| |
| |
| |
Vergadering van 28 Mei 1941.
Zijn aanwezig: de heeren Emm. De Bom, bestuurder, Prof. J. Van Mierlo, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren: Prof. H. Teirlinck, Rector J. Salsmans, Prof. J. Muls, Prof. A. Carnoy, Prof. R. Verdeyen, Felix Timmermans, Prof. J. Van de Wijer, Lode Baekelmans, Prof. L. Grootaers, Dr. A. Van Cauwelaert, Lode Monteyne, Dr. E. Claes, Prof. E. Blancquaert, Dr. J. Lindemans, Prof. F. De Backer, Dr. F. De Pillecijn, werkende leden; Prof. A.J.J. Van de Velde, binnenlandsch eerelid.
Hebben zich laten verontschuldigen: de heeren Prof. A.H. Cornette, Prof. J. Eeckhout en Prof. F. Baur.
***
Lezing wordt gedaan van het verslag der vorige zitting. Het wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van Mevrouw de Douairière Merghelynck. - De Heer Bestuurder Emm. De Bom brengt, bij den aanvang der zitting, vóór de rechtstaande vergadering, een eerbiedige hulde aan de nagedachtenis van Mevrouw de Douairière Merghelynck, te Wulveringhem op het Kasteel van Beauvoorde, den 13den Mei overleden. Zij was weduwe van Jhr. Arthur Merghelynck die zijn Kasteel van Beauvoorde, te Wulveringhem bij Veurne, met de
| |
| |
aanhoorige vaste goederen, in 1905 aan onze Academie heeft gelegateerd. Het Kasteel dagteekent van de 17e eeuw en werd in Augustus 1902 gerangschikt onder de burgerlijke gebouwen welke verdienen bewaard te worden. De wensch van Jhr. Merghelynck was, dat het Kasteel met zijn meubelen, schilderijen en oude voorwerpen van allen aard als Museum zou worden ingericht, en dat de Academie er haar plechtige vergadering zou houden.
Mevrouw Merghelynck heeft steeds haar beste zorgen aan den onderhoud van het kostbaar eigendom der Academie gewijd. Ook had de Koning haar reeds vóór jaren, ter erkenning van de door haar bewezen diensten, op voorstel der Academie met het ridderschap in de Kroonorde vereerd. De Bestendige Secretaris kon, tot zijn groot leedwezen, bij de begrafenis en den plechtigen dienst op 19 Mei te Wulveringhem niet tegenwoordig zijn; zooals het zijn inzicht was. Op het laatste oogenblik mocht de auto, door het Departement te zijner beschikking gesteld, de reis niet ondernemen. Doch hij liet, uit naam van het Bestuur en van de Academie, een brief van rouwbeklag aan den Heer Flyps, neef van Mevrouw de Douairière Merghelynck, en aan dezer familie geworden.
***
Door Heeren Leden der Academie aangeboden boeken. - Door de Heeren H. Teirlinck, R. Verdeyen en L. Grootaers werden volgende werken aan de Academie geschonken:
Herman Teirlinck, Marie Speermalie.
R. Verdeyen, Glossaire philologique des Textes germaniques des Tomes I-IV des Régestes de la Cité de Liége par Em. Fairon.
| |
| |
L. Grootaers, Mededeelingen van de Zuidnederlandsche Dialectcentrale. 1940. No 1, 2-3-4; 1940 No 1.
- Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland: Tweede Aflevering.
De Heer Bestuurder richt een woord van dank aan deze collega's en wenscht hun geluk met hun respectievelijk letterkundige en wetenschappelijke werkzaamheid.
| |
Aangekochte boeken.
