Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1940
(1940)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |||||||||||||||
Zuid- en Noord-Nederlandsche Bibliographie over Natuur- en Geneeskunde tot 1800
| |||||||||||||||
PNijverheid. 1794 Paape G. De plateelbakker. Dordrecht Blussé.
Dit stuk is het 12e deel van de Volledige beschrijving van alle Konsten uitgegeven door P.J. Kasteleyn. Zie Kasteleyn.
Plantenkunde. 1701 Paars Adriaan. Index botanicus of naamrol van de Batavsche en Hollandsche schrijvers. Leiden 1701.
Physica. 1785 Paets van Troostwijk. De vorderingen die men in de luchtkennis gemaakt heeft en de ontdekkingen, welke daaruit zijn voortgevloeid. Alg. Mag. Wetenschap 1785 I2 p 607.
Electriciteit. 1787 Paets van Troostwijk en C.R.F. Kraijenhoff. Verhandeling over zekere onderscheidene figuren, welke door de beide soorten van electriciteit worden voortgebracht. Alg. Mag. Wetenschap 1787 II1 p 229.
Electriciteit [1787 Paets]. Verhandeling over de geneeskonstige electriciteit. Door A. Paets van Troostwyk Koopman te Amsterdam, en J.R. | |||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||
Deiman, Medicinae doctor & te Amsterdam. (In Verhandel. Batav. Gen. 1787 VIII pp 63-153, Bi Un Gent Hi 9621).
Omstandigheden waarin men de electriciteit van den dampkring gewaar wordt, de verdeeling over de aarde, beweging bij het menschelijk lichaam, uitwerking op het lichaam en omstandigheden waarin de electriciteit dient gebruikt te worden, beschrijving der werktuigen en de gebruikwijzen.
Chemie [1787 Paets] Antwoord op de vrage, voorgesteld door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem: 1. Welken zyn de waarlyk onderscheidene soorten der Luchtgelykende Vloeistoffen, aan welken men de naamen van vaste lucht, gedephlogisteerde lucht, ontvlambaare lucht, salpeter-lucht, zware lucht, looglucht en anderen gegeeven heeft; en waar in zyn dezelven van elkander, en van de lucht des Dampkrings onderscheiden? 2. Heeft elk deezer soorten van veerkrachtige Vloeistoffen zoo veel met de lucht van den Dampkring gemeen, dat zy voor eene soort van lucht verdiend gehouden te worden? 3. Hoe verre kan uit de Proeven en Waarneemingen omtrent de genoemde Luchten, de aart der Lucht van den Dampkring worden opgemaakt? Door de Heeren A. Paets van Troostwyk, Lid van de Hollandsche Maatschappye, van het Vlissingsche en het Utrechtsche Genootschap, en Consultant van de Genees- en Natuurkundige Correspondentie in 's Hage. Beiden woonende te Amsterdam. (In Verhandel. Holl. Maatsch. Wet. Haarlem, XXIV deel 1787, pp 60-410, Bi Un Gent Hist 2045).
1e afdeeling, de eigenschappen van de luchtsoorten; 2e afdeeling, die luchtsoorten zijn van den zelfden aard als de lucht van den dampkring; 3e afdeeling, de lucht van den dampring is een mengsel van de verschillende soorten. De vaste lucht (koolzuurgas), de gedephlogisteerde lucht (zuurstof), de ontvlambaare lucht (waterstof), de salpeterlucht (stikstofoxyde), de looglucht (ammoniak), de zure lucht (vluchtige zuren) worden bestudeerd, in het kader van het phlogiston.
Water. 1790 Paets A. van Troostwijk. Schets der nieuwe ontdekkingen omtrent het water. Alg. Mag. Wetenschap 1790 IV2 p 909.
Geschiedenis. 1797 Paets A. van Troostwijk. Korte schets van de geschiedenis der scheikunde, van haar eersten tijd af aan, totdat zij algemeen als wetenschap bekend werd. Nieuw Alg. Mag. Wetenschap 1797 IV1 p 209.
Chemie. 1798 Paets A. van Troostwijk. Onderzoek over den oorsprong | |||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||
der lucht bij het doordryven van waterdamp door gloeyende buizen. Amsterdam 1798 in 8
Chemie. 1798 Paets A. van Troostwijk. Nader onderzoek omtrent de verandering van water tot stikstof. Amsterdam 1798 in 4.
Paets van Troostwijk A. Zie Deiman, Van Marum.
A. Paets van Troostwijk (1752 † 1837), een der stichters van het Gezelschap der Hollandsche Scheikundigen in 1791, en aanhanger van de antiphlogistontheorie van Lavoisier. (Zie Ch.M. Van Deventer, Grepen uit de Historie der Chemie, Haarlem 1924, pp 490-506).
***
Anatomie [1701 Palfyn] Nieuwe Osteologie, Ofte Waere, en zeer Nauwkeurige Beschryving Der Beenderen Van 'T Menschen Lichaem, Met desselfs nette Af-beelding en Vertooning van de holligheden, waer in de Mucus Narium, of het Snot wort af-gescheyden, en de Wegen ofte Gaten door welcke het komt in beyde de holligheden van de Neus, tot nog toe noyt van iemant (soo veel my bekent is) in eenige Figuur vertoont. Verdeelt In Vier Verhandelingen: I. Van De Beenderen In 'T gemeen. II. Van Het Hooft. III. Van Den Tronck. IV. Van D'Extremiteyten. In 'T Licht Gegeven Door Jan Palfyn, Anatomicus, ende Meester Chirurgijn der Stede van Ghendt. Te Ghendt, Gedruckt by Jan Danckaert. (15.7 × 9.2 cm, (22) + 418 pp + 3 tafels met uitleggingen + (4) pp, Kon Bi Brussel, Bi Un Gent G 1512, A 124901, A 124902)
Dedicatie aan God, ‘oppersten medicyn-meester van ziel en lichaem’. Voorrede. Approbatie van de doctoren der Universiteit Leuven, op 9 juni 1701 geteekend door Ph. Verheyen, L. Peeters en J. Somers. Uit den datum van die approbatie, alsook van de approbatie van den Archidiaken C.J. Legier, keurder der Boecken van Ghendt, op 12 October 1701, wordt het jaartal van uitgave gesteld op 1701. Zie Vanderhaeghen pp 44-54 en Daels p 12.
Anatomie [1702 Palfyn] Waere en seer Naauwkeurige Beschrijving Der Beenderen Van 'S Menschen Lichaem. Waer in seer klaer en onderscheydentlijck werd voorgestelt der selver Oorsprong, Voeding, Aangroejing, Verharding, Gevoel, Maaksel, t'Samenvoeding, Gebruik, Siektens en Toevallen: met hoognoodige aenmerckingen ontrent der selver Be-hande- | |||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||
ling en Geneesing. Waer by gevoegt is een curieuse Verhandeling rakende den Oorsprong, Vergaderplaets, en Uitgang van het Snot. Alles getrocken uyt eygen veeljaarige ondervinding, en verlicht door de nieuwste ondeckingen in de Ontleed-konst. Al het welke, volstrekt noodsakelijk voor de Genees- en Heel-konst-oeffenaars, opgehelderd is met konstrijke Figuuren naar 't leven seer omsigtig afgebeeld. Nu eerst aan 't ligt gebragt door Jan Palfyn, Anatomicus, Etc. Gedrukt tot Gendt, Voor Joh. du Vivie, en Isaac Severinus, Boekverkopers tot Leiden, 1702 (15.7 × 9.9 cm, (22) + 418 + 3 tafels met aanteekeningen + (4) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent G 7101)
Zelfde tekst als 1701. Zie Vanderhaeghen pp 55-56.
Anatomie [1727 Palfyn] Waare en zeer Naauwkeurige Beschryving der Beenderen Van 'S Menschen Ligchaam. Waar in zeer klaar en onderscheydentlyk wordt voorgesteld der zelver Oorsprong, Voeding, Aangroeijing, Verharding, Gevoel, Maeksel, Zaamenvoeging, Gebruyk, Ziektens en Toevallen: met hoognoodige aanmerkingen omtrent der zelver Behandeling en Geneezing. Waarby gevoegd is een keurige Verhandeling raakende den Oorsprong, Vergader-Plaats, en Uitgang van het Snot. Alles uyt eygene veeljaarige ondervinding getrokken, en verlicht door de nieuwste ontdekkingen in de Ontleedkonst. Al het welke, volstrekt noodzaaklyk voor de Genees- en Heelkonstoeffenaars, opgehelderd is met konstige Figuuren naar 't leven zeer omzigtig afgebeeld. Door Joan Palfyn, Gezworen Heelmeester, Ontleeder, en Lector in de Heelkonst te Gent. De tweede druk merkelyk vermeerderd en verbeterd. Te Leyde, By Jan Vander Deyster, Boekverkooper in de Koorenbrug-Steeg, 1727. (15.5 × 9.5 cm, (24) + 478 pp, 3 platen met figuren, Bi Un Amst., Kon Bi Brussel VH 7451, Bi Un Gent G 7100, me 1160 a)
Zelfde tekst. Zie Vanderhaeghen pp 57-61.
Anatomie. 1758 Palfyn. Waare en zeer Naauwkeurige Beschryving Der Beenderen Van 'S Menschen Ligchaam.... 3e druk, Amsterdam Jan Morterre 1758 (in 8, 12 fo lim, 478 pp, Bi Un Amsterdam)
Herdruk van de uitgave 1727 Leiden. Zie Vanderhaeghen pp 62. Duitsche uitgaven, Breslau 1730, Breslau 1740; Fransche uitgave, Paris 1731 (Kon Bi Brussel); zie Vanderhaeghen pp 63-68.
Anatomie. [1703 Palfyn] Anatomycke Of Ontleedkundige Beschryving, Rakende de wonderbare gesteltenis van eenige uyt, en innerlijcke deelen van twee Kinderen, de welcke Monstreuselijck aen malkander vereenigt | |||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||
zijn onder met den Tronck van 't Lichaem, geboren binnen de Stadt van Ghendt Op den 28. April 1703. Waer by gevoegt is de Ontleedkundige Beschryving, aengaende de vremde gesteltenis eeniger deelen van een ander Kindt, zijnde een Tweeling, niet min wonderbaer, als in de boven geseyde Kinderen, geboren binnen de selve Stadt op den 27. Mey 1703. Als mede een seer curieuse Verhandeling van de bysondere wegen, die gevonden worden in de ongeboren Kinderen, en waer door het Bloedt circuleert in de selve, anders, als in de bejaerde Persoonen. Noyt voor desen in 't Nederduyts aen 't licht gebragt. Te Ghendt, By d'Erfgenamen van Maximiliaen Graet, inden Engel. 1703. (15.6 × 9,7 cm, 95 pp, 4 platen, Bi Un Gent G 1226, G 1227, A 14237, Kon Bi Brussel VH 7214)
Opdracht aan den Hoogbailliu en de Schepenen van Gent: F.H. della Faille, Ch. Maes, Th. Triest, A. Sersanders, G.F. de Lichtervelde, C. Van Sevecote, F. Vanden Berghe, P.G. Billet, J.C. Lampreel, J. Vander Beke, N. Lippens, J. Grenier, L. De Wulf, J. Baut. Daarna het volgend gedicht: Toezang Door Mr. P.L. Van Hove Genees-heer, en Voorlezer der Heel-Konst binnen Ghendt, op de ontleed-kundige Beschryving & uytgegeven by Jan Palfyn Ontleder en Heel-meester binnen de selve Stadt.
Wie raeskalt, datter niets voor ons is overbleven,
'T geen niet en is gezeit van d'outheid, en beschreven?
'T is redenloos, al of den Schepper van 't heel-Al
Niet nieus op Aerderijk voort-brengen kon, of zal;
Al of het brein en d'oogh van d'outheid zonder palen
Had konnen en alleen en alles agterhalen.
Nogtans 't Orakel van de Heel-konst stelt het vast,
Dat 't leven kort is, en de Konst geduerig wast,
Dit werdt bevestigt, soo men maer wil onderzoeken
De menigvuldigheid van nieu-geschreven Boeken.
Die elk bezonderlijk van niemandt voor-gedagt
Iets hebben aen het ligt tot voordeel aen gebragt.
De Kortheid van dit klein gezang wil zwaerlijk doogen
0Dat ick hier Man en Stuk en Naem breng voor de oogen,
De Konst-Kronijk die zal haer doen regtmatigheid,
En balsemen haer Faem tot de ontsterflijkheid,
| |||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||
Men siet maer wat Palfyn door leerzugt aengedreven
In sijn ontleding van de Beend'ren heeft gegeven,
Voor hem had niemandt in het Nederduits oit klaer
Gewezen hoe de snot gescheiden werdt, en waer
De zelve in den Neus doorzypelt, door wat wegen,
Dit heeft hy aen den dag zeer treff'lyk voor-gedreven:
Nu is hy wederom aen 't baren van een Vrugt
Eerst in sijn Herssen-pan geteelt door yver-zugt:
Dit Boekje (schoon het klein is) heeft in het bezonder
Meer ongehoortheid, en meer raerheid, en meer wonder
Als vele Boeken die geweldiglijk vergroot,
Niet als een ouden trant behelzen in haer schoot:
't is wonder (dog al lang uitdrukkelijk beschreven)
Dat in het Moeders Lijf geteelt zijn, ende leven
Twee Kinderen aen een verknogt onsplijtelijk
Den Buik aen Buik, de kruin aen kruin; dog noit gelijk
Aen dit geval, daer twee wanschepzels aen elkander
Met tronk aen tronk gegroeit zijn: nog en heeft een ander
Noit geen ontleding van dit wonder werk begaen,
En van het innerlijk gestel verhael gedaen:
Zoo wilt gy tot u wensch des' wonderen beschouwen,
Zoo leest dit Boekje, die u alles zal ontvouwen
Van top tot teen; en roep, ó Godt! hoe eindeloos
Zijn al u werken, onbepaelt en grondeloos.
Croont Meestfr Jan Palfyn ontleder.
De twee kinderen van Jan Quickelberge kleermaker en Therese Marie de Wevere, wonende in de ‘Hol-Strate’ (p 40), kwamen zonder moeite aan het licht. Het stadsbestuur liet een groote schilderij vervaardigen, ter gelegenheid van de anatomische ontleding die werd uitgevoerd in de aanwezigheid van de schepenen van de keure en van een zeker aantal genees- en heelkundigen. Zie Vanderhaeghen pp 69-73.
Anatomie [1714 Palfyn]. Anatomie, Of Ontleedkundige Beschryving, Raakende de wonderbare gesteltenis van eenige uit, en innerlijke deelen van twee Kinderen, de welke Monstreuzelijk aan malkander vereenigt zijn, onder met den Tronk van 't Lighaam, geboren binnen de Stad van Gendt Op den 28. April 1703. Waar by gevoegd is de Ontleedkundige Beschryving, aangaande de vreemde gesteltenis eeniger deelen van een ander Kind, zijnde een Tweeling, niet min wonderbaar, als in de boven gezeide Kinderen, geboren binnen de selve Stad op den 27. Mey 1703. Als mede een seer curieuse Verhandeling van de bysondere wegen die gevonden worden in de ongeboren Kinderen, en waar door het Bloed circuleert in de selve, | |||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||
anders, als in de bejaarde Persoonen. Nooit voor dezen in 't Nederduits aan 't ligt gebragt. Te Leiden, By Joh: du Vivie, 1714. (16.9 × 10.2 cm, (18) + 79 pp, 4 platen, Bi Un Amst, Bi Un Gent G 7102)
Herdruk van de uitgave van 1703. Zie Vanderhaeghen. p 74.
Anatomie [1724 Palfyn] Ontleed-kundige Beschryving, Van de Vrouwelyke Deelen, die ter Voort-teeling dienen. Door Jan Palfyn, Voornaam Ontleeder en Heelmeester der Stad Gendt. Met Figuren. Gedrukt te Gendt voor den Uitgeever; Ao 1724. En zyn te bekoomen te Leyden by Johannes du Vivie. (19.8 × 15.5 cm, (14) + 135 (foutief 435) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent G 7138).
Het boek is versierd met een titelprent met den tekst: Description Anatomiq des Parties de la Femme qui servent à la Génération. &. &., die gediend heeft voor de Fransche uitgave van 1708. Het titelblad draagt een prentje verbeelde Rhodus met twee schepen. Daarop volgen drie Vlaamsche uittreksels uit St Augustinus, Clemens Alexandrinus en Cicero, een voorrede en de verklaring van drie platen. Het overzicht bedraagt twee deelen, het 1e voor de uitwendige (pp 1-55), het 2e voor de inwendige organen (pp 56-106). Op p 107 komt een bijvoegsel:
Deese aanmerking is getrokken uit een boek getituleerd, Nieuwe Ontleedkundige Aanmerkingen, Over de Beenen, over hare ongemene Ziekten, en over eenige andere onderwerpen. Door Jan Joseph Courtial, Raad en gewoon Geneesmeester van den Koning in de Stad Toulouse. X. Aanmerking. Een Kind buiten de Baarmoer gevonden.
Dat stuk eindigt met de woorden: Weetje wat beeters, deel het meede:
So niet, wees dan met dit te Vreede.
Een Fransche uitgave van dat werk verscheen in 1708 te Leiden. (Bi Un Gent G 7136, G 7137, me 533bis, Kon Bi Brussel). Zie Vanderhaeghen pp 75-80.
Heelkunde [1710 Palfyn] Nauwkeurige Verhandeling Van de voornaemste Handwerken Der Heelkonst Zoo in de harde, als sagte deelen van 's menschen lichaem. In het ligt gegeven door Jan Palfyn, Gesworen Heelmeester, Anatomicus, en Lector van de Heelkonst tot Gent. Zynde een | |||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||
Werk zeer dienstig voor alle Genees-heeren en Heelmeesters; met Figuren. Eerste Deel. Tot Leyden, By Christianus Vermey, Boekdrukker - en Verkooper in de Koorn-brug-steeg. MDCCX. (19.7 × 15.8 cm, (20) + 388 + (4) + 104 + (15) pp, Bi Un Gent G 7133, G 7134, me 592)
Opdracht aan de Schepenen van de Keuren en de Raden van Gent. Voorrede aan den lezer. Gedicht door P. Vromans (zie Kon. Vla. Acad. 1930 p 563). Tafel van 29 hoofdstukken van het 1e deel. In het 2e deel met (4) en 104 pp, vindt men 20 hoofdstukken. Op het einde een register voor het 1e deel en een voor het tweede deel, gevolgd door de goedkeuring in het Latijn en in het Nederlandsch, geteekend te Leuven 8 mei 1709. Zie Vanderhaeghen pp 81-91.
Heelkunde. 1734 Palfyn. Naauwkeurige Verhandeling Van de voornaemste Handwerken Der Heelkonst..... Tot Leyden, By Jan en Henderik vander Deyster, Boekverkopers in de Koornbrug-steeg. MDCCXXXIV.
Zie Vanderhaeghen pp 92-93, herdruk van de uitgave van 1710. Van dit werk, 2 Duitsche uitgaven: 1717 Nuremberg en 1717 Frankfurt-Leipzig-Nuremberg. (Bi Un Gent G 7103)
Geneeskunde [1718 Palfyn] Heelkonstige ontleeding van 's Menschen Lighaam; Waar in klaar en onderscheydentlijk worden beschreven de zelfstandigheyt, plaats, groote, gedaante, getal, maaksel, t'samenhang, en gebruyk der Deelen, benevens hun Ziekten: met noodige Aanmerkingen ontrent derzelver Genezing. Opgeheldert met Konstryke Figuuren. Door Johan Palfyn, Gezworen Heelmeester, Ontleeder, en Lector in de Heelkonst te Gent. Te Leyden, By Jan vander Deyster. Boekverkooper op de Nieuw-straat by de Hoy-graft. MDCCXVIII. (18.4 × 11.2 cm, (16) + 563 + (23) pp, Bi Un Gent G 7099)
Voorrede, inleiding, aanwijzing der hoofdstukken, adviezen van B. Albin - Leiden, H. Boerhave - Leiden, J.J. Rau - Leiden, J.F. Favelet - Leuven en J. Somers - Leuven. Het advies van Herm. Boerhave luidt als volgt: ‘Ten verzoeke van Joannes Palfyn, vermaard Leeraar der Ontleed-Konst, en der Handwerkende Heel-konst, heb ik doorgelezen het Boek, dat hy heeft geschreven over deze twee konsten, verstandig te samen gevoegt. Ik meen, dat de uytgeeving van dit Boek zeer veel nut zal geeven aan alle, die deze Wetenschap grondig willen leeren verstaan, of konstig oeffenen: vooral, dewyl alhier de voor- | |||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||
naamste Ziekten volgens haar aard, zitplaats, gevolgen, en vereyschte genezing gedurig wyzelijk werden gevoegt onmiddelijk aan de nette beschryving van de eyge gestalte der deelen, het welk waarlijk van de uyterste nuttigheyt zynde, tot nog toe evenwel door niemand openbaar op zo een wijs is uytgevoerd. H. Boerhave, A.L.M. Phil. & Med. Doctor, hujus, & Botanices, ut & Collegii Practici in Academia Lugd. Batav. Professor publicus. Leyde 1716.8.18.’ Het boek is in 7 verhandelingen verdeeld: de korte beschrijving der deelen, de deelen van den buik, van de borst, van het hoofd, van de beenderen, van de spieren, van de vaten; 40 figuren met uitleggingen. Op het einde een alphabetische bladwijzer. Zie ook Vanderhaeghen pp 97-102. Een tweede uitgave verscheen te Leyden, by Jan en Hendrik van der Deyster 1733 (Bi Un Amst.); zie daarover Vanderhaeghen pp 103-105. Van dat boek verschenen Fransche, Duitsche en Italiaansche vertalingen (Vanderhaeghen pp 106-130): 1726 Paris Cavelier (Kon Bi Brussel, Bi Un Gent G 7132 en me 1066), 1734 Paris Cavelier (Bi Un Gent G 7131), 1753 Paris Cavelier (Bi Un Gent G 7144), 1760 Nuremberg Seligmann, 1760 Frankfurt, Leipzig Seligmann, 1758 Venetië Remondini, 1792 Venetië Remondini.
