Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1941

(1941)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– rechtenstatus

Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vergadering van 17 December 1941.

Zijn aanwezig: de heeren Emm. De Bom, bestuurder, Prof. Dr. J. Van Mierlo, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;

de heeren Prof. A. Carnoy, Dr. J. Cuvelier, Prof. R. Verdeyen, F. Timmermans, L. Baekelmans, Prof. L. Grootaers, L. Monteyne, Dr. Ern. Claes, Prof. E. Blancquaert, Dr. J. Grauls, Prof. Fr. Baur, Dr. W. Van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Fr. De Backer, Dr. F. De Pillecijn, G. Walschap, werkende leden.

Hebben zich laten verontschuldigen: de heeren Prof. J. Salsmans en Prof. A.H. Cornette.

_**_*

De bestendige secretaris doet lezing van het verslag van de November-vergadering.

Het wordt goedgekeurd.

aangekochte boeken

Augustin, F. - Hedendaagsche Duitsche Letterkunde

Bordewijk, F. - Apollyon

Boutens, P.C. - Klassieke Vertalingen - Drinkgelag

-	Phaidros
-	Doodenoffer
-	Eumenieden
-	Persen
-	Smeekelingen
-	Zeven tegen Thebai

Broeckaert, A. - Gejaagd door de Stukas

De Bom, Emm. - Scheldelucht

Demedts, A. - Vlaamsche Poëzie 1918-1940

De Pratere, J. - Latemsche Dageraad

De Voght, J. - Maria in de Middelnederlandsche Poëzie

De Wolf - Brugsch Volk

Duribreux, G. - Derina

Eeckhout, J. - Litteraire Profielen. Dln VIII, IX, X.

Eekhout, J.H. - Tyl Uilenspiegel in Vlaanderen

Gilliams, M. - Oefentocht in het Luchtledige

Hamsun, Knut - Honger

Helderenberg, G. - Polyptiek

Meert, H. - Onkruid onder de Tarwe

Prims, Fl. - Antwerpiensia 1940

Speman - Das Streuvels-Buch

Van Duinkerken, A. - Legende van den Tijd

Van Hoogenbemt, A. - Twee jonge Menschen

Van Looi, Minus - Aloud Boerenbloed

Van Mierlo, J. - Beknopte Geschiedenis van de Middeleeuwsche Letterkunde

Van Thienen, Dr. F.W.S. - Kunstgeschiedenis. Dl. 1.

Vermeylen, A. - Beschouwingen

Verschaeve, Cyriel - Reichtum und Weltort der flämischen Kunst

Vestdijk, S. - De Nadagen van Pilatus

-	Rumeiland

Vliebergh, E. en J. Persyn - Het Werk van Omer De Laey. Dln 1, 2 en 3.

Walschap, G. - De Wereld van Soo Moerman

Wossidlo-Teuchert - Mecklemburgisches Wörterbuch. 7^e Lfg.

Zielens, Lode - Lees en Vergeet

Bijdrage tot de Geschiedenis. Jg. XXIV, 3^e Afl.

Jg. XXXI, volledig.

100 Groote Vlamingen.

Uitgegeven onder leiding van D^r L. Elaut, D^r L. Grootaers, D^r R, Van Roosbroeck en D^r A. Vermeylen.

Aangeboden boeken

Door de Regeering:

-	De Laet, Siegfried - De Samenstelling van den Romeinschen Senaat gedurende de eerste Eeuw van het Patriciaat
-	Desonay, Fernand - Antoine de la Sale. Tome II
-	Walrand, J. - Glossar und Grammatik der Germanische Lehnwörter in der Wallonischen Mundart Malmedy
-	Wilmotte, M. - Origine du Roman de France. L'Evolution du Sentiment romanesque jusqu'en 1240

Door de Stad Antwerpen:

Clijmans, Frederik - De Beurs te Antwerpen

-	Jan Michel Ruyten (1813-1881) Schets van het Antwerpsch Stadsbeeld in de eerste Helft van de 19^e Eeuw

