Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1942
(1942)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 659]
| |||||||||||||
Vergadering van 23 December 1942Zijn aanwezig: de HHn. Prof. Dr. J. Van Mierlo, bestuurder, Lode Baekelmans, onderbestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris; de HHn. Prof. H. Teirlinck, Prof. J. Salsmans, Prof. Dr. J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, Prof. Dr. A. Carnoy, Dr. J. Cuvelier, Prof. Dr. R. Verdeyen, F. Timmermans, Prof. Dr. J. Van de Wijer, Emm. De Bom, Prof. Dr. L. Grootaers, Dr. A. Van Cauwelaert, Lode Monteyne, Dr. Ern. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. Van Eeghem, Prof. Dr. Fr. De Backer en G. Walschap, werkende leden. Hebben zich laten verontschuldigen: de HHn. Prof. Dr. A. Cornette en Dr. J. Lindemans, werkende leden.
***
Het verslag van de November-vergadering wordt goedgekeurd. | |||||||||||||
Aangeboden boekenDoor Prof. Dr. R. Verdeyen:
Verdeyen, Dr. R. - Esmoreit. Abel Spel uit de XIVe eeuw. 14e druk. Wolters. Groningen, 1942. Koenen, M.J.-Endepols, J. en Heeroma - Verklarend Handwoordenboek der Nederlandsche Taal. 20e druk. Groningen 1942.
Door de Regeering:
Mededeelingen van de Klasse der Letteren en der Moreele en Staatkundige Wetenschappen van de Kon. Academie. 5e Reeks. Bk. XXVIII. 1942, 10 en 11. | |||||||||||||
[pagina 660]
| |||||||||||||
Mededeelingen van de Kon. Belg. Academie voor Geneeskunde. VIe Reeks. Bk. VII. 1942, 4. Verhandelingen van de Kon. Vlaamsche Academie voor Geneeskunde van België. IV, 8. Verhandelingen van de Kon. Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België: IV, 1. Dr. V. Billiet - Onderzoek over het Verband tusschen Chrysocolla, Katangiet, Plancheiet, Bisbeeiet, Shattuckiet en Dioptaas (avec résumé français). 1942. IV, 3. W. Robijns en A. Louis - Beschouwingen over Polyembryonie en Polyspermie bij de Bedektzadigen (avec résumé français). Antwerpen 1942. Bibliothèque de la Faculté de Philosophie et Lettres de l'Université de Liége: fasc. LXXXV. 1942. A.L. Corin - Hundert Briefe von Johann Ernst Wagner an Jean Paul Fr. Richter und August von Studnitz. fasc. XC - 1942. Eugëne Polain - Il était une fois.... Contes populaires entendus en français à Liége et publiés avec notes et index. fasc. XCIX - 1942. Paul Moraux - Alexandre d'Aphrodise. Exégète de la Poétique d'Aristote. fasc. LXXXIV - 1940. J. Warland - Glossar und Grammatik der Germanischen Lehnwörter in der wallonischen Mundart Malmedys.
Door den Deutsch-Ausländischer Buchtausch:
Strassburger Monatsheft VI, 11tes Heft.
Door den Schrijver:
Defraeye, Leon - Zoutenaaie. Geschiedkundige Snipperingen. Deerlijk 1942.
Door de Uitgevers:
De Maasgouw - Limburgs Tijdschrift voor Geschiedenis, Taal en Kunst. 57e deel. Maastricht, 1942.
