: de heer Van Rompaey, Jan (Koninklijk Atheneum, Boom); Eerv. verm.: Concussa manet: de heer De Wulf, Eric (Kon. Atheneum, Gent); In liefde kan het schone slechts gedijen: de heer Hermans, Raymond (Kon. Atheneum, Tongeren). Het verslag wordt goedgekeurd.
De Voorzitter verheugt zich over het succes van de wedstrijd. Hij wijst er op, dat de steun van de overheid, zowel in het officieel als in het vrij onderwijs, ongetwijfeld tot het succes ervan heeft bijgedragen. Ook stelt het Bestuur voor, het bedrag van de prijzen in de toekomst te verhogen. De vergadering stemt met dit voorstel in. De heer Claes uit de wens, dat een letterkundige in de keurraad zou opgenomen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededelingen van de Bestendige Secretaris.1. Onderscheiding. - Prof. Dr. Blancquaert werd benoemd tot Rijkscommissaris bij de Universiteit te Gent.
2. Overlijden van Prof. Du Toit. - Als antwoord op haar brief van rouwbeklag aan de Ambassade van de Unie van Suid-Afrika met mededeling van het overlijdensbericht en de tekst van de rouwhulde van de Academie door de heer J. Kuypers, Bestuurder, ontving de Academie een schrijven (13 October 1953), waarin de tijdelijke zaakgelastigde, bij afwezigheid van Z. Exc. Dr. P.R. Botha, de leden van de Academie dankt voor hun gevoelens van deelneming. ‘Het is voorwaar een teken van de nauwe banden tussen onze stamverwante gemeenschappen,’ zo schrijft de heer zaakgelastigde, ‘dat dit zware verlies door de Zuid-Afrikaanse letteren geleden, ook in Vlaanderen weerklank heeft gevonden. Op mijn beurt wil ik U | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 543]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mijn medegevoel uitdrukken over het heengaan van een letterkundige, die sedert zolang lid was van uw inrichting.’
3. Eretekens der Nationale Orden. - Bij Ministerieel aanschrijven van 22 September 1953 kreeg de Academie kennis van het nieuwe ‘Reglement betreffende het verlenen van eretekens der Nationale Orden aan de personeelsleden van de buitendiensten.’ Uit dit reglement en de er bij gevoegde lijsten blijkt, dat de leden van de ‘Officiële Academiën’ voortaan recht hebben op de volgende eretekens:
De voorstellen der Academie ‘met het oog op de beweging van November as.’ werden, overeenkomstig de onderrichtingen, vóór 10 October ingediend. De Academie wenst nochtans voorbehoud te maken wat de getroffen regeling betreft.
4. Commissie voor de Nederlandse Wetenschappelijke Terminologie. - De Vaste Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten deelde bij schrijven van 12 October mede, dat deze Academie, ingaande op de door onze Instelling geuite wens, Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde belast heeft met de regeling der werkzaamheden van de wederopgerichte Commissie voor de Nederlandse Wetenschappelijke Terminologie.
5. Taalwet van 14 Juli 1932. - De heer taalinspecteur P. Rumes stuurde een verslag in over de toepassing der wet van 14 Juli 1932 in het lager onderwijs gedurende het schooljaar 1952-1953. Dit document ligt ter beschikking van de leden, die inzage ervan wensen te krijgen.
6. Openbare vergadering te Gent. - Prof. Dr. W. Asselbergs, buitenlands erelid der Academie, heeft op verzoek van het Bestuur aanvaard op de plechtige openbare vergadering te Gent, op 8 November as. een lezing te houden over Mgr. Schaepman, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 544]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in leven buitenlands erelid der Academie, zulks naar aanleiding van de 50ste verjaring van diens overlijden.
7. Ruildienst. - Ruildienst werd ingericht met de tijdschriften: De Vlaamse Gids, Streven, Boekengids, Taal en Tongval, waarop de Academie geabonneerd was, en met Persoon en Gemeenschap en het Tijdschrift voor Levende Talen. Ook de ‘Deutsche Forschungsgemeinschaft’ ging in op het voorstel een ruildienst in te richten. Voor toezending van de Verslagen en Mededelingen is zij bereid regelmatig de Beiträge zur Namenforschung en Die Zeitschrift für deutsche Philologie te sturen. De Academie verklaart zich hiermede accoord. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededelingen namens de Vaste Commissies.I. - Vaste Commissie voor Middelnederlandse Taal- en Letterkunde.Prof. Dr. E. Rombauts, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting der Commissie. Waren aanwezig: de heren leden Van Mierlo, Van Puyvelde, Carnoy, Grootaers, Baur, Van Eeghem (ondervoorzitter), Lindemans, Rombauts (secretaris), De Baere, Van Loey en Foncke. Hospiterende leden: de heren Baekelmans, Claes, Herreman, Kuypers en Walschap, alsmede de heer A.J.J. Van de Velde, binnenlands erelid. Verontschuldigd: de heer Prof. Dr. Blancquaert, voorzitter.