Corbet, Dr. A. - Het Koninklijk Vlaamsch Conservatorium

Denucé, Dr. Prof. Jan - Het Vleeschhuis-Museum van Nijverheid en Kunst

-	Het Steen

Dermul, Am. - De Antwerpsche Stadsbibliotheek - Een historische Schets

Prims, Floris en Verbeeck, Michel - Het Antwerpsch Stadsarchief

Schmook, Ger. - Het Museum van de Vlaamsche Letterkunde te Antwerpen

Door de Universiteit te Amsterdam:

-	Boersma, J.S.H. - De friesche Oorkonden uit het Archief van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden. II. Een Bijdrage tot de Kennis der historische Grammatika van het Westfriesch
-	Groeneveld, F.Ph. - De economische Crisis van het Jaar 1920
-	Huizinga, G.B.W. - Medemblik inzonderheid in Verband met de Zuiderzeewerken
-	Plomp, Chr. - Urk-Iconografie van een Eilandbevolking
-	Vander Boon, A. - Enkele Hoofdstukken uit de Geschiedenis der monumentale Glasschilderkunst in Nederland
-	Van Gulik, N.C. - Catalogue of the Bronzes in the Allard Pierson Museum

Door de Kon. Nederlandsche Akademie voor Wetenschappen te Amsterdam:

-	Aalders, W.J. - Staat en Zonde
-	Huizinga, E. - De Bouw van het Engelse Woord
-	Royen, Gerlach - Ongaaf Nederlands
-	Schoengen, Dr. Michael - Monasticum Batavum - Dl. I. De Franciscaansche Orden
-	Uhlenbeck, C.C. - Oud-Aziatische Contacten van het Eskimo
-	Van Eysinga, W.J.M. - Het oudste bekende Geschrift van De Groot over Volkenrecht
-	Van Ginneken, Jac. S.J. - Trois Textes pré-kempistes du Second Livre de l'Imitation

Door bijzonderen:

-	Cornelissen, J. - Mengelingen
-	Defraye, Leon - Rouw- en Feestkransen

Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.

1^o Guido Gezelle-Fonds. - De laatste verrichtingen in zake de schenking van het Guido Gezelle-Comité zijn nu volbracht, en het kapitaal werd bij de Nationale Bank, op 11 December 1941, ter bewaring ingeleverd in de aanwezigheid van den Heer Emiel De Veen, Voorzitter van het Rekenhof, penningmeester van het voornoemd Comité, van den Bestendigen Secretaris en van den Econoom der Academie.

Het eerste tijdvak van den Guido Gezelle-prijs omvat de jaren 1942 tot en met 1946.

2^o Merghelynck-Legaat - Rentmeesterschap. - In haar zitting van 9 Juli 1941, heeft de Bestuurscommissie van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde beslist het ambt van rentmeester van het Merghelyncklegaat te Wulveringem tot het sluiten van den vrede toe te vertrouwen aan den Heer Leo Flyps, neef van Mevrouw de Douairière Merghelynck.

In haar zitting van 5 November 1941 heeft de Bestuurscommissie, met het oog op deze voorloopige opdracht, de voorwaarden er van vastgesteld (Zie Bijlage a. op deze Mededeelingen).

3^o Commissie tot Uitvoering van de Verordening van 6.9.40. - Het Bestuur der Academie ontving vanwege deze Commissie een brief gedagteekend 22 November 1941, waarin o.a. deze tekst voorkomt: ‘In dien zin behoort dan ook het voorgaan niet aan de Regeering, maar aan de Instelling, vermits het initiatief der uitsluiting wel degelijk van haar uitging’.

Het Bestuur antwoordde op dezen brief (Zie Bijlage b. op deze Mededeelingen).