Door het Instituut der Nationale Parken van Belgisch Congo. Harroy, Jean Paul - De Nationale Parken van Belgisch Congo in 1939-1940; in het Nederlandsch bewerkt door Paul van Oye. (Overdruk uit het Biologisch Jaarboek 1942, 9e Jaargang). | |||||||||||||
Aangekochte boekenBaekelmans, Lode - Lof van Zee, Mensch en Tabak. Antwerpen 1942. Blontrock, Albert - Vlaamsche Letterkundige Gids. Brussel 1941. Eekhout, Jan, H. - Wijn. Verzen naar Li-Tai-Po. Brusse R'dam, 1942. | |||||||||||||
[pagina 661]
| |||||||||||||
Lecoutere, C.P.F. - Inleiding tot de Taalkunde. 5e verbeterde en vermeerderde druk door L. Grootaers. 1942. Miskotte, Dr. K.H. - Messiaansch Verlangen. Het lyrisch Werk van Henriette Roland Holst. Amsterdam, 1941. Schrijvers, R. - Terminologische Kijkjes. Turnhout 1942. Sourie, Louis - Inleiding tot de geschiedenis van ‘Van Nu en Straks’. Kortrijk 1942. Streuvels, Stijn - Heule. Kortrijk 1942. Valerius, Adriaen - Nederlandtsche Gedenck-Clanck. Herdrukt naar de oorspronkelijke uitgaaf van 1626. Amsterdam W.B. Antwerpen, Standaard 1942. Verwijs, Dr. E. - Middelnederlandsch Woordenboek. Deel X, afll. 11. | |||||||||||||
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.1o Publicaties der Academie. - Bij brieve van 2.XII.42 ten antwoord op een aanvraag van het Bestuur der Academie, deelde de Hr. Directeur-Generaal Muls uit naam van den Hr. Secretaris-Generaal aan de Academie mede, dat aan deze machtiging wordt verleend om voortaan de opbrengst van den verkoop harer publicaties in haar patrimonium te storten.
2o Verslagen en Mededeelingen der Academie. - Wijze van uitgave. - Sedert eenigen tijd werd door Leden der Academie de wensch uitgesproken om de afleveringen van onze Verslagen en Mededeelingen in een licht gewijzigden vorm te zien uitgeven. Het Bestuur heeft het vraagstuk in overweging genomen en doet dienaangaande zekere voorstellen. Na een gedachtenwisseling waarbij verschillende leden het woord voeren wordt, op voorstel | |||||||||||||
[pagina 662]
| |||||||||||||
van den Hr. Teirlinck, besloten het vraagstuk door een bijzondere Commissie te laten onderzoeken. Deze Commissie zal samengesteld zijn uit de leden van het Bestuur en de HHn. Muls en Teirlinck. Zij zal zoo spoedig mogelijk vergaderen. | |||||||||||||
Mededeelingen namens de commissies.I. - Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. Baur, secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden. Waren aanwezig: de HHn. Goemans, Van Mierlo, Cuvelier, Verdeyen, Carnoy, Van de Wijer, Blancquaert, Grootaers, Baur, Van Eeghem, Monteyne, Grauls, Lindemans en De Backer; Hospiteerende leden: E. De Bom, E. Claes, Z.E.P. Salsmans. Was verontschuldigd: de Hr. J. Lindemans.
Op de agenda staat: De Lotgevallen van twee Latijnsche leenwoorden in onze Dialecten. - Lezing door Prof. Dr. L. Grootaers, werkend lid.
Met die twee ‘schoolwoorden’ bedoelt spreker eigenlijk groepen van leenwoorden uit de technische taal van het boekenwezen. Een korte voorbemerking karakteriseert de manier waarop leenwoorden in de eigen taal worden opgenomen. Het besproken begrip geldt den omslag van een boek, om het tegen bevuiling te beschermen. Tegenover een eerste gebied spatium en vormen die daarop teruggaan, omschrijft Prof. Grootaers in West-Vlaanderen een gebied deksel; waarvan hij tracht na te gaan of de vormen, in naburige gebieden, op relicten, dan wel op verovering van nieuw gebied zijn terug te voeren. | |||||||||||||
[pagina 663]
| |||||||||||||
