| |
| |
| |
Vergadering van 16 September 1953.
Waren aanwezig: de heren J. Kuypers, Bestuurder; M. Gilliams, Onderbestuurder;
de heren leden: Fr. Lateur, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. J. van de Wyer, L. Baekelmans, Dr. E. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, G. Walschap, G. Schmook, Dr. L. Indestege, Dr. C. de Baere, adjunct-secretaris, Prof. Dr. E. Rombauts, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke, Prof. Dr. J.F. Vanderheyden en Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, binnenlands erelid.
Hadden zich laten verontschuldigen: de heren Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris, H. Teirlinck, Prof. Dr. L. Grootaers en Prof. Dr. P. Sobry.
* * *
De notulen van de vergadering van 13 Juni 1953 te Wulveringem worden goedgekeurd.
* * *
Overlijden. - Op 1 Juli 1953 overleed te Pretoria, op 76-jarige leeftijd, Prof. Dr. J. du Toit (Totius), buitenlands erelid der Academie sedert 1919.
Voor de rechtstaande vergadering herdenkt de heer J. Kuypers, Bestuurder, ons eminent medelid in de volgende bewoordingen.
Met Prof. Dr. Jacob Daniël du Toit, in de literatuur bekend als Totius, verdwijnt de laatste overlevende van het grote drietal uit de 2de Afrikaanse taalbeweging (± 1905) waarmee de literatuur in het Afrikaans doorgebroken is en ook in Europa erkenning en waardering heeft gevonden.
Na het eerste geslacht van de Patriotten (± 1870) is er dit tweede gekomen met het driemanschap, - soms viermanschap geheten als men er Eugène Marais bijrekent, - Jan Celliers,
| |
| |
eveneens een gewezen buitenlands erelid van ons genootschap, Louis Leipoldt en Totius, schuilnaam van de hoogleraar J.D. du Toit.
Geboren in 1877, te Die Paarl, is hij te Pretoria overleden op 1 Juli 1953. Hij studeerde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1903 werd hij doctor in de godgeleerdheid aldaar.
In eigen land gaf hij onderricht als hoogleraar aan de Teologiese Kweekskool van de Gereformeerde Kerk te Potchefstroom. Met anderen heeft hij, in de Afrikaanse taalvorm, een echt nationale Afrikaanse letterkunde tot stand helpen brengen. Hij was buitenlands erelid van onze Vlaamse Academie sinds 18 Juni 1919, samen met Celliers. Geen van beiden is ooit opgetreden onder ons, wat met de opvolger van Celliers, Prof. N.P. van Wijk Louw, wel het geval is geweest.
In zijn Amsterdamse tijd is hij, net als Celliers overigens, onder de invloed van Gezelle geraakt, die toen juist in Nederland algemeen opgang maakte. Als Gezelle, zocht Totius naar de ziel der dingen achter de uiterlijke verschijning: in alle leven het goddelijk geheim! Hij was een Calvinistisch stemmingsdichter, doorgaans weemoedig berustend, in religieuze bezinning. Wie onder ons kent niet zijn ‘Daar ruis 'n lied van lang verlee’ of ‘Die os: Hoe rustig stap hij aan, die edel jukgediert...,’ zijn vaderlandse bundels: Bij die Monument (1908), oorlogspoëzie bij de onthulling van het Vrouemonument, Rachel (1913) en Trekkerswee? Verder schreef hij nog Wilgerboombogies (1912), Passieblomme.
Hij was onbetwistbaar een minder groots dichter, minder artist wellicht, dan Celliers en vooral dan Leipoldt. Hij was, meer dan beide anderen, bij uitstek representatief kristelijk nationaal, zodat de woorden ‘volksgeliefd’ en ‘volksman’ dan ook telkens terugkomen onder Afrikaanse pennen. Zijn Bijbelvertaling (1933) en Die berymde Psalms (1937) waaraan hij 17 jaar arbeidde, zijn twee mijlpalen in de ontwikkeling van het Afrikaans.
Bij zijn overlijden betuigt de Vlaamse Academie aan zijn land en volk, en in het bijzonder aan de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns, haar innige deelneming. Ik zou U willen voorstellen tot Zijne Excellentie de Ambassadeur van Zuid-Afrika te Brussel een schrijven in die zin te richten.