4^o Tienjaarlijksche Prijs voor Philologie. - Naar aanleiding van het voorstel door Prof. Baur op het eind van de November-zitting gedaan, heeft de Bestendige Secretaris getracht aan den wensch der vergadering te voldoen. Hij wendde zich tot de Académie royale de Langue et de Littérature françaises. Ongelukkigerwijze werden de onderhandelingen door een ongesteldheid van den Hr. Bestuurder dezer Academie onderbroken. De noodzakelijkheid drong zich op uitsluitend uit naam van onze Academie een brief aan den Heer Secretaris-Generaal van het Openbaar Onderwijs te richten ten einde zijn welwillende aandacht op zekere feiten betreffende den Prijs voor Philologie in te roepen (Zie Bijlage c. op deze Mededeelingen).

5^o Academische Wedstrijden. - Fondsenprijzen· - Volgende werken werden op de Academie ingezonden:

a) voor den a. beernaert-prijs (15^de tijdvak: 1940-1941):

1)	Aerts, Huib.: Heimwee.
2)	Albe (ps. van R.A. Joostens): Miniaturen.
3)	Ascoop, Hubert (o. ps. Frank Meyland): Gedichten.
4)	Boeye, Eugenie: Kindergestalten.
5)	Buckinx, Pieter, G.: Droomvuur.
6)	Crick, Jef: P.P. Rubens - Roman van zijn Leven en Werken.
7)	Danhieux, Leo: Gedichten - Nood en Liefde.
8)	Deckers, Thilda: Spreek eens met mij.

9)	De Man, R.L.: Op zoek... iets gevonden, - de nieuwe Weg.
10)	Demedt, André: Geen tweede Maal.
11)	De Pauw, Valère: Jules Bonnemine.
12)	De Rijck, Paul: Een dag bij den Boer.
13)	De Rijck, De jonge Vlaamsche Lyriek.
14)	De Rijck, Frederika Wouters wordt Advocaat.
15)	De Rijck, Tot milden Zegen.
16)	Floris, Frans: Op azuren Grond.
17)	Heydekens, Tony (ps. van Gaston Moorkens): Literatuur der Rupelstreek.
18)	In de Schaduw der Schoorsteenen.
19)	Ik zeg het met een Vers I, II, III.
20)	Jonckheere, Karel: Conchita - Gedichten.
21)	Lambrechts, Alfons: Vedels en Gondels.
22)	Peeters, Jan: Holderdebolder.
23)	Peeters, Jan: Het blijde Leven.
24)	Rogghe, Dr. Paul: Jacob Van Artevelde.
25)	Rogghe, Dr. Paul: Profaan Proces.
26)	Seeuws, M.: Het raadselachtig Eiland.
27)	Seeuws, M.: Viking.
28)	Van Boeckxsel, August: Blos op de Wangen.
29)	Vander Auwera, Edm.: Kantjesrapsodie.
30)	Vander Auwera, Edm.: Raymond Sampers - Roman.
31)	Van Passen, Robert: Het Leven is een Muziek.
32)	Van Passen, Robert: Tunisië.
33)	Verbeeck, René: Heilig Leven.
34)	Vercammen, Dr. Jan: Getijden te Brugge.
35)	Vercammen, Dr. Jan: Drie Suite's - Gedichten.
36)	Walewijn, Fred (ps. van F. Teurlinck): Fabels.
37)	Wils, Jos.: Het Hooglied.
38)	Onder Kenspreuk ‘De Moerbeitoppen ruischen’: Liederen voor December.

b) voor den n. de tière-prijs (5^de tijdvak 1940-1941):

1)	Cantens, Lode: Gods Moordenaar.
2)	C.K.: Anna.
3)	De Graer, Marthe: Hendrickje Stoffels.
4)	De Lil, Oscar: Odiel Verdonck, Industrieel.
5)	Devil, Pol.: Handhaven ende volharden.
6)	Martsboom: Rouge.
7)	Pauwels, Jos.: Vacantie.
8)	Tralbout, Mark: De gehengelde Hengelaar.
9)	Tralbout, Mark: De Kaktuskweeker.
10)	Tralbout, Mark: De Stier van Minos.
11)	Van de Perre, Gustaaf: De Vreemdelingen.
12)	Vanden Driessche, Frans: Het Halssnoer van Harmonia.
13)	Roze Kate (deknaam): Giftplanten.

c) voor den j. eeckhout-prijs (2^de tijdvak: 1940-1941):

1)	De Smedt, Rita: Guido Gezelle.
2)	Ranke, Bert: De Pillecijn.
3)	Sourie, Louis: Van Langendonck.
4)	Sourie, Louis: Basiel De Craene.
5)	Strauwen, Anthony: Reinier Van Genderen Stort en zijn Werk.

