Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1952

[p. 565]

Vergadering van 16 Juli 1952.

Deze vergadering had plaats in de Ridderzaal van het kasteel Beauvoorde te Wulveringem, om 11 uur.

Aanwezig: de Zeereerw. Heer Prof. Dr P. Sobry, Bestuurder, de Heer Dr L. Goemans, Bestendige Secretaris;

De Heren leden: Fr. Lateur, Prof. Dr J. Muls, Prof. Dr A. Carnoy, Prof. Dr J. van Mierlo, Dr E. Claes, Prof. Dr E. Blancquaert, Prof. Dr Fr. Baur, Dr W. Van Eeghem, Dr J. Lindemans, M. Gilliams, Dr L. Indestege, Dr C. De Baere, Prof. Dr E. Rombauts, Prof. Dr R. Foncke en Prof. Dr J.F. Vanderheyden.

Lieten zich verontschuldigen de Heren: J. Kuypers, Onderbestuurder, Prof. Dr L. Van Puyvelde, Prof. Dr H. Teirlinck, L. Baekelmans, Prof. Dr L. Grootaers, Prof. Dr J. Van de Wijer, G. Walschap, G. Schmook en Prof. Dr A. Van Loey.

Zoals ook vroeger werden op de vergadering te Wulveringem verschillende personaliteiten, belangstellenden, kunstenaars en vrienden van Prof Dr Muls, die vandaag zal gehuldigd worden, uitgenodigd.

Velen hadden de oproep der Academie beantwoord, o.m. de Heer Senator Sobry, de Heer De Cuyper, procureur des Konings te Veurne, de Heer notaris Floor, burgemeester van Veurne, de Zeereerw. Heer Pastoor-Deken Vandenberghe van Veurne, de Heer Burgemeester van Wulveringem, de Eerw. Heer Pastoor van Wulveringem, de Heer L. Lams, beheerder van het kasteel Beauvoorde, enz. Anderen hadden zich laten verontschuldigen, o.m. de Heer Minister van State Fr. Van Cauwelaert, Voorzitter der Kamer van Volksvertegenwoordigers, binnenlands erelid der Academie, Mgr. Van Waeyenbergh, Rector Magnificus der Katholieke Universiteit te Leuven, de Heer Senator Mullier, Ridder P. van Outryve d'Ydewalle, gouverneur der Provincie West-Vlaanderen, de Heer Roppe, gouverneur der Provincie Limburg, Mejuffer Verstraete, Directrice der Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen, enz.⁽¹⁾

(1) Zie voorts de toespraak van de Z.E. Hr Bestuurder.

[p. 566]

Agenda

1. Hulde aan Prof. Dr J. Muls, lid der Academie, ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag.

De Z.E. Heer Bestuurder verwelkomde de burgerlijke en geestelijke autoriteiten en de andere genodigden, alsook de leden van de Academie die er prijs hebben op gesteld, op deze vergadering aanwezig te zijn. Hij gaf kennis van de hierboven vermelde verontschuldigingen en van de huldetelegrammen en -brieven aan Prof. Muls, o.m. van Minister van State Fr. Van Cauwelaert; Dr A. Vandriessche, Voorzitter van de Academie voor Geneeskunde; de Heer J. Kuypers, Onderbestuurder der Academie, Prof. Van de Wijer en L. Monteyne, leden der Academie, de Volksuniversiteit te Rotterdam, de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen, enz.

Zich daarna tot Prof. Muls wendend, bracht hij hem de huldegroet van de Academie, wenste hem geluk en legde de nadruk op de redenen, waarom het betaamde deze plechtigheid op het kasteel Beauvoorde te laten geschieden. Prof. Muls heeft inderdaad, daarbij geholpen door de Heer Lams, beheerder der goederen, enkele jaren geleden het kasteel op smaakvolle wijze opnieuw ingericht en er een ‘oord van schoonheid’ van gemaakt; daarenboven heeft hij in zijn litteraire en artistieke arbeid steeds blijk gegeven van een bijzondere voorliefde voor West-Vlaanderen.

Deze toespraak werd langdurig toegejuicht. Zij is in deze aflevering van de Verslagen en Mededelingen opgenomen.

_* * _*

Na Prof. Sobry kwam de heer M. Gilliams, lid der Academie, als feestredenaar aan het woord. Hij roemde Prof. Muls als een der markantste figuren uit de Vlaamse kunstkringen. Hij wees er allereerst op, dat Prof. Muls zijn jeugdideaal steeds trouw is gebleven. Daarna ontleedde en karakteriseerde hij diens oeuvre en betoogde, hoe men er hem geheel en al kan in terugvinden, als kunstenaar en als mens: een idealist, die voor de Schoonheid en de Liefde leeft.