Ophtalmologie [1714 Palfyn] De besondere Heel- en Genees-Konst der Oog-Siekten. In 't Frans beschreven door den seer ervaren Heer Mr. Antoine.... Chirurgien Royal à Mery sur Seine. En vertaald door Johan Palfyn, Gezwooren Heelmeester, Ontleder en Lector in de Heelkonst te Gent. Zynde dit Werk vermeerdert, zoo met een nieuw onderzoek der Heeren van de Koninglijke Academie der Wetenschappen te Parys, over de ware Ontsteltenis der Cataracte: Als ook met een voortreffelijken Brief van den Wel Edelen Heer, de Woolhouse, Oculist van den gewesen Koning van Engeland, Jakob II. over dese stoffe aan den tegenwoordigen Uytgever; En met een Nieuwe Uytvinding van den Heer Dominicus Anel, over de Genesing van den Traan-Fistel. Mitsgaders met byvoegingen van verscheyde Aanmerkingen, door den Vertaalder. Met Figuren. Te Leyden, By Christianus Vermey. MDCCXIV. (19.7 × 15.4 cm, (20) + 248 + 88 + 96 + (8) pp., Bi Un Gent G 7139, G 7140, me 830.)
Deze vertaling van Jan Palfyn geteekend uit Gent 1 September 1714 behoort tot: Antoine Maitre-Jan, Traité des maladies de l'oeil et des remèdes propres pour leur guerison enrichi d'expériences de physique (Troyes 1707 in 4), en wordt opgedra- | |||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||
gen aan Johan van den Berg, burgemeester van Leyden. Na de voorrede een tafel der 3 deelen: 1o de beschrijving van het oog (248 pp) en van de cataracte, 2o de ziekten van het glasachtig lichaam, de zenuw en de vliezen (88 pp), 3o de ziekten van den oogbol, het ooghol, de ooghoeken en het oogschelen (96 pp). Op het einde een register. Zie ook Vanderhaeghen pp 131-139. Het werk werd ook in het Duitsch vertaald: 1731 Bremen Saurmann. (Vanderhaeghen pp 140-142) Aan de bibliographie over Palfyn, verschenen in Bibliographie des oeuvres de Jean Palfyn door Ferd. Vander Haeghen (Gent 1888), een echt meesterstuk op het gebied van de bibliographie (Bi Un Gent A 58806, G 6503), in Jan Palfyn door Frans DaelsGa naar voetnoot(1) (Vla. Geneesk. Tijdschr. 1927) en in De Hulde van de Letterkunde aan Jan Palfyn door A.J.J. Van de Velde (Kon. Vla. Acad. 1930), dient bijgevoegd te worden: Vaderlandsche biographie door Frans de Potter, Gent 1860 pp 92-94. (Bi Un Gent G 9735) Jan Palfyn 1650. Een Levensbeeld - 1730 door Arthur Broekaert, Brugge 264 pp. (219 G 2)
***
Pallas Peter Simon, geboren te Berlijn 22 Sept. 1741, studeerde te Berlijn, Halle, Göttingen, Leiden, Londen. Benevens zijn groote ervaring in de geneeskunde legde hij zich ijverig toe op de natuurwetenschappen; hij verbleef van 1762 tot 1766 te 's Gravenhage. Zijn Elenchus Zoophytorum en zijn Miscellanea zoologica werden aan den prins van Oranje opgedragen. Pas terug in Berlijn waar hij zijn Spicilegia zoologica bereidde, werd hij te St Petersburg geroepen om aldaar leeraar te worden aan de academie van natuurwetenschappen, en bleef in die betrekking van 1767 tot aan zijn dood in 1811; gedurende een reis naar Berlijn overleed hij aldaar op 8 September 1811. Verscheidene zijner werken werden door P. Boddaert vertaald.
Biologie [1768 Pallas] Lyst der Plant-dieren, bevattende de algemeene schetzen der geslachten en korte beschrijvingen der bekende Zoorten. Met | |||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||
de bygevoegde Naamen der Schryveren, In het Latyn beschreeven door den Hooggel. Heer P.S. Pallas Med. Doct. Hoogleeraar in de Natuurlyke Historie te St Petersburg en opzigter van het Cabinet der Natuurlyke zeldzaamheden van haar Keizerlyke Majesteit de Keizerin van Rusland. Lid van de Keizerlyke Natuur Onderzoekeren, en van het Koninglyk genoodschap te Londen. Vertaald, en met Aanmerkingen en Afbeeldingen voorzien door P. Boddaert. Med. Doct. Te Utrecht, By A. van Paddenburg en J. van Schoonhoven, 1768 (20 × 12.3 cm, 50 + 654 pp, 14 platen. Bi A.J.J.V., Bi Un Amsterdam).
Opdracht aan Gaubius hoogleeraar te Leiden, voorrede van den vertaler Boddaert uit Utrecht, voorrede van den schrijver, naamlijst van schrijvers over plantdieren, beschrijving van 250 plantdieren met den Latijnschen en den Nederlandschen naam en bibliographische aanteekeningen, register van namen, uitgebreid aanhangsel (pp 575-644), verklaring der afbeeldingen.
Dierkunde [1770 Pallas] Dierkundig mengelwerk, in het welke de nieuwe en nog duistere zoorten van dieren Door naauwkeurige afbeeldingen, Beschrijvingen en Verhandelingen opgehelderd worden. In het latyn beschreeven door den hooggel. Heer P.S. Pallas, M.D. Hoogleeraar in de natuurlyke Historiek, opzichter van het Cabinet van haare Keizerlyke Majesteit de Keizerin van Rusland, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur Onderzoekeren, en Medelid van het Koninglyk Genoodschap te Londen. Vertaald en met Aanmerkingen voorzien door P. Boddaert. Med. D. Oudraad der Stad Vlissingen, Lid van het Zeeuwsche Genoodschap der Wetenschappen te Vlissingen. VI stukken met plaaten. Te Utrecht, By Abraham van Paddenburg en J. Van Schoonhoven, 1770 (25.8 × 19.4 cm, VIII + 32 + 38 + 35 + 32 + 30 + 23 pp, register, 10 platen, Bi Un Gent HN 288, Kon Bi Brussel VH 7000)
Opdracht aan J. Baster geneesheer te Zierikzee van P. Boddaert; voorrede, ook van P. Boddaert, uit Utrecht 4 October 1767. In het 1e stukje (32 pp) 16 dieren beschreven. In het 2e uitgegeven in 1768 en opgedragen aan J.D. Hahn te Utrecht en J.A. Schlosser te Amsterdam worden de vledermuizen onderzocht. Het 3e stuk, met jaartal 1769, is opgedragen aan Jac. Willemsen te Middelburg en Gysb. Bonnet te Utrecht, beschrijft de zeerupsen (35 pp). In het 4e stuk, ook in 1769 uitgegeven, vindt men de studie over de zeeduizendbeenen en zeepissebedden; dat stuk wordt opgedragen aan Car. von Linné en aan Nic. Laur. Burmannus te Amsterdam (32 pp). Het 5e deel verschenen in 1770 en opgedragen aan W. Vander Meulen koop- | |||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||
man te Amsterdam en P. Cramer, koopman te Vlissingen, bestudeert de groote zandkoker, een nieuw soort van tor, de buidelrat en de miereneter (30 pp). Het 6e en laatste stuk (24 pp) van 1770 opgedragen aan M. Slabber, is een verhandeling over het geslacht der poulepeintades, de kuifhoenderen en de gekuifde zeepapegaai. Op het einde van het boek de lijst der aangehaalde schrijvers, en alphabetisch register over de 6 deelen en 6 gegraveerde platen.
Dierkunde [1779 Pallas] Natuurlyke historie van nieuwe en nog weinig bekende soorten van Dieren. Uit het Latyn van den Heer P.S. Pallas..... Te Amsterdam, By de Wed. Van Esveldt en Holtrop. MDCCLXXIX (25.6 × 19.5 cm, 32 + 38 + 35 + 32 + 30 + 28 + (2) pp. Kon Bi Brussel VH 43033).
Zie 1779 Boddaert, Vla. Acad. 1938 p 444.
Biologie [1798 Pallas] Natuurlyke historie der plant-dieren, bevattende de algemeene schetzen der geslachten en korte beschryvingen der bekende zoorten, Met de bygevoegde Naamen der Schryveren, In het Latyn beschreeven door P.S. Pallas, Hoogleeraar in de Natuurlyke Historie te St Petersburg. Vertaald, met Aanmerkingen en Afbeeldingen voorzien door P. Boddaert. Eerste deel. Te Amsterdam, by J.B. Elwe, MDCCXCVIII. Ibid Tweede deel. (21.5 × 14 cm, 50 + 1 tot 278 en 279 tot 654 pp, Bi Un Gent HN 428, Kon Bi Brussel VH 7121, 7122, Bi Un Amsterdam).
Beschrijving van talrijke wezens, waaronder verscheidene met het microscoop zichtbaar. Ook worden de onderzoekingen van Baker, Ellis en Baster meer dan eens aangehaald.
***
Paludanus R. Zie Anonymus 1781.
Heelkunde. 1553 Paracelsus. Die peerle der chirurgijen. Thantwerpen Roelants 1553 in 4 (Bi Un Amsterdam, Brit. Mus.)
Heelkunde [1556 Paracelsus] Die groote chirurgie van den experten ende warachtigen in der Medicinen en̄ Chirurgien Doctor Paracelsus / van allen wonden gehouwen / gesteken / geschoten / van alle verbrantheit / vā feninige dierenbeten / vā alle gebroken beenderen / en̄ al wat die Chirurgie begripen is / met geheelder genesinge en̄ kennisse van alle accidenten tegen- | |||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||
woordich oft toecomende sonder enich gebreck te kennen gegeven vanden ouden en̄ nieuwen consten hoe sij gevonden sijn. Ghetranslateert wt den hoochduytschen eersten gedructen exemplare van D. Paracelsus hantschrift, duer M. Pieter Volck Holst Chirurgus. Met gratie en previlegie. M.D.LVI. (27.9 × 19.2 cm, (4) + XLII fo, Bi Un Gent me 24 B, Bi Un Amsterdam).
Plaats van uitgave op het einde van het boek: ‘Gedruct by visitatie en approbatie met Privilegie voor verhaelt, duer Gillis van Diesth Boeckprinter, inde seer vermaerde Coopstadt van Antwerpen, int Iaer ons Heeren Jesu Christi ons salichmakers, als men schreef. M.D. LV. den lesten dach desselfs Iaers met de hulpe Gods voleynt.’ Octroy uit Brussel 8 juni 1555 geteekend Facuwez. Opdracht aan de Schout, Burgemeesteren en raad van de Stad Delft, geteekend Peter Volck-Holst chirurgus, uit Delft 23 maart 1555, als vertaler. Het werk is verdeeld in 3 boeken: het eerste tractaat met een proloog en 17 hoofdstukken, over de wonden in het algemeen; het tweede tractaat, ook met een proloog, met 17 hoofdstukken over de behandeling der wonden; het derde tractaat met een proloog en 13 hoofdstukken over beten van razende honden, slangen, venijnige dieren, verbrandingen, gedruisch en vervriezen.
Pokken. [1557 Paracelses]. Een excellent Tracktaet leerende hoemen alle ghebreken der Pocken sal moghen ghenesen / ende bynae alle sieckten met seer hooghen ende schoonen Consten gheciert / ghetoghen wt den Boecken des hooch gheleerden Doctoors ende prince der Medicijnen Theophrastus Paracelses / gecopuleert door den wel gheleerden Man Philippus Hermanni Medicum et Chirurgum. Gheprint Thantwerpen op dye Lombaerde Veste in onser lieuer Vrouwen Thoren by my Jan Roelants Anno M.D.LVII. Men vint se te coope Thantwerpen op onse lieuen Vrouwen Kerchof onder den Thoren. Met Gratie ende Preuilegie. (18.3 × 13.1 cm, (2) + 32 + (1) fos, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent R 6981)
Octrooy uit Brussel 1553, 7 juni, daarna proloog. Het boek is verdeeld in twee boeken, het 1e met 7 hoofdstukken, het 2e met 16.
Geneeskunde [1563 Paracelsus] Labyrinthus ofte Doolhof vande dwalende Medecijns des hoochgheleerden Docteurs Theophrastus Para- | |||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||
celsus / overghesedt wten Latijn in Nederlandtsche duytsche Spraecke / door M.E.B. Thantwerpen by my Jan van Waesberghe woonende op onser Vrouwen Kerckhof inden schilt van Vlaenderen. Anno M.CCCCC. ende LXIII. Met Gratie en Privilegie. (15.1 × 9.7 cm, (16) pp + 60 fos, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent A 53301)
Een uitgave te Antwerpen bij Jan Van Waesberghe in 1543 en een in 1558. Octroy uit Brussel op 16 juli 1563. Brief van Geeraert Baeck aan den vertaler M.E. uit Antwerpen 3 september 1563. Voorrede van Paracelsus. Overzicht in 11 hoofdstukken: de geneeskunst, het firmament, lichaam en elementen, de anatomie, de alchymie, de experientie, de pharmacie, de speculatieve geneeskunde, de duidelijke demonstratie, de materie, de oorsprong der ziekten.
Heelkunde. 1568 Paracelsus. De cleyne chirurgie ende tgasthuysboeck. Thantwerpen de Laet 1568 kl in 8 (Bi Un Amsterdam, Stadsbi Antwerpen, Kon Bi Brussel III 7027 A). Ook een uitgave te Utrecht 1629 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. 1580 Paracelsus. Das ervarenen vorsten aller medicins, van den eersten dry principiis, wat hun formen ende werckingen zijn. Overgheset uit den Hochd. in onse Nederl. tale door Jan Pauwelsz. Delft bij Aelb. Hendricksz 158 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. 1581 Paracelsus. Dat secreet der philosophien inhoudende hoe men alle aertsche dinghen bereiden sal ende ghebruycken. Reesz, Derick Wylickx van Santen 1581 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. 1612 Paracelsus. Dat Secreet der Philosophien inhoudende hoemen alle Aertsche dingen, gelijck Alluyn, Solfer, Coperroot ende diergelijcken bereyden sal.... met noch veel ander Secreete.... Consten daermē wonderlicke Curatien mede doet in allen swaren.... siecten... Al te samen getogen wt die Boecken Paracelsi, door... P. Hermanni. Leyden 1612 in 8 (Brit. Mus.)
Geneeskunde. 1614 Paracelsus. Fasciculus oft Lusthof der chimischer Medecynen, uyt allen Boecken ende Schriften, Mitzgaders eenen Dictionarium dienende tot vertalingh aller onduitsche woorden. Uyt de Lat. in onze Nederl. Tale vertaelt door M. Laurenz Gysbertsz van Nyendal. Utrecht 1614.
Geneeskunde. 1567 Paracelsus. Tgasthuis boec... overgheset duer | |||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||
M(arten) E(veraert) B(ruggeling). Hantwerpen, Hans de Laet 1567 in 8 (Kon Bi Brussel III 17.369). Een uitgave te Utrecht 1629 (Brit. Mus.)
Paracelsus, Th. Zie Hermanni Phil.
Over de taal van Philip-Aureol, Theophrast Bombast von Hohenheim, gezegd Paracelsus, verscheen:
Dictionarium Theophrasti Paracelsi, Continens obscuriorum vocabulorum, quibus in suis scriptis passim utitur, definitiones, a G. Dorneo collectum et auctum. Francofurti 1583 in 8, 1584 in 8 (Brit. Mus.)
Philippus Aureolus Theophrastes Bombast von Hohenheim, gezegd Paracelsus werd geboren in 1493 te Einsiedlen (Zwitserland) en overleed te Salzburg op 24 sept 1541, zoon van een medicus, en baanbreker van een nieuwen weg op het gebied der geneeskunde. Daarom werd hij door de aanhangers van de oude Grieksche geneesheeren erg bestreden. De meeste zijner geschriften verschenen na zijn dood; zij werden onder meer in 10 boekdeelen vereenigd door Huser te Basel in 1589.
***
Ambroise Paré (Laval 1517 † Parijs 1590) wordt beschouwd als de hervormer van de heelkunde in Frankrijk. Als heelkundige van den franschen koning heeft hij talrijke werken geschreven die verzameld als Oeuvres Complètes verschenen te Parijs in 1561, gevolgd door 13 fransche uitgaven, de laatste te Parijs in 1840; daarenboven 8 latijnsche uitgaven, en verscheidene in het Nederlandsch, Engelsch en Duitsch.
Heelkunde. 1556 Paré A. Een suyverlyc tractaet om int corte te handelen en te genezen alderhande wonden ende quetsuren. Thantwerpen, Jan Roelants 1556 in 4 (Bi Un Amsterdam).
De Nederlandsche vertaling van de Chirurgie van Ambroise Paré door Karel Baten werd verscheidene malen uitgegeven en heeft aldus veel bijval gekend. De Catalogus van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der geneeskunde noemt 10 uitgaven die in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam berusten (allen in fo): | |||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||
Heelkunde [1592 Paré] De Chirurgie, ende alle de Opera, ofte Wercken van Mr. Ambrosius Paré ...... overgheset: Door D. Carolum Battum.... Tot Dordrecht. By Jan Canin, woonende in de Wijnstrate. Int Jaer 1592. Met Privilegie voor 12 Jaren. (30,5 × 19 cm, (22) + 1130 + (16) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent Acc 6490).
Zie Baten, Kon. Vla. Acad. 1933 p 551, 1938 p 234.
Heelkunde [1627 Paré] De Chirurgie, ende alle de Opera, ofte Wercken van Mr. Ambrosius Paré ..... overgheset Door D. Carolum Battum.... Tot Haerlem. Gedruckt by Harman Kranepoel, Voor Hendrick Laurensz, Boeckverkooper op 't Water, in 't Schrijfboeck, tot Amsterdam Anno. MDCXXVII (39,5 × 19.8 cm, (16) + 940 pp + 10 pp registers, Bi Un Gent Me 44).
Zie Baten, Kon. Vla. Acad. 1933 p 552, 1938 p 235.
Heelkunde [1636 Paré] De Chirurgie ende alle de Opera, ofte Wercken van Mr Ambrosius Paré.... overgeset: Door D. Carolum Battum,.... Tot Amsterdam, Gedruckt by Cornelis van Breugel, Voor Hendrick Laurentsz. Boeck-vercooper woonende op 't Water in 't Schrijf-boeck. Anno MDCXXXVI (36.3 × 21.7 cm, (12) + 940 + (12) + 44 pp, Bi Un Gent G 7827)
Wordt bijgevoegd het werk van Joh. Fernelium vertaald door Geb. Egvertsz, in 16 hoofdstukken. Zie Baten, Kon. Vla. Acad. 1933 p 553, 1938 p 235.
Heelkunde [1655 Paré] De Chirurgie ende opera van alle de Wercken van Mr Ambrosius Paré ...... overgheset door D. Carolum Battum,.... Tot | |||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||
Amsterdam, By Jan Fredericksz Stam, in de Hoop. Anno 1655. (30.9 × 20.1 cm, (12) + 832 + (11) pp, Bi Un Gent G 15482).
Zie Baten, Kon. Vla. Acad. 1933 p 553, 1938 p 235.
Heelkunde [1655 Paré] De Chirurgie ende opera Van alle de Wercken van Mr Ambrosius Paré.... overgheset door D. Carolum Battum... Tot Middelburgh, By Jacques Fierens, Boeckverkooper. Anno 1655 (30.7 × 19.9 cm, (10) + 940 + (11) pp, Bi A.J.J.V.).
Zie Baten, Kon. Vla. Acad. 1933 p 554, 1938 p 235.
***
Pareus. Zie Hippocrates 1792.
Landbouw [1779 Paringauw] Over de bereiding van een zoort van Catoen uit de Pisang-boom. door J.H. Paringauw (In Verhandel. Batav. Gen. 1779 I pp 83-86, Bi Un Gent Hi 9696)
Heelkunde. Sd van Parisiis. Een nieu wondt boeck.