6^o Honderdste Verjaring van de Koninklijke Belgische Academie voor Geneeskunde. - Bij brieve van 6 December laat deze Academie weten, dat zij op 20 December de honderdste verjaring van hare oprichting zal herdenken. Zij noodigt den Heer Bestuurder van onze Aca-

demie uit de herdenkingsvergadering met zijn aanwezigheid te vereeren.

De Heeren Bestuurder en Onderbestuurder verklaren tot hun groot leedwezen belet te zijn. De Heer Prof. Carnoy, Oud-bestuurder, en de Bestendige Secretaris nemen de afvaardiging aan.

7^o Levensschetsen van afgestorven Leden voor de Jaarboeken 1942 en vv. - Hebben in den loop van het jaar 1939 hunne medewerking toegezegd:

de Heeren:	voor het levensbericht van:
A. Vermeylen	Cyriel Buysse
J. Vande Wyer	Karel De Flou
F. Toussaint van Boelaere	Victor de la Montagne
L. Goemans	L. Simons
	Alf. Fierens
L. Grootaers	K. Lecoutere
L. Baekelmans	Mej. V. Loveling
A. Carnoy	J. Mansion
Fr. Baur	J. Persijn
L. Monteyne	M. Sabbe
J. Van Mierlo	L. Scharpé
	L. Willems
J. Eeckhout	K. Van de Woestijne

Bijlagen.

Bijlage a.

De Heer Leo Flyps zal het Kasteel Beauvoorde te Wulveringem kosteloos blijven bewonen, en het gebruik genieten van den inhoud van het Kasteel, alsook van het park en den moestuin die er toe behooren.

Hij zal gelast zijn op al de onderdeelen van het Merghelyncklegaat te Wulveringem te waken, en, wegens zijn rentmeestersambt, de pachten huurgelden van gronden en huizen te innen.

Hij zal den Bestendigen Secretaris der Academie, lid en secretaris van de Bestuurscommissie, en door het Reglement dezer Commissie (art. 11) gelast met het toezicht over de jaarlijksche ontvangsten en uitgaven der Fondsen en Legaten, nauwkeurig inlichten aangaande al hetgeen den eigendom der Academie te Wulveringem aanbelangt, en hem zonder verwijl opmerkzaam maken op de werken welke onontbeerlijk zouden bevonden worden ten einde den goeden staat der roerende en onroerende goederen van het Merghelyncklegaat te waarborgen.

Onmiddellijk na inning zullen de ontvangsten door den Heer Leo Flyps in handen van den Econoom der Academie gestort worden die, krachtens de beslissing der Bestuurscommissie i.d. 2/XII/1931, tot plicht heeft, onder toezicht van den Bestendigen Secretaris en onder haar eigen controle, de beheersverrichtingen uit te voeren welke de verschillende Fondsen en Legaten van de Academie noodzakelijk maken.

De uitgaven, vooraf door de Bestuurscommissie goedgekeurd, zullen worden uitbetaald na overlegging van rekeningen in dubbel exemplaar door de leveranciers onderteekend en van het visum van den Heer Flyps en van den Bestendigen Secretaris voorzien.

De algemeene rekening van het Merghelyncklegaat te Wulveringem zal, met de andere rekeningen van de academische Fondsen en Legaten, door den Econoom der Academie aan de Bestuurscommissie jaarlijks voorgelegd worden.