Meteen is dit overlijden een geschikte gelegenheid om de stand
| |
| |
van onze betrekkingen met Zuid-Afrika nader te onderzoeken.
Wij die ons niet op glibberig politiek terrein wagen, constateren alleen met vreugde de leefbaarheid van een verwante vorm van het Nederlands en de dynamiek die de Unie van Suid-Afrika bezielt. Beseft men goed wat het betekent, in de 20ste eeuw, een nieuwe taal op te bouwen, van kombuistaal tot alomvattende cultuurtaal?
Uiteraard hebben wij zeldzame, al te zeldzame culturele betrekkingen met onze verre stamverwanten. Al krijgen wij heel wat bezoeken van ginder: artisten, pedagogen, dansgroepen, studenten..., zij klagen over onze afzijdigheid; en terecht, van hieruit gaat er haast niemand, buiten een enkele dichter als K. Jonckheere, tegenover verschillende Hollanders: J. Bloem, A. Roland Holst, J. Greshoff... Ons Nationaal Toneel is er herhaaldelijk met groot succes opgetreden. Enkele landgenoten zijn aldaar gevestigd. Het Afrikaanse boek is duur en moeilijk te verkrijgen. Het cultureel akkoord blijft sinds jaren uit. En toch is meer verstandhouding onontbeerlijk!
Onze Academie ruilt haar publicaties met die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns, en met het Nederlands Cultuurhistorisch Instituut aan de Universiteit Pretoria.
Op de leestafel van de Academie vinden wij:
Tydskrif vir Wetenskap en Kuns, |
Hertzog-Annale van die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns, |
De Nederlandse Post, |
Tegnikon, uitgegeven door de Suid-Afrikaanse Akademie. |
Dus niet het leidend literaire tijdschrift: Standpunte. |
Samen met onze Nederlandse collega's die wij volgende maand ontmoeten, kunnen wij wellicht dit gemeenschappelijk probleem nader tot zijn oplossing brengen. Geheel in de geest van het buitenlands erelid wiens heengaan wij betreuren.
De Voorzitter verklaart de plaats van buitenlands erelid voor open. Aan de Ambassade van de Die Unie van Suid-Afrika zal een brief van rouwbeklag gezonden worden.
| |
| |
| |
Mededelingen van de Bestendige Secretaris.
1. Interministeriële Commissie voor Wetenschappelijk Onderzoek. - Dr. W. van Eeghem werd, bij K.B. van 15 Juli 1953, benoemd tot lid van de ‘Interministeriële Commissie voor Wetenschappelijk Onderzoek’ voor een periode eindigend op 8 Augustus 1954.
2. Commissie voor Nederlandse Wetenschappelijke Terminologie. - Bij aanschrijven van 6 Augustus 1953 deelde de Minister van Openbaar Onderwijs mede dat hij, ingaande op de wens van de K. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde en van de K. Vl. Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, drie ambtenaren van zijn departement aangeduid heeft om aan de werkzaamheden van de Commissie voor Nederlandse Wetenschappelijke Terminologie deel te nemen. Deze ambtenaren zijn: Mejuffer Jodogne, Inspectrice-Generaal over het M. en N.O., de heer Vereycken, Inspecteur-Generaal M.O., en de heer De Witte, Inspecteur-Generaal T.O.
De vertegenwoordigers van de Academie in deze Commissie zijn: de heren Prof. Dr. Grootaers, Prof. Dr. Blancquaert en Dr. Van Eeghem; de vertegenwoordigers van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten: de heren Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, Prof. Dr. P. van Oye en Prof. Ir. Peeters.
De heer Bestuurder verheugt zich in de samenstelling van de Commissie en is er van overtuigd, dat zij zeer degelijk werk zal verrichten. Hij drukt de hoop uit, dat Prof. Dr. J.J. Van de Velde met de leiding van de werkzaamheden zal belast worden.
3. Eerste Internationaal Congres voor het Universitair Onderwijs in de Pedagogische Wetenschappen. - Ter vervanging van Prof. Dr. R. Foncke, verhinderd, vertegenwoordigde Prof. Dr. E. Blancquaert de Academie op de openingsvergadering te Gent.