Biologie [1753 Parsons] Natuurkundige aanmerkingen op de overeenkomst tusschen de voortteeling van Dieren en die van Gewassen, In welke beantwoord zyn Zommige gemaakte zwarigheeden tegens de onverdeelbaarheid van de Ziel, dewelke onbedachtelyk getrokken zyn uyt de laatste keurige en nuttige Proefneeminge van de Polypus en andere Dieren, Met Een verklaringe van de manier door welke een stuk van een doorsneeden Polypus, een volmaakt ander Schepsel of Dier van dien zelven aardt word. Door James Parsons, M.D. Lidt van het Genoodschap der Geneesheeren, en (Assistent Geheimschryver van buytenlandsche Correspondente) van de Koninglyke Societeit, en van het Genoodschap der Oudheeden te Londen. Uyt het Engelsch vertaalt Door een Liefhebber der Natuurkunde. In 's Gravenhage, By H. Scheurleer, F.Z.M. DCC. LIII. (19.4 × 12 cm, × + (2) + 227 + (5) pp, Bi A.J.J.V.).
Het 1e hoofdstuk over de gedachten van verscheidene schrijvers, het 2e over hetgeen de schr. meent, het 3e van drie soorten van werktuiglijke wordingen, het 4e over de overeenkomst der vochten in dieren en planten, het 5e over de vermenigvuldiging door verdeeling, het 6e over het verder geluk van den mensch met opzicht tot een toekomenden staat; dit alles in een godsdienstig kader. | |||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||
Biologie [1777 Parsons] Natuurkundige aanmerkingen... (zooals 1753 Parsons).... Natuurkunde. Te Amsterdam, By Jan Roos, Boekverkoper in de Hartestraat. 1777 (20.4 × 12.3 cm., × + (2) + 227 + (5) pp, Kon Bi Brussel VH 7129).
Zelfde tekst als 1753 Parsons, uitgave van Leiden. James Parsons, Barnstaple 1705 † London 1770, doctor in de geneeskunde van de Universiteit van Reims, medicus te London. Zijn boek Philosophical observations on the analogy between the propagation of animals and that of vegetables verscheen te London in 1752.
Pastow Jac. Zie 1644 Frambesarius N.A.
Dierkunde. 1793 Pasteur, J.D. Beknopte natuurlijke historie der zoogende dieren. Leyden 1793-1800, 3 vol in 8.
Pasteur J.D. Zie Weickard M.A. 1792.
Geneeskunde. ca 1770 Paulet, Jean Jacques. Onderrichting voor het algemeen, nopens deszelfs allergrootste belang, of Konst om zich voor de Kinderziekte te beveiligen. Amsterdam ca 1770 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1636 Paulli, Matthias. Een niew tractaet van de twe aldermeeste, ende perijcke leuste quaden, die den mensch in dit leven connen overcomen, d'een na den lichaem, d'ander na der zielen: en van hunder beyde remedien. Met een claer bedietsel van de Latijnsche woorden der recepten, kruyden, beesten, mineralen, etc. die hier verhaelt worden, ende in 't Cort advys tegen de peste der doctooren van Antwerpen. Luyck 1636 in 12.
Landbouw [1762 Paulsen] Echte Berichten van den Akkerbouw der Oostersche Volkeren, ter Opheldering van veele Schriftuurplaatsen, zoo uit het Oude als Nieuwe Testament, Uit de Oostersche Reisbeschryvingen verzamelt en uitgegeven. door den Heer Hermannus Christiaan Paulsen, eertyds Predikant te Crempe nu te Wedel aan de Elve met een Voorrede van den Heer Professor Johan Laurents Mosheim, Met Kopere Platen, uit het Hoogduitsch vertaalt door J.F.F. Te Leyden, By Johannes le Mair, 1762. (20.5 × 12 cm, (64) + 287 + (15) pp, Kon Bi Brussel VH 5943, Bi Un Gent HN 840).
Opdracht aan Chr-Aug. van Berckentin door H. Chr-Paulsen uit Crempe 14 sprokkelmaand 1748, zeer lange voorrede van | |||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||
J.L. van Mosheim uit Göttingen 20 april 1748, lang voorbericht van Paulsen uit Crempe 9 Aug. 1747. Het werk in het kader van de schriftuur geschreven, bedraagt 5 hoofdstukken: de eer en de aanzienlijkheid van het landleven, de vruchtbaarheid van het land, de tijden van den akkerbouw, het ploegen, het zaaien en eggen, de oogsttijd. Daarna een aanhangsel en een register van de opgehelderde schriftuurplaatsen.
Pauwels Jan. Zie Paracelsus 1580.
Heelkunde. 1565 Pelsers Jan. Examen chirurgorum inhoudende claer onderwijs. Brugghe, Hubr. Goltz 1565 in 8; herdruk Dordrecht N. Vincenten 1612 in 8.
Pest. 1569 Pelsers Jan. Van de peste. Brugghe Pieter Declerck 1569 in 8.
1648 Pender Joh. Microcosmos ofte Kleyne Werelt. Breda 1648 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Gynecologie. [1761 Pereboom] Verhandeling over de melkwording, en deszelfs toevallen. Door Cornelius Pereboom, M.D. en Stads Doctor te Hoorn. - - si quid novisti rectius isto Candide imperti, si non, his utere mecum. Horat. - Te Hoorn, By T. Tjallingius, Boekverkooper. MDCCLXI. (21.8 × 13.7 cm, 60 + (4) pp, Bi Un Gent me 1397, Bi Un Amst.)
De making van het zog. Hoe het zog te vermeerderen, te verminderen of te verdrijven. Voorkoming en genezing der toevallen die het zog meest veroorzaakt.
Geneeskunde. 1775 Pereboom. Geneeskundige verhandeling over de geraaktheid, voornaamlyk der zenuwen. Uit het Latijn. Amsterdam 1775 in 8 (Bi Un Amst.)
Geneeskunde [1780 Pereboom] In hoe verre kan eene Longteering geneeslyk zyn, en uit welke tekenen is zy als zodanig te kennen? Door C. Pereboom, Med. Doctor, Acad. Nat. Cur. Sodal. woonachtig te Amsterdam. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1780 V pp 171-196, Bi Un Gent me 366a)
Geneeskunde [1782 Pereboom] Zyn' er Braakmiddelen, die men in zommige gevallen boven den wortel van Ipecacoanna verkiezen moet? zoo ja: welke zyn die middelen, en wanneer komen ze te pas? Door C. Pereboom, Med. Doctor. Acad. Nat. Cur. Sodal. woonachtig te Amsterdam | |||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||
(In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1782 VII2 pp 363-382, Bi Un Gent me 366a)
Ipecacoanha bezit niet altijd de vereischte eigenschappen; braakwynsteen b.v. is ook tegen de wormen krachtig; Scilla werkt ook diuretisch.
Geneeskunde [1784 Pereboom] Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave, Simplex veri sigillum. Door C. Pereboom, Medicinae Doctor te Amsterdam, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuuronderzoekeren. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1784 IX pp 181-205, Bi Un Gent me 366a)
Pereboom C. Zie 1772 Ludwig, 1761 de Nobleville.
Heelkunde ca 1770 Petit. De Heelkundige Grondbeginselen, door de Heer Jean Louis Petit, beroemd Geneesmeester te Parys. Uit het Fransch vertaald door P. Morand, Med. Doct. te Amsterdam. Gr in 8. Amsterdam, Gerrit Bom, ca 1770.
Heelkunde. 1751 Petit Jean Louis. Verhandeling van de ziekte der beenderen, vertaalt door J. Hoogvliet. Rotterdam 1751, 2 deelen in 8 (Bi Un Amsterdam).
Jean Louis Petit, heelkundige (Parijs 1674 † Parijs 1750), stichter van de Academie de chirurgie in 1731.
Heelkunde. 1775 Peyrilhe Bern. Verhandeling over den Kanker. Uit het Latyn. Amsterdam 1775 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Bernard Peyrilhe (Pompignan 1737 † Grenade sur Garonne 12 feb 1804), hoogleeraar te Parijs. Zijn verhandeling De cancro werd bekroond door de Academie van Dijon en verscheen in 1774.
Hygiene. 1763 van Phelsum M. Verhandeling over de wormen, welke veeltijds in de darmen der menschen gevonden worden. Leeuwarden 1763 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Heelkunde. 1772 van Phelsum Murk. Vertoog over de gemaklykste wyze van geknelde darm breuken binnen te brengen. Sneek 1772 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1776 van Phelsum. Twee brieven raakende de verhan- | |||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||
deling van Tissot over de vallende ziekte. Amsterdam 1778 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1776 van Phelsum Murk. Verhandelingen tot de genees- en natuurkunde behoorende onderwerpen, 2 deelen. Franeker 1776-1777 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1688 Philaletha enz. Eenige philosophische en medicinale tractaatjes, beschrijvende de liquor alchahest. Uyt het Engelsch door Jac. Vande Velde. Amsterdam Jac. Vande Velde 1688 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Zie 1688 Van de Velde J.
Geneeskunde. 1704 Philalethes. Den Lyf-medicus. Amsterdam 1704 in 12 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde [1683 Philiatros] Den Krayenden Haene van Aesculapius, Ofte Kerst-Nacht Ghedachten, Vanden Jaere 1682. Door den Nieuw ten Dagheraet Verrysenden Vallesius Philiatros Medecyn tot Ghendt. Waer by ten Deele Wederleyt wort, de verkeerde van Bonte-Koe ende syne Naer-volghers. Als veel Misbruycken deser Eeuwe in de Medecyne begaen tot Troost vande Verdruckte Sieckligghende Goddinne de Konste der Medecyne naer de Wet ende Leere van Hippocratis by veele besworen, ende voor Schilt van Religie in 't bedienen van de Edele Konste der Medecynen ter Hant genomen (om te meer gesach, ofte geloof te hebben), niet te min van Weynige onderhouden. Luydende als hier achter volght. In s'Gravenhage By Pieter Hagen, Boeck-verkooper woonende in de Hoogstraat in de Pauw. M.DC.LXXXIII. (13.5 × 8.8 cm, (14) + 129 pp, Bi Un Gent G 117181). Dit zonderling boekje begint men een aanval op de onwetendheid en de oneerlijkheid van vele artsen ‘Soo zijnder veele Medecyns, sekerlijck met Naeme: ende in der Daedt seer weynigh.’ Daarop volgt een gedicht: Klinck-Dicht
Op den Krayenden Haene van Esculapius, woonende op Parnassus Bergh. Naer dat in 't t'Aertsche Dal, onsprongen syn de plagen
Uyt Eva voorts ghebracht, in 't Dal van haeren schoot
Waer uyt ontstondt veel quaedt, sieck' smerten ende claghen
Jae selfs het bleecke schim, van d'onghetemde Doodt
Oock dat in Noachs tydt, den Hemel, hem deed' hopen
| |||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||
(Tot s'Weireldts onderganck) uytstortende syn nadt,
En dat uyt t'Aerderyck, de wateren voortcropen
Waer door al t'ghon dat was, wiert seffens med' becladt
Behalvens d'Arck alleen, en die daer inne bleven.
Soo ist daer naer ghebeurt, dat alles weer op stondt
En namp een anderstandt, op Berghen hoogh verheven
Versendende den Vloedt wed'rom naer synen grondt.
Want Vader Abraham gheneyght tot offerande
Van Isa'ck synen Soon, soo Godt aen hem ghebiedt,
Verliet hy niet het Dal, en stack syn handt in brande
Op eenen hooghen Bergh, naer des Schriftuers bediedt,
Alsoo heeft Moyses oock, als by syn Volck sagh leven,
In onheyl ende quaedt, sigh op een Bergh ghesedt
Wanneer den grooten Godt, aen hem daer heeft ghegheven
Syn Woordt en syn Ghebodt, ons aller vaste Wedt.
O! wonderbaerghe schick, siet al des s'Weireldts Seghen
Die wort ons vanden Bergh ghebracht in overvloedt
Selfs onse Saligheyt: heeft Christus daer vercreghen
Wanneer hy op den Berch voor ons vergoodt syn Bloedt
Dat desen Haen' dan wort gheert in alle Landen
(Tot s'dwaelinghs wederlegh) ons van 't Geberght gejons
Waer door dat Bonte-Koe gebracht wort nu tot schanden,
En al die in syn Leer' met hem aengaen Verbondt.
Want wie hem krayen hoort', en syn Verstandt doet open,
Hy sal de waerheyt sien, verschynen vanden Bergh;
En dat de valsche Leer' daer onder licht ghecropen,
Met haer vergiftigheyt als Peste noch soo ergh.
Door U-L. Dienst-bereyden
s.c.i.z.t.g.
De lange voorrede, geteekend p.n.v.b.m.d., wordt gericht ‘Aen het Drylitmatigh oneenigh Lichaem der Medecijne Docteurs, Chirurgijns, ende Apotekers. In dezelfde stemming eindigt het boek met een ‘Afscheyt des Autheurs aen synen Haene’ gevolgd door een gedicht, geteekend, zooals de voorrede, p.n.v.b.m.d.. En na het woord Finis komt een ‘Allusie op 't woort Finis’: Het is een audt ghespreuck, coronat finis Opus,
Dat Bonte-Koe dan kust de Poorte van Aesopus.
Dobbel Jaer-Schrift besluytende t'jaer van 't beghin
des Werckx, als oock het Jaer, dagh en Maendt,
Als t'is voldruckt.
| |||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||
Wee Bontekoe, bringhem Wou, D'oudt artsen
tot schandt
U, werck, Den twaelfsten Maert, Vonnist te
syn ghebant.
Geneeskunde [1779 Philomusus]. De heilige Geneeskunde of verhandeling van eenige voornaame Ziekten, waar van in de Heilige Schrift melding gemaakt word, door Philomusus. Te Gouda, by W. Verblaauw, MDCCLXXIX (21.6 × 13.4 cm, (4) + 164 pp, Bi Un Gent me 24781)
Deze verhandeling is medegebonden met het werk van Guattani 1779 (Bi Un Gent me 2478); de titel, de voorrede en het register der hoofdstukken bevinden zich tusschen pp 162 en 163. Onder meer wordt gehandeld over de melaatsheid der Joden, de hinking en de balseming van Jacob, de ziekten van koning Hiskia, koning Asa, koning Joram, koning Saul, koning Nebucadnezar, Job, koning Herodes, het einde van Judas.
Geneeskunde. 1789 Pichler J.F.C. Manier om geneeskundige voorschriften voor te schryven. Amsterdam 1789 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Therapie [1558 Piemontois] Die Secreten Van Den Eerveerdighen Heere Alexis Piemontois. Inhoudende seer excellente ente wel gheapprobeerde remedien, teghen veelderhande crancheden, wonden ende andere accidentē: Met die maniere van te distilleren, perfumeren, confituren maken, te verwen, coleuren, ende gieten. Vvt den Françoyse overgheset. Tantvverpen, By Christoffel Plantijn, inden gulden eenhooren. 1558. Met Privilegie (16.2 × 9.3 cm., 188 fo + (2) + (19) pp, Kon Bi Brussel II 25934 A, Bi Un Gent Acc 5282).
Het bestaan van dat boek werd mij bekend gemaakt door den heer Ed. Bontinck; een uitgave die in het Nederlandsch verscheen vóór den tijd van Carel Baten. Zie daarover meer in: Het Secreet-boek van Carel Baten door Ed. Bontinck, Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. 1938, pp 801-820. Daar zegt onder meer Schr. (p 818) dat Alexis Piemontois (Alessio Piemontese) kan vereenzelvigd worden met den Italiaanschen alchimist Hieronimo Ruscelli (volgens Brunet, Manuel du Libraire 1922); verder door de Nederlandsche vertalingen van Piemontois te vergelijken met deze van Baten, kan men vaststellen dat Baten van een Nederlandsche vertaling niet heeft afgeschreven. | |||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||
Geneeskunde [1558 Piemontois]. Die secreten van den eerweerdighen Heere Alexis Piemontois ...... Tantwerpen, By Christoffel Plantijn, in den gulden eenhooren. 1558. Met privilegie (14.4 × 9.3 cm, 189 fos + (18) pp, Kon Bi Brussel II 25934 en II 19627)
Zie Versl. en Med. Kon. Vla. Acad. 1936 p 303.
Geneeskunde 1561 Piemontois. Secreton. Inhoudende excellente remedien teghen veel-derhande cranckheden, wonden ende andere accidenten: met de maniere van te distilleren, perfumeren, confituren maken, te verwen, coleuren ende gieten, Thantwerpen, Christ. Plantyn 1561.
Zie Alexis, Kon. Vla. Acad. 1937 p 268.
Geneeskunde. [1562 Piemontois] Dye Secreten van den Eerweerdighen Heere Alexis Piemontois.... Thantwerpen 1562 (Bi A.J.J.V.)
Zie Alexis, Kon. Vla. Acad. 1937 p 268.
Geneeskunde 1614 Piemontois A.U. De secreten inhoudende seer excellente en wel gheapprobeerde remedien teghen veelderhande cranckheden. Met de maniere van te distileren, enz. Amsterdam 1614 (Utrecht, van 't Hoff Lab.)
Geneeskunde 1636 Piemontois. Veelderhande secreten van den vermaerden Heer Alexis Piemontois, 1636 (Bi St Jans Gasthuis Brugge).
Geneeskunde. [1658 Piemontois]. Veelderhande treffelijcke secreten Van den Vermaerden Heer Alexis Piemontois.... t'Amstelredam 1658 (Bi Un Gent 194 H 28).
Zie Alexis, Kon. Vla. Acad. 1937 p 268.
Geneeskunde [1670 Piemontois] Veelderhande Secreten Van den Vermaerden Heer Alexis Piemontois.... t'Amsterdam 1670 (Bi A.J.J.V.).
Zie Alexis, Kon. Vla. Acad. 1937 p 269.
Alexis Piemontois, of Alessio Piemontese, of Alexius Pedemontanus, geneeskundige van de 16e eeuw. Zijn zeven boeken over de secreten, in het Italiaansch te Venetië in 1557 verschenen, werden door Jac. Wecker in het Latijn vertaald en te Basel in 1563 uitgegeven. | |||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||
Heelkunde. 1778 Piët. Aanmerkingen op de doorsnyding der schaambeensvereeniging. Leyden 1778 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. 1662 Pigraeus P. Genees- ende Heel-Konst. M. verkl. der geneesmiddelen tot yder Sieckten behoorende. Overgeset door P. Rutgers van Nieustadt. 3e druk Amsterdam 1662 in 4.
Geneeskunde. [1672 Pigraeus] Kort Begrijp, van de Genees- Ende Heel-Konst door Petrus Pigraeus, Chirurgiin des Koninghs. Met een wijdtloopige Verklaringe der Geneesmiddelen, tot yeder Sieckten behoorende. Overgeset door Pieter Rutgersz. van Nieustad Ordinaris Chirurgiin der Stadt Dordrecht. Den vierden Druck, Gecorrigeert ende Verbetert door Hendrick van Roonhuyse, Ordinaris Heel-meester der Stadt Amsterdam. t'Amsterdam, Gedruckt by de Weduw' van Theunis Jacobsz. Loots-Man, Boeckverkoopster, op 't Water, in de Loots-Man, 1672 (18.6 × 14 cm, (10) + portret + 450 + (10) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 729).
Opdracht van Nieustadt aan schout en burgemeesters van Dordrecht, van Pigraeus aan Hendrik IV van Frankrijk en Navarre, een dubelle voorrede. Daarna het portret van Petrus Pigraeus op 75en leeftijd. Het 1e boek handelt over de leer en de grondbeginselen van de chirurgie, het 2e over de gezwellen, het 3e over de behandeling der wonden in het algemeen, het 4e over de behandeling van elk deel in het bijzonder, het 5e over de behandeling der ulceratien, het 6e over de beenbreuken, het 7e over eenige ziekten zonder wonden noch ulceratien, het 8e over de huidziekten, het 9e over de evacuatie, het 10e over de krachten der geneesmiddelen. Op het einde van het 10e hoofdstuk komt een lijst van technische woorden, namelijk van geneesmiddelen met aanteekeningen (pp 435-449). Ten slotte een alphabetisch register. De catalogus van het Genootschap tot bevordering der geneeskunde (Bi Un Amsterdam) vermeldt de volgende uitgaven: 1623 Dordrecht, 1633 Amsterdam, 1648 Amsterdam, 1655 Amsterdam 2e druk, 1662 Amsterdam 3e druk, 1672 Amsterdam 4e druk.
Pierre Pigray, heelkundige † te Parijs in 1613, leerling van Ambroise Paré. | |||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||
Geneeskunde. 1677 Pijl Paul. Den aftocht ter eeren van krakkeelende Doctoren en chirurgijns van Amsterdam, over het verschil tusschen den Hr. Doctor Bon. van Dortmont, Fred. Ruysch, met zijn vroetmeester Andr. Boeckelman. Amsterdam 1677 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Piso G. Zie 1694 Bontius.