- | Bergstrand-Poulsen, Elisabeth - Het groote Weefsel. |
- | Brouwer, Dr. J. - Johanna de Waanzinnige - Een tragisch Leven in een bewogen Tijd. |
- | Brugmans, G. - Napoleon - De Mensch en Dictator. |
- | Buchholtz, Johannes - De Komedie komt. |
- | Buysse, Emile - Vlaanderen roept - Een Bundel Novellen, Schetsen, Verzen en Artikelen. |
- | Bijvanck, W.C.C. - Literarische en historische Studiën. |
- | Claes-Vetter - Als de Dagen lengen. |
- | Coolen, Antoon - Kinderen van ons Volk. |
- | Coolen, Antoon - De schoone Voleinding. |
- | Coolen, Antoon - Dorp aan de Rivier. |
- | Coolen, Antoon - Peelwerkers. |
- | De Man, Herman - Rijshout en Rozen. |
- | de Vries, Anne - Bartje. |
- | de Vries, Anne - Bartje zoekt het Geluk. |
- | de Vries, Anne - Hilde. |
- | de Vries, Jan - De Wikingen in de lage Landen bij de Zee. |
- | de Vries, Jan - De Germaansche Oudheid. |
- | de Vries, Theun - Het rad der Fortuin. |
- | Dostojefsky, Fedor - Schuld en Boete - Raskolnikow. |
- | Dostojefsky, Fedor - De Gebroeders Karamazow. |
- | Dostojefsky, Fedor - De Idioot. |
- | Falberget, Johan - Christianus Sextus - De Geschiedenis van een Mijngroeve - De pioniers. |
- | Falberget, Johan - Naar Bergstad. |
- | Falberget, Johan - De Klokken luiden. |
| |
| |
- | Geerke, H.P. - Aan het Hof van Lodewijk XIV. |
- | Hamsun, Knut - De Cirkel gesloten. |
- | Ibsen, Henrik - Dramatische Werken, 4 deelen. |
- | Jacobsen, J.P. - Marie Grubbe. |
- | Jonckheere, K. - Tita vlucht. |
- | Lagerlöf, Selma - De Schat van heer Arne. |
- | Lowe, Rric - Ochtend zonder Wolken. |
- | Lowe, Rric - De Terugkeer van een Held. |
- | Lowe, Rric - Voorwaarts door de Tijden. |
- | Matthijs. Marcel - De gouden Vogel. |
- | Mens, Jan - Mensen zonder Geld. |
- | Moens, Wies - Nederlandsche Letterkunde van volksch Standpunt gezien. |
- | Munthe, Axel - Een oud Boek van Menschen en Dieren. |
- | Nesna, Hans - Toen het Vaderland riep... Een Verhaal uit dagen van Mobilisatie en Strijd. |
- | Papini, Giov. - De Christus. |
- | Papini, Giov. - Gog. |
- | Ranke, Bert - Filip de Pillecijn - Een Proeve van Synthese der Persoonlijkheid. |
- | Roland Holst, A. - Onderweg. |
- | Salminen, Sally - Katrina. |
- | Salminen, Sally - De lange Lente. |
- | Sillanpaâ, F.E. - Het zachtmoedig Erfdeel. |
- | van der Leeuw, Aart - Vluchtige Begroetingen. |
- | van der Waals, Jacquline - Noortje Velt. |
- | van Dessel-Poot, Marie - Visschers voeren uit. |
- | van Leeuwen, W.L.M.E.e.a. - Dichterschap en Werkelijkheid - Geïllustreede Literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland en Zuid-Afrika. |
- | van Schendel, Arthur - De Waterman. |
- | van Wessem, Constant - Slauerhoff - Een Levensbeschrijving. |
- | Walch, Jan - Karel de Stoute. |
- | Werumeus Buning, J.W.F. - Ik zie, ik zie wat gij niet ziet. |
- | Trübners Deutsches Wörterbuch, Dl. I, II en III. |
| |
Aangeboden boeken.
Door de Regeering:
- | Roelandts, Oscar - Considérations sur l'influence de l'Art français en Belgique, depuis 1830. |
| |
| |
- | Stellfeld, Christiane - Les Fiocco - Une famille de Musiciens belges aux XVIIe et XVIIIe siècles. |
Door den hr. Jan Prins:
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
Uitgaven der Academie. - De aanbestedingen voor het uitgeven van twee bekroonde prijsantwoorden nl. het werk van Dr. De Tollenaere, De schildering van den mensch in de oud-ijslandsche familiesaga, en dat van den hr. M. De Meyer, Cultuur-geographisch onderzoek van Vlaamsche sprookjesthema's, zijn ten gunste voor de ‘Vlaamsche Drukkerij’ te Leuven afgeloopen. Men zal zoo spoedig mogelijk met het drukken dezer werken beginnen. Er zal wellicht nog mogelijkheid bestaan dit jaar andere bekroonde prijsantwoorden te laten drukken. De zaak wordt onderzocht.
| |
Mededeelingen namens de commissies.