Ten einde de Bestuurscommissie toe te laten de door de omstandigheden geboden maatregelen te treffen, zal de Heer Leo Flyps zoo spoedig mogelijk een schriftelijk verslag bij de Bestuurscommissie indienen over den staat van het Kasteel en den inhoud er van met verwijzing naar den officieelen inventaris in de aanwezigheid van de afgevaardigden der Academie en de Regeering ten jare 1926 opgemaakt. Eventueel zal hij, bij elke wijziging door Kasteel of inhoud er van 1926 ondergaan, de redenen van deze wijziging verklaren.

Hij zal ook een overzichtelijk plan laten opmaken van de aanhoorigheden van het Kasteel (d.i. huizen en gronden) met de juiste aanduiding der oppervlakten er van, en dit plan aan de Bestuurscommissie der Academie laten geworden.

Op het einde van elk boekjaar zal door de Bestuurscommissie een vergoeding op kosten van het Merghelyncklegaat kunnen toegekend worden aan den Econoom der Academie voor zijn afzonderlijke prestaties in zake dit Legaat, en aan den Heer Flyps voor zijn verrichtingen in zijn rentmeesstersambt.

Bijlage b.

Brussel, 3 December 1941.

B/41882

Aan de Commissie van Rechtsherstel, de Stassartstraat, Brussel.

Uit Uw brief gedagteekend 22 November 1941 (Ref. S GS), en aan het Bestuur der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde te Gent op 27 November besteld, schijnt te kunnen opgemaakt worden dat, naar Uw meening, onze Instelling niet het initiatief zou hebben genomen van een voorstel aan de Regeering tot opheffing der Koninklijke Besluiten van 15 April en 5 Augustus 1919.

Dit ware een vergissing. Het is inderdaad de Academie niet ontgaan, dat o.m. voor al wat het lidmaatschap in haar schoot aangaat, de Regeering geen maatregelen vermag te treffen zonder uitdrukkelijke voorstellen van de Academie zelve. Deze heeft dan ook in haar vergadering van 15 October 11. ‘een besluit tot volledige opheffing der vroegere beslissingen van uitsluiting’ goedgekeurd, en het Bestuur, na instemming door de vergadering daartoe verleend, heeft wel degelijk, bij brieve van 5 November aan den Heer Secretaris Generaal van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, het initiatief van het voorstel genomen, zooals blijkt uit de hierbij gaande bijlage.

In de academische zitting van 19 November werd van den brief aan den Heer Secretaris Generaal lezing gedaan, wat, van wege de vergadering, tot geen enkele opmerking heeft aanleiding gegeven.

In de aflevering September-October van de Verslagen en Mededeelingen der Academie, welke ter perse is, zullen de verschillende documenten betreffende deze zaak verschijnen, met inbegrip van hooger vermelden brief. Op deze wijze zal er, naar wij verhopen, geen plaats voor eenig misverstand meer overblijven.

Namens de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

De Onderbestuurder,
(get.) J. Van Mierlo

De Bestuurder,
(get.) E. de Bom

De Bestendige Secretaris,
(get.) L. Goemans.

Bijlagə c.

B/41906

Gent, 6 December 1941.

Hooggeachte Heer Secretaris Generaal,

De Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde werd tijdens haar laatste vergadering pijnlijk teleurgesteld door het onverwachte nieuws, dat de Tienjaarlijksche Prijs voor Moderne Philologie en Linguistiek (1^ste Tijdvak) aan de Heeren J. Haust en J. Van Mierlo, door de jury ex aequo geclasseerd, wegens reglementaire schikkingen niet zou worden toegekend.

Vóór enkele jaren werd de Prijs voor Geschiedenis ex aequo aan de Heeren Cuvelier en Van der Essen verleend en, intusschen, naar wij meenen te weten, werd geen wijziging aan de reglementaire voorschriften bekend gemaakt welke dit precedent zou kunnen ontzenuwen.

De Academie is daarenboven zoo vrij Uw welwillende aandacht op het volgende te vestigen.