Geneeskunde. [1705 Pitt] List en Bedrog der Medicynen Ten Toon Gestelt In een ontdekking der laage prijze van de beste, en een berisping van 't gebruik der kostelijke geneesmiddelen, thans meest in agtinge; En in een bewijs, dat het alte veelvuldig gebruik der Medicijnen bederflijk is voor de gezontheit, Met Onderrigtinge om voor te komen, dat men door de doorgaande practijk niet bedrogen werde, en om hals rake. In 't Engelsch beschreven door R. Pitt, M.D. Lidt en Opziender van der Doktooren Kollegie, en Lidt der Koninklijke Maatschappye te Londen. Te Rotterdam, By Barent Bos, Boekverkooper 1705. (15.7 × 9.9 cm, (12) + 308 + (14) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Antwerpen 6021).
Bericht aan den lezer, inhoud, zeer lange voorrede (64 pp), overzicht (pp 65-308) van aanvallenden aard, register van de genoemde geneesmiddelen.
Pitton. Zie Tournefort.
Chemie. 1795 Plaat G.J.F. van Jaquin, Leerboek der algemeene schei- en artsenijkunde. Uit het Hoogd. Leijden Honkoop 1795 in 8; 4e druk Leiden 1812.
Geneeskunde. 1604 Plaseer David Theodoor. Translatie ende explicatie der eersten boucx aphorismorum Hippocratis. Antwerpen Jacob Mesens 1604 in 4.
Anatomie [1777 Platner] Gemeenzame Brieven van eenen Artz, of Geneesheer aan zynen Vriend; Over het Menschelyk Ligchaam, Welks Samenstel, Deelen, en derzelver Geregelde en Ontstelde Werkingen, eenvoudig, klaar, bevatbaar voor alle verstanden, en in juiste order, beschreven worden. Uitgegeeven Door den beroemden Heer D. Ernst Platner, Hoogleeraar in de Genees- en Heelkunde te Leipzig. Eerste Deel. Te Leyden, By J. Meerburg en J.J. Thyssens, Boekverkoopers 1777. (22.5 × 13.5 cm, XX + (4) + 278 pp). Id Tweede deel ((8) + 263 pp, Bi Un Amst., Bi Un Gent me 1132).
Opdracht aan Dr Zimmerman, lijfarts van den koning van Groot-Britanje, uit Leipzig 12 mei 1770. Het 1e deel bevat | |||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||
de brieven 1 tot 29 over de deelen van het lichaam, de weefsels, het leven, de hersenen, de vaten, de aderen, het hart, den bloedsomloop, het bloed, de ademhaling, den ruggegraat, de krachten. In het 2e deel, de brieven 30 tot 53 over de voeding, de spijsvertering en de deelen van de spijsbuis, de lever. Ernst Platner, Leipzig 1744 † 1818, hoogleeraar te Leipzig.
Platnerus J.L. Zie Houttuyn 1764.
Anatomie. 1630 Plempius F. Verhandelingen der Spieren. Amsterdam Aertsz. Colom 1630 in 8. Dordrecht Logmans en de Bot 1645 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Vopiscus-Fortunatus Plemp, Amsterdam 1601 † Leuven 1671, hoogleeraar te Leuven.
Plempius V.F. Zie 1633 Bart. Cabrolius.
***
Heelkunde [1772 Plenck] Materia chirurgica, of Verhandeling over de werkingen der Middelen die in de Heelkunde gebruiklyk zyn, door Josephus Jacobus Plenk, Keizerl. Koninglyk Hoogleeraar in de Heel- en Vroedkunde te Tyrnau. Uit het Hoogduitsch vertaald. Door Bartholomeus Tersier, Medicinae Doctor. Te Utrecht, By Gisbert Tiemon van Paddenburg, Boekverkoper, MDCCLXXII. (22.0 × 14.3 cm, (10) + 527 + (34) pp, Bi Un Gent me 2887)
Voorrede van den vertaler uit Haarlem 4 dec 1771. Voorrede van den schrijver. Belangrijke aanteekeningen over geneesmiddelen met talrijke vakwoorden. Op het einde woordenlijsten in verscheidene talen. Een verdere uitgave 1808 Amsterdam in 8. N.B. Hier is de naam van schr. abusief Plenk, in plaats van Plenck.
Heelkunde [1776 Plenck] Korte Leerstellingen der algemeene oeffenende Heelkunde. Door den Heere Joseph Jacob Plenck, Doctor der Heelkunde, Hoogleeraar der Ontleed- Heel- en Verloskunde, aan de Keizerlyke en Koninglyke Academie te Tyrnau. Uit het Hoogduitsch Vertaald, en met veele Byvoegzelen vermeerdert door David van Gesscher, Heelmeester van het St. Pieters Gasthuis te Amsterdam: Lid van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem; van het zeeuwsch | |||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||
Genootschap der Weetenschappen te Vlissingen; en van het Konstgenootschap, onder de Zinspreuk, Besteed den Tyd, &. &. te Utrecht. Te Amsterdam, By Fredrik de Kruiff, Boekverkooper op de Zeedyk, by de Kolksluis, 1776 (22.3 × 13.8 cm, (12) + 335 pp, Bi Un Amst., Bi Un Gent me 3129). Opdracht aan Hendrik Labee, Ev. P. Swagerman, W.T. Sinderam, Jan Martens, B. Hussem, J. de Bree, heelmeesters. Voorbericht van den vertaler. Van dat werk, dat methodisch is opgesteld, een 3e druk 1800 Amsterdam in 8, een 4e 1814 Amsterdam in 8 (Bi Un Amsterdam).
Anatomie [1781 Plenck] Schets der Ontleedkunde door den Heere Joseph Jacob Plenck, Doctor der Heelkunde, Hoogleeraar der Ontleed-Heel- en Verloskunde, aan de Keizerlyke en Koninglyke Academie te Tyrnau. Uit het Latyn vertaald, en met veel Byvoegzelen vermeerderd Door David van Gesscher, Heelmeester van het St. Pieters Gasthuis te Amsterdam: Lid van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem; van het Zeeuwsch Genootschap der Weetenschappen te Vlissingen; en van het Konstgenootschap, onder de Zinspreuk, Besteed den Tyd, &. &. te Utrecht. Eerste deel. M. DCC. LXXXI (19.5 × 12.1 cm, (12) + 192 pp). Tweede deel ((8) + 167 pp, Bi Un Gent me 1062).
Het werk is een soort inventaris van de anatomie waarin al de deelen worden genoemd, met de Nederlandsche en Latijnsche namen. In het 1e deel, de beenderen, de banden, de spieren; in het 2e de ingewanden, de zenuwen, de watervaten. De Bi Un Amsterdam bezit van dit werk: 1777 Amst. in 8, 1785 Amst. 2e druk in 8, 1794 Amst. 3e druk in 8, 1804 Amst. 4e druk in 8, 1827 Amst. 5e druk in 8. De uitgave van 1781 draagt noch naam van uitgever, noch naam van drukker.
Pharmacie. 1779 Plenck J.J. Heelkundige artzenywinkel of chirurgyns-apotheek. Uit het Latijn. Amsterdam 1779 in 8; 2e druk Utrecht 1798 in 8
Heelkunde. 1780 Plenck J.J. Verhandeling over de gezwellen. Naar het Hoogd. Haarlem 1780 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. 1781 Pleuck J.J. Verhandeling over de Venus-ziekten. Rotterdam 1781 in 8; 2e druk 1787 Rotterdam 2e druk in 8; 3e druk 1792 Dordrecht in 8; 3e verbeterde druk 1816 Amsterdam in 8. (Bi Un Amsterdam) | |||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||
Heelkunde. 1783 Plenck J.J. Heelkundige mengelwerk. Utrecht 1783 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Ophtalmologie 1787 Plenck J.J. Verhandeling over de oogziekten. Uit het Lat. Rotterdam 1787 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. 1790? Plenck J.J. Leerstuk wegens de huidziekten. Uit het latijn. Dordrecht 1790? in 8; Dordrecht sd in 8; Amsterdam 1803 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Geneeskunde. [1792 Plenck] Nieuwe en gemakelyke Manier om het Kwikzilver, aan Lyders door de Venus-ziekte besmet, te laten gebruiken. Waarby gevoegd is ene nieuwe Onderstelling over de werking van deze Bergstof, in de Speekzelwegen, Door Josephus Jacobus Plenck, Chirurgiae & artis obstetriciae Magister. Uit het Latyn vertaald. Tweede Druk. Te Utrecht, By G.T. van Paddenburg, en Zoon. 1792. (23 × 15 cm, (18) + 48 pp, Bi Un Gent 140 K 5419).
Bericht van den vertaler die zich niet noemt. Voorrede. Opdracht aan Philippus Ambrosius Marherr, hoogleeraar te Praag, uit Weenen 1766; daarna nog een voorrede. Proeven met kwikzilver en met sublimaat in mengsel met gom en met slijm.
Physiologie [1797 Plenck] J.J. Plenck, natuur- en scheikundige verhandeling over de Vochten des menschlyken Ligchaams. Uit het Latyn vertaald en met eene verklaaring der daarin voor koomende scheikundige konstwoorden vermeerderd door H.A. Bake, Medicinae doctor, praelector in de verloskunde en Stads vroedmeester te Leyden. Te Dordrecht, bij A. Blussé en Zoon, MDCCXCVII. (22.2 × 13.6 cm, XXII + 200 + (2) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent A 6997). Voorbericht. Verklaring van eenige chemische woorden, onder meer: acidum coeruleum = blaauwzuur, acidum lithicum = steenzuur (urinezuur), acidum phosphoricum = lichtgeevend zuur, acidum sebacidum = smeerzuur, aër asoticus = stiklucht, aër hepaticus = zwavelleeverlucht, alcali aëratum = lucht bevattend loogzout, caloricum = warmte-stoffe, calx muriata = met zeezout bezwangerde kalk, calx phosphorata = met lichtgeevende stoffe bezwangerde kalk, ferrum oxydatum = met zuur-stoffe bezwangerde ijzerstoffe, phosphorus = licht geevende stoffe, potasse = vast plantaardig loogzout, sal microcosmicus = piszout, soda = vast mijnstoflijk loogzout, soda aërata = met lucht bezwangerd mijnstoflijk loogzout. | |||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||
De deelen van het lichaam met de chemische samenstelling, en daarna de studie en de samenstelling van de vochten: bloed, speeksel, klierenafscheidingen, de lucht der longen, de melk, het maag- en darmvocht, de slijm, het manlijk zaad, de vochten van het kind, de stoffen door de huid afgescheiden. Op het einde een alphabetische bladwijzer.
Heelkunde. 1799 Plenck J.J. Heelkundige ziektenkunde. Utrecht 1799 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Jozef Jacob von Plenck, soms Plenk geschreven, heelkundige en botanicus, Weenen 1738 † Weenen 1807, hoogleeraar te Weenen. Hij schreef onder meer: Pharmacia chirurgica 1775, De morbis oculorum 1777, De morbis dentium 1778, Bromatologia 1784, Toxicologia 1785, Physiologia et pathologia plantarum 1794.
Verloskunde. 1751 Plevier Corn. De gezuiverde vroedkonst. Amsterdam 1751 in 4 (Bi Un Amsterdam)
Verloskunde. 1751 Plevier Corn. Nauwkeurige opmerkingen over het voorberigt van J.B. Schlichting, geplaatst in het werk van Plevier. Amsterdam 1751 in 4 (Bi Un Amsterdam).
***
Natuurwetensch. [1610 Plinius] Caii Plinii Secundi Des wijtberoemden Hoochgeleerden ouden Philosopht ende Natuyrcondigers / Boecken ende Schriften / in drie deelen onderscheyden / Het eerste tracteert van de Natuyr / Aert ende Eyghenschap aller Creatueren ofte Schepselen Godes / Als namentlick / vande Menschen / hare Geboorte/ Opvoedinge / Gebruycken / Consten / Hanteringen / Leven / Cranckheyt / ende Sterven. Het tweede vande viervoetighe Dieren / die opter Aerden ende inde Wateren leven. Het derde vande Voghelen / die inde Locht ende opter Aerden vlieghen ende sweven. Oock van de onreyne cruypende Wormen / als Slangen / etc. Oock mede van andere cleyne Dieren / namentlick Einten / Bijen / ende haers gelycken. Allen Apteeckers Huysvaderen ende Huysmoederen / oock alle Liefhebbers der Consten / seer dienstelick / profytelick ende vermakeliek, En nieuwelijck uyt den Hoochduytsche in onse Nederlantsche sprake overgeset / en̄ met schoone Figuyren geciert. Tot Arnhem. Ghedruckt by Jan Janszen Boeckvercoper. Anno M.DC.X. (19.3 × 13 cm, (8) + 514 pp, Bi Un Gent Bl 9452). | |||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||
Gekleurde prent op het titelblad, met allerlei dieren vóór een overgroote kooi zich bewegende, onder de leiding van een ouden man, wellicht God of een apostel verbeeldende. Voorrede tot den lezer. Bericht van Plinius. Daarna 3 pp over de ‘Nutbaerheyt des erkentenisse der Dieren Natuer, door Theodorus Gaza. Het boek bevat 3 deelen: het 1e over den mensch met 61 Capittels (pp 1-130), het 2e over de viervoetige dieren en slangen met 59 Capittels (pp 131-400), het 3e over de vogels met 54 Capittels (pp 401-514). Op het einde van het 3e deel komt een hoofdstuk over kleine dieren.
Natuurwetensch. [ca 1644 Plinius] Caii Plinii Secundi Des wijtberoemden / hoochgheleerden / ouden Philosophi ende Natuer-kondighers, Boecken ende Schriften / in vier deelen onderscheyden: Het eerste tracteert van de natuer / aert ende eyghenschap aller Creaturen ofte Schepselen Godes. Als namentlijck / van de Menschen hare geboorte / opvoedinge / gebruycken / konsten / hanteringhen / leven / kranckheydt ende sterven. Het tweede / van de viervoetighe Dieren die op der Aerden ende in de Wateren leven. Het derde van de Vogelen / die in de Locht ende op der Aerden vliegen ende sweven. Oock van de onreyne kruypende Wormen / als Slangen / etc. Ende mede van andere kleyne Dieren / namelijc Emten / Bijen ende haers ghelijcken. Het vierde / van de Visschen / die sich in Zeen / Meyren / Revieren ende andere soete Wateren laten vinden. Allen Apotekers / Huysvaderen ende Huysmoederen / oock allen liefhebbers der konsten / seer dienstelijck / profytelijck ende vermakelijck. Nu nieuwelijck uyt den Hoochduytsche in onse Nederlantsche Sprake overgeset, ende met schoone Figuren verciert. Ghedruckt tot Campen, By Arent Benier. Hendrick Laurentz Boeckvercooper Woonende tot Amstelredam op 't water / in 't Schrijfboeck. (17.1 × 12.9 cm, (6, onvolledig) pp + pp 9-512 + 93 pp + (5) pp, Bi Un Gent Cl 71224).
Zelfde prent op het titelblad als in de uitgave van 1610. Voorrede tot den lezer. Bericht van Plinius. De ‘Nutbaerheyt van Th. Gaza, slechts 1 blz. onvolledig. De 8 eerste pp ontbreken. Verdeeling: 1e deel over den mensch met 61 Capittels (pp 9-130), 2e deel over de viervoetige en kruipende dieren met 59 Capittels (pp 131-396), 3e deel over de vogels met 54 Capittels (pp 397-512); daarna een boek over de visschen (93 pp). Op de laatste 5 pp een register over de 4 boeken.
Natuurwetensch. [1650 Plinius] C. Plini Secundi Des wijdtvermaerden Natur-kondigers vijf Boecken. Handelende van de Nature I. Vande | |||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||
Menschen. II Vande viervoetige en kruypende Dieren. III Vande Vogelen. IV Vande kleyne Beestjes of Ongedierten. V Vande Visschen, Oesters, Kreeften, &. Hier zijn by ghevoeght de Schriften van verscheyden andere oude Autheuren de Natuer der Dieren aengaende; En nu in desen lesten Druck wel het vierde part vermeerdert, uyt verscheyden nieuwe Schrijvers en eyghen ondervindinge: en met kopere Plaeten verciert. t'Amstelredam, By Joost Hartgers, Boeck-verkooper op den Dam, bezijden het Stadthuys. 1650 (13 × 8 cm, 802 pp, Bi Un Gent Her 477).
Titelplaat met Adam en Eva en de slang. Eerste deel over den mensch, 57 hoofdstukken pp 5-140; 2e deel over vierpootige en kruipende dieren, 61 hoofdstukken pp 141-514; 3e deel over de vogels, 54 hoofdstukken pp 515-684; 4e deel over de kleine ongedierten, pp 685-718; 5e deel over de visschen pp 719-802. Opvallend is de korte voorrede van het 4e deel waarin beweerd wordt: ‘van de alderlistighste Dieren die de Natuer heeft voort-ghebracht: de welcke (nae veele haer seggen) van adem en bloedt versteecken zijn.’ Onder deze ongedierten vindt men de bijen! Op het einde de naam van den drukker: Christoffel Cunradus, Op d'Eglendiersgracht, in 't vergulde Schaefje.
Natuurwetensch. [1657 Plinius] C. Plini Secundi, Des wijdt-vermaerden Natuur-kondigers vijf Boecken. Handelende van de Nature, I Van de Menschen. II Van de viervoetige en kruypende Dieren. III Van de Vogelen. IV Van de kleyne Beestjes of Ongedierten. V Van de Visschen, Oesters, Kreeften, &. Hier zyn by-ghevoeght de Schriften van verscheyden andere oude Autheuren, de Natuur der Dieren aengaende. En nu in desen laatsten Druck wel het vierde part vermeerdert, uyt verscheyden nieuwe Schrijvers en eygen ondervindinge: en met veel kopere Platen verciert. t'Amsterdam, Voor Jan Hendricksz. ende Jan Rieuwertsz. Boeck-verkoopers. Anno 1657. (14.5 × 8.6 cm, 568 + (6) pp, Bi Un Gent Cl 71260)
Eerste deel over den mensch, 57 hoofdstukken pp 5-102; 2e deel over de viervoetige en kruipende dieren, 61 hoofdstukken pp 103-358; 3e deel over de vogels, 54 hoofdstukken pp 359-484; 4e deel over de kleine ongedierten pp 485-508; 5e deel over de visschen pp 509-568. De laatste 6 pp dragen een register over de 5 deelen.
Biologie. [1662 Plinius]. C. Plini Secundi, Des wijdtvermaerden Natuurkondigers vijf Boecken. Handelende van de Nature, I Van de Menschen. II. Van de viervoetige en kruypende Dieren. III. Van de Vogelen. | |||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||
IV. Van de kleyne Beestjes of Ongedierten. V Van de Visschen, Oesters, Kreeften, &. Hier zijn by-gevoeght de Schriften van verscheyden andere oude Autheuren, de Natuur der Dieren aengaende. En nu in desen laetsten Druck wel het vierde part vermeerdert, uyt verscheyden nieuwe Schrijvers en eygen ondervindingen: en met veel kopere Platen verciert. t'Amsterdam, By Johannes van Ravesteyn, Boeckverkooper en Ordinaris Drucker deser Stede, 1662. (15.1 × 8.9 cm, 568 + (8) pp, Bi Antwerpen 13338).
Na een korte voorrede komt het overzicht zonder vermelding van vertaler. Op het einde een register van de 57 hoofdstukken van het 1e deel, 61 van het 2e deel, 54 van het 3e deel, de ongenummerde hoofdstukken van het 4e en 5e deel.
Biologie [1687 Plinius] C. Plinii Secundi, Des wijdvermaerden Natuerkondigers V. Boecken; Handelende van de Natuere, I. Van de Menschen. II. Van de vier-voetige en kruypende Dieren. III. Van de Vogelen. IV. Van de kleyne Beesjens of on-Gedierten. V. Van de Visschen, Oesters, Kreeften, &. Hier zijn by gevoeght, De Schriften van verscheyden andere Oude Autheuren, de Natuur der Dieren aen-gaende. En nu in desen laetsten Druck, wel het Vierde-part Vermeerdert, uyt verscheyde Nieuwe Schryvers en eygen ondervindinge: Oock met veel Schoone Figuuren Verçiert: Als mede Verrijckt met een Register, Over de Vyf Boecken, Plinii Secundi, t'Amsterdam, By Jan ten Hoorn, Boeckverkooper, over 't Oude Heeren Logement. Anno 1687. (15.5 × 9.7 cm, 624 pp, pp 3 en 4 en register ontbreken, Bi Un Gent HN 454). Evenals bij de uitgave van 1662 wordt de naam van den vertaler niet gegeven. Het 1e deel handelt over de menschen, het 2e over de vier-voetige en kruipende dieren, het 3e over de vogels, het 4e van de kleine ongedierten, het 5e over de visschen.