I. - Bestendige Commissie voor Cultuurgeschiedenis. - Prof. Van Mierlo, secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de hhr. leden: Salsmans, voorzitter; Van Mierlo, secr.; Baekelmans en De Bom;
| |
| |
als hospiteerende leden: de hhn. Dr. Grauls, Prof. Dr. Blancquaert, Prof. Dr. Van de Velde, Prof. Carnoy en Monteyne.
Ter aanvulling tot vijftien van het aantal leden der Commissie worden voorgesteld: de hhr. E. Claes, F. De Pillecijn, Teirlinck, Timmermans, A. Van Cauwelaert. Dit voorstel wordt door de aanwezige leden der Commissie goedgekeurd.
Op de agenda staat: Bio-bibliographica (Vervolg). - Lezing door Dr. W. Van Eeghem, werkend lid.
1) Naar aanleiding van de verhouding van de rederijkerskamer het Corenbloemken tot de Bliscapen, gaat spr. eerst de daarover voorgebrachte meeningen na. Daarna toont hij aan, dat het Corenbloemken eerst 1477 optreedt, terwijl omstreeks denzelfden tijd en ook later de Bliscapen opgevoerd worden door de Gesellen van der grooter Gulden; nog aan de opvoering in 1560 namen slechts een viertal leden van het Corenbloemken deel. Uit deze feiten leidt spr. dan verschillende gevolgtrekkingen af: o.a. de Bliscapen zijn oorspronkelijk gedicht voor de kerk van O.-L.-Vr. van den Zavel en opgevoerd door de Gesellen van der grooter Gulden;
b) lang vóór 1448 ontstaan, werden de spelen van toen af opgevoerd op de Groote Markt.
2) Vier namen op de ledenlijst van het St. Sebastiaansgilde te Brugge, houdt schr. voor die van vier bekende Brusselsche dichters: Risele, Smeken, Partchevael, Van den Daele; die, naar hij vermoedt, in 1515 samen Brugge hebben bezocht. Bij die gelegenheid kan Smeken een afschrift gemaakt hebben van de Roovere's mirakelspel Vanden Sacramente van der Nieuwervaert.
3) Schr. handelt over de bron van Pr. Van Duyse's vertelling Keizer Karel en de Berchemsche boer, die op haar beurt
| |
| |
als bron heeft gediend voor H. Van Peene's gelijknamige vaudeville. Hij gaat daarbij andere lezingen der sage na, die vermoedelijk eerst omstreeks 1560 ontstaan is.
De voorzitter stelt voor, dat deze studie in de Verslagen en Mededeelingen zou opgenomen worden.
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs en Nederlandsche Lexicographie. - De hr. Grootaers. secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de hhr. leden Goemans, Mals (voorzitter), Verdeyen, Monteyne, Blancquaert, Carnoy en Grootaers (secret.);
de hhr. hospiteerende leden: van de Velde, Walschap, Baekelmans, Timmermans en Van Eeghem.
Op de agenda staat: Technische woorden uit het Lapidarium van Albertus Magnus. - Lezing door Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, Binnenlandsch Eerelid.
Vooreerst vraagt Dr. Goemans het woord om twee voorstellen in te leiden.
1) Zooals men weet, heeft de Academie in haar zitting van Maart ll. het princiep aangenomen dat het aantal leden van de Commissies van 10 op 15 zou gebracht worden. Het komt er nu op aan deze vijf nieuwe leden aan te duiden. De volgende heeren worden door de Commissie als leden voorgesteld: Prof. Baur, Prof. de Backer, Dr. Lindemans, Dr. Van Eeghem en G. Walschap.
| |
| |
2) Het tweede voorstel is, dat de heeren Blancquaert en Grootaers met den Bestendigen Secretaris zouden medewerken om het te herziene Reglement op te stellen.
Beide voorstellen worden aangenomen.
Daarna verleent de voorzitter het woord aan den heer Van de Velde voor zijn lezing.
Spreker heeft het plan opgevat den Nederl. woordenschat van de mineralogie tot 1800 zooveel mogelijk op te sporen.