4. Stichting ‘Onze oude Letteren.’ (Amsterdam). - De Stichting ‘Onze oude Letteren’ verzocht de Academie, bij brieve van 16 April 1953, haar naam in de statuten van de Stichting te laten opnemen, en twee leden aan te duiden, die haar zullen vertegenwoordigen.
| |
| |
De Academie gaat op dit verzoek in. De heren Prof. Muls en Prof. Baur worden als vertegenwoordigers van de Academie aangeduid en aanvaarden de opdracht.
5. Geschenk. Borstbeeld van Dr. J.A. Alberdingk Thym. - Mw. de Wwe Prof. Tytgat schonk aan de Academie het borstbeeld in gips van Prof. Dr. J.A. Alberdingk Thym, een der eerste ereleden van de Academie.
Een brief van dankbetuiging zal aan Mw. Tytgat gezonden worden.
6. Beauvoorde. - Met toestemming van de auteur en goedkeuring van de Bestuurscommissie zal de lezing van Prof. Muls over Jhr. Arthur Merghelynck en het kasteel Beauvoorde, rijk geïllustreerd, niet alleen in de Verslagen en Mededelingen opgenomen, maar ook op 1.000 ex. afzonderlijk uitgegeven worden, en tegen een redelijke vergoeding ter beschikking gesteld van de bezoekers van het kasteel.
De Academie keurt dit voorstel goed.
7. Ontvangst van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Beets- en Dodoenshulde. - Zoals reeds vroeger medegedeeld, zal de gezamenlijke Beets- en Dodoenshuldiging, door de drie Koninklijke Vlaamse Academiën op touw gezet, op 16de en 17de October as. plaats vinden, en zal bij deze gelegenheid een delegatie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen plechtig ontvangen worden.
Het voorlopig programma van deze ontvangst werd door het Bestuur der Academiën als volgt opgemaakt.
Vrijdag, 16. - Om 16 u. 30. - Begroeting in de lokalen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen.
Om 18 u. - Receptie op de Ambassade der Nederlanden.
Om 20 u. - Nicolaas Beets-hulde in de grote concertzaal van het N.I.R. - Als sprekers zullen optreden: Prof. Dr. Fr. Baur, met het onderwerp: Nicolaas Beets de Romanticus, en Prof. Dr. Gerard Brom die zal handelen over Beets de Hollander.
Daarna receptie door de Belgische Nationale Radio-Omroep.
Zaterdag, 17. - Om 11 u. - Vergadering in het Paleis der Academiën, uitsluitend voor Academici: informele bespreking
| |
| |
over de mogelijkheden tot samenwerking. - Ev. om 10 u. 30: Bezoek aan de Koninklijke serres te Laken.
Om 12 u. 30. - Gezamenlijk noenmaal.
Om 15 u. 30. - Plechtige Dodoenshulde in de grote zaal van het Paleis der Academiën.
Agenda van de vergadering. - Openingsrede door Prof. Ir. Polinard, Voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten.
Begroeting door de heer J. Kuypers, Bestuurder van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Begroeting door Dr. A. Van Driessche, Voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde.
Dodoens als Mens, door Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, lid van de Klasse der Wetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie van België.
De plaats van Dodoens in de ontwikkeling der wetenschappen, door Prof. Dr. R. Dequeker, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde.
Dodoens in het cultuurleven van zijn tijd, door Prof. Dr. E.J. Dijksterhuis, lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Toespraak door Prof. Dr. A.J. Kluyver, Voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Om 19 u. - Gezamenlijk avondmaal.
| |
Mededelingen namens de Vaste Commissies.
I. - Vaste Commissie voor Onderwijs en Nederlandse Lexicographie.
Prof. Dr. A. van Loey, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de vergadering der Commissie.
Waren aanwezig: de heren leden Muls, Blancquaert, Van Eeghem (ondervoorzitter), Baur, Lindemans, Schmook, Indestege, De Baere (voorzitter), Van Loey (secretaris) en Foncke.