Natuurwetensch. [1757 Plinius] C. Plinii Secundi. Zyne Wyd-Vermaerde Natuurkundige Vyf Boeken. Handelende van de Nature, I Van de Menschen. II Van de viervoetige en kruypende Dieren. III Van de Vogelen. IV Van de kleine Beestjes of Ongedierten. V Van de Visschen, Oesters, Kreeften, &. Hier zyn bygevoegt de Schriften van verscheyden andere Oude Autheuren, de Natuur der Dieren Aangaande. En nu dezen laatsten Druck wel het vierde part vermeerdert, uit verscheyde nieuwe Schryvers en eyge Ondervindingen. Verciert met veele Fraaye Kopere Platen. Te Amsterdam, By Jan Morterre, Boekverkoper, over het Zaandammer Veer. 1757 (15.7 × 9.7 cm, 568 + (6) pp, Bi Un Gent 159 R 21). Deze uitgave bevat denzelfden tekst als deze van 1657 met dezelfde paginatie. | |||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||
Al deze uitgaven zijn geen echte vertalingen van de Naturae historia van Plinius, wel reeksen beschrijvingen van dieren volgens Plinius en verscheidene andere schrijvers. De Catalogus van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde vermeldt van dat Nederlandsch werk: ca 1635 Amsterdam in 4, ca 1644 Amsterdam in 4, 1651 Leeuwarden in 8, 1703 Amsterdam in 8. In den Catalogus van het British Museum: 1610 Arnhem Jan Janszen in 4, 1617 Arnhem Jan Janszen in 4, 1620? Hoorn Pieter Janszen in 4, 1644 Amsterdam J. Hartgers in 8, 1650 Amsterdam J. Hartgers in 12, 1657 Amsterdam J. Hendricksz ende J. Rieuwertsz in 8, 1662 Amsterdam Leeuwarden (printed) in 8, 1703 Amsterdam W. van Gysbert de Groot in 8, 1733 Amsterdam I. Vandeputte in 8. Caius Plinius Secundus of de oude, geboren in 23, in 79 slachtoffer van de uitbarsting van den Vesuvius. Zijn werk Naturae historiarum XXXVII libri werd uitgegeven te Parijs 1514 in fo, Venetiis 1559 in fo, Francof. a.M. 1599 in fo, Lugd. Batav. 1668-1669 in 8, Parijs 1741 in fo, Hamburg 1851-1858 in 8, Leipzig 1854-1865 in 12, Berlin 1866 in 8, Leipzig 1870-1878 in 8, Leipzig 1892-1909 in 8.
***
Ploos van Amstel Jacob. Zie Adams 1770.
Pointer J. Zie Anonymus 1741.
Landbouw. 1799 Ponse Hendr., Muller Joach. F. en Aartsen L. Landbouwkundig schoolboek. Amsterdam 1799, 2d in 8.
Pool G.J., heelmeester te Moordrecht. Zie Albrechts.
van Poot A. Zie 1689 Casearius.
Poppen Johannes. Zie 1647 Wurtz Felix.
Heelkunde [1792 Popta] De blaas boven de zamenvoeging der schaambeenderen doorboord, in eene hardnekkige opstopping van water; met een allergelukkigst gevolgd. Door S. Popta, Stads Heel- en Vroedmeester; als mede by het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit, te Harlingen, enz. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1792 XVI, pp 153-165 Bi Un Gent me 366a). | |||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||
Tooverkunde [1566 Porta] Magia, oft de wonderlicke wercken der naturen: Bescreuen in vier Boecken, door Jan Baptiste Porta Napolitaen. Nu eerst ouerghestelt uuten Latijn in de Nederduytsche sprake. T'Antwerpen. Ghedruct by Christoffel Plantyn. An. M.D.LXVI. Met Priuilegie. (15 × 9.5 cm, 302 pp, Bi Un Gent Ac 5330).
Privilegie uit Brussel 1564. Opdracht aan ‘Philips, Coninck van Spaignien’. Voorrede van den schrijver. De vier boeken handelen over de magie of natuurlijke wijsheid, de natuurlijke magie, de verborgen secreten en wonderlijke werken der natuur, de natuurlijke philosophie of heymelicheden der natuur. Giambattista della Porta, geboren te Napels rond 1540 en aldaar op 4 februari 1615 overleden, medestichter van de Academie der Oziosi en van de Academie der Segreti, en in 1610 tot lid van de Academie der Lincei verkozen. Hij beoefende de wetenschappen en de philosophie, en ook wel de magia; aldus bestudeerde hij de astrologie, de werking der geesten, de leer der sympathie en der antipathie, de transmutatie der metalen, zonder zich te bekommeren over de aanvallen waarvan hij het voorwerp was. Hij ontdekte de donkere kamer, de rol van het licht bij het gezicht, de richting der lichtstralen bij holle spiegels. Zijne geschriften zijn talrijk, onder meer: Magiae naturalis sive de miraculis rerum naturalium lib. XX, Napels 1589 in fo, Leiden 1644 en 1651 kl in 8; daarvan verschenen eerst een uitgave in 1558 in 3 deelen te Napels en een in 1560 in 4 deelen te Antwerpen in 1561; - Phytognomonica VIII lib, Napels 1583 met verscheidene uitgaven; - De refractione optices parte lib IX, Napels 1593; - Pneumaticorum lib III Napels 1601; - De coelesti physiognomonia lib VI, Napels 1601; - De distillationibus lib IX Roma 1608; - De aeris transmutationibus lib IV, Napels 1609.
Anatomie [1770 Portal] Over het maaksel en het gebruik van den blaasband; door Antony Portal, Leeraar der Geneeskunde van het Hooge School te Montpellier, van het Koninglyke Genootschap der Wetenschappen, en Voorlezer der Ontleedkunde. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1770 XII pp 1-30, Bi Un Gent Hi 2045).
Verloskunde [1690 Portal] De Practyk der Vroed' meesters, en Vroed' vrouwen, Of de wyse van een Vrouw' te helpen in haar Kinderbaren. Bekragtigt met een groot getal Aanmerkingen. Door Paulus Portal, Geswooren Chirurgyn en Vroed' meester binnen Parys. Uyt de Franse in de Neder- | |||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||
duytse Tale overgeset. Met Kopere Platen. t'Amsterdam, By Timotheus ten Hoorn, Boekverkooper, in de Nes, naest de Brakke Grond, in het Sinnebeeld, Anno 1690. Met Privilegie voor vyftien Jaren. (16.9 × 9.7 cm, (22) + 342 + (7) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2616).
Portret van Portal. Opdracht tot J. Corver, C. Geelvink, J. Huydekoper, Gerard Bors van Waveren, Burgemeesteren van Amsterdam, uit Amsterdam op 28 Oct 1689 van de drie vertalers Pieter Guenellon, Pieter Adriaansz en Gomer van Bortel. Bericht aan den lezer. Opdracht aan Moreau arts en hoogleeraar te Parijs van Portal. Bericht van den auteur. Vier latijnsche verzen opgedragen aan Paulus Portal door Joan-Lestorcel, chirurg te Parys. Goedkeuringen van de school der medicijnen van Parijs, alsook van de gezworen heelmeesters van de zelfde stad. Het boek bevat 6 kleine hoofdstukken en 81 aanmerkingen.
Antoine Portal geboren te Gaillac-Tarn op 5 Januari 1742 en overleden te Parijs op 23 juli 1832, geneeskundige en hoogleeraar te Parijs, in de Collège de France en in de Jardin des Plantes. Paul Portal, geboren te Montpellier, overleden te Parijs op 1 juli 1703, heelkundige; het werk waarvan de nederlandsche uitgave de vertaling is, draagt als titel: La Pratique des accouchements soutenue d'un grand nombre d'observations, Paris 1685 in 8o.
Heelkunde. 1768 Pott, P. Twee verhandelingen over de natuur en gevolgen der wonden en kneuzingen van het hoofd, schuddingen der hersenen, en bekkeneelsbreuken; en over de breuken. Rotterdam 1768 (Bi Un Amsterdam).
Oogheelkunde. 1771 Pott, P. Aanmerkingen over het ongemak van den ooghoek dat gemeenlyk fistula lachrymalis genoemd word; vertaald door H. van Someren. Haerlem 1771 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. [1772 Pott] Aanmerkingen over het ongemak dat gemeenelyk Aarsfistel genoemd word, door Percivall Pott, Lid van het Koninglyk Genootschap, en Oudste Heelmeester van het St Bartholomeus Gasthuis te Londen. Uit het Engelsch vertaald door Hendrik van Someren, Stads Heelmeester te Haerlem. Te Haerlem, By Jan van Lee, Boekverkoper, 1772 (21 × 12 cm, (8) + 135 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2307) | |||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||
Voorrede van den vertaler en van den schrijver. Overzicht in 7 afdeelingen.
Heelkunde. 1779 Pott, Perc. Aanmerkingen en geneezing over dat soort van lammigheid der onderste ledemaaten, welke dikwerf eene kromheid der ruggegraat vergezeld. Leyden 1779 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Percival Pott, heelkundige, London 1713 † London 1788, leeraar in het gasthuis St Barthelemy; zijn naam werd gegeven aan de bederving der wervels: Pottkwaal.
Geneeskunde. ca 1770 Pouteau Claude (de zoon). Proeve over de hondsdolheid. Naar het Fransche door J. Willemse. Haarlem ca 1770 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. [1784 Pouteau]. Heelkundige Mengelwerken door Claudius Pouteau, Medicinae en Chirurgiae Doctor Oud Opperheelmeester in het Groot Gasthuis te Lyon. Vertaald en vermeerderd door P.M. Nielen, Heel- en Vroedmeester. Te Utrecht, By Gisbert Timon van Paddenburg. MDCCLXXIV (21.5 × 13.5 cm, (16) + 224 pp, Bi Un Amsterdam (Bi Un Gent me 1838). P.M. Nielen tot den lezer. Het boek dat slechts het 1e stuk bevat: Verhandeling over het nut van dadelijk-brandmiddel met 2 hoofdstukken en waarnemingen; Nut van cauteres, setons en pleisters; Verbinden aan aarsfistels; Ettergezwellen van de lever; Werking van olijfolie tegen de beeten der adders; Waarneming over het inwendig gebruik van campher; Buitengewone beenwordingen; Steensnijden. Claude Pouteau, heelkundige, Lyon 1724 † Lyon 1778, majoor heelkundige van het gasthuis te Lyon in 1745. Zijn Essai sur la rage verscheen te Lyon in 1763 in 8, en zijne Melanges de Chirurgie te Lyon in 1760 in 8.
Priestley. Zie 1779 de Magellan.
Geneeskunde. 1777 Pringle John. Verslag, wegens eenige nieuwe verbeteringen aangaande de middelen, ter behoudinge van de gezondheid der zeevarenden. Rotterdam 1777 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1785 Pringle, J. Verhandeling over de legerziekten, | |||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||
verm. met de beschrijving der hospitaalen door D. Monzo. Uit het Engelsch. Amsterdam 1785-1786. (Bi Un Amsterdam).
Hygiene. Sd Pringle, J. Proefnemingen over de verrottinge. Uit het Engelsch. Amsterdam sd.
John Pringle, Stichell-House 1707 † London 1782, geneeskundige, in 1730 doctor aan de Universiteit Leiden, werd hoofdarts der Britsche legers. Hij bestudeerde vooral de hygiëne en verbeterde de toestanden der gasthuizen. Onder zijn werken: Observations on the diseases of the army, in camp and in garnison, London 1752, 8e uitgave in 1810; - Experiments on substances resisting putrefaction, Phil. Trans 1750.
van Proyen A. Zie 1784 Anonymus.
Voeding [1639 Procacchi]. Voorlegh Boeck ofte Maniere om verscheyden Soorten van Spijse Soo gesooden als Gebraden, aende Vorck voor te Snyden ende om dienen. Eerst int Italiaensch beschreven door Giaccomo Procacchi, Ende nu van nieuws in onse Nederduytsche taele getrouwelick overgeset. Gedruckt tot Leyden, Voor Jacob Roels Boeckvercoper, inde Nieuwe-Bybel. Anno 1639. (18 × 14.1 cm, (8) + 74 + (1) pp, Kon Bi Brussel VH 7674).
Voorrede tot den lezer; 21 hoofdstukken met inlichtingen over gevogelte, hazen, varken-, schaap-, kalfvleesch, visch en kreeft.
Heelkunde [1733 du Pui]. Vermaakelykheden ontrent de Vryheid der Heelkonst, (zynde het Oudste, Nuttigste, en Noodzakelykste Deel der Geneeskonst) Goefent by Hebreeuwen, Egyptenaars, Grieken en Romeynen: By welke Romeynen van onze zyde in overweging genomen wordt: Of de Heelkonst meer dan de Geneeskonst? Of deze niet en gene al gegemenelyks in slaaven-handen geweest is? gelyk nu onlangs de Heer Dr. Daniel Vink in zyne Amoenitates Philologico-Medicae de Heelkonst en desselvs Oefenaars heeft aangewreven. Van welke blaam de Heelkonst gezuyvert en verdedigt wordt door Pieter du Pui, Chirurgyn en Apotheker t'Enkhuyzen. Te Leyden, By Joh. Arnold Langerak, MDCCXXXIII. (19.1 × 12.3 cm, (30) + 358 + (25) pp, Bi Un Gent me 1844)
Titelprent. Opdracht aan B.S. Albinus - Leiden, G. Ruyter - Enkhuysen, C. Jan du Pui - Heymuyden. Voorbericht tot den lezer, waarin onder meer wordt vastgesteld dat | |||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||
de waarde van een arts wordt onderschat: ‘Men geevt aan een kok honderd guldens en meer, maaraan een Geneesmeester een schellingtie.’ Daarop volgt een lang gedicht (72 verzen) met titel: ‘'s Menschen Lichaamelyke ellende hulp zoekende by de Heelkonst.’ Overzicht in 188 stukjes, waarvan het laatste meest met verzen. Op het einde een lijst der genoemde schrijvers en een alphabetische bladwijzer van zaken.
Pest. 1663 Putman's Manuael, dat is: een kleyn pest boecxken seer dienstelyck alle menschen. Gecorrigeert ende verm. door Abr. Lenertsz. Vrolingh, Zaerdam 1646 kl in 8. Van nieuws wat gecorrigeert ende verm. Antwerpen 1663 kl in 8 (Bi Un Amsterdam).
Putten C.V. Zie Lemery 1743.
Puzos. Zie Morizot-Deslandes. | |||||||||||||||
QGeneeskunde. 1780 Quarin Josephus, Verhandeling over de geneeswyze der ontsteekende ziektens. 's Gravenhage 1780 in 8. Amsterdam 1789 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1789 Quarin Joz. Oeffenkundige aanteekeningen over verscheide ziekten. 's Gravenhage 1789 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1793 Quarin Josephus. Nieuwe geneeswyze der ontstekingsziekten.... na de Latynsche uytgaeve van 1790. Oostende, Scheldewaert 1793 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Jozeph Quarin, Weenen 1733 † Weenen 1814, hoofdarts van keizer Jozef II, schreef: Methodus medendi inflammationes, Wien 1774 in 8; Animadversiones practicae in diversos morbos, Wien 1786 en 1814 in 8.
Heelkunde. 1642 Quercetanus Jos. Tractaat van de genesinghe der geschote wonden. Amsterdam, Broer Jansz 1642 kl in 8. (Bi Un Amsterdam)
Pharmacie [1623 Quiricus de Augustis] Het Licht der Apotekers. Vervatende de Confectie, Operatie en kennisse van alderhande Electuarien, Pillen, Trocissen, Pulveren, Loch, Saven, Syropen, Unguenten, Ceroten, Olyen, Hier by gevoeght. Tyrocinium Chymicum. Dat is de Proeve der | |||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||
Chymie. Dienstigh alle Medecyns, Chyrurgyns en Apotekers. Tot Rotterdam. By Jan van Waesberghe de Jonge. Anno 1623. (15.1 × 9.9 cm, (16) + 248 pp, Bi Un Gent me 2932).
De naam van den schrijver wordt bekend gemaakt op den titel van het ‘prologhe’: Het Licht der Apotekers, ghecomponeert vanden aldersubtijlsten Meester in Arten ende Doctoor inder Medicijnen Quirico de Augustis van Terdona. In het exemplaar van Bi Un Gent ontbreekt Tyrocinium Chymicum dat volgens de tafel moet bestaan uit 118 hoofdstukjes op ets meer dan 63 pp. Het werk is verdeeld in 15 ‘distincties’: Aromatijcke Confectien, bittere electuarien, medicijnen solutijf, trociscen, pulveren, loch, syropen, unguenten, emplaestren, ceroten, olien, wasse, suycker, decoctien, stootinghen of wrijvinghen.
Juffr. M.E. Kronenberg heeft mijn aandacht gevestigd op de twee volgende uitgaven vermeld in ‘Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540 door Wouter Nijhoff met medewerking van M.E. Kronenberg’ ('s Gravenhage, Martinus Nijhoff 1919, nr 1777 en 1778).
Pharmacie. 1515 Quiricus de Augustis. Dlicht der apotekers. Brussel, vander Noot, 16 febr 1515. (Kon Bi 's Gravenhage)
Pharmacie. 1529 Quiricus de Augustis. Dat licht der apotekers. Antwerpen, Claes de Grave, 22 Oct. 1529.
Quiricus. Zie de Augustis 1529. | |||||||||||||||
RHeelkunde. Sd Rachin F. Heelkonstige geschillen. Sl sd in 4.
Plantenkunde. 1780 Radermacher J.C.M. Naamlijst der planten die gevonden worden op het eiland Java. Batavia 1780-1782, 3 st. in 4.
Geneeskunde [1780 Radermaker] Proeve nopens de verschillende gedaante en koleur der menschen door Mr. J.C.M. Radermaker (In Verhandel. Batav. Gen. 1780 II pp 213-228, Bi Un Gent Hi 9696) | |||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||
Verandering der kleuren, afmetingen, halsziekten, ziekten van de huid, de teeldeelen, misgeboorten, mismaaktheid door kunst.
Pest. 1625 de Raet Jo. Cort verhael oft tractaet van de laestighe sieckte der peste. Hantwerpen 1625 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Natuurwetenschappen [1781 Raff] Natuurlyke Historie voor Kinderen, gedeeltelyk ingericht naar de Hoogduitsche uitgaave van den Hooggeleerden Heere M. Georg Christian Raff, Hoogleeraar in de Historie en Geographie, te Göttingen. Aanmerklyk verbeterd, vermeerderd en genoegsaam geheel veranderd en overgebragt tot eene vatbaare rangschikking, voorgesteld in kindervervrolykende Samenspraaken, doorvlochten met toepasselyke Zede- en andere Gedichtjes, en eindelyk voor de Nederlandsche Kinderen overgebragt, tot de voornaamste onderwerpen der Natuurlyke Historie van Holland. Door J. le Francq van Berkhey, M.D. Hist. Nat. Lector op 's Lands Universiteit te Leyden, Lid van de Keizerlyke Natuur-, en verscheiden Vaderlandsche Natuur-, en dichtlievende Genootschappen. Eerste Deel. Te Leyden, By Frans de Does, P.Z. MDCCLXXXI. (22.2 × 13.8 cm, XXXII + 429 + (3) pp, Bi Un Gent HN 502).
Titelprent met gedicht voor uitlegging, voorbericht, opdracht, lijst der inteekenaren op 14 volle blz. Allerlei beschrijvingen van planten en dieren.
Natuurwet. [1781 Raff] Natuurlyke Historie ..... Tweede deel... (... (8) + 366 + (3) pp ...)
Natuurwet. [1781 Raff] Natuurlyke Historie... Derde deel.... (... (6) + 331 + (3) pp ...)
Ieder deel begint met een titelprent met de uitlegging in verzen. Het overzicht wordt versierd met platen en gedichten, en eindigt telkens met een bladwijzer in alphabetische orde.
Heelkunde. Sd. Ramas M. Van de gezwellen en de kanker. in 8.
Heelkunde. 1715 Ramas Maart. Korte beschrijving van de geswellen. Enchuysen 2e druk 1715 kl in 8; 3e druk sd in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. [1662 Ranchin] Heelkonstige Geschillen, Wegens de Werken van Meester Guido de Gauliac. Geschrift in drie Deelen. Het eerste Deel, Handelende over het byzonder Hoofd-stuk, d'Ontleeding ende Geswellen. Het tweede en derde Deel, Handelende over de Wonden, Sweeren, | |||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||
Been-breuken, Uyt-leedingen over de feste Handeling, en over de Tegengiften. Beschreven in 't Frans, door den Hoog geleerde en welverzochte Genees-Heer, den Heer François Ranchin, Genees meester van de Koning van Vrangkrijk, en van mijn Heer le Connestable, Hoofd-leeraar, en Voogt van de zeer vermaarde Hooge School der Genees-konst te Monpellier. En nu vertaalt door Aarnout van Wymis-Heel-meester, en Oeffenaar tot Amsterdam. t'Amsterdam, Gedruckt voor Jacob Benjamin, Boekverkooper, in de Warmoes-straat, in de Druckerye, 1662. (18.3 × 14.5 cm, (8) + 358 + (4) + 466 + (8) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 794).
Opgedragen aan J. Deyman, J. Deylman, F. Verschaagen, P. Barbette, T. Ketjes en J. Blok, alle genees- of heelmeesters, door Johannes Martsen, in naam van den afgestorven vertaler. Voorrede aan den lezer en daarna de volgende verzen: Klink-Dicht,
Aan de E. welgeleerde Heel-meester Mr. Aarnout van Wymis. Hoewel den Hovenier plant kruyden ende boomen,
En 't gene de natuur tot nut heeft voortgebracht,
Zoo weet hy nochtans niet zijn werken noch zijn kracht
En of zy uyt de aardt of Hemel zijn gekomen.
