| |
| |
| |
Vergadering van 23 April 1941.
Zijn aanwezig: de heeren Emm. De Bom, bestuurder; Prof. J. Van Mierlo, onderbestuurder; Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren: Rector J. Salsmans, Prof. J. Muls, Prof. A. Carnoy, Prof. R. Verdeyen, Felix Timmermans, Prof. J. Van de Wyer, Lode Baekelmans, Prof. L. Grootaers, Dr. A. Van Cauwelaert, Lode Monteyne, Prof. E. Blancquaert, Dr. W. Van Eeghem, Dr. G. Grauls, Prof. Fr. Baur, Dr. J. Lindemans, Prof. F. De Backer, Dr. F. de Pillecijn, G. Walschap, leden; Eerw. Kan. Dr. Fl. Prims en Prof. A.J.J. Van de Velde, binnenlandsche eereleden.
Laten zich verontschuldigen: de heeren Prof. A.H. Cornette en Eerw. Prof. J. Eeckhout, leden.
***
Het verslag der vorige zitting wordt voorgelezen en goedgekeurd.
***
Afsterven van Prof. Dr. Nicolaas van Wijk, Buitenlandsch Eerelid der Academie. - Vóór weinige dagen overleed plotseling, in den ouderdom van 60 jaar, de heer Dr. N. van Wijk, professor in de Balto-Slavische talen te Leiden, sedert 1921 buitenlandsch eerelid der Academie. Bij den aanvang van de plenaire zitting nam de heer Voorzitter Emm. De Bom vóór de rechtstaande vergadering het woord om een laatste hulde te brengen aan den al te vroegtijdig afgestorven Collega, die ook op het gebied der
| |
| |
Nederlandsche taalkunde zooveel uitstekende diensten heeft bewezen.
Hij was nl. de bewerker van Franck's ‘Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche Taal’ waarbij zijn persoonlijk aandeel van groot gewicht is geweest, vooral wat zijn verwijzingen naar het Indo-germaansch en zijn belang voor de Indo-germaansche verwantschapsproblemen betreft.
‘De Koninklijke Vlaamsche Academie,’ zei ten slotte de heer Emm. De Bom, ‘zal zich ongetwijfeld gaarne willen betuigen bij het rouwbetoon dat den geleerden stamgenoot van alle zijden gebracht wordt.
Ik stel U voor er in toe te stemmen, dat uw Bestuur namens onze Instelling aan de nabestaanden van Prof. N. van Wijk onze gevoelens van deelneming en hooge waardeering van den aflijvige ter kennis zal brengen.’
Dit voorstel werd eenparig beaamd en door den bestendigen secretaris ten uitvoer gebracht.
| |
Aangeboden boeken
Door de Regeering:
- | De Mayer, Dr R. - De overblijfselen der Romeinsche Villa's in België. De archeologische Inventaris. Eerste Deel. |
- | Vande Woestijne, Paul. - Index Verborum in Quinti Sereni Librum Medicinalem. |
- | Guiette, Robert - Croniques et Conquestes de Charlemaine, publiées par... |
Door hhr. Leden der Academie:
- | Vande Wyer, H.J. en Draye H. - De Plaatsnamenstudie in 1939. |
- | Mededeelingen van de Vla. Top. Vereeniging te Leuven. 15e Jg 1939 |
| |
| |
- | Draye, H. - Landelijke Cultuurvormen en Colonisatiegeschiedenis. |
- | Lindemans, J. - Brabantsche Plaatsnamen. VIII Bekkerzeel.
- Toponymische Verschijnselen geographisch bewerkt |
- | Lindemans, J. en Theys, C. - Plaatsnamen te Ruisbroek. |
Door bijzonderen:
- | Dambre, Dr O. - Marginalia bij Maria Pypelinckx. Siegensche en Keulsche Troost- en Smeekbrieven. (1571-1587). Bijdrage tot de Rubensherdenking. |
- | Gessler, Prof. Dr J. - Een Onderzoek naar Tooverij te Antwerpen in 1584.