Zijn onderzoek begint met Albertus Magnus, wiens werken in incunabelen en vroege drukken zijn bewaard. Spreker haalt dan de lijst van de verdere bronnen aan die hem ten dienste stonden, namelijk handboeken en woordenboeken.
Daarna behandelt spreker op systematische wijze de namen van de steenen, zooals ze door de verschillende bronnen worden genoemd en beschreven.
De hr. Van de Velde zal zijn mededeeling op een volgende vergadering voortzetten.
De voorzitter dankt den spreker, stelt voor den tekst van de spreekbeurt in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. De Commissie betuigt hiermede haar instemming.
| |
Dagorde.
1. - Ordemotie. Hulde aan den Koning. - De Heer Dr. J. Grauls stelt aan de vergadering voor om, bij de verjaring van de beslissing door den Koning op 28 Mei 1940 ten bate van Zijn volk getroffen, aan Zijne Majesteit een adres van hulde en erkentelijkheid te laten geworden. De vergadering neemt dit voorstel aan.
| |
| |
De heer De Pillecijn verlangt uitdrukkelijk in het verslag vermeld te zien, dat hij zijn goedkeuring van de motie afhankelijk heeft gemaakt van de schrapping der leden die vroeger een houding zouden hebben aangenomen met de motie in strijd.
2. - Nota aangaande een geval van schorsing. - De vergadering gaat eenparig akkoord met den tekst van een nota door het Bestuur voorgesteld en door den Heer Bestuurder voorgelezen. Deze nota moet ter inleiding dienen van een verzoek aan de Overheid om het laatste geval van schorsing in de Academie te willen gunstig oplossen.
3. - Guido Gezelle-prijs voor Poëzie. Goedkeuring van het Reglement. - Het Reglement van den Guido Gezelle-prijs voor Poëzie door het Gezelle-Comité aan de Academie onderworpen en door de Bestuurscommissie aan de vergadering voorgesteld, wordt met eenige lichte wijzigingen goedgekeurd. De schenking werd door de Akademie in haar pleno-vergadering van 17 April 1939 principieel aanvaard (zie Verslagen en Mededeelingen 1939, blz. 227).
Hier volgt de definitieve tekst van het Reglement:
| |
Reglement van den Guido Gezelle-prijs voor Poëzie
Artikel een. - De Guido Gezelle-prijs bedragende vijf duizend frank wordt, te beginnen met het jaar 1946, om de vijf jaar toegekend aan den Belgischen schrijver, die in deze tijdruimte den besten in het Nederlandsch gestelden verzenbundel, in handschrift of gedrukt, zal hebben geschreven.
Het eerste tijdvak omvat de jaren 1942-1946. Elk vijf- | |
| |
jaarlijksch tijdvak wordt gesloten den 31 December van het vijfde jaar.
Artikel twee. - De prijs kan niet toegekend worden aan hem, die voor hetzelfde werk den Driejaarlijkschen Staatsprijs of den Interprovincialen Prijs voor de Poëzie heeft verkregen.
Artikel drie. - De wedstrijd wordt beoordeeld door een jury te benoemen onmiddellijk na verloop van elk vijfjaarlijksch tijdvak. De jury bestaat uit drie leden van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, door deze aan te stellen.
Artikel vier. - Wordt de prijs niet toegekend, dan wordt het beschikbaar bedrag bij het kapitaal gevoegd ofwel kunnen, na verloop van het volgend tijdvak, twee prijzen toegekend worden. Mocht het kapitaal, dank zij de rente, het toelaten, dan kan de prijs worden verhoogd.
Artikel vijf. - De uitslag van den wedstrijd wordt op de eerstkomende plechtige vergadering der Academie afgekondigd.
Artikel zes. - De jury brengt verslag uit over haar werkzaamheid. Dit verslag wordt in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie opgenomen.
Artikel zeven. - De belanghebbenden worden verzocht een exemplaar van hun werk of werken bij den bestendigen secretaris, ter Academie, in te zenden, binnen de vijf weken volgende op het sluiten van het vijfjaarlijksch tijdvak.
4. - Lezing door den heer Dr. J. Lindemans. De Onomastiek in dienst van de Literatuurgeschiedenis.
De Heer Bestuurder wenscht Dr. Lindemans geluk met zijn lezing en stelt voor deze in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. Goedgekeurd.
|
|