Het gebied der Moderne Philologie en Linguistiek is ontegensprekelijk veel ruimer dan dat van de Historische Wetenschappen of van de Philosophie. Het omvat, behalve de gebieden van de Algemeene Linguistiek, en van de andere Romaansche en Germaansche Talen - als bv. Italiaansch, Spaansch, Duitsch, Engelsch, enz. - de Historiographie van de Nederlandsche en die van de Fransche Letteren, de Geschiedenis van de Fransche Taal, de Vlaamsche en de Waalsche Dialectologie, de Vlaamsche en de Waalsche Toponymie, enz.

Daarbij komt dat in de laatste tien jaren hier te lande, de philologische studies op een buitengewoon rijke productie mochten roemen.

Ten slotte worden wij hier vóór het feit gesteld, dat onze zoo diep verschillende nationale talen doorgaans zelf het object van het onderzoek uitmaken, terwijl in andere vakken der wetenschap de stof er van dezelfde is, in welke van beide landstalen zij ook behandeld wordt.

Dit alles maakt voor elke jury, in de huidige voorwaarden, het ter bekroning kiezen van één enkel werk een onoplosbaar probleem.

De Academie is er dan ook van overtuigd, dat heel het land door de bekroning van twee geleerden, wier wetenschappelijke waarde zoo hoog aangeschreven staat als die van de Heeren J. Haust en J. Van Mierlo, beiden respectievelijk, lid van de Académie royale de Langue et de Littérature françaises en onderbestuurder van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, en vooraanstaande vertegenwoordigers van onze beide taalgemeenschappen, niet alleen als dé rechtvaardige, maar tevens als een op het huidig oogenblik zeer gelukkige beslissing zal begroet worden.

De Academie durft daarom te verhopen dat U, ten overstaan van deze overwegingen. het getroffen besluit zult gelieven te herzien, en volgens de uitspraak van de jury den Tienjaarlijkschen Prijs voor Moderne Philologie en Linguistiek aan de Heeren Haust en Van Mierlo zult willen toekennen.

Aanvaard, Hooggeachte Heer Secretaris Generaal, de betuiging van mijn eerbiedige gevoelens.

Namens de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

De Bestendige Secretaris,

L. Goemans.

Aan den Heer Secretaris Generaal van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, te Brussel.

Mededeelingen namens de commissies.

I. Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - Prof. Blancquaert, secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden.

Waren aanwezig: de HHn. Verdeyen, voorzitter, Van de Wijer, ondervoorzitter, Blancquaert, secret., Baur, Van Eeghem, Cuvelier, Goemans, Lindemans, De Backer, Grauls, Grootaers, van Mierlo.

Op de agenda staat: 1^o) Vernieuwing van het Bureel voor de jaren 1942-1943.

Worden verkozen: De HHn. van de Wijer tot voorzitter; Blancquaert tot ondervoorzitter; Baur tot secretaris.

2^o) ‘Mechelsche oorkonden van vóór 1300’ ter op-

neming in de Verslagen en Mededeelingen der Academie door den Heer De Vroede, licenciaat in de Geschiedenis, aangeboden.

De HHn. Cuvelier en Lindemans worden verzocht om over dit stuk verslag uit te brengen en aanvaarden deze opdracht.

3^o) Bespreking van het Ontwerp-Reglement der Academie.

De voorlezing van artikels 1 tot 25 geeft aanleiding tot een reeks op- en aanmerkingen zooals die in bijliggenden tekst worden geformuleerd. De bespreking zal op de volgende vergadering voortgezet worden.

II. Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - De Heer Emm. De Bom, wn. secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden.

Waren aanwezig: de Heeren Timmermans, ondervoorzitter, De Bom, Baekelmans, Claes, de Pillecijn, Walschap, leden; als hospiteerende leden Goemans, Carnoy, Grootaers, Monteyne, Van Eeghem.

De Heer Timmermans neemt het voorzitterschap waar in de afwezigheid van den Heer Teirlinck. De Heer De Bom vervangt als secretaris den Eerw. P. Salsmans, die zich heeft laten excuseeren.

