| |
| |
| |
Vergadering van 19 Maart 1952.
Zijn aanwezig: de Zeer Eerw. Hr Prof. Dr P. Sobry, bestuurder, de Heer J. Kuypers, onderbestuurder, de Heer Dr L. Goemans, bestendige secretaris;
De HHn leden: Prof. Dr L. Van Puyvelde, Prof. Dr J. Muls, Prof. Dr A. Carnoy, Prof. Dr J. Van Mierlo, Prof. Dr J. Van de Wijer, Emm. De Bom, L. Baekelmans, Prof. Dr L. Grootaers, Dr E. Claes, Prof. Dr E. Blancquaert, Prof. Dr Fr. Baur, Dr W. Van Eeghem, Dr J. Lindemans, Prof. Dr Fr. De Backer, G. Walschap, G. Schmook, M. Gilliams, Dr C. De Baere, Prof. Dr E. Rombauts, Prof. A. Van Loey, Prof. Dr R. Foncke en Prof. Dr J. Vanderheyden.
* * *
De notulen van de vergadering van 20 Februari worden goedgekeurd.
| |
Aangeboden boeken.
- Door Prof. Dr E. Blancquaert:
Mededelingen van de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, deel XXV (1951).
- Door Prof. Dr J. van de Wijer:
3me Congrès International de Toponymie et d'Anthroponymie (15-19 juillet 1949). Handelingen bezorgd door H. Draye en O. Jodogne, 3 dln. Leuven, 1951.
- Door Prof. Dr J. van Mierlo:
J. van Mierlo. Hadewych. Mengeldichten, z.d. (Verzameling Leuvense studiën en tekstuitgaven).
| |
Mededelingen van de Bestendige Secretaris.
1. U.N.E.S.C.O. - Bij Ministerieel Besluit van 16 Januari 1952 werd de Hr H. Teirlinck, lid der Academie, op voordracht van deze laatste, aangeduid als lid van de Nationale Commissie van de U.N.E.S.C.O.
| |
| |
2. Bekrachtigingscommissie. - Bij Koninklijk Besluit van 30 Januari 1952 werd de Heer C. De Baere, lid der Academie, benoemd tot lid van de Bekrachtigingscommissie voor de Academische diploma's voor een termijn die een eind zal nemen op 31 December 1952.
3. Zevende Internationaal Linguistisch Congres, Londen (1-6 September 1952). - Prof. Dr Sobry, Bestuurder, wordt door de vergadering aangeduid om de Academie aldaar te vertegenwoordigen.
4. Brief van Dr L. Indestege: beroep op medewerking. - Na een hartelijke groet en een woord over zijn ontvangst als lector aan de Universiteit te Padua, drukt collega Dr Indestege de wens uit, een exemplaar te mogen ontvangen van de ‘bijdragen, opstellen, geschriften en boeken,’ door zijn collega's geschreven, ten einde hem toe te laten aan de Universiteit te Padua een Nederlandse bibliotheek in te richten. - Op dit verzoek zal worden ingegaan: de leden worden uitgenodigd hun publicaties te laten geworden aan de secretarie der Academie, van waar ze aan Dr Indestege zullen worden doorgezonden.
5. Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Kritiek en Essay. - De Heer Directeur-Generaal van Schone Kunsten verlangt, bij brief van 21 Februari 1952, het advies der Academie in te winnen in zake een schrijven van de Keurraad voor de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Kritiek en Essay (periode 1946-50) aan Zijne Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs. De jury wenst nl. bedoelde prijs te zien ‘ontdubbelen’ en het ‘systeem der staatsprijzen’ gedeeltelijk te zien wijzigen. - Een afschrift van deze brief zal aan de leden worden toegezonden, ten einde het hun mogelijk te maken, zich over deze aangelegenheid een eigen oordeel te vormen.
| |
Mededelingen namens de vaste Commissies.
1. Commissie voor Onderwijs en Nederlandse lexicographie.
Prof. Dr A. van Loey, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting der Commissie.
| |
| |
Aanwezig: de HHn leden Goemans, Muls, Grootaers, Carnoy, Blancquaert, Van Eeghem (ondervoorzitter), Baur, Lindemans, Schmook, De Baere (voorzitter), Van Loey (secretaris) en Foncke.
Hospiterende leden: de HHn Baekelmans, Claes, De Backer, De Bom, Gilliams, Rombauts, Vanderheyden, Van mierlo, Van Puyvelde en Walschap.
Op de agenda: Uit de geschiedenis van het signum, lezing door Dr W. Van Eeghem, lid der Academie.
Aan de hand van binnen- en buitenlandse voorbeelden toont spreker aan hoe het signum, dat als strafmiddel in tal van scholen in zwang is geweest (en misschien zelfs nog is) om de leerlingen te dwingen, alleen nog een andere taal dan hun moedertaal te spreken, in laatste aanleg teruggaat op het Humanisme, dat er inderdaad op uit was, alle volkstaal ten voordele van het Latijn te onderdrukken.
