Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1942
(1942)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 651]
| |
Biographische gegevens over Jacob Rosant
| |
[pagina 652]
| |
dat hij in 1654 een dichtbundeltje liet verschijnenGa naar voetnoot(1), getiteld: ‘De Evangelische Triumphwagen’Ga naar voetnoot(2). Bijzonderheden, die Vercoullie over dezen dichter achterhaalde - en het zijn er zeer weinig - kon hij uitsluitend uit het boekje zelf zamelenGa naar voetnoot(3). Ons is het echter gelukt vast te stellen dat de Rosant bij Van Heussen en de Rosant van prof. Vercoullie een en dezelfde persoon zijn. Wij slaagden er tevens in biographische gegevens op te delven, die zijn krachtige aktiviteit als katholiek priester in een door de Hervorming veroverd gebied van Noord-Holland in het licht stellen. Uit een citaat van de ‘Batavia Sacra’Ga naar voetnoot(4) van Van Heussen blijkt vooreerst dat de priester Rosant, dien wij aktief in verspreide dorpjes van Noord-Holland werkzaam zien, wel degelijk de schrijver is van den ‘Evangelischen Triumphwagen’. De tekst luidt: ‘Exinde in loco quem KalfGa naar voetnoot(5), id est Vitulum vocant, | |
[pagina 653]
| |
Oratorium extruxit R.D. Mr. Rosant, Sac. Theol. Bacc. Form., antea Pastor in RijpGa naar voetnoot(1) et GraftGa naar voetnoot(2), pagis sibi contiguis. Cum autem hic plebi Catholicae per Vitulum dispersae aliquot annis deserviisset, obiit Pastor ibidem 6 Mayi anno 1665. Librum edidit Rosantius vernaculum, d'Evangelische Triumph-wagen, typis Antw. anno 1654, approbatum a librorum Censore I.S.S.T.L. In praeloquio ad Pastores et oves, prodit libri titulum ad currum Ezechielis Prophetae alludere. Ipsi autem hymni continent ea quae IV Evangelistae referunt, servato ordine Corn. Jansenii, Gandensis Episcopi, in “Concordia Evang.” Ita Dominus Jacobus Regis gloriae illustria facta (ut libri Titulus et Praefatio loquuntur) promulgat, fidelesque ad laudes ejus incitat.’Ga naar voetnoot(3). Uit dezen tekst blijkt dus duidelijk dat de Jacob Rosant, die achtereenvolgens als katholiek priester werkzaam was in de dorpjes Het Kalf, Graft, en Rijp de opsteller is van den ‘Evan gelischen Triumphwagen’, en dat hij op 6 Mei 1665 overleed. Is dit eenmaal vastgesteld, dan blijkt mogelijk heel wat meer biografische gegevens over zijn persoon bijeen te brengen, dan de loutere vaststelling dat hij het genoemde geestelijk dichtbundeltje liet verschijnen. Van het eerste optreden van Jacob Rosant in Noord-Hollandsche dorpen hooren wij in Juni 1633, naar aanleiding van de verdeeling van het te uitgebreide herdersgebied van pastoor Meerius. In 1622 was deze aangesteld als herder over dertien dorpen en buurten, o.a. ook Hoogwoud. Reeds in 1631 ver- | |
[pagina 654]
| |
langden de kerkvoogden van Haarlem een eigen pastoor te HoogwoudGa naar voetnoot(1). Het kapittel van Haarlem zond als eersten priester naar Hoogwoud Jacob Rosant, die juist uit Leuven kwam, na voltrokken studies aldaar in het Adrianus VI-college, en die blijkbaar vol ijver zijn taak op zich namGa naar voetnoot(2). Aan den wellicht voortvarenden jongen priester werd door pastoor Meerius, die de meerderheid der parochianen op zijn hand had, geen vriendelijke ontvangst voorbereid, wellicht wegens materieele benadeeling. Op de visitatie van 3e September 1633 te Hoogwoud onderwierpen bepaalde aanhangers van Meerius zich en aanvaarden Jacob RosantGa naar voetnoot(3), doch de spanning was er niet geringer om geworden. Op 30e Juni 1634 kwam deze ‘causa Hoochtwoudana’ vóór het Haarlemsche kapittel; Jacob Rosant verklaarde er, dat hij de parochianen van Hoogwoud tegen zich had, doch wel hoopte ze terug te winnen indien de overheid wilde verklaren dat hij zulks in haar opdracht moest trachten te doen, doch tevens dat hij bereid was, mits haar goedvinden, zijn arbeidsveld naar elders te verleggen. Op het kapittel werd dan besloten hem naar Wieringen, gansch in 't Noorden van Noord-Holland te sturenGa naar voetnoot(4). Niettegenstaande deze moeilijkheden zal Jacob Rosant als geestdriftig jong priester een belangrijke werkzaamheid aan | |
[pagina 655]
| |