Hospiterende leden: de heren Baekelmans, Claes, Gilliams, Sobry, Van Mierlo, Van Puyvelde en Walschap.
Op de agenda komt een lezing voor door Dr. C. De Baere,
| |
| |
lid der Academie: Vrijers, vleiers. Vleinamen in onze oudere toneelliteratuur.
De heer Van Eeghem, ondervoorzitter, wenst Spreker geluk met deze gestoffeerde lezing en stelt voor ze in de Verslagen en Mededelingen op te nemen.
Aan de bespreking namen deel: de heren Sobry, Van Mierlo, Lindemans, Claes, Foncke, Van Loey, Van Puyvelde en Blancquaert.
| |
II. - Vaste Commissie voor Cultuurgeschiedenis.
Prof. Dr. Van Mierlo legt verslag ter tafel over de zitting der Commissie.
Waren aanwezig: de heren leden Lateur, Van Puyvelde, Van Mierlo (Secretaris), Baekelmans (Voorzitter), Van de Wijer, Claes, De Backer, Walschap (Ondervoorzitter), Rombauts en Vanderheyden.
Hospiterende leden: de heren Muls, Kuypers, Lindemans, Schmook en Van Eeghem.
Op de agenda komt een lezing voor door Prof. Dr. J. van Mierlo, lid der Academie: Tornooien.
In het eerste deel van deze lezing bestrijdt Spreker een nieuwe opvatting van de Reinaert-proloog, volgens welke deze van een onbekende voortzetter zou zijn, die eerst Willem aan het woord liet en daarna zichzelf aanmeldt, zodat Reinaert I het werk zou zijn niet van Arnout-Willem, maar van Willem en een onbekende.
In het tweede deel geeft Spreker enkele kanttekeningen bij het opstel van G. Kazemier over de datering van de Eerste Bliscap.
De Voorzitter wenst Spreker geluk en stelt voor de lezing in de Verslagen en Mededelingen op te nemen.
| |
Mededelingen namens de Commissie van Advies bij het N.F.L.
De heer De Baere, wd. secretaris, brengt verslag uit over de vergadering van de Commissie van Advies op 2 September jl. te Brussel.
Deze vergadering werd hoofdzakelijk gewijd aan het onderzoek van de ingekomen aanvragen om steun en de uitgave van de Bibliotheca Flandrica.
| |
| |
Subsidiën. - Sedert de vorige vergadering werden 18 werken met verzoek om steun ingezonden. De bevoegde leescomité's brachten advies uit over 14 werken: 6 bundels gedichten, 4 romans, 1 toneelspel, 1 essay (simposion), 1 litteraire schets en 1 reisverhaal.
Ingezonden werden ook het ms. van de roman Maria Speermalie, in de Franse vertaling van Jeanne en Frans Donvil, en het ms. van de roman Tille, in de Engelse vertaling van A.K. Van Riemsdijk.
De Commissie stelt voor: 1. een subsidie te verlenen aan de schrijvers van drie bundels gedichten, het toneelspel en het essay; 2. 75 ex. voor verzending naar het buitenland aan te kopen van drie romans en het toneelspel; 3. de auteurs van beide vertalingen te honoreren zoals gewoonlijk.
Daarenboven verzoekt de Commissie om uitbetaling van de leesgelden aan de leden van de bevoegde leescomité's en van 4.000 fr. voor de door de Academie gerevaloriseerde Karel Barbier-prijs.
De voorstellen van de Commissie worden aangenomen. Op verlangen van een paar leden der Academie, die hun volle waardering voor het werk van de Commissie en het Fonds uitspreken, zullen in de Octobervergadering financiële gegevens verstrekt worden in verband met de algemene werking en de budgetaire mogelijkheden van het Fonds.
Bibliotheca Flandrica. - Franse reeks. - Besloten werd het ms. van de drie ingezonden vertalingen, alsmede twee vroeger uitgegeven vertalingen aan de uitgever, op zijn verzoek, te laten geworden. De reeds vertaalde werken, waarvan geen ex. meer voorhanden is, zullen op microfilm opgenomen worden.
Duitse reeks. - Het ms. van de Gezelle-bloemlezing werd aan Prof. Baur en Prof. Sobry ter inzage gezonden. Hun advies luidde niet ongunstig. De uitgever werd verzocht met hun aan- en opmerkingen rekening te houden.