Zoo heeft van Wijmis hier zijn reden opgenomen
Te wijzen yder een zijn domme misverstant,
Die niet weet wat hy zaayt, noch minder wat hy plant,
Hy opent hier de deur die sluymerende droomen,
En roeyt het Mankop met alle distelen uyt,
Om datter niet en zou verdrukken 't goede Kruyt,
Dies wy hem wel te recht ten offer mogen vieren,
En eeuwig zijnen naam bekranzen met Laurieren,
Alzoo Galenus weer in hem herboren schijnt
Die d'Amstels wal bestraalt die nimmer meer verdwijnt.
Jacob Blok
Chyrurgijn.
Het eerste boek bevat 14 + 20 ‘geschillen’, het 2e 35 en het 3e 19 geschillen. Het 2e en het 3e deel te zamen dragen het jaartal 1661. Foutief wordt de naam van schrijver Zanchin gedrukt, in plaats van Ranchin. | |||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||
François Ranchin, Montpellier 1564 † Montpellier 1641, doctor in de geneeskunde in 1592, kanselier van de Universiteit in 1605. Hij schreef: Quaestions françoises sur la chirurgie de Gui de Chauliac, Parijs 1604 in 8; Traité de la peste Lyon 1621; Oeuvres pharmaceutiques Lyon 1628.
Nat. Wetensch. [1719-1732 van Ranouw W]. Kabinet der natuurlyke Historien, Wetenschappen, Konsten en Handwerken, Geopent met de Maanden January en February 1719. Verciert en opgeheldert met Kopere Plaaten. Te Amsterdam, By Hendrik Strik, Boekverkoper bezyden 't Stadhuys. 1719. (15.8 × 9.7 cm., (16) + 552 + (8) pp, Bi A.J.J.V., Bi Un Gent HN 1221). Van de titelplaat, geteekend door J. Wandelaar, wordt de volgende verklaring gegeven: ‘De Historie, dewelke hier met vleugels uitgebeeld word (om dat zy overal zelfs tegenwoordig behoort te zyn) beschryft de groote Natuur, dewelke in het opgeslagen Boek uitgedrukt staat. Om dit overeenkomstig met de zaaken, die zy beschryft, uit te voeren, word zy verlicht door de Waarheid, terwyl de natuurlyke schepzels ontvouwt en ontdekt worden door de proefkundige Ervarentheid, dewelke met haar eene voet op een proef- of toetsteen staat, en met een passer na de wiskonstige Methode afmeet alles, dat door de beproeving van het zuiverende vuur gelouterd is. Waar door de onwetende Waanwysheid (met ezels ooren verbeeld) in het duister geraakt, daar dezelve zich met het blaazen van windbollen ophoudt en vergenoegt.’ De eerste aflevering van zijn Natuur- en Konstkabinet wordt door W. van Ranouw, doctor in de medicijnen, aan Suffridus van Westerhuis opgedragen en begint met deze woorden: ‘Godt is Schepper en Onderhouder van de Natuur, en de Mensch van de Konst.’ Het volledig werk, dat bestemd was om met tweemaandelijksche afleveringen te verschijnen, bedraagt 9 boekdeelen: I. Eerste halfjaar 1719, bestaande uit 3 afleveringen, resp. voor de maanden Januari en februari, Maart en april, mei en juni, (12) + 552 + 8 pp inhoud. II. Tweede halfjaar 1719, uit 3 tweemaandelijksche afleveringen, 564 pp + 8 pp inhoud. III. Eerste halfjaar 1720, met 3 afleveringen, (4) + 562 + 6 pp inhoud. | |||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||
IV. Tweede halfjaar 1720, met 3 afleveringen, 570 + (6) pp inhoud. V. Eerste halfjaar 1721, met 3 afleveringen, 570 + (9) pp inhoud. De vijf eerste boekdeelen verschenen resp. in 1719, 1720 en 1721 te Amsterdam bij Hendrik Strik, ‘boekverkooper bezyden 't Stadhuis’. Het zesde deel kwam, altijd met dezelfde titelplaat en dezelfde titelprent bij een anderen uitgever uit, en wel in 1722, met een vertraging van ongeveer 6 maanden. VI. Tweede halfjaar 1721, met 3 afleveringen, (12) + 563 + (6) pp inhoud. ‘Te Amsterdam, By Z. Moelé en J. de Ruiter, Boekverkoopers op de Cingel, op de hoek van de Huiszittensteeg, 1722.’ Het jaartal 1722 treft men op de aflevering Januari en Februari 1721, het jaartal 1721 daarentegen op de twee volgende afleveringen. In zijn opdracht, geteekend Amsterdam 26 October 1722, verontschuldigt zich van Ranouw dat hij in het laten verschijnen van het Kabinet te kort is gekomen, en door verscheidene verhinderingen, die hij niet noemt, bijna een jaar achteruit is geraakt. Hij deelt ook mede dat de boekenverkoopers Moelé en de Ruiter het recht van kopij aan Hendrik Strik hebben gekocht en de belofte gedaan hebben het achterstallige in te halen. Maar nu stelt men vast dat voor het 7e deel en de volgende tot het laatste, de uitgever nogmaals verandert. VII. Jaar 1722 met 3 afleveringen, de eerste voor januari en februari, de tweede voor maart tot juli, de derde voor augustus tot december 1722; (4) + 184 + 192 + 192 + (8) pp. ‘Te Amsterdam by Balthazar Lakeman, Boekverkooper, achter de Nieuwe Kerk, over de Molsteeg, 1722.’ De voorrede geeft geen uitleg over de verandering van den uitgever; maar, zonderling genoeg, in de aflevering verschijnende voor de maanden januari en februari 1722, teekent van Ranow de genoemde voorrede op 15 april 1723. VIII. De 3 afleveringen verschenen tusschen 1723 en 1727, altijd bij den uitgever Lakeman: de aflevering Januari-Februari 1723 verschijnt in 1723, op (12) + 176 pp; de aflevering maart tot juli 1723 verschijnt in 1724 op 191 pp. De 3e aflevering voor Augustus tot December 1723 verschijnt eerst in 1727, aldus 4 jaren later; de boekverkooper vermeldt dat de auteur, Dr. | |||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||
Van Ranouw, kort na het uitgeven van het deeltje Maart tot Juli 1723, is overleden. Ten einde het boekdeel VIII met de aflevering Augustus-December 1723 te volledigen, schenkt de boekverkooper aan den lezer twee werken over de plantgewassen, een getrokken uit de Botanick Essais van Patrik Blair, lid der Royal Society van London, het tweede uit de Anthologia van Julius Pontedera. Het deeltje, dat (18) + 152 pp bevat, eindigt met een stukje over de ‘Afkomste en geboorte van muggen uit het water’ alleen geteekend H.T.K.d.J. Vijf jaren later, in 1732 kwam een register in het licht, waarin op zeer zorgvuldige onuitgebreide wijze, al hetgeen in de vorige acht boekdeelen bevat is, op alphabetische orde wordt vergaderd:
egister Tot alle de Deelen van het Kabinet der natuurlyke Historien, Wetenschappen, Konsten, en Handwerken, van W.V. Ranouw, M.D. Door P. Vander Meersch. Tot Amsterdam, By Balthasar Lakeman. 1732. (10 lim + 690 pp)
In zijn geheel beschouwd, is het Kabinet van Dr. van Ranouw, over wien in de biographische werken niets te vinden is, meer eene reeks van eenige groote verhandelingen die wellicht elk op zich zelf een boek uitmaken, dan een echt tijdschrift. Die verhandelingen worden onder verscheidene vervolgen verdeeld. Die verhandelingen zijn: Een overzicht van de boeken van Cajus Plinius Secundus betreffende de natuurlijke historie, het nut van de stofscheikunde, chymie of scheikonst, een algemeen overzicht over natuurlijke historie, de natuurlijke historie bij de Hebreërs, verscheidene verhandelingen over het goud uit de pen van Izaak Bronkhorst, het werk van de natuuronderzoekers Ulysses Aldrovandus, van Conradus Gesner, Ferrandus Imperatus en Robert Boyle, verhandelingen over cacao, suiker, thee, kina, indigo en kleurstoffen. Talrijke platen en kaarten maken het overzicht duidelijk. Deze wetenschappelijke verhandelingen zijn niet van belang ontbloot. De auteur zelf is gansch onder den invloed van het Cartesiaansch stelsel; voor hem moeten de schrijvers over natuurlijke historie zich aan acht regels of wetten onderwerpen, willen zij goed wetenschappelijk werk leveren: de beschrijving der natuurvoorwerpen moet zijn zooals deze in de natuur wor- | |||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||
den gevonden; de natuur zelf moet leiden, niet allerlei vooroordeelen; de stellige eigenschappen dienen met de betrekkelijke niet verward te worden; de soorten moeten volgens de natuur worden gerankschikt; de grensscheiding moet zorgvuldig bepaald en bewaard worden; alleen hetgeen gezien en bevonden werd zal kunnen beschreven worden; de waarnemingen moeten van de eerste generatie af tot den ondergang gedaan worden; de onafscheidelijke kenteekens moeten op den voorgrond worden gebracht.
Ras Ern. Zie 1664 Hippocrates.
Verloskunde. 1741 Rahtlau Joh. Pet. Voorbeeld van het gewichtige ambt eens vroedmeesters. Franeker 1741 in 4.
Verloskunde. [1747 Rathlauw] Replicq, Dat is: Ontwyfelbaare egtheid en veilig heil van het berugte Geheim van R. Roonhuysen, op hooge order Door J.P. Rathlauw, Chirurgyn, en geauthoriseert Vroedmeester van Amsterdam en Amstelland. Onlangs ontdekt en nu klaarder beweezen tegen het Lasterschrift van de vyf Heeren Vroedmeesters, geintituleert: Klaare Bewyzen dat 't Berugte Geheim van Roonhuysen volstrekt valsch, en het Instrument absolut onnut, &. &. Om zyne fraaiheid in 't Nederduits vertaald. t'Amsterdam By Zacharias Romberg, Boekverkooper, op 't Spuy. 1747. (21.4 × 12.8 cm, 94 pp, Bi Un Gent me 985a)
Discussie betreffende het gebruik van een verlostang.
Oogheelkunde [1775 Rathlauw]. Verhandeling over de Cataracta-Waar in derzelver Oorzaaken, Kentekenen en Gevolgen, en wel inzonderheid, De Manier der Operatie, Op eene duidelyke wyze verklaard, door de Ondervindinge bevestigd, en met naar 't leeven Gekoleurde Afbeeldingen opgehelderd worden; Benevens eene Voorreden Over 't Samenstel van 't Oog, de Eigenschappen van 't Gezigt, en derzelver Gebreken; door Jan Pieter Rathlauw Chirurgyn en Vroedmeester van Amsteldam en Amstelland. Te Amsteldam, By J. Morterre, Boekverkooper op den Nieuwendyk. 1775. (19.8 × 11.5 cm, VIII + 46 + (2) + 54 pp, Bi Un Gent me 3172).
Opdracht aan Thomas Schwencke. Lange voorrede van schrijver, samengesteld uit den bouw van het oog, de eigenschappen en de gebreken van het gezicht. Na p. 46 vindt de lezer een gedicht: | |||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||
Aan den Heere Jan Pieter Rathlauw Chirurgyn van het Edelmogende Kollegie der Admiraliteit te Amsteldam.
Wie Kunst waardeeren wil waardeert als 't Ligt der Kunst
Uw, Schrandren Rathlauw, zo begaaft door 's Hemels gunst,
Die, tot verwondrend nut der Konstryke Amstellaaren,
Door Liefd' en vlyt genoopt, de smertende gevaaren
Van felle Kwellingen der Oogen brengt voor 't Ligt,
Zo klaar als leevendig vertoond voor elks Gezigt;
Waar by de Weetenschap uw innam om d'Elenden
Der Menschen blind Gezigt (door Zegen) af te wenden;
Daar reeds geholpenen uitroepen, ‘Rathlauws hand
Redt d'Amstellaars 't Gezigt door zyn beroemd Verstand.
Dit doet de bitze Nyd naar Uwe Glorie dingen,
En haaten, uit belang, die Prysbaare Oeffeningen,
Of spuuwen 't schimpig Gift op Uwe Daaden uit,
Werdt haare Afgunst niet door Uwe Kunst gestuit.
De Eer eischt het vervolg van 't geen gy hebt begonnen;
Wie zal de Prys dier Konst uw ooit ontrooven konnen;
De Laster zal, myn Heer, wilz' onophoudlyk woên,
Uw Roem vergrooten en haar Lof verkleinen doen.
Hoc flagrans Veritatis Amore qualecunque
Carmen scripsit.
N.v. Fr.
De verhandeling over de cataracta bespreekt de omschrijving, de onderscheiding, de eigenschappen, de oorzaken, de genezing langs heelkundigen weg. In een bijzonder stukje wordt de oogontsteking chemosis genoemd beschreven. Een gekleurde plaat met uitleggingen. Van Johan Peter Rathlauw zegt Jöcker (Fortsetzung VI 1819 p 1394) dat hij doctor in de geneeskunde was, te Parijs en te London studeerde; Jöcher noemt een uitgave van de Cataracta, te Amsterdam 1752 in 8, 46 en 54 pp. | |||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||
Van der Aa (XVI, 1874 p 88) stelt deze uitgave in 1751 in 8 te Amsterdam en noemt van J.P. Rathlauw nog de volgende werken:
Het berugte geheim in de vroedkunde van Rogier Roonhuizen ontdekt. Amst. 1767 in 8 J.D. Schetting, Embryacia nova detecta of eene heel nieuw en nuttige vroedkundige behandeling in de meest moeijelijke baaringen, eertijds gelukkig uitgeoefent door R. Roonhuizen, en over de 50 jaren geheel bedekt gehouden. Nu ontdekt en beschreven met plaat en eene bijvoeging van andere onbekende zaaken in de Mierenchites. Amst. 1767 in 8 Brief aan den Heer van xxx bevattende eenige aanmerkingen op en van het werk uitgegeven door J. de Visscher en Cr. van de Poll, geïntituleerd, tweeledige verhandelingen, rakende het Roonhuziaans geheim in de vroedkunde. Amst. 1754 in 8. Opmerkingen nopens den Dollenhondsbeet, en de middelen daartegen (in de Werken der Kon. Maatsch. te Göttingen).
Geneeskunde. 1754 Rathlauw Jan Piet. Brief bevattende eenige aanmerkingen en wederlegging op en van het werk uitgegeven door de heeren Jac. de Visscher en Hugo v.d. Poll, geïntituleerd: Tweeledige verhandeling rakende het Roonhuysiaans geheim. Amsterdam 2e druk 1754 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Oogheelkunde. 1752 Rathlauw Jan Piet. Verhandeling over de cataracta. Amsterdam 1752 in 8, 1775 in 8, 1790 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Oogheelkunde. 1790 Rathlauw J.P. Verhandeling over de ongemakken en ziektens der oogen; en over de cataracta. Door een voornaam heelmeester (J.P. Rathlauw). Amsterdam 1790 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Oogheelkunde. 1792 Rathlauw J.P. Over het samenstel van 't oog, de eigenschappen des gezichts, de oogkwaalen in het algemeen en de cataract in 't byzonder. 2e druk Amsterdam 1792 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Rau J.J. Zie 1731 De Beaulieu, 1726 Douglas.
Heelkunde [1730 Rau] Heelkundige aanmerkingen Over den Steen der Nieren, Blaaze, en Waterpyp; het Snyden der zelven, mitsgaders over de Blaas-steek. Daar benevens een Aantooning, Dat de wyze van Steensnyden, wel eer geoeffent door den Here Johannes Jacobus Rau, In zyn Leven Hoogleraar der Ontleed- en Heelkunde in 's Landts Hoge Schole te Leyden, Is de gegrondtste, vyligste, en gelukkigste van allen, die tot heden | |||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||
is in 't werk gesteldt. Te zamen gevoegt en met verscheidene ervaringen opgeheldert en betoogt Door Jacobus Denys, Gewoon Stads Heelmeester, Steensnyder, Vroedmeester en Voorlezer ter onderwyzing van de Vroedvrouwen binnen de Stede Leyden. Met Kopere Platen naar 't Leven afgetekent. Te Leyden, By Johannes à Kerkchem, 1730. (19.6 × 12.1 cm, (22) + 200 + (6) pp, Bi Un Gent me 3200).
Opdracht aan H. Boerhave en H.O. Schacht, en Voorrede, beiden door Jac. Denys geteekend. Twee verzenstukken opgedragen aan Jakob Denys door Arnold Hoogvliet en door Johan Samuel Arlebout. Studie in 12 hoofdstukken met alphabetische zakenlijst en 12 platen verbeeldende allerlei steenen en heelkundige werktuigen. Johannes Jacobus Rau, geboren te Raden in 1668 en † Leiden 1719, doctor in de geneeskunde van de Universiteit te Leiden in 1694, hoogleeraar te Leiden in 1705. Hij publiceerde: Observationes chir. de calculo renum vesicae, urethral, lithotomica, Lugd. Bat. 1731, uitgegeven door J. Denys.
Verloskunde [1771 Raulin] Kort-bondig onderwys aengaende Vroed-Kunde, Ten Voordeele van de Vroedvrouwen ten platten Lande; Op 't Bevel van het Ministerie. Op-gestelt door M. Raulin, Doctoor in de Geneeskunde, gewoonelyken Raed-Medecyn des Konings, Koninglyken Keurder, van de Koninglyke Maatschappye te Londen, Lid van de Academie der schoone Letter-Konst, Wetenschappen ende Konsten van Bordeaux, Rouanen, ende van die van d'Arcade tot Roomen. Uyt het Fransch vertaelt, door J.B. Jacobs gesworen Heel ende Vroed-Meester. Verciert met Kopere plaeten. Tot Gendt, Gedrukt by Judocus Begyn, aen d'Appel-brugge in den Engel. M.DCC.LXXI. (14.5 × 9.3 cm, VIII + 179 + (2) pp, Bi Un Gent me 2640, G 2600, Bi Un Amsterdam, Kon Bi Brussel VH 7880A).
Voorbericht van den vertaler, waarschuwing, overzicht in 12 hoofdstukken, goedkeuring van den Koninklijken boekenkeurder te Parys 28 mai 1769, en van de faculteit der godgeleerdheid van Parijs 28 april 1769, approbatie van het College der medecijnen van Gent 19 sept. 1771 en van den censor van Gent 20 sept. 1771. Twee platen met uitleggingen.
Verloskunde. 1771 Raulin. Kort-bondige onderwyzingen op de Kinderbaeringen. In het Vlaamsch overgezet door de Burck. Brugge, J. Van Praet 1771 in 8 (Bi Un Amst.) | |||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||
Raulin J. Zie J.B. Jacobs 1771.
Joseph Raulin, Aiguetinte 1708 † Parijs 1784, gewoon arts van den koning, koninklijke censor en inspecteur der minerale waters.
Ravesteyn Adriaen P. Zie Anonymus 1637.
Geneeskunde [1779 Raynaud] Verdediging Van het Collegien der Haagsche Doctoren en Chirurgyns, tegen des Heeren P. Lyonet's geschrift, ten Titel voerende: Verklaaring der Geneezingen in 's Haage gedaan door Jaques Raynaud, &. In 's Graavenhage, By J.H. Munnikhuizen en C. Plaat, in Comp. MDCCLXXIX. (22 × 14.5 cm, XVI + 154 pp, Bi Un Gent me 982) Verhandeling van strijdenden aard.
Magnetisme. 1651 Reael Laurens, Observatiën aan de magneetsteen. Amsterdam 1651 in 8.
Reaumur. Zie Anonymus 1734, Anonymus 1739.
Verloskunde. [Sd Rechtberger] Bekendmaeking van eenen bezonderen Hef-Boom, En des zelfs Aenlegging, Gebruyk ende Nut in Baerens nood. Door den Heer Anthonius Joannes Rechberger, H.R.K.K.A. Majesteyts Lyfwondarts, Eersten van het Weezen-huys en Voormaligen Wondartz en Geboôrts-helper van het Hospitael van den H. Marcus tot Weenen. Uyt het Hoogduytsch in het Nederduytsch vertaeld, met eene Voor-Reden vermeerderd, en uytgegeeven door J.A. Roselt, Gezwoôrn Wondartz en Geboôrts-helper, tot Machelen. Tot Gend by de Gebroeders Gimblet, Boekdrukkers en Boekhandelaeren. (20.3 × 12.5 cm, 58 + (1) pp, Bi Un Gent me 3244 a en G 2329). Eerst deze twee verzen van Haller: Haet alle Vooroordeel, en zoekt uyt waere Gronden Waarna de voorrede van den vertaler, en daarna de twaalf volgende verzen: Verwerfd u Deugd en wys beleyd,
Maer geensints uyt hoogmoedigheyd,
Om over al te zyn geprezen.