den dag blijven leggen. Hoogwoud moet hij al op 19 October 1633 hebben verlaten, want op dien datum treffen wij hem aan te JispGa naar voetnoot(1), waar hij eveneens als eerste pastoor in een na de Hervorming nieuw opgerichte parochie optradGa naar voetnoot(2). Dit wijst ongetwijfeld op de baanbrekende rol van Rosant in de organisatie van nieuwe katholieke parochies in het voor de Reformatie gewonnen Noord-Holland. Te Jisp alweer heeft hij wellicht te grooten ijver ontwikkeld, want hier wordt hij door de Protestanten buitengezetGa naar voetnoot(3). Hij moet er echter stellig bedrijvig gebleven zijn tot 9 April 1636Ga naar voetnoot(4). Op 28 Januari 1637Ga naar voetnoot(5) moet zijn beslist geworden Jacob Rosant als zendeling naar Friesland te sturen, aan welk voornemen evenwel geen gevolg schijnt te zijn gegeven. Immers in 1638 zien wij hem reeds aan het werk als pastoor te Rijp en te Graft, zooals een kerkelijke visitatieGa naar voetnoot(6) van dezen datum laat uitmaken. Verschillende jaren moet hij op deze plaatsen als | |
[pagina 656]
| |
pastoor hebben gestaan, ofschoon van zijn werkzaamheid aldaar geen sporen zijn bewaard gebleven. Omstreeks het jaar 1650, of wat later, heeft hij als laatste werkterrein, waarop hij zal verblijven tot aan zijn dood, de buurtschap Het KalfGa naar voetnoot(1) gekozen. Nogmaals treedt hij hier als eerste pastoor op. Dit gebied werd vóór Jacob Rosant bewerkt door een zekeren Meester François, dien men gewoonlijk, wellicht omdat hij Franciskaan was, Pater Francis noemde. In dezen tijd, toen het Katholicisme door de Protestanten die aldaar de overhand hadden, hardnekkig vervolgd werd, had hij zich schuil gehouden te PurmerendGa naar voetnoot(2), en kwam vandaar in 't geheim de Mis opdragen, doopen en zieken bedienen. Hij is dan ook vóór Jacob Rosant den grondlegger te noemen van de nu nog bestaande parochie der H. Maria-Magdalena aan de Westzijde van Zaandam of Het Kalf. Jacob Rosant werd echter de eerste pastoor na hare stichtingGa naar voetnoot(3). Dus evenals te Hoogwoud en te Jisp, werd ook te Het Kalf Jacob Rosant de oprichter van een nieuwe katholieke parochie in een door de Hervorming veroverd gebied. Hier werd hij niet alleen de bouwer van een katholieke kerkGa naar voetnoot(4), doch zag er ook tot heil van zijn parochianen, in 1654, zijn geestelijken dichtbundel ‘De Evangelische Triumphwagen’ in druk verschijnen. Hij stierf aldaar op 6en Mei 1665Ga naar voetnoot(5).
***
Wij meenen hiermede te hebben aangetoond dat Jacob Rosant, van wien Prof. J. Vercoullie enkel het dichtbundeltje met geestelijke liederen ‘De Evangelische Triumphwagen’ kende, inderdaad dezelfde persoon was als hij, van wien men | |
[pagina 657]
| |
aan de hand van de onderscheidene hier aangehaalde feiten een bondige levensbeschrijving kan schetsen. Jacob Rosant is een vurig katholiek priester der Contra-Reformatie geweest, die, te Leuven opgeleid, een ijverige rol speelde bij de herinrichting van het katholieke leven in verschillende door de Hervorming ingelijfde dorpen en buurtschappen van Noord-Holland. Of hij van geboorte Noord- of Zuid-Nederlander was, kan moeilijk uitgemaakt worden. In elk geval heeft hij betrekkingen gehad met Zuid-Nederland; hier ontving hij zijn opleiding tot priester, hier nl. te Antwerpen, verscheen ook zijn dichtbundeltje. Hij staat achtereenvolgens aangegeven als eerste pastoor: in 1633 te Hoogwoud en te Jisp. In 1638 fungeert hij als pastoor te Graft en te Rijp en ten slotte werd hij nogmaals eerste pastoor op de nieuw gestichte parochie te Het Kalf, waar hij een kerk bouwde en den 6 Mei 1665 overleed. Te midden van zijn drukke bezigheden, die de geloofszorg in deze onderscheidene parochies hem oplegde, stelde hij nog ten dienste van zijn parochianen een bundel gedichten op, bij geestelijke bijeenkomsten te zingen. Wij hebben hem derhalve te huldigen als een markante figuur van de beweging der Contra-reformatie in Noord-Nederland. Men zal dan zijn levensschets in de ‘Biographie Nationale’, waarvan een nieuwe uitgave in 't vooruitzicht wordt gesteld, met enkele gegevens kunnen aanvullen. |
|