Daarop gaat spreker over tot de bespreking van de spatium-vormen, waarvan hij het omvangrijke gebied in West- en Oost-Vlaanderen, en in Brabant omschrijft. Ook de historische gefixeerde vormen van de woordfamilie bij Kiliaen e.a. worden nagegaan. (spacemen, spacie). In Zuid-Westelijk Brabant leeft een vorm spo-sel, dien Schuermans interpreteerde als spaarsel, hierin door De Bo, Joos e.a. nagepraat. Een derde groep gaat terug op Lat. cooperire en coopertum. In een Noordelijk gebied (Noord-, West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen) leven vormen die teruggevoerd worden op Fra. couvert, in de beteekenis van omslag. Andere vormen zijn terug te voeren op couvercle, waarbij de beteekenisovergang veel minder duidelijk blijkt. Spreker onderzoekt de voorwaarden, waarin deze vormen onderling gecontamineerd geraakten. Spreker vindt in het Oosten een andere groep woorden, die alle teruggaan op een substantief bij het Lat. cooperire: al de vormen van kaft hooren hierbij. Onder die vormen zijn er een aantal bewaard, die de Lat. - p - nog overhebben, zoodat hier bemiddeling van het Fra. uitgesloten blijkt. Hierop resumeert spreker de historische ontwikkeling en motiveert de verhouding van oudere en jongere lagen onderling: de oudere lagen zijnde rechtstreeks op het Latijn, de jongere op het Fransche leenwoord terug te brengen. Een vierde laag, de allernieuwste, gaat terug op invloed van de school met haar algemeen-Nederlandsche woorden omslag en kaft, die in het West-Vlaamsche deksel-gebied op koppigen weerstand is gestooten, terwijl in Brussel en een kleinen kring daarrondom, en in 't verfranschte. Thienen en omgeving, couvertuur-vormen in stand bleven Een analytisch cartografisch apparaat heeft de heele uiteenzetting geschraagd.
Collega's Carnoy, Blancquaert, Grauls stellen een paar vragen tot nader onderricht, die door spreker worden beantwoord. De vergadering stelt voor dat de lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal worden opgenomen.
*** | |||||||||||||
[pagina 664]
| |||||||||||||
II. - Bestendige Commissie voor nieuwere Taal- en Letterkunde. - Leden der Commissie: de HHn. Lateur, Vermeylen, Salsmans (secret.), Muls, Teirlinck, Toussaint van Boelaere (voorz.), De Bom, Timmermans, Cornette, Baekelmans, Van Cauwelaert (onderv.), Eeckhout, Claes, De Pillecijn en Walschap. Prof. Salsmans, secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden. Waren aanwezig: de HHn. Salsmans, Muls, De Bom, Timmermans, Baekelmans, Van Cauwelaert, Claes en Walschap; De Heer Cornette laat zich verontschuldigen. Hospiteerende leden: de HHn. Goemans, Monteyne, Van Eeghem, Van de Wijer, Baur, Carnoy.
Op de agenda staat: Het einde van Rik Wouters. - Lezing door Prof. Dr. J. Muls, werkend lid.
Spreker handelt met piëteit over het einde van den jongen Mechelschen kunstschilder en beeldhouwer Rik Wouters. Soldaat, in 1914, in een der forten rond Antwerpen, moet hij, bij den terugtocht van ons leger, met zijn regiment de Hollandsche grens overschrijden en wordt te Amersfoort geïnterneerd. Daar beoefent hij nog con amore zijn kunst, maar reeds in 1915 verklaart zich de ongeneeslijke ziekte, veroorzaakt door een gezwel in de hersenen. Na een eerste zeer zware heelkundige bewerking, heeft hij nog den moed zijn eigen portret, met zijn wreed gehavend gelaat, op het doek te brengen. In 1916, in het Stedelijk Museum te Amsterdam, stelt hij zijn werken met grooten bijval ten toon, maar moet andermaal door Prof. Rotgans geopereerd worden. En na afschuwelijk lijden, na de heilige sacramenten ontvangen te hebben, sterft hij op 11 Juli, 33 jaar oud. Indrukwekkend was zijn begrafenis, door veel Vlamingen bijgewoond. Het stoffelijk overschot werd later naar Boschvoorde, zijn gemeente, overgebracht. Prof. Muls besluit zijn belangwekkende mededeeling door de kenschetsende hoedanigheden der kunst van Rik Wouters uiteen te zetten. | |||||||||||||
[pagina 665]
| |||||||||||||
De aanwezige leden die met ontroering naar de lezing hadden geluisterd, wenschten eenparig dat zij in onze Verslagen en Mededeelingen zou opgenomen worden. | |||||||||||||
Dagorde1o - De groote tooneelprijskamp te Gent in 1841-1842. - Lezing door den Hr. Lode Monteyne, werkend lid. De Hr. Bestuurder wenscht spr. geluk en stelt voor de belangwekkende lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Algemeene instemming.
