Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1943

[p. 789]

Bibliographie van en over Emmanuel de Bom door Paul Van Tichelen
Verslagen der Commissarissen.

De ‘Bibliographie van en over Emmanuel de Bom’ door Paul van Tichelen is niet alleen een bijdrage tot de betere kennis van den persoon en het werk van den behandelden auteur; zij biedt tevens gelegenheid tot een meer verdiepte waardeering van het tijdperk, dat in de Vlaamsche letterkunde beïnvloed wordt door het verschijnen van het tijdschrift ‘Van Nu en Straks’. Als zoodanig sluit zij aan bij de door Dr. Roemans bezorgde bibliographieën van Vermeylen, Buysse, Sabbe, Toussaint van Boelare en bij deze, welke Dr. de Baive samenstelde voor Herman Teirlinck.

Des te duidelijker blijkt het practische nut van de ‘Bibliographie van en over Emm. de Bom’, wanneer men bedenkt, dat deze schrijver een durende journalistieke bedrijvigheid aan den dag heeft gelegd en nimmer ophield belang te stellen in de gebeurtenissen, die met de ontwikkeling van het Vlaamsche cultuurleven in verband stonden.

Paul van Tichelen heeft het werk van zoeken, kiezen en ordenen, dat hij op zich genomen had, met critischen zin tot een goed einde gebracht, en dit met een resultaat, dat eerbied afdwingt voor zijn vakkundige onderlegdheid. Zijn ‘Bibliographie’ onderscheidt zich door volledigheid en methodische schikking. Het is den lezer niet alleen mogelijk het werk van den behandelden schrijver te overschouwen; zonder bizondere inspanning kan hij zich ook documenteeren over een bepaald deel van dit zeer verscheiden oeuvre.

In de ‘inleiding’, welke hij voor zijn studie schreef, heeft Paul van Tichelen ons ingelicht omtrent de manier waarop

[p. 790]

hij de voorhanden zijnde, zeer overvloedige stof heeft geschift en gerangschikt. Hij liet zich hierbij leiden door de juiste opvatting, dat al wat maar van eenige waarde kon zijn voor het verkrijgen van een verhelderd inzicht betreffende De Bom's persoonlijkheid of voor een zuiverder aanvoelen van de litteraire en cultureele verhoudingen van zijn tijd, niet mocht worden verwaarloosd.

Waar er omtrent de wetenschappelijke beteekenis van deze ‘Bibliographie van en over Emm. De Bom’, geen twijfel bestaat, stellen we voor haar plaatsing in de ‘Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vlaamsche Academie’ in overweging te nemen.

Lode Monteyne.

Ik kan me enkel aansluiten bij het verslag van mijn collega Lode Monteyne en getuigen dat het werk van den heer P. Van Tichelen herzien en nog aangevuld werd onder toezicht van den bekenden bibliograaf Prosper Arents. Het werk is waardig om opgenomen te worden in onze Verhandelingen.

Lode Baekelmans.