De rede van de heer Gilliams die een algemene bijval oogstte, is na dit verslag afgedrukt.

[p. 567]

De Z.E.H. Bestuurder feliciteerde de spreker en verleende daarna het woord aan Prof. Dr Muls. Deze dankte, diep ontroerd, de aanwezigen voor hun blijken van waardering en vriendschap. Hij richtte een bijzonder hartelijk woord tot de Heer Gilliams, die zijn werk met zoveel scherpzinnigheid had ontleed, en maakte tevens diens lof als dichter en essayist. Hij noemde deze dag een gelukkig moment in zijn leven, en verheugde er zich over, dat zovelen bij deze gelegenheid naar het verre Beauvoorde waren gekomen. Hij drukte de hoop uit, dat steeds meer belangstellenden het kasteel zullen bezoeken en daarbij, in dit hoekje van Vlaanderen, even de Academie herdenken.

Hierna werden aan Prof. Muls, namens de Academie, bloemen aangeboden en overhandigde de Z.E.H. Bestuurder hem, na voorlezing ervan, hiernavolgend hulde-adres, als een blijvend aandenken aan deze plechtigheid.

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde aan haar Oud-Bestuurder en Lid Prof. Dr J. Muls.

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde vervult de aangename plicht, haar Oud-Bestuurder en Lid Prof. Dr J. Muls haar gelukwensen aan te bieden ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag.

Bij dit blijk van waardering voegt zij de betuiging van haar dankbaarheid en genegenheid voor de toewijding die collega Muls sedert jaren aan de Academie betoond heeft, voor zijn herhaald optreden als spreker, voor de innemende voornaamheid in de omgang met zijn collega's.

Zijn bestuurderschap heeft zich onderscheiden in 1936 door de inrichting van de feestelijkheden der vijftigste verjaring van onze Koninklijke Instelling te Gent, te Brussel en te Antwerpen. Bij deze omstandigheden heeft hij de keurige toespraken gehouden, die in het Gedenkboek der verjaring opgenomen zijn.

[p. 568]

Hij is een schrijver uit het Rijk der Stilte. Zijn open aard, zijn immer frisse aandacht voor de dingen uit het verleden en het heden, maken hem tot een smaakvol auteur en conférencier. Hij houdt van bezonkenheid, doch de gewaagde vormen in de kunst en de literatuur boeien hem. Hij is geestdriftig aangelegd, maar het bezadigde oordeel krijgt in zijn beschouwingen de bovenhand. Aldus vertegenwoordigt hij de Academische geest op een plan waar deze geen gevaar loopt om te verdorren tot een pseudo-wetenschappelijk conservatisme.

Die houding van collega Jozef Muls wenst de Academie te huldigen. Moge hij nog vele jaren van deze verdiende erkenning genieten.

Wulveringem-Beauvoorde, 16 Juli 1952.

2. Uitreiking van de Arthur Merghelynck-prijs.

Na een woord van toelichting over de Arthur Merghelynckprijs en de wijze, waarop deze wordt toegekend, verleende de Z.E.H. Bestuurder het woord aan de Heer Prof. Dr J.F. Vanderheyden, die lezing gaf van het verslag van de Keurraad. Deze besloot tot bekroning van de Heer K. Jonckheere voor zijn dichtbundel De Hondenwacht.

De Z.E.H. Bestuurder dankte Prof. Vanderheyden voor zijn objectief en genuanceerd verslag. Hij feliciteerde de Heer Jonckheere namens de Academie en overhandigde hem, samen met de gebruikelijke open brief, het bedrag van de prijs.

Na een dankwoord tot de aanwezigen verklaarde de Z.E.H. Bestuurder de zitting voor gesloten.

_* * _*

Na afloop van de vergadering werden door het Bestuur op het graf van de Familie Merghelynck bloemen neergelegd als een piëteitvolle hulde van de Academie aan haar weldoener.

_* * _*

Aan collega Baekelmans, wegens ziekte verhinderd deze ver-

[p. 569]

gadering bij te wonen, werd, namens de Academie, volgend telegram gezonden:

Koninklijke Vlaamse Academie, te Wulveringem-Beauvoorde vergaderd, groet collega Baekelmans en wenst hem spoedig herstel.

P. Sobry,

Bestuurder.