2o - Karel Barbier-prijs (1941-1942). Benoeming van den keurraad. - Worden tot leden van den keurraad aangewezen de HHn. Prof. J. Van Mierlo, Dr. Ernest Claes en Lode Monteyne. De voor den prijskamp ingezonden werken zijn:
3o - Wedstrijd in Nederlandsch opstel voor de hoogste klassen der Oude- en der Nieuwe Humaniora. - Op verzoek der Academie had het Bestuur een reglement voor dezen prijskamp opgesteld. Na bespreking wordt volgende tekst door de vergadering goedgekeurd: | |||||||||||||
[pagina 666]
| |||||||||||||
Art. 1. - Een wedstrijd in Nederlandsch Opstel wordt jaarlijks door de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde op het Karel-Barbier-fonds uitgeschreven onder de leerlingen, jongens of meisjes, van het Officieel en van het Vrij Onderwijs, die, in de twee hoogste klassen van de Oude en van de Moderne Humaniora, de 1ste plaats met ten minste de 0.8 der punten in de Nederlandsche taal hebben bekomen. Art. 2. - Twee prijzen, elk van een bedrag van 500 Fr., zullen ieder jaar kunnen uitgeloofd worden, de eene aan een leerling van het Officieel, de andere aan een leerling van het Vrij Onderwijs. Art. 3. - In 1943 wordt de wedstrijd uitgeschreven voor de klassen waarin het Nederlandsch als iste taal wordt onderwezen. Van 1944 af kan de Academie, naar eigen keus, den wedstrijd uitschrijven voor deze klassen, ofwel voor die waarin het Nederlandsch als 2de taal onderwezen wordt. Art. 4. - De betrokken schoolhoofden worden verzocht vóór Augustus van elk jaar ter Academie in te zenden het door hen gelijkluidend verklaard afschrift van het Nederlandsch opstel, dat, in de hoogste klasse, met het oog op den eindwedstrijd van het afgeloopen schooljaar, geschreven werd door de leerlingen in Art. 1 bedoeld. Art. 5. - De Academie stelt, telkens vóór 15 Augustus, in haar schoot twee keurraden aan om, wat ieder onderwijs betreft, onder de opstellen de vijf verdienstelijkste aan te duiden. De schrijvers dezer laatste worden in het begin van September uitgenoodigd om, in een te bepalen lokaal, een onderwerp, door beide keurraden gezamenlijk aangeduid, schriftelijk in het Nederlandsch te behandelen. Beide keurraden leggen ook gezamenlijk in de Septembervergadering der Academie een verslag ter tafel met eventueel een voorstel tot bekroning van het beste opstel dat minstens de 0,8 der punten verdient, in ieder van de twee in Art. 2 vermelde groepen. Staande de vergadering stemt de Academie over dit voorstel. De uitreiking der prijzen heeft plaats op de algemeene academische zitting van October.
Onderrichtingen voor de Schoolhoofden. De betrokken schoolhoofden sturen, telkens vóór 1 Augustus, aan den Bestendigen Secretaris van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taalen Letterkunde, Koningstraat, 18, te Gent:
| |||||||||||||
[pagina 667]
| |||||||||||||
Onderrichtingen voor de Keurraden.
Het door de twee keurraden gezamenlijk te beoordeelen werk der candidaten, waartoe dezen over 4 uren beschikken, wordt in het aangeduid lokaal onder het toezicht van een lid of van een afgevaardigde der Academie opgesteld. De candidaten mogen telkens tusschen twee onderwerpen kiezen waaronder één min of meer zal verband houden met natuurkunde in den breedsten zin van het woord. De opstellen dragen geen andere aanduiding dan de kenspreuk door de candidaten voor hun vorig opstel gebezigd, alsook de melding Officieel Onderwijs of Vrij OnderwijsGa naar voetnoot(1). |
|