Op de agenda staat:

1^o) Vernieuwing van het Bureel der Commissie voor de jaren 1942-1943.

De vergadering is het eens om volgende collega's te

benoemen: de Heeren Toussaint van Boelaere, voorzitter; A. Van Cauwelaert, ondervoorzitter; J. Salsmans, secretaris.

2^o) Bespreking van het Ontwerp-Reglement der Academie.

De Heer Claes leest den tekst der verschillende artikelen voor. Bij art. 62, betreffende het deelnemen der Academieleden aan de wedstrijden der Academie hoort men de toelichting van den Bestendigen Secretaris en gaat men akkoord met de redactie van dit artikel als van de overige.

Dagorde.

1^o Wedstrijden der Academie voor het tijdvak eindigende 31 December 1941. Benoeming der Keurraden. - Worden tot leden van de Keurraden aangesteld:

a) voor den A. Beernaert-prijs: de HHn. Emm. De Bom, L. Baekelmans, A. Van Cauwelaert, E. Claes; lid door de Regeering aangeduid: de Hr. Urbain Vande Voorde;

b) voor den N. De Tière-prijs: de HHn. H. Teirlinck, F. Timmermans, L. Monteyne;

c) voor den J. Eeckhout-prijs: de HHn. J. Muls, A. Cornette en J. Eeckhout;

d) voor het prijsantwoord over Toponymie (Oude en moderne plaatsnamen van de stad Thielt): de HHn. J. Van de Wijer, A. Carnoy, J. Lindemans;

e) voor het prijsantwoord over Taalkunde (een nieuwe

uitgave van de 14^de-eeuwsche Dietsche oorkonden van de Abdij van St. Truiden, met een studie over klank- en vormleer der teksten): de HHn. R. Verdeyen, J. Cuvelier, L. Grootaers.

2^o Lezing door den Z.E. Kan. Dr. Fl. Prims, binnenlandsch eerelid der Academie: De verfransching van Antwerpen in de jaren van Oranje-Matthias en Anjou.

Lezing door Prof. Dr. R. Verdeyen, werkend lid der Academie: ‘Vlaanderen’ en ‘Vlaming’.

Spreker herinnert aan den ouderdom van de kwestie, die opklimt tot de elfde eeuw, en aan het overzicht, dat Dr. L. Delfos heeft gegeven van de verschillende voorgestelde oplossingen in Wetenschap in Vlaanderen, November 1938. In 't bijzonder wijst hij op de etymologieën van Kern, Vercoullie, Mansion, Van Ginneken, Carnoy, Borchling, Seghers en Delfos, die op een paar uitzonderingen na (Mansion, Borchling) een stam flam- veronderstellen, waaruit dan de nd in Vlaanderen verklaard wordt. Steunende op een reeks Westvlaamsche toponiemen betoogt Spr., dat men van een wortel fla- moet uitgaan, zooals Mansion reeds veronderstelde. Dit fla- vindt men, onder verschillende vormen, in een groote woordfamilie in de meeste Indogermaansche talen terug en beteekent ‘plat, vlak’ zoodat Vlaanderen, dat zonder moeilijkheden uit fla- te verklaren is, eigenlijk beteekent platte, lage landen, nederland.

Hoe is dan de m in vlaming te verklaren? Daar voornoemde woordfamilie geen vorm flam- vertoont, moet, volgens Spr., naar iets anders dan een zuiver fonetische verklaring worden gezocht en zet hij de hypothese vooruit, dat de m een overblijfsel zou zijn van -hem, dat, verbonden met fla-, normaal aanleiding geeft tot flām-, waaruit dan Vlaming (toponiem en en volksnaam) is ontstaan. Vlaming zou dan practisch gelijk staan met ‘bewoner van de lage landen, Nederlander’.

De voorzitter wenscht beide sprekers geluk en stelt voor hun lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. Algemeene instemming.