Verwerfd door eed'ler moeyte u wensch.
Dit zy u roem: uw mede-mensch
En u van nut te wezen.
| |||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||
Zoo g'uw gedrag naer wysheyd richt,
Uw vlyd gelyk maekt aen uw plicht,
Zuld gy gewis geen roem ontbeeren.
En zoo uw Deugd dien niet verkrygd,
Zal steeds schoon al de wereld zwygd
Uw reyn gewisse u eeren.
Gellert.
Het werkje wordt opgedragen aan Anthonius van Störck door Rechberger. Na het overzicht, een plaat met drie figuren en verklaringen, betreffende verlostangen.
Hygiene. 1773 Redelijkheid C. Project om de stank der wateren in de gragten van 's Gravenhage voor te komen. 's Gravenhage H.C. Gutteling 1773 in 8.
Geneeskunde. 1777 Rega H.J. Redenvoering waerin.... ondersogt word of iemant... soude konnen alleenelyk door besigtinge des pis den aert der siekten onderscheyden. Uut het Latyn door P.J. Delava. Brugge M. De Slovere 1777 in 8.
Henri-Joseph Rega, Leuven 26 april 1690 † Leuven 22 Juli 1754, arts en hoogleeraar te Leuven.
Rega J. Zie Anonymus 1739.
Diergeneeskunde. 1799 Reich G.C. Waarachtig en naauwkeurig onderwys voor den landman, aangaande de rundveeziekte en derzelver inënting. Zutphen 1799 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Chemie. 1796 Reijers H. Over de bereiding van het azijnzuur-mineraalloogzout. In P.V. Werkhoren Nieuwe Chemische en Physische Oefeningen 1796 II p 21.
Tuinbouw. [1676 Reyntkens]. Den sorghvuldighen Hovenier ende de Oprechte Practycke, Ende gront vande Wetenschap om Blommen te zaeyen, planten ende gouverneren naer de conste vande Hof-Bauwinghe Ghetrocken uyt diversche fameuse Autheurs met de daeghelijnckxsche practycke, ende veele andere schoon speculatien. Uytgegeve door H.I.B. Reyntkens Relig. Priester inde exempte Abdye van St Pieters neffens Ghendt. Te Ghendt By Baudvyn Manilius Stadts-drucker inde witte Duyve Anno 1676. (14 × 9.1 cm, (18) + 240 + (12) pp, Kon Bi Brussel VH 6088).
Opdracht aan den prior van St Pieter Livinus Vander- | |||||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||||
saren. Daarna een gedicht, en een voorrede tot den lezer. Hier volgt het gedicht: Dicht Tot Lof van de Boomen ende Blommen.
Comt ghy neghen Sang-goddinnen,
Myn verstant verlicht, myn sinnen
Wilt verscherpen en myn breyn
Door uvv' crachten onghemeyn.
Planten, Boomen ende Blommen
VVill' ick singhen, will' ick rommen,
Ende prysen door mijn dicht
Dat als heden comt int' licht.
Maer vvat vvill' ick hulpe vraeghen
Van u-lieden? vvat behaeghen
Vind' ick in een saeck versiert?
Beter vvord van my gheviert
Dorothé die maeght ghepresen,
Dese sal my jonstigh wesen:
Dese zy myn Sang-goddin
Eer ick myn ghedicht beghin'.
Weest dan myne Patronesse,
Weest dan myn' Advocatesse
Dorothé, thoont my uw' jonst
En versterckt myn swacke const.
Eerst sing' ick de Lauwerieren
Want sy plachten t'hooft te cieren
In des keysers Julî tijdt,
Vande winners in den strijdt.
Mijrthus, Daedels, Oleander,
Citroen, Oraignen en meer ander
Cypres en Granaden schoon,
Die verdienen schier de croon
Van de boomen al-te-saemen:
Voorts noch hondert ander naemen
Als Amandels, Roosmarijn,
Abricocken, Barbarijn.
Vyghe-boomen, en Syringhen
En Juniperus wy singhen:
En de moeder vanden wijn
Die magh niet vergheten zijn.
Nu will' ick de Blommen prijsen,
| |||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||
En die lof en eer bewysen
Soo om hunnen soeten geur,
Als wel om het schoon coleur.
Hyachinten. Tulipanten
Violetten, Amaranten
Iris, croon imperiael,
Violettjens Matronael.
Animonien, Narcissen
Angelieren, schoone Klissen
Van de Roosen wit en root,
En meer Blommen kleyn en groot,
Aquileyen, Martagonen,
Fraxinellen en Pionen,
Schoon Ranonckels, Sonne-blom
Goudt-blom, dat is willekom
Schier by alderhande menschen
(Want naer t'goudt zijn jders wenschē)
Maer ick buyten doel hier schiet',
't Goudt en is de Blomme niet.
Daer ick eerst quam af te spreken:
't Goudt dan sal ick laeten steken,
Al-hoe-wel het noodigh is
Totter Blommen coop ghewis.
Ick moet' oock de Leli' loven
Want sy gaet het al te boven
Midts sy suyverheydt beelt-uyt,
En die in sich self besluyt.
Crocus, Honts-tandt, en de Blommen
Die wy naer de Lenten noemen,
En die voeren 'slevers naem
Oock bekent door haere faem,
Beiren-voren, Colchicaenen
Elleboor', Ameriaenen
En meer Blommen welckers naem
Tot myn dicht zijn onbequaem.
Dus sal ick een eynde maken,
En myn corte dichtjens staken,
Want ick niet bequaem en ben
Om te prysen door myn pen
All' de Blommen int' besonder,
| |||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||
En voorwaer dat is gheen wonder,
Want al quam Homerus weêr,
Hy en soude nimmermeer
All de Boomen ende Blommen
Naer verdiensten connen rommen.
Leser neemt in danck mijn ionst,
Schoon dat kleyn is myne const.
Het werk zelf bedraagt voor pp 1-162, 129 capittels met de beschrijving van bloemen. Daarna komt:
Het Tweede Boeck ghenaemt De nieuwe Practycke Om alle Boomen te zaeyen ende te gouverneren Naer Eysch van de Conste vande Agriculture tot Onderwys Van alle Lief-hebbers der selver professie Uytghegheven Door Heer J.B. Reyntkens. Te Ghendt, By Baudvyn Manilivs woonende in de witte Duyve 1676.
Dat deel bespreekt de boomen en de heesters met 47 hoofdstukken en een algemeen instructie om de boomen te planten en te verplanten (pp 163-240). Ten slotte twee inhoudslijsten per hoofdstukken, voor elk der twee deelen.
Tuinbouw [1695 Reyntkens] Den Sorghvuldighen Hovenier ende de oprechte Practycke Om Blommen te zaeyen, planten, ende gouverneren naer de conste ende daghelijcksche Hof-Bauwinghe Eertijdts in het licht uyt-ghegheven door Heer J.B. Reyntkens. Religieus Priester inde Exempte Abdye van S. Pieters neffens Ghendt. Van alles op een nieuw oversien, ende vermeerdert Met den Nederlantschen Hesperides Dat is Oeffeningh enghebruyck vande Limoen en Oranie-Boomen Naert den Aert ende Climaet der Nederlanden. Door eenen grooten ende Curieusen Lief-hebber der selve, nu hier eerst in het licht uyt-ghegheven, Den tweeden Druck. Te Ghendt, By Hendrick Saetreuver, Ghezworen Stads-drucker inde witte Duyve, 1695. (16.9 × 10.2 cm, (8) + 116 + (7) + (4) + 66 + (2) pp, Bi Un Gent HN 609)
Opdracht aan de supprior Ansbertus Van Zuutpeene, Voorrede, het 1e deel met 129 hoofdstukjes (pp 1-78), het tweede Boecke met jaartal 1694 bedragende 47 hoofdstukjes (pp 81-116). De Hesperides begint met een voorrede en bevat 43 hoofdstukjes.
Dierkunde. 1761 Reimarus Herm. Sam. Algemeene beschouwingen | |||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||
van de driften der dieren. Leyden 1761 in 8; 2e druk Leyden 1774-1776 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Diergeneeskunde. 1776 Reinders Geert. Waarneemingen en proeven meest door inentinge op het rundvee gedaan. Groningen 1776 in 8 (Bi Un Amsterdam)
Reinders G. Zie Anonymus 1784.
Hygiene. 1754 Reyse. Vermakelyke en onderrigtende, na de Viaansche gezondheidsbron. Gorinchem 1754 kl in 8.
Nijverheid [1793 Reisig] De suikerraffinadeur; of volledige beschrijving van het suiker, deszelfs aankweking, bereiding en verzending, met de opgave der verschillende bewerking, molens, fabrieken enz. in en buiten Europa. Door J.H. Reisig. Met plaaten. Te Dordrecht by A. Blussé en Zoon. MDCCXCIII (22.5 × 13.8 cm, (4) + 216 pp, Bi A.J.J.V., Kon Bi Brussel VH 9890)
Het boek is opgedragen aan Jan Hendrik van Meeteren door den uitgever Blussé. Het wordt verdeeld in 6 afdeelingen. In de 1e afdeeling behandelt Schrijver het suikerriet in het algemeen, het kweeken van het suikerriet, de persmolens, de raffinaderijen, de Amerikaansche plantagiën, de raffinaderijen in West-Indië. Het 2e deel bespreekt de Hollandsche raffinaderijen en suikerbedrijven, de werktuigen; het 3e deel, het zuiveren van de suiker en de middelen die daartoe worden gebruikt. In het 4e deel wordt gesproken van het verscheppen en van het kuischen van hout, vormen, potten en kuipen; in het 5e deel wordt het gereedschap besproken en het 6e deel handelt over het werkvolk, dat vooral bestaat uit een meesterknecht, een farmenknecht, zolderknechten en leerjongens. Schr. bekent dat deze laatste echte slaven zijn.
Reisig, J.H. Zie P.J. Kasteleyn.
Heelkunde [1800 Reis] Tweetal waarnemingen. Eerste waarneming Nopens eenen gesloten Endeldarm door F.A. Reis. Heelmeester tot Anderlecht by Brussel. (In Verhandel. Gen. Gen. Antwerpen 1800 III pp 225-232, Bi Un Gent me 556)
De 2e waarneming gaat over een ongeneeslijken ileus bij een nieuw geboren kind. | |||||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||||
Voeding. 1790 Remler J.C.W. Tafel van de hoeveelheid der oplosbare bestanddeelen, welke uit de gewassen, door water en wijngeest uitgetrokken worden; uit het Hoogduitsch. Amsterdam Van Es 1790 in 8.
In Acta Acad. Erfurt (1787) verscheen van J.C.W. Remler een studie over het tamarindezuur getrokken uit Tamarindenvruchten van Indië.
Geneeskunde [1776 Reitz] Bericht van eene belette doorzwelging door F.T. Reitz. (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1776 V pp 460-464, Bi Un Gent Hi 1902)
Anatomie. 1667 Remmelinus Joh. Pinax microcosmographicus, transl. a Justo Gratiana (J. Danckers). Ed 2a: Ontleding des menschelyke lichaems. Amsterdam Just. Danckerz. 1667 in fo (Bi Un Amsterdam).
Rempelaer P. Zie 1784 Anonymus.
Heelkunde. 1729 Reneaulme de la Garanne Mich. Lud. Vertoog ter opening van het school der heelkunde. Haarlem 1729 kl in 8; Rotterdam 1730 in 8.
Sd. Retxelin. Van de onzichtbare wezens in 8.
Geneeskunde. [1779 De Reus]. Kort Verhaal van de Roode Loop te Harlingen. Met een Byvoegsel Aanwysende De oorzaaken der besmetting, en de behoedmiddelen daar tegen. Door Jan De Reus, Stads-Vroedmeester, en gewoon Heelmeester van het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit in Friesland. Te Harlingen, By Volkert van der Plaats, Te Amsterdam, By Petrus Conradi, MDCCLXXIX. [De prys is een Zesthalf.] (18.5 × 11.1 cm, 27 + (5) pp, Bi Un Gent me 1912).
Onder de oorzaken worden genoemd: onzuivere lucht, bedorven vleesch, visch of graan, bedorven water, misschien meer door besmetting van wege zieken.
Van Rheede H. Zie 1689 Casearius.
Geneeskunde. 1687 ten Rhyne W. Verhandelinge van de Asiatise melaatschheid. Amsterdam van Someren 1687 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1629 Rhijnenburgh B. Nieuwe practycke van trepane. Rotterdam 1629 in 8 (Bi Un Amsterdam). | |||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||
Heelkunde. 1632 Rhijnenburgh B.J. Nederlantsche examen ofte proeve der chirurgijns ende barbieren. Leyden Roels 1632 kl in 8; Rotterdam Van Waesberge 1650 in 12 (Bi Un Amsterdam).
Natuurkunde. 1772 Richard W. Natuurlyke historie van den dampkring en deszelfs invloed over de geheele wereld. Naar het Fransch. Leiden 1772 in 4 (Bi Un Amsterdam (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde [1790 Richard] Waarneeming, eener operatie wegens de wegneeming van den arm in 't gewricht van den schouder. Door den Chirurgyn A.N. Richard, op Cabo de Goede Hoop, Gedaan den 6 Augusti 1788. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1790 XIV pp 433-436, Bi Un Gent me 366a)
Geneeskunde. 1741 Richter Chr. Sig. Kort bericht van het pulvis solaris; hoe het ter zuivering van t'bloed, en de waterachtige vocht, by Venus-ziekte.... is gebruikt. Amsterdam 1741 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde [1780 Richter, A.G.] D. August Gottlieb Richters, Bij de Georg August Universiteit te Gottingen gewoon openbaar Hoogleeraar in de Geneeskunde, President van het Heelkundig Genootschap, Lid van de Koninglijke Gottingsche en Koninglijke Zweedsche Akademie der Wetenschappen, als ook van het Geneeskundig Genootschap te Kopenhagen, enz., enz. Heelkundig Boekzaal. Uit het Hoog- in het Nederduitsch vertaald, met Voorrede, eenige Aanmerkingen en nieuwe Plaaten vermeerderd, Door Jan Bernard Jacobs, Artis Obstetric. Prof. Pub. & Coll. Med. Gand. Assessor, Gezworen Heelmeester, Gepensioneerden der Stad Gend en de Casselrije den Auderburg. Eerste deel, eerste stukje. Te Gend, By J.F. Vander Schueren, Boekdrukker op de Groenselmerkt. (21 × 12.5 cm, XII + IV + 393 pp + 15 pp, Kon Bi Brussel VH 21277 A).
Het jaar van uitgave kan vastgesteld worden op 1780, volgens de opdracht van Bernard Jacobs aan Ferdinand Maria Prins van Lobkowitz, bisschop van Gent, geteekend uit Gent 7 Oogstmaand 1780. Voorrede van den vertaler en van de opstellers. Het boek bevat, in Nederlandsche vertaling, 12 verhandelingen van Berdmore, Bertrand, White, Portal, Thedens, Northcote en Richter.
Heelkunde [1782 Richter]. D. August Gottlieb Richters, ..... Tweede deel. Te Gend, Bij J.F. Vander Schueren, in de Breidelstege, bij d'Appelbrugge. MDCCLXXXII ((2) + 375 + (10 pp)
Het 2e deel bevat 9 verhandelingen van Aerel, Valentin, | |||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||
Aikin, le Vacher de la Feutrie, R. de Hautesierk, Bromfield, Bierchen en Stein, in het Nederlandsch overgezet.
Heelkunde [1783 Richter] D. August Gottlieb Richters,.... Derde deel... MDCCLXXXIII ((2) + 334 + (10) pp)
Dit deel bevat 16 verhandelingen, in het Nederlandsch vertaald, van Gardane, Pressavin, Rowley, Cezan, Lentin, Hellmann, Schmucker, Bruns, Alix, Posch en Metzger. Het boek bevat 3 deelen, die kunnen beschouwd als 3, 4 en 5, hetgeen kan uitleggen dat het volgend stuk het 6e deel zou zijn.
Heelkunde [1780 Richter] D. August Richters ........ Sesde deel.... MDCCLXXX ((2) + 361 + (14) pp).
Dat 6e deel draagt jaartal 1780, en kondigt een vervolg aan. Het bevat 21 + 11 + 8 + 20 stukjes.
Heelkunde [1780 Richter] August Gottlieb Richter, Leeraar in de genees- en heelkunde te Gottingen, enz. enz. Verhandeling over de Breuken. Uit het Hoogduitsch vertaald door Johannes Daams, Heelmeester te Haarlem. Eerste Deel. Met Plaaten. Te Haarlem, By Cornelis vander Aa, Boekverkooper. MDCCLXXX (20.2 × 12.1 cm, VIII + 330 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2282).
Heelkunde [1784 Richter]. Ibid. Tweede deel.... MDCCLXXXIV (173 pp).
In elk der twee deelen worden de werktuigen met teekeningen beschreven.
Heelkunde. 1784 Richter. Beginselen der heelkunde, uit het Hoogduitsch. Amsterdam 1784 in 8. (Bi Un Amst.)
August-Gottlieb Richter, Zoerbig 1742 † Göttingen 1812, heelkundige en hoogleeraar te Göttingen. De Heelkundig boekzaal is de vertaling van Chirurgische Bibliothek, Göttingen 1771-1797, 15 vol in 8. De Beginselen der heelkunde is de vertaling van Anfangsgründe der Wundarzneykunst, Göttingen 1782-1804, 7 vol in 8.
Ridinger Joh. El. Zie 1736 Seuter Barthol. | |||||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||||
Chemie [1776 van Riemsdyk] Verhandeling over het zout van wier, of sal quercus marinae; door Wesselius van Riemsdyk, apotheker in 's Hage. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1776 XVI2 pp 232-240, Bi Un Gent Hi 2045).
Dat zout bevat calciumsulfaat, natriumsulfaat, natriumchloride, ‘en een zout uit het vitriolisch en zeezuur, in een aardagtige basis schynt te bestaan’ aldus magnesiumsulfaat en -chloride.
Pharmacie. 1769 Riga Jean George. Laboratorium chymico-pharmaceuticum. Of het chymische werkhuys der apotheekers. Amsterdam 1769 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Pharmacie. 1698 Ryckarts N. Eygene kleyne beknopte huysapoteek, voorsien met seer bequame heyl ende deughtsame medicamenten. Dordrecht de Vries 1698 in 12 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1553 Ryf Gwalterus. Een costelijc Tractaetken inhoudende dye kennisse oorsake ende... genesinge des steens in den Nieren, Lendenen, oft in der Blasen sonder snijden met seer excellenten Recepten ende Medicijnen. Thantwerpen, Jan Roelants 1553 in 4.
van Rijnenburgh B. Zie 1629 Hippocrates.
Heelkunde. 1788 Rysterburg Hendr. Proeve eener beschouwende ontleeding van 's menschen ligchaam. Haerlem 1788 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1792 Rysterburg Hendr. Heelkundige waarneeming der behandeling eener ontwrichte schouder. Alkmaar 1792 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Ripley George 1688. Zie Van de Velde J. 1688.
Geneeskunde [1777 Robol] Proeven genoomen met de Spianterbloemen. Door Johannes Robol, Medicinae Doctor te Enkhuizen. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1777 II pp 211-222, Bi Un Gent me 366a)
Gebruik van zinkbloemen met gunstig gevolg by zes gevallen.
Geneeskunde [1778 Robol] Twee waarneemingen wegens het Quassihout. Medegedeelt door Johannes Robol, Medicinae Doctor te Enkhuizen. | |||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||
(In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1778 III pp 465-468, Bi Un Gent me 366a, me 46276)
Geneeskunde [1779 Robol] Waarneeming wegens den Muskus, in een hardnekkigen risus sardonicus met het aangenaamste gevolg gegeeven door Johannes Robol, Medicinae Doctor te Enchuizen. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1779 IV pp 350-358, Bi Un Gent me 366a)
Geneeskunde [1791 Robol] Heeft het inwendig gebruik der Flores Zinci tot nog aan de verwachting van den grooten Gaubius, die allereerst de aanmoediging daartoe gegeeven heeft, voldaan?.... Door J. Robol, Medicinae Doctor, Lid Consultant van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie Societeit in 'sHage, gewoon Lid van het Provinciaal Utrechts Genootschap van Konsten en Weetenschappen, te Amsterdam. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1791 XV pp 129-322, Bi Un Gent me 366a)
Geneeskunde [1791 Robol] Waarneeming wegens eene waterzugt der longen, en deszelfs geneezing. Door Johannes Robol, Med. Doct. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1791 XV pp 325-336, Bi Un Gent me 366a)
Geneeskunde [1798 Robol] Waarneemingen, wegens het inwendig gebruik van het Heulsap in de verstervingen der teenen en voeten, medegedeeld door Johannes Robol, Medicinae doctor te Utrecht. (In Verhandel. Batav. Gen. 1798 XI pp 30-48, Bi Un Gent Hi 9621).
Heulsap of opium verzacht de pijn, ook bij de venerische ongemakken; zekere waarneemingen zouden zelfs besluiten tot herstelling.
Roemer E.J. Zie 1770 Schutt G.J.
Eucharius Röslin geboren te Frankfurt ca 1490, en aldaar geneesheer. Ook onder den naam van Rhodion heeft hij geschreven over verloskunde en over plantkunde: De partu hominis, Frankfurt 1532 in 8; Kreuterbuch von aller Kreuter, Gethier, Gesteinen und Metal, Frankfurt 1533 in fo.
Verloskunde [1516 Röslin] Eucharius de Oude. Den roseghaert vanden beuruchten vrouwen. Cum gratia et privilegio. De prologhe ..... (op het einde). Ick Th vander N die dit tegewoerdich boecxken tot trooste ende ond'stande den eersamen vroukens di mz kind beurucht sijn (wt de overlansche of hoochduytsce tale in onse ghemeine sprake getranslateert hebbe) bid de alle personen dient in handen comen sal, dat si dat so eerlijck en̄ se- | |||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||
cretelijck houdē (gelijck si dat in dz wterste oerdeel voer den oogen gods verantwoerdē willen) op dat niet en come in handē der vileynen diet lieuer lesen souden den vrouwen te verwijtte dan tot onderstande. Daerō en salmē dese boecxkens nz alle persoonē vercopē noch thoonen noch oock te coope vindē tot eenighen boeckvercopers, dan alleene in de princelijcke stat van bruesele indē zeeridde daer si geprēt sijn int iaer ōs heerē duysent vijfhond't en̄ sestiene dē achstē dach ī merte. (18 × 12 cm, (53 fos), Bi Un Gent Res 11095)
Nr 1831 van W. Nijhof en M.E. Kronenberg: in 4, vertaling van Der Swangern Frauwen und Hebammen Rosegarten 1513. Prologhe, daarna het overzicht, dat op het voorlaatste fo eindigt, zooals op fo LXVI van de uitgave ca 1540, waar nog een bespreking van geneesmiddelen voorkomt. In het exemplaar vond ik den naam van Roeslin niet. De Catalogus van de Bibliotheek der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst vermeldt van Roeslin:
Verloskunde. 1528 Roeslin. Den Roseghaert van den bevruchten vrouwen. Ghecorrigeert en(de) vermeerdert wt die boecke(n) van die alder expeertste scrivers, die va(n) deser materie(n) te wete(n) van die secreten, ontfanghinge, baringhe, en(de) conste der vroevrouwe(n), int latyn ghescreue(n) hebbe(n) als Albertus Magnus, Aristoteles, Plinius, Avicenna, Marcus varro, en(de) meer andere. En(de) oeck wt Jason a pratis, die ee(n) dat aldercostelychste tractaet in latijn heeft bescreue(n) van der vroevrouwen conste. (Door Eucharius Roeslin. Vert. door Thom. van der Noot). Men vint dese boecken te coope (te Antwerpen) op die Lombaerde veste bi my Simon Cock, ende op die cammerpoortbrugghe bi my Jacop van Liesveldt (1528) 4o. (Tekst met titelblad en colophon uit Catalogus Bi Nederl. Maatsch. Bevord. Geneesk. 1930, pp 334 en 335).
| |||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||
De Nederlandsche vertaling is van Thomas Van der Noot.
Verloskunde. 1529 Röslin, Eucharius, de Oude. Den Roseghaert vandē beuruchtē Vrouwen. Ghecorrigeert en̄ vermeerdert wt die boeckē vā diē alder expeertste Scrivers, die van deser materien (te wetē vā die secreten, ontfanginghe, baringhe, en̄ conste der vroevrouwē) int latijn gescreuē hebbē als Albertus Magnus, Aristoteles, Plinius, Auicenna, Marēus varro, en̄ meer ander. En̄ ooc wt Jason a pratis, die een dat alder costelijcste tractaet in latijn heeft bescreuen vāder vroevrouwen conste. Men vint dese boeckē te coope tot Antwerpen bi my Michiel vā hoochstraten. Binnen die Camer poorte... In die Rape. Int iaer M.CCCCC. en̄ XXIX ..... Gheprent Tantwerpen, bi my Michiel vā Hoochstraten. binnē diē Camer poorte In die Rape.
Nr 1832 van Nijhof en Kronenberg, 4o 56 pp, Kon Bi Brussel.
Verloskunde. 1530 Röslin, Eucharius, de Oude. Den roseghaert vanden beuruchten vrouwen. Ghecorrigeert en̄ vermeerdert wt die boeckē vā die alder expeertste Scrijvers: die van deser materien (te weten vā dye secreten: ontfanghinge: baringhe: en̄ coste der vroevrouwen) int latijn gescreuen hebbē: als Albertus magnus: Aristoteles: Plinius: Auicēna: Marcus Varro: en̄ meer ander. En̄ ooc wt Iāson a pratis: dye een dat aldercostelijcste tractaet in latijn heeft bescreuē vander vroevrouwen conste. Men vint dese boecken te Coope tot Leyden: bi die Visch capelle tot Bartholomeus Jacob. Boeckvercooper............. te coope vindē tot eenige boecvercopers, dā alleene in die coopstadt vā Antwerpē bi mi Willem Vorsterman. Gheprent indē guldē Eenhoren. Int iaer MCCCCC en̄ XXX ..... Dese boecxkens salmen vinden te coope tot Leyden bi die Visch capelle, tot Bartholomeus Jacob Boeckvercooper.
Nr 1833 van Nijhof en Kronenberg 4o, 56 pp, Bi Un Amst.
Verloskunde. [ca 1540 Röslin] Eucharius, de Oude. Den Rosegaert van den bevruchten vrouwen. Ghecorrigiert en̄ vermeerdert wt die boeckē van die alder expertste scriuers die vā dese materie (te wetē van al die secreten, ontfanghinghe, baringhe, en̄ conste der Vroevrouwē int latijn ghescreuē hebben, als Albertus magn9, Aristoteles, Plinius, Auicenna, Marcus varro, en̄ meer andere. En̄ oock wt Iason a Pratis, die eene, dat alder beste tractaet int latijn bescreuē heeft vā der vroe vrouwen consten. Noch sijn hier bi gheset veel addicien, tot deser materie wel dienende die in gheen and' boecken gheprent en zijn. Bi consent vāden Houe. Gheprent Thantwerpen op die Lombaerden veste by mi Symon Cock. (14.5 × 10 cm, (1 fo) + 91 fos + (3 fos), Bi Un Gent res 715) | |||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||
Nr 1835 van Nijhof en Kronenberg in 8, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent Res 715. Tot den lezer, prologhe, 12 capittelen, geneesmiddelen, tafel der capittelen. In het exemplaar vond ik den naam van den schrijver niet.
Verloskunde. ca 1540 Röslin Eucharius, de Oude. Den Rosegaert vandē beuruchten Vrouwen Ghecorrigeert en̄ vermeerdert wt die boecken vā die alder expertste schrijvers die vā deser materien (te weten vā die secreten, ontfanghinghe, baringhe, en̄ Conste der Vroe-vrouwen) int Latijn ghescreuen hebben als Albertus Magnus, Aristoteles, Plinius, Auicenna, Marcus varro en̄ meer andere. En̄ oock wt Iason a pratis, die een dat alder costelijcste tractaet int Latijn bescreuē heeft vāder Vroevrouwē conste....... - - Gheprent Thantwerpen, in die Baghijnen strate, bi mi Jan van ghelen.
Nr 1834 van Nijhof en Kronenberg: in 8, 96 pp, Un Bi Amsterdam.
Verloskunde. 1612 Roeslin Eucharius. Den nieuwen vermeerderden Roosengaert vande bevruchte vrouwen.... Met Appendix ofte tweede deel. Amstelredam by Hendr. Barentsz. 1612 in 8
Dat werk verscheen daarna, onder den titel van:
Geneeskunde. 1731 Royaards Alb. Nodige en tydige waarschouwing tegens de gemeenschap aan Sodoms grouwelyke zonde. Nijmegen 1731 in 4. | |||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||
Geneeskunde. 1690 Roman Jac. Briev aan Jac. le Mort, vertonend de wisselvalligheden, welke omtrent de diverse insigten door de philosophe als medicynse stellingen, gemaakt werden. Amsterdam Haring 1690 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Roman Jac. Zie 1696 Le Mort.
Heelkunde. 1663 Van Roonhuyse Hendrick. Heelkonstige aanmerkingen betreffende de gebreken der vrouwen. Amsterdam van Theun 1663 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. [1672 van Roonhuyze]. Genees- En Heelkonstige Aanmerkingen van Hendrick van Roonhuyze, Ordinaris Heelmeester Der Stadt Amsteldam. t'Amsteldam, By de Weduwe van Theunis Jacobsz. Lootsman, op 't Water, in de Loots-man, Anno 1672. Met Privilegie voor 20. jaren. (15.2 × 9.3 cm, (16) + 251 + (5) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 1786). Titelprent een operatiezaal verbeeldende. Privilegie uit 's Gravenhage 4 april 1672. Opdracht aan Nikolaas Tulp, burgermeester van Amsteldam. Voorrede door van Roonhuize op 20 van Lowmaand 1672 geteekend. Drie gedichten in het Nederlandsch ter eere van van Roonhuyze, geteekend D. Lingelbach, Jan Lons Advt, en R. Rogierse Beerenaert. Hierna het kortste van deze drie stukken: Ter Eere van Hendrick van Roonhuyze Roemrughtigh Heelmeester Tot Amsteldam.
Geoeffent door 't verloop van tweewerf twaelef jaeren,
In loffelijcke Konst van heelen tróts ervaren,
Beschijnt ons Rodenhuys met glans van sijn vernuft,
Laet Momus bitze tongh hayrklovende dit laecken,
Hy is wel prijsens waert, die breecken kan en maecken,
Waer door de wereldt staet verwonderendt versuft.
Als alle hulp ontbreekt in hooge noodt van baeren,
Streckt Henrick Loots om nae de Volewijck te vaeren.
Jan Lons. Advt.
Daarop volgt de inhoudstafel der aanmerkingen. Het 1e deel bevat 35 dezer aanmerkingen. Het 2e deel bevat eenige genummerde en ongenummerde stukjes, om te eindigen met aanmerkingen 37 tot 40. Bladwijzer in alphabetische orde. | |||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||
Gynaecologie. [1672 Van Roonhuyse] Heel-Konstige Aanmerkkingen van Hendrik van Roonhuyse, Ordinaris Heel-Meester der Stad Amsterdam. Betreffende de Gebreekken der Vrouwen. De Tweede Druk, Met verscheyde nieuwe stoffen, en Geneesmiddelen vermeerdert. t'Amsterdam, By de Weduwe van Theunis Jacobsz. Boeck-verkoopster op 't Water, in de Lootsman. Anno 1672. (15.2 × 9.3, (16) + 184 + (8) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 1786). Titelprent betreffende vrouwenanatomie. Opdracht aan Nikolaas Tulp, burgermeester van Amsterdam. Bericht tot den lezer. Drie gedichten, het 1e en het 3e ter eere van den schrijver, van Joan. Blasius en van W. de Vogel, het 2e tot den lezer geteekend R. Rogierse Beerenaart. Op de aanmerkingen, de meeste onder vorm van brieven, volgt een alphabetisch register.
van Roonhuyse Hendrik. Zie Pigraeus.
Chemie. 1800 de Roover J.B. Scheikundig gedenk-schrift over de vlugtige oliën (Olea essentialia) te trekken op de beste wijze uit de gedroogde planten, hunne zuivering, en waar in hun koleur in den staat hunner opgeklaartheid bewezen word. (In Verh. Gen. Occidit non servat III 1800 p 145).
Pokken [1784 Rose] Verhandeling over den Aart en behandeling der natuurlyke en ingeënte kinderpokjes, ter behandeling in eene West-Indische volkplanting opgesteld; en nu medegedeeld door P. Rose Roume de Saint-Laurent. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1784 XXI pp 169-192, Bi Un Gent Hi 2045).
Dierkunde. 1765 Rösel A.J. Natuurlijke historie der insecten. Amsterdam sd (1765) in 4
Rösel A.J. Zie 1770 Kleeman.
Roselt J.A. Zie A.J. Rechberger.
Geneeskunde. [1781 Roselt] Natuur- Genees- Heel- en geboortskundige Waarnemingen en Mengel-Schriften, Ten dienste van het Landvolk, uytgegeven door J.A. Roselt, Gezwooren Wondartz en Geboortshelper tot Machelen. Eerste Stuk. Te Gend, By J.F. Vander-Schueren, in de Breidelstege, bij d'Appel-brugge. M.DCC.LXXXI. (22.3 × 12.9 cm, VIII + 87 + (1) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent G 2839) Opgedragen aan de ‘hoogpointers ende vrye Schepenen der Casselrye van Cortryk’. Bespreking van een reeks gevallen uit de praktijk. | |||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||
Geneeskunde [1783 Roselt] Natuur- Genees- Heel- en geboortskundige Waarnemingen ..... Tweede Stuk ..... M.DCC.LXXXIII. (22.3 × 12.9 cm, (4) + 91 + (1) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent G 2839).
Evenals in het 1e deel, een reeks practische waarnemingen. Het stuk eindigt met de 4 volgende verzen: Schoon Waarheid veelmaals word benijd,
Blijft z'echter van 't vergaan bevrijd;
Want als het Heelal zal vergaan
Zal Waarheid eeuwig blijven staan.
Kinderziekten [1768 Rosen van Rosenstein]. Handleiding tot de Kennis en Geneezing van de Ziekten der Kinderen. Ten nutte van het algemeen, Op verzoek van de Koningl. Sweedsche Academie der Weetenschappen, In het Sweedsch geschreeven door den Heere N. Rosén van Rosenstein, lyf-artz des Konings van Sweeden en ridder van de Noordster-Orde. Vertaald, met aanmerkingen en Byvoegselen vermeerderd door Eduard Sandifort, Med. doct. Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur-onderzoekers, en andere geleerde Genoodschappen. In 's Gravenhage, By Pieter van Cleef, M.D.CC.LXVIII (21.3 × 11.8 cm, XVI + 670 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2745c)
Overzicht in 28 hoofdstukken, gevolgd door een alphabetisch register (pp 653-670).
Kinderziekten [1779 Rosen van Rosenstein]. Handleiding tot de Kennis en Geneezing Van de Ziekten der Kinderen. In het Zweedsch geschreeven door den Heere N. Rosén van Rosenstein, Lyf-arts des Konings van Zweeden en Ridder van de Noord-Sterorde. Vertaald, met Aanteekeningen en Byvoegselen vermeerderd door Eduard Sandifort, Med. Doct. Hoogleeraar in de Genees- Ontleed- en Heel-Kunde op 's Lands Hooge School te Leyden. Tweede druk. Aanmerkelyk vermeerderd. Waarby gevoegd is eene Verhandeling over de Gebreken, welke de Kinderen somtyds kort na de geboorte treffen, en tot de Heelkunde betrekking hebben. Eerste deel. In 's Gravenhage By Isaac van Cleef, MDCCLXXIX. (22.3 × 13.9 cm, 56 + 495 + 458 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2745 en me 4621).
Het 1e deel met 56 + 495 pp, het 2e met 458 pp. Na een voorrede, de levensbeschrijving van Nicolaas Rosén van Rosenstein uit de redevoering in 1773 in de Academie te Stockholm door van Schulzenheim gehouden. Overzicht in 29 hoofdstukken en een bijvoegsel, gevolgd door een alphabetisch register (2e stuk, pp 421-458). | |||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||
Nicolaas (Nils) Rosén geboren dicht bij Gothenburg op 1 februari 1706 (Oude Stijl), adjunctus medicinae te Upsal in 1728, hoogleeraar te Upsal in 1731, lid van de Kon. Academie der Wetenschappen te Stockholm in 1739. Hij overleed op 16 juli 1773. In 1769 gaf hij raad aan de kon. familie van Zweden zich de pokjes te laten inenten. In 1762 had hij door een brief van adeldom den naam van Rosenstein gekregen.
Pharmacie [1784 Rosen van Rosenstein] Huys- en Reys-Apotheek van den Ridder en Zweedsch-Koningslyken Lyf-arts Rosen van Rosenstein, Gemaekt Op het genadigst Bevel van Haere Majesteyt de Koninginne-weduwe Louisa-Ulrica. Uyt het Hoog-Duydsch, volgens de tweede zeer vermeerderde en verbeterde Uytgave, overgezet Door P.E. Wauters, Geneesheer, Correspondent van het Koninglyk Genootschap der Geneeskunde van Parys. Tot Gend, By Bernard Poelman, op d'Hoogpoorte in het gekroond Zweird. (20 × 12.2 cm, 176 + (8) pp, Bi Un Gent me 2926).
Ferd. vander Haeghen vermeldt in zijn Bibliographie gantoise (IV p 340) dat het boek in 1784 werd gedrukt. Het overzicht bedraagt 56 stukjes en een alphabetisch register.
Geneeskunde [1800 Van Rotterdam] Aanmerkingen Over eene watervrees (hydrophobia) door de beet van een getergt zes-à-zeven maandig hondje (het gene egter niet dol bevonden wird) veroorzaakt: als-mede een kort onderzoek over de kragt der byzonderste Geneesmiddels, door verscheide Schryvers tot deze Ziekte sterk aangeprezen Door J. Van Rotterdam M.L. en Practizerend Geneesheer te Gend. Lid Correspondent van dit Genootschap. (In Verhandel. Gen. Gen. Antwerpen 1800 III pp 154-208, Bi Un Gent me 556)
Op het einde een briefwisseling tusschen J.P. Hoylarts en J. Van Rotterdam.
Rabies. [1794 Rougemont] Verhandeling over de gevolgen der beet van dolle dieren; over de watervrees en hare onderscheidene zoorten. (In Verhandel. Utrecht 1794 VIII, 312 pp, Bi Un Gent Hi 9653).
De naam van den Schrijver wordt bekend gemaakt op p VI van het voorbericht van het Genootschap: Joseph Claude Rougemont, Professor in de Anatomie en Chirurgie opde Academie te Bonn, en Correspondent van het Koninglijke Medicijnsch Genootschap te Parijs. De verhandeling verschijnt in het Fransch (301 pp) en daarna in Nederlandsche vertaling | |||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||
(312 pp). De verhandeling bedraagt een overzicht over de dolheid der honden, dan over de dolheid bij den mensch, ten slotte over de middelen die kunnen gebruikt worden om de dolheid te genezen.
Geschiedenis. 1706 Roukema Roel. Naamboek der beroemde geneesen heelmeesters van alle eeuwen. Amsterdam 1706 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1717 Roukema R. Verhandelinge der beenbreuken. Leeuwarden 1717 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Verloskunde. 1739 Roukema R. Natuurlijke stellingen dat een dryvende long van een nieuw geboren Kindt geleefd heeft. Leeuwarden 1739.
Verloskunde 1741 Roukema R. Aanmerkingen op het kort ontwerp vervattende de waare oorzaak der eerste inademing, opgestelt na 't begrip van J.H. Croeser. Leeuwarden 1741 (Bi Un Amsterdam).
Chemie. 1789 Rouppe H.W. Iets aangaande de revivicatie van de roode bijtende kwik door den aether vitriolatus. Alg. Konst- en Letterbode 1789 II p 203.
Toxicologie. 1790 Rouppe H.W. Berigt wegens de doodelijke kracht der pijlen, welke de volken van Macasser in de Oost-Indiën gebruiken. Alg. Konst- en Letterbode 1790 II p 202.
Chemie. 1793 Rouppe H.W. Brief over het loogzout. Alg. Konsten Letterbode 1793 II p 42.
Physiologie 1793 Rouppe H.W. De ademhaling, volgens het nieuwe scheikundig leerstelsel, proefondervindelijk verklaard, en het nut derzelve voor de dierlijke huishouding nagespoord. Haarlem Loosjes in 8 (Bi Un Amsterdam).
Physica 1794 Rouppe H.W. Kort berigt aangaande den tegenwoordigen staat der hygrometrie, en der geschikste werktuigen om de vochtigheid der dampkringslucht te bepalen. Nieuwe Konst- en Letterbode 1794 II p 17.
Chemie. 1794 Rouppe H.W. Brief over spermaceti. Nieuwe Konsten Letterbode 1794 I p 196.
Chemie. 1795 Rouppe H.W. Over de verandering van vleesch in | |||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||
eene aan spermaceti gelijkende stof. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 57.
Chemie 1795 Rouppe H.W. Over de ontvlamming van den indigo met het salpeterzuur. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 36.
Chemie. 1795 Rouppe H.W. Over de ontleding van het salpeterzuur-ammoniac-zout. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 40.
Chemie. 1795 Rouppe H.W. Beredeneerd vertoog over het gebruik, hetgeen men kan maken van het overblijfsel, van het met wijngeest gedistilleerde vitrioolzuur. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 117.
Toxicologie. 1795 Rouppe H.W. Iets over de loodvergiftiging. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 I p 3, 10, 18.
Chemie. 1795 Rouppe H.W. Vorming van bergcrystal door kunst. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 43.
Physica. 1794 Rouppe H.W. Proefnemingen aangaande bevriezing van kwikzilver in Holland. Nieuwe Konst- en