Engelse reeks. - De heer A.K. Van Riemsdijk kreeg, op zijn verzoek, opdracht om een Engelse uitgever voor de reeks te zoeken.
Italiaanse reeks. - De Commissie nam met genoegen en in dank kennis van het voorstel van haar lid Dr. L. Indestege om ook een Italiaanse reeks van de 25 delen van de Bibliotheca
| |
| |
Flandrica te laten verschijnen. Dr. Indestege onderhandelde daarover met de bekende uitgeversfirma Sansoni te Firenze. Deze heeft zich principieel accoord verklaard.
De Commissie van Advies verzoekt de Academie haar te willen veroorloven met voornoemde firma een contract te sluiten tegen de gewone voorwaarden.
Noorse reeks. - Ook de uitgave van enkele delen van de reeks in Noorse vertaling wordt in het vooruitzicht gesteld.
Het voorstel van de Commissie betreffende het contracteren met de Italiaanse firma wordt aangenomen.
De heer Walschap brengt hulde aan Dr. Indestege voor de onvermoeibare activiteit die hij in Italië ten bate van onze cultuur ontplooit. De Voorzitter verenigt zich namens de Academie met deze hulde en betuigt Dr. Indestege de welgemeende dank van de Academie voor de gepresteerde arbeid.
In verband met de publicatie van de Engelse reeks, dringt Prof. De Backer er op aan, dat zo spoedig mogelijk met een Engelse uitgever zou gecontracteerd worden. Dit is de allernoodzakelijkste vereiste voor het welslagen van een onderneming, waarvan hij kan getuigen, dat zij ook in het buitenland naar waarde geschat wordt.
Samenstelling van de Commissie. Vervanging van twee leden. - De secretaris deelt mede dat de Commissie, ten gevolge van het ontslag van de leden Prof. Sobry en Dr. De Smaele, thans nog slechts zes leden telt. De Commissie verzoekt de Academie in de vervanging van deze beide leden te willen voorzien. Zij stelt voor Dr. C. de Baere, die thans Dr. Indestege tijdelijk als lid en secretaris vervangt, in de plaats van Prof. Sobry te benoemen, en Dr. Indestege tijdelijk te vervangen door Prof. Dr. J.F. Vanderheyden, lid van de Academie. Ter vervanging van Dr. De Smaele draagt zij de candidatuur voor van Prof. Dr. M. Rutten (Luik).
De voorstellen worden zonder oppositie aangenomen.
Criteria bij het verlenen van steun. - Gezien het ver gevorderde uur en de overladen agenda wordt de bespreking van deze criteria naar de Octobervergadering verschoven.
| |
| |
| |
Agenda.
1. Bij de onthulling van het gedenkteken van Georges Eekhoud te Antwerpen, door de heer G. Schmook, lid der Academie.
Gezien het gevorderde uur ziet Spreker van zijn leesbeurt af. De tekst zal in de Verslagen en Mededelingen verschijnen.
2. Commissie van Taaltoezicht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Opmaken van drie lijsten van candidaten voor het lidmaatschap. - De adjunct-secretaris geeft lezing van een aanschrijven van de Minister van Binnenlandse Zaken, waarbij de Academie uitgenodigd wordt ‘drie lijsten van drie candidaten voor te dragen, om (hem) toe te laten aan Z.M. de Koning een ontwerp van besluit voor te leggen, waarbij de Vaste Commissie (van Taaltoezicht) voor een nieuwe termijn van vier jaar samengesteld wordt.’
De verlangde lijsten worden opgemaakt en zullen zonder uitstel aan het Ministerie overgemaakt worden.
3. Geheime zitting. - I. Conclusies van de Keurraden voor de Academische prijsvragen.
1. De beginselen van Albert Verwey's litteraire critiek, door ‘Fais ce que dois, advienne que pourra.’ - Prof. Baur deelt de conclusies van de Keurraad mede. Deze luiden als volgt:
‘Prof. Dr. De Backer heeft, als eerste commissaris, na een beknopte ontleding van het werk - een monographie van XV-435 blz. - enkele “opwerpingen,” die eerder desiderata mogen heten en die het werk nog zouden beter maken, indien de auteur tijd en gelegenheid kreeg om ze in zijn reeds lijvig boek te verwerken.