In verband daarmede behandelt hij de Dialogi Familiares van de Vlaamse Jezuïet Antonius van Torre, die in 1657 voor de eerste maal verschenen en tot in volle negentiende eeuw werden herdrukt (meer dan 25 uitgaven). Hij ontleedt daaruit het colloquium, dat geheel gewijd is aan het Ondersoeck op het signum van de Vlaemsche tael en dat ons dit laatste in volle werking laat zien.
Tot slot somt hij in 7 punten de uitslagen van zijn navorsingen in zake het signum op en knoopt daar enkele overwegingen van zedelijke en opvoedkundige aard aan vast.
De voorzitter bedankt de spreker en stelt voor, dat de lezing in de Verslagen en Mededelingen zou verschijnen; de vergadering gaat hiermee akkoord.
In aansluiting bij de mededeling van Dr van Eeghem leest Dr E. Claes een korte, reeds uitgegeven novelle van hemzelf voor ter illustratie van het behandelde onderwerp.
| |
2. Commissie voor Cultuurgeschiedenis.
Prof. Dr J. van mierlo, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting van de Commissie.
Aanwezig: de HHn leden Teirlinck, Van Puyvelde, Van Mierlo (secretaris), Baekelmans (voorzitter), De Bom, Van de Wijer, Claes, De Backer, Walschap (ondervoorzitter), Gilliams, Rombauts en Vanderheyden.
| |
| |
Hospiterende leden: de HHn Goemans, Schmook, Van Eeghem, Lindemans, Foncke, Carnoy en Kuypers.
Op de agenda: Jan Van Mussem, lezing door Prof. Dr J. Vanderheyden, lid der Academie.
Aan de bespreking namen deel de Heren Rombauts, De Backer en Foncke.
De Voorzitter wenst spreker geluk met zijn belangrijke bijdrage en stelt voor, dat ze zou opgenomen worden in de Verslagen en Mededelingen, wat dan ook zal gebeuren.
* * *
Samenwerking tussen Noord en Zuid. - Na voorlezing van het verslag over de zitting van de Commissie voor Cultuurgeschiedenis, stelt Prof. De Backer de vraag, of het ogenblik niet gekomen is om een grootscheepse onderneming op touw te zetten waaruit, in gezamenlijk overleg tussen Noord en Zuid, een literatuurgeschiedenis zou groeien, die het aandeel van de Nederlanders en de Vlamingen in de ontwikkelingsgang van de Nederlandse litteraire kunst niet meer, zoals totnogtoe, naast elkaar, maar gezamenlijk zou behandelen.
Deze vraag lokt een levendige gedachtenwisseling uit, waaraan verschillende leden, o.m. de HHn Baur, Sobry, Van Puyvelde, Vanderheyden, Kuypers, Rombauts, Blancquaert, Claes en Van de Wijer deelnemen.
Hierbij wordt tevens het gehele probleem aangesneden van de samenwerking tussen Noord- en Zuidnederlandse specialisten, niet alleen op litterair-historisch, maar tegelijk op filologisch en bibliografisch terrein. Ook de ontvangst van Nederlandse Academici, eventueel in samenwerking met de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, komt er bij ter sprake. De vergadering is het eens over de hiernavolgende punten:
1. | een permanente medewerking tussen Noord- en Zuid-Nederland op litterair-historisch, filologisch en bibliografisch gebied moet bereikt worden; |
| |
2. | een bijzondere commissie zou dienen te onderzoeken, hoe die samenwerking het doelmatigst te verwezenlijken ware; |
| |
| |
3. | de ontvangst van de Noordnederlandse Academici dient groots te worden opgevat; zij mag geenszins onderdoen voor andere gelijkaardige ontvangsten. |
| |
Mededelingen namens de Commissie van Advies bij het Nationaal Fonds voor Letterkunde.
Dr C. De Baere, wn. secretaris, geeft lezing van de jongste voorstellen der Commissie, waarbij de Academie om toelating wordt verzocht tot uitbetaling, door het Nationaal Fonds, van de volgende bedragen:
1. | Aan de Academie: een bedrag van fr. 13.000 ingevolge de verhoging van de Aug. Beernaertprijs; |
2. | Aan de Heer K. Jonckheere: een bedrag van fr. 7.500 als toelage voor de uitgave van zijn bundel gedichten De Hondenwacht; |
3. | Een bedrag van fr. 7.560 als steun voor de uitgave van het toneelspel Lancelot de Danmarck, door Prof. Dr R. Guiette, zijnde een vertaling van het abele spel Lanceloet van Denemarken, welke steun zal worden verleend door aankoop van 70 exemplaren, te zenden aan de buitenlandse adressen. |
Deze voorstellen worden zonder oppositie aangenomen.
| |
Dagorde.