Op de agenda komt een lezing voor door Dr. W. van Eeghem, lid der Academie: Anthonis de Roovere's Lof vanden Heylighen Sacramente. Spreker wordt gelukgewenst met zijn leerrijke en interessante mededeling, die in de Verslagen en Mededelingen zal opgenomen worden. Aan de bespreking die er op volgt nemen deel: de heren Rombauts, Van Mierlo en Foncke.
Agenda voor de Decembervergadering. - Prof. Dr. J. van Mierlo verklaart zich bereid om in de Decembervergadering een lezing te houden over het onderwerp: Ter datering van de Walewein. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 545]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. - Vaste Commissie voor Moderne Letteren.De heer G. Schmook, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting van de Commissie. Waren aanwezig: de heren leden Lateur, Teirlinck, Muls (voorzitter), Baekelmans, Claes, De Backer (ondervoorzitter), Walschap, Sobry, Kuypers, Schmook (secretaris), Gilliams, Herreman en Vanderheyden. Hospiterende leden: de heren Baur, Carnoy, Van Eeghem, Foncke, Lindemans, Van Loey, Van Mierlo, Van Puyvelde, Rombauts, Van de Wijer, alsmede de heer A.J.J. Van de Velde, binnenlands erelid.
Op de agenda komt een lezing voor van de heer G. Walschap, lid der Academie: de Schrijver voor de vierschaar. De lezing zal in de Verslagen en Mededelingen opgenomen worden. Aan de bespreking ervan nemen deel: de heren Carnoy, Foncke, Claes, Kuypers, De Backer hetzij om de stellingen van Spreker te beamen, hetzij om ze te toetsen aan het dagwerk op de krantenredacties, voor of tegen, in binnen- en buitenland. Ten slotte breekt de Voorzitter een lans voor de vrijheid van de auteur, en voor de objectiviteit van de kritiek in ons land. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededelingen namens de Commissie van Advies bij het N.F.L.Vooraf brengt de Bestuurder verslag uit over een onderhoud dat hij als lid van het Comité van Beheer van het N.F.L., samen met de heer H. Liebrecht, Bestuurder van de Académie Royale de Langue et de Littérature françaises, heeft gehad met de Minister van Openbaar Onderwijs over de vertraging bij het uitbetalen van de jaarlijkse staatssubsidie, en de moeilijkheden die het Fonds telken jare ondervindt bij de toekenning ervan. De heer Minister zegde zijn steun bij de Minister van Financiën onvoorwaardelijk toe; alles laat voorzien, dat het N.F. voldoening krijgen zal. Hierna verstrekt de heer De Baere, wd. secretaris van de Commissie, ingevolge een in de vergadering van 16 September jl. getroffen beslissing, inlichtingen betreffende de steun aan de literatuur, die gedurende de periode 1 Januari - 15 October 1953 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 546]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door de Academie, op voorstel van de Commissie van Advies, verleend werd. De heer G. Walschap, voorzitter van de Commissie van Advies, antwoordt op de bezwaren, die in de vorige vergadering der Academie geopperd werden in zake de uitgaven door het Fonds en de samenstelling van de Bibliotheca Flandrica. Hierop volgt een gedachtenwisseling, waaraan de heren Baur, Van Mierlo, De Backer, Sobry en Claes deelnemen. Tot besluit legt de Voorzitter er de nadruk op, dat alle leden van de Commissie van Advies en de Academie wensen onze literatuur te dienen, en dat de hierbij gevolgde politiek de goede blijkt te zijn. De Commissie zal onderzoeken, hoe zij de Academie het best kan voorlichten, b.vb. door bij de oproepingsbrief voor een vergadering der Academie een mededeling te voegen betreffende de voorstellen, die zij er wenst te doen. De criteria die bij het verlenen van steun worden in acht genomen, worden als bijlage bij dit verslag afgedrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agenda.1. Lidmaatschap. Samenstelling van de Commissie van voordracht. - De heren Rombauts en Van Loey aanvaarden de opdracht om, samen met het Bestuur der Academie, de Commissie te vormen, belast met het voordragen van twee candidaten ter vervanging van wijlen Prof. du Toit, buitenlands erelid der Academie. De leden der Academie worden uitgenodigd binnen de veertien dagen de namen bekend te maken van de candidaten, die zij voor de openstaande plaats wensen te zien in aanmerking komen.