De heer Julien Kuypers, Bestuurder van de Academie, sluit zich bij de lof en de suggestie van Prof. De Backer aan, prijst daarenboven de rijkdom van schrijvers “leemteloos” wetenschappelijk apparaat, dat vooral zijn belang ontleent aan het hem toegankelijk gestelde onuitgegeven werk van Verwey, en maakt enkele bedenkingen, die zowel de taal als de stijl, en een paar keren ook de volledigheid van het betoog raken. Schrijver zal voorzichtig handelen met deze constructieve kritiek te rekenen bij eventuele uitgave van zijn werk.
De derde commissaris, Prof. Dr. Fr. Baur, sluit zich bij de
| |
| |
conclusie van beide verslagen aan, die tot onvoorwaardelijke bekroning en spoedige uitgave door de Academie adviseren.’
De conclusies van de Keurraad worden door de Academie aanvaard.
De schrijver van het werk is de heer Michel Hanot, Laurent Delvauxstraat, 12, Gent.
2. Bijdrage tot de studie van de woordenschat in verband met de schilderkunst in de zeventiende eeuw, door ‘Est modus in rebus.’ - De conclusies van de keurraad worden medegedeeld door Prof. Van Loey. Zij luiden als volgt:
‘De drie commissarissen: de heren Van Puyvelde, Van Loey en Gilliams, zijn het eens over de innerlijke waarde van deze zeer wetenschappelijk gehouden bijdrage. We staan nog op onontgonnen terrein en, door fijn taalgevoel gesteund, heeft Schrijver heel wat nuanceringen in de betekenis van sommige vaktermen kunnen ontdekken. Ruimere belezenheid in de vakliteratuur en een genoegzame kennis van de techniek van de schilderkunst worden echter gemist. Dit neemt niet weg, dat deze bijdrage van 102 getypte bladzijden zeer zeker voor bekroning in aanmerking komt en, mits correcties, ook voor publicering, wat de keurraad dus aan de Academie voorstelt.
De Academie sluit zich bij de conclusies van de Keurraad aan.
De auteur van de verhandeling is Mevrouw Lydia de Pauw-Deveen, Brillat Savarinlaan 62, Elsene-Brussel.
3. Guido Gezelle als dichter van de Zon, door ‘Meer soets dan suurs.’ - De drie leden van de Keurraad zijn het er eens over, dat de ingezonden verhandeling, hoe verdienstelijk ook in menig opzicht, niet voor onmiddellijke bekroning in aanmerking kan komen. Derhalve stellen zij voor de prijsvraag tot over twee jaar aan te houden.
De aanwezigen aanvaarden dit voorstel.
II. Candidaten voor het lidmaatschap ter vervanging van wijlen Em. De Bom, gewoon lid, en Mw. Henriëtte Roland Holst, buitenlands erelid der Academie. - De heer De Baere, die als secretaris van de Commissie van voordracht fungeerde, geeft lezing van het met redenen omkleed verslag van de vergadering der Commissie. In toepassing van art. 41 van het Huishoudelijk Reglement verklaart de Voorzitter hierna
| |
| |
de beraadslaging over de voorgedragen candidaturen voor geopend. Na afloop ervan wordt de lijst der candidaten definitief vastgesteld. In de Octobervergadering zal, zonder verdere bespreking, tot de verkiezing overgegaan worden.
4. Aangeboden. - 1. Door Prof. Dr. A. Carnoy. - Een ex. van zijn werk Origine des Noms de Famille en Belgique. Ed. Universitas, Leuven, 1953.
De Voorzitter dankt de schenker namens de Academie en wenst hem geluk met deze nieuwe publicatie.
2. Door de heer Bestuurder. - De heer Bestuurder stelde een dossier samen van verschillende afschriften van officiële bescheiden, die betrekking hebben op de spellingregeling. Hij staat het dossier, dat hij betreurt om redenen onafhankelijk van zijn wil onvolledig te zijn, aan de Academie af.
|
|