1. Academische prijsvragen en Fondsprijzen. - Samenstelling van de Keurraden.
1. Prijsvragen. Over Isaac da Costa: de HHn Baur, Schmook en Sobry. - Bijdrage tot de spelling en klankleer van de 13de-eeuwse Middelnederlandse oorkondentaal te Brugge en omgeving: de HHn Blancquaert, van Loey en Grootaers. - Anna Bijns: leven en werken: de HHn Van Mierlo, Rombauts en Van Eeghem. - Bijdrage tot de studie van de morphologie van het substantief in de Antwerpse oorkonden van de 14de-15de eeuw: de HHn Van Loey, Blancquaert en Van de Wijer. - De kroniek van P.L. Tak: de HHn Baur, Foncke en Kuypers.
2. Fondsprijzen. - August Beernaert-prijs: de HHn Muls, Foncke, Walschap en Gilliams. Voor te stellen als door de Regering
| |
| |
te benoemen lid: de Hr L. Baekelmans. - Merghelynck-prijs: de HHn Claes, De Backer en Vanderheyden. - L. Baekelmansprijs: de HHn Baekelmans, Schmook en van Mierlo. - Nestor de Tière-prijs: de HHn H. Teirlinck, Herreman en Foncke. - J. Eeckhout-prijs: de HHn Sobry, Carnoy en Van Eeghem. - Guido Gezelle-prijs: de HHn Gilliams, Herreman en Van Puyvelde. - Van Ginderachter-prijs: de HHn Lindemans, Foncke en De Baere.
2. Woordenboek der Nederlandse Taal. Voorstelling van een candidaat als Belgisch medewerker. - Prof. Dr Grootaers stelt, mede namens Prof. Dr Blancquaert, als Belgisch medewerker aan het Woordenboek der Nederlandse Taal ter vervanging van Dr W. Thys, de candidatuur voor van Dr R. Lievens, leraar aan het Koninklijk Atheneum te Maaseik, wiens bijzondere verdiensten hij onderstreept. - De vergadering betuigt haar instemming met deze candidatuur.
Naar aanleiding van deze aanduiding dringt Prof. Dr Rombauts aan op de aanstelling van een Belgisch medewerker aan de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta. Prof. Blancquaert beaamt deze woorden en stelt voor, een wens in die zin aan Zijne Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs over te maken. - De vergadering stemt met dit voorstel in.
3. Verslag van de Senaatscommissie van Openbaar Onderwijs voor de begroting van het departement: toelage aan de Vlaamse letterkunde. - Uit dit verslag blijkt, dat een van de leden op het bestaan van een uitgebreide dialectliteratuur in het ‘Vlaamse land’ gewezen heeft, ook dat de Minister van Openbaar Onderwijs om documentatie over de dialectliteratuur in het Vlaamse land verzocht heeft. Een ontwerp van protestmotie tegen de woorden van het achtbaar lid van de Senaat werd ingediend. Aan de bespreking nemen de HHn Kuypers, Baur, Sobry en Blancquaert deel. De hiernavolgende tekst wordt goedgekeurd en zal aan Zijne Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs medegedeeld worden.
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, die o.m. bestemd is voor de Regering een ‘raadgevend lichaam’
| |
| |
te zijn op het gebied der Nederlandse Taal- en Letterkunde, acht het gewenst uitdrukkelijk te verklaren, dat zij de goed bedoelde bewering van een achtbaar lid van de Senaatscommissie van Openbaar Onderwijs niet kan bijtreden, als zou in het ‘Vlaamse land’ een ‘uitgebreide dialectliteratuur’ bestaan, die evenzeer als de Waalse op financiële steun van regeringswege recht zou hebben.
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, overwegende dat zij tot taak en plicht heeft, het geestelijk patrimonium der Nederlandse taal- en letterkunde in België gaaf en ongeschonden te bewaren en over te leveren, beschouwt het verspreiden en aanmoedigen van geschriften in dialectvorm als minder gewenst, althans in de tegenwoordige stand van zaken.
Zij neemt met voldoening akte van de belofte van Zijne Excellentie de Minister van Openbaar Onderwijs, ‘de letterkunde in de beide landstalen op een billijke wijze aan te moedigen,’ wat in ons tweetalig land niet anders kan beduiden dan de volstrekte gelijkheid in rechte en in feite van de Frans-Waalse en de Nederlands-Vlaamse cultuur.
4. Petrus Diesthemius. Lezing door Prof. Dr J. Van Mierlo, lid der Academie.
De spreker wordt door de Voorzitter hartelijk gelukgewenst. De tekst van de lezing is in dit nummer van de Verslagen en Mededelingen opgenomen.
5. Publicaties van de Academie. - Prof. Blancquaert vraagt de aandacht van het Bestuur voor het feit, dat de publicaties van de Vlaamse Academie nog steeds door niemand kunnen worden gekocht; die handicap voor de verspreiding van de publicaties - en dus voor het prestige van de Academie - moest nu verholpen worden door:
1. | het herzien of bevestigen van het contract met de boekhandel; |
2. | vooral door het bepalen van de prijzen der publicaties: a. te betalen door de boekhandel, b. te betalen door de afnemer aan de boekhandel. |
De vergadering beaamt deze woorden. - Het Bestuur zal het voorstel onderzoeken.
|
|