- Tekstverbeterende Aanteekeningen op oud Vlaamsche Liederen en andere Gedichten in het Gruuthuse-Handschrift. |
| |
Aangekochte boeken
- | Caeymaex, Dr Joris - Galerij Dichters 1930-1940. - Nederland-Vlaanderen - Zuid-Afrika. |
- | de Groot, Prof. Dr A.W., en a. - Scientia-Handboek der Wetenschappen. Dl. 1, 2, 3. |
- | De Man, Herman - Heilig Pietje De Booy. |
- | de Hartog, Jan - Hollands Glorie-Roman uit de Zeescheepvaart. |
- | Slauerhoff, J. - Verzamelde Werken. |
- | van der Zeyde, Dr Marie, A. - Nederlandse Poëzie van deze Tijd. |
- | van Schendel, Arthur - De Fat, de Nimf en de Nuf. |
| |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.
1. - Jaarboek der Academie. - Bij brieve van 27 Maart ll. laat de Propaganda-Abteilung Belgien (Zeitschriftenreferat) Brussel ons weten, dat aan de Academie oorlof is vergund haar Jaarboek te laten verschijnen, op voorwaarde dat geen politieke meeningen er in tot uiting komen.
2. - Boekenschenking aan de Universiteit te
| |
| |
Leuven. - Bij brieve van 31 Maart ll. dankt Mgr. Van Waeyenberg de Academie voor de door haar ten behoeve der bibliotheek geschonken boeken.
| |
Mededeelingen namens de commissies.
I. - Bestendige Commissie voor Middelnederlansche Taal- en Letterkunde. - De Hr. Blancquaert, secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de hh. Goemans, Van Mierlo, Verdeyen (voorz.), Carnoy, Blancquaert (secret.), Grootaers, Baur en Van Eeghem;
Hospiteerende leden: Timmermans, de Bom, Bakelmans, Monteyne, Claes, Grauls, Lindmans en Van de Velde.
Op de agenda staat:
1o) Uit de uitgave van het Obituarium van Groenendaal: 1. De schrijver van Vanden XII Dogheden, Godefridus Wevel; 2. Franco Callaert, van Mechelen. - Mededeeling door Prof. Dr. J. Van Mierlo, Onderbestuurder van de Academie.
In de pas verschenen uitgave van het Obituarium van Groenendaal door M. Dyckmans S.J. wordt bij den naam Godefridus de Wevel, kanunnik van Groenendaal ten tijde van Ruusbroec, een Engelsch handschrift vermeld, met een Duitsche vertaling van de XII Dogheden, waarin dit werk wordt toegeschreven aan zekeren Godefridus, kanunnik van Groenendaal en leerling van Ruusbroec. Godefridus Wevel nu is de eenige kanunnik van Groenendaal uit de XIVe eeuw met dien naam Godefridus. Deze Godefridus werd ca. 1380 gezonden naar de pas gestichte abdij van Eemsteyn, om er het geestelijk
| |
| |
leven te leiden. De XII Dogheden zouden de verwerking zijn van de onderrichtingen, die Godefridus Wevel daar heeft gehouden: wat overeenstemt met alles wat van Mierlo vóór jaren over tijd en verbreiding der XII Dogheden heeft betoogd. Zoo valt voorgoed alle grondslag weg om Ruusbroec tot een volgeling van Eckehart te maken.
Bij den naam Jacobus Croeck, priester, die kanunnik te Groenendaal werd, wordt een akte van het jaar 1359 aangehaald, waarin deze Jacobus Croeck een rente schenkt van 16 pond aan Franco Callaert op een huis in de St Catharinastraat te Mechelen. Aangetoond wordt, dat we alle redenen hebben om dezen Franco Callaert te vereenzelvigen met den vertaler van den Geschiedbijbel van 1360 en van vele ascetische werken, Vranke Callaert.
De Voorzitter wenscht spreker geluk, en stelt voor, het stuk op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen. Aangenomen.
2o) Over de uitdrukking ‘op zijn kaak slaan’ en andere. - Lezing door Dr. J. Grauls, werkend lid.
Spreker gaat de geografische verbreiding na van deze uitdrukking in de Ndl. dialecten, alsmede haar beteekenissen en talrijke varianten. Hij vindt o.m. het ww. ‘kaken’ in de 16e en 17e eeuwsche woordenboeken. Hij betoogt vervolgens dat de uitdrukking ‘op de kaak spelen’ geïllustreerd wordt door Breughel en anderen als ‘spelen op een kaaksbeen.’
Er zou eerst een ww. ‘kaken’, daarna de uitdrukkingen ‘op zijn kaak spelen’ en ‘op zijn kaak slaan’ hebben bestaan, en ten slotte ‘kaakslag doen,’ enz.