2. Jordaens zoals hij was. - Lezing door Prof. Dr. Leo van Puyvelde, lid der Academie. Gezien het vér gevorderde uur stemt Spreker er in toe, zijn lezing tot de Novembervergadering te verschuiven.
Rondvraag. - Prof. Rombauts deelt mede, dat op 25 November as. door enkele Nederlandse collega's aan Prof. Van Mierlo, ter gelegenheid van diens 75-ste verjaardag, een huldebundel zal aangeboden worden met opstellen over de Reinaertproloog, die door hem in de Verslagen en Mededelingen der Academie gepubliceerd werden. Prof. Rombauts is er van over- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 547]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuigd dat de Academie tegen deze publicatie geen bezwaar zal hebben en dat zij zich bij de plechtige overhandiging, die te Antwerpen plaats heeft, zal laten vertegenwoordigen en er actief aan deelnemen door een van haar leden opdracht te geven er het woord te voeren. De Academie stemt volledig in met dit verzoek. De heer Baekelmans aanvaardt de opdracht de tolk van de Academie te zijn. De heer Bestuurder verzekert dat de Academie er niet alleen met hart en geest zal aanwezig zijn, maar ook als Academie aan de hulde zal deelnemen.
Aangeboden. - Door Prof. Dr. L. Grootaers namens Prof. Dr. Sever Pop (Leuven). Orbis, Bulletin international de documentation linguistique, T. II, nr. 1, 1953. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlagen Nationaal Fonds voor de Letterkunde Commissie voor AdviesI. Criteria bij het verlenen van steun.Ga naar voetnoot(*)Het Nationaal Fonds voor de Letterkunde zal tot hiernavolgende dubbel doeleinde aangewend worden: 1. Verspreiding van de Vlaamse litteraire productie, in de ruimste zin des woords, in het buitenland en in de kolonie; 2. Bevordering van de Vlaamse litteraire productie in het binnenland. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. - Verspreiding van de Vlaamse litteraire productie in het buitenland en de kolonie.1. Door het sturen van toonaangevende Vlaamse tijdschriften, in casu Dietsche Warande en Belfort, de Vlaamse Gids en het Nieuw Vlaams Tijdschrift (welke opgave echter niet limitatief is), alsmede representatief Vlaams litterair werk in de oorspronkelijke taal aan de vertegenwoordigers van het land, de universiteiten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 548]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met leerstoel-Nederlands, de grote bibliotheken, de Belgische nederzettingen en scholen in den vreemde, de verschillende diensten en plaatsen in de kolonie, enz. Rekening zal hierbij gehouden worden met de financiële mogelijkheden van het Fonds en de aard van het werk.
2. Door het verspreiden van een reeks vertalingen van onze beste litteraire werken. Te dien einde zal onder de benaming ‘Bibliotheca Flandrica’ een verzameling werken met een passend litterair overzicht als inleiding uitgegeven worden, die onze gehele literatuur zal bestrijken en bij het aanleggen waarvan men zich op historischcultureel standpunt plaatsen zal. Uit deze werken zal dan tevens blijken, hoe in de literatuur het volkskarakter tot uiting komt. De Bibliotheek zou een dertigtal boekdelen (Lijst als Bijlage B) omvatten en in drie talen: het Frans, het Engels en het Duits, verspreid worden. Ze zal door een bijzondere commissie voor elke taal verzorgd en in het buitenland uitgegeven worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. - Bevordering van de litteraire productie in het binnenland.1. Door de Vlaamse letterkundigen te steunen bij het schrijven en uitgeven van hun werk. Een daartoe ingestelde uitgavecommissie zal met hiernavolgende dubbele opdracht belast worden: a) In overweging nemende, dat de Vlaamse auteurs meestal uit de weinig bemiddelde volkslagen stammen, en dat vrijwel niemand onder hen van zijn pen kan leven en derhalve sociale plichten op zich neemt, die zijn beste krachten en de nodige tijd voor werk van intellectuele aard te zeer in beslag nemen, zal de Commissie schrijvers van voldoende betekenis die haar hun plannen (hoofdzaak, een proeve plus een verder project) voorleggen, behulpzaam zijn, hetzij door ze enkele maanden, als daartoe de mogelijkheid bestaat, van werkverplichting om den brode te ontslaan en hun, zij het ook matige inkomsten te bezorgen, - hetzij door genoemde werkverplichting, in overleg met hun werkgever te halveren en voor volledige inkomsten te zorgen, - hetzij nog door hun, na overleg met hun uitgever, het gebruikelijke honorarium voor te schieten, dat achteraf, zij het ook met verliesrisico, van de uitgever kan gevorderd worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 549]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b) Uit de haar toegezonden handschriften zal zij er een aantal kiezen, waarvan de uitgave kan bevorderd worden hetzij door het verlenen van morele steun, hetzij door het uittrekken van een garantie voor een minimum aantal boeken, dat moet geplaatst worden om de uitgave mogelijk te maken. Bij wijze van voorbeeld: er moeten 300 ex. (tegen de aanmaakprijs) gegarandeerd zijn eer een uitgever een boek uitgeeft (laten we zeggen 10.000 fr.). Het Fonds geeft zijn garantie voor het bedrag. Het mag, zo nodig, de 300 ex. opvragen. Het mag ook, als het boek goed loopt, bij jaarlijkse afrekening op het verkochte aantal exemplaren, de verleende garantie terugvorderen. c) Pas verschenen boeken kunnen in de eerste uitgave op dezelfde wijze en voor een gelijke toelage in aanmerking komen, en daarenboven ook voor aankoop van een zeker aantal exemplaren met bestemming voor het buitenland.
2. Door sommige schrijvers de gelegenheid te bieden enkele maanden in het buitenland te verblijven (niet reizen), hetzij b.v. in de Cité Universitaire te Parijs of in de Academia Belgica te Rome, voor hen, die de opwekking nodig hebben van de grootstad, hetzij in een villa voor schilders te Cabris-Spéracédès in Provence, of bij Wassenaar, of misschien nog in de Erasmusstichting te Bioggio-Lugano.
3. Door het inrichten van lezingen met medewerking van het Nationaal Toneel of andere bevoegde toneelgroepen. Deze lezingen zouden geïllustreerd worden met het voorleggen of voordragen van uittreksels uit het werk van de besproken schrijvers of periode, eventueel ook met muziekuitvoeringen. De eerste zouden geschreven worden door onze beste krachten omdat ze nieuwe vormen zullen aangeven, die andere als model zullen dienen. De tekst zal dan aan het Nationaal Toneel ter uitvoering worden aangeboden en, zo aanvaard, in vier Vlaamse steden voor het voetlicht worden gebracht. De schrijvers zouden onmiddellijk met 6.000 fr. worden gehonoreerd, waarbij een bedrag van 1.000 fr. zou komen voor elke opvoering. Als voorbeeld moge hier de in alle opzichten geslaagde Gezelleherdenking te Antwerpen gelden, waarvoor de tekst door de heer Gilliams bezorgd werd. ‘Gezeten aan een tafeltje op het toneel, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 550]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat ingericht was als een stemmig smaakvol salon, scheen de heer Gilliams te lezen voor enige acteurs die gedurende 20 min. naar hem luisterden en dan, naar aanleiding van de lezing een door de auteur geschreven zeer rustig gesprek over Gezelle voerden en daarbij gedichten voorlazen of opzegden, zonder enige declamatie, als in de huiskamer. De muziek van Beethoven, die het gedicht “Er viel ne keer...” heeft ingegeven, werd tussendoor uitgevoerd. Dergelijke lezingen zouden ook kunnen gewijd worden aan Conscience, Streuvels, de dichters van de Muiderkring enz.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. - Bibliotheca Flandrica.Lijst van 25 werken uit de Vlaamse letterkunde die onder de auspiciën van het Nationaal Fonds voor de Letterkunde zullen vertaald worden in het Frans, Duits en Engels, en in Frankrijk, Engeland en Duitsland in de ‘Bibliotheca Flandrica’ uitgegeven.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 551]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|