Verslagen over de prijsantwoorden voor het jaar 1953
I. - De Keurraad voor het antwoord op de prijsvraag ‘De Beginselen van Albert Verwey's litteraire critiek, met een Bibliographie van en over het critisch werk van Albert Verwey,’ ingediend onder kenspreuk Fais ce que dois, advienne que pourra, werd door de Academie samengesteld uit de heren Prof. Dr. Fr. de Backer, Julien Kuypers en Prof. Dr. Fr. Baur.
Verslag van Prof. Dr. Fr. de Backer
Eerste beoordelaar.
Dit lijvige werk, XV + 435 blz., is uitstekend. Het is een merkwaardige, wetenschappelijke bijdrage tot de grondige kennis van Albert Verwey.
De schrijver van deze studie geeft, na een ‘Woord Vooraf’ waar de ‘status questionis’ van het onderwerp wordt bepaald en waaruit blijkt hoeveel er nog te doen was, een zeer zorgvuldige bibliographie van en over het critisch werk van Verwey. Hier is zeer veel nieuw, vooral wat onuitgegeven geschriften van Verwey betreft. Dan onderzoekt hij grondig de litterair- en aesthetisch-critische beginselen, met een geduldige studie van de evolutie van Verwey; de eisen te stellen aan de criticus en het doel van de critiek; Verwey's critische practijk; de methode van de auteur. Vervolgens, in afdeling B worden onderzocht V's algemene beginselen inzake kunst en poëzie, met een bepaling van die begrippen, het kunstwerk, het kunstwerk als vorm, het kunstwerk als uitdrukking.
Het tweede deel bestudeert de litterair-historische en philologische beginselen van A.V., met zijn theoretische visie op de historiographie in het algemeen en op de literatuur-historie in het bijzonder, en de studie van V's litterair-historische en philologische practijk (kenmerken, biografie, bloemlezing, tekstuitgave, paraphrase en vertaling). Het derde deel is een zeer