De overgang van ‘op zijn kaak spelen’ naar ‘op zijn kaak slaan,’ evenals de oorsprong van ‘kaken’ zelf, blijven duister. Er dient wellicht een analogie te worden gezien in de Fransche uitdrukkingen ‘cachier, chasser’ en ‘jouer du cabas,’ of in ‘cacher’ (percevoir, soustraire); verder wisselen ‘spelen’ en ‘slaan’ in allerlei uitdrukkingen met elkander af.
| |
| |
De voorzitter dankt Dr. Grauls en spreekt den wensch uit dat zijn lezing spoedig zou persklaar worden gemaakt voor de Verslagen en Mededeelingen. Aan de bespreking nemen deel Collega's Baur, Verdeyen, Grootaers, Carnoy en Lindemans.
II. - Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Prof. Salsmans, wn. secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de hh. F. Timmermans, ondervoorzitter wn. voorzitter, Emm. De Bom, en Baekelmans.
Hospiteerende leden: de hh. Dr. Goemans, bestendige secretaris; Carnoy, Verdeyen, Van de Wijer, Grootaers, Van Cauwelaert, Monteyne, Claes, Blancquaert, Van Eeghem, De Backer, Walschap en Prof. Van de Velde, binnenlandsch eerelid.
1o) Komt eerst aan het woord de heer Lode Baekelmans, als verslaggever, over: Dirck Buysero's ‘Korte Beschrijvinge van Parijs’ opnieuw uitgegeven met inleiding, bronnenstudie en aanteekeningen door Dr. R. Willemijns, ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden. Het verslag besluit, om een principieele reden, met het voorstel het werk niet op te nemen. Dr. Goemans, als tweede verslaggever, treedt deze zienswijze bij. De Commissie is van hetzelfde oordeel.
2o) Volk van dichters. - Lezing door den hr. Emm. De Bom, Bestuurder van de Academie.
| |
| |
‘Volk van dichters’ noemt Emmanuel de Bom zijn lezing, waar hij, per vliegtuig, een vlucht houdt over de dichterlijke verschijningen in Vlaanderen die meteen met de Scheldestad verband houden, 't zij door geboorte, 't zij door een verblijf of eenige speciale werkzaamheid die zich aldaar ontspon. Zoo treden achtereenvolgens naar voren de groote Zuster Hadewijck - een figuur van Europeesche beteekenis - die spr. stelt naast de Gezelle's en van de Woestijne's van onzen tijd. Vervolgens komen aan de beurt de Antwerpsche scepenclerc Jan van Boendale met zijn Lekenspiegel; dan de oude Vlaamsche liederen in Jan Roulans Liederboek bewaard en de Geusenliederen; Marnix v. St. Aldegonde, en Tielman Susato; tot Jonker Jan van der Noot, ook schepen te Antwerpen, wiens leven zich tot een geromanceerde biografie zou leenen. Langs Huygens' Trijntje Cornelis gaat de lijn over Willem Ogier, den Sinjoorschen dramaturg der Seven Hooftsonden, de rederijkers en de spelers van sinne.
Na den hiatus der 18e eeuw komen we ten slotte tot de Fransche overheersching; dan de verademing van 1815 en de miskenning van 1830 waar de groote figuur van Jan Frans Willems het verlossende teeken van ons eigen Vlaamsch cultuurleven geeft.
De Commissie spreekt den wensch uit deze lezing in de Verslagen en Mededeelingen te zien opnemen.
3o) Schenking aan de Academie gedaan tot steun van schrijvers. - De heer Grauls zet den stand der zaak uiteen en stelt voor dat afgevaardigden van de Vereeniging der Letterkundigen aan het Bestuur der Academie zouden bekend maken wie best dien steun kunnen genieten. Het Bestuur zal beslissen.
| |
Dagorde.
I. - J. Van Ginderachter-prijs. Uitreiking van het diploma.
| |
| |
De Academie had den stichter van den prijs uitgenoodigd om het diploma aan den vertegenwoordiger van den Geschied- en Oudheidkundigen Kring van Brabant uit te reiken. Dr. Jan Lindemans werd door den heer Jozef van Ginderachter gelukgewenscht en nam met een woord van dank het diploma in ontvangst.
II. - Lezing door den Eerw. Heer Kanunnik Fl. Prims: Hoe kwam Antwerpen aan een Rubens?. De Voorzitter wenscht spreker geluk met zijn belangrijke uiteenzetting en stelt voor de lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. De vergadering gaat met dit voorstel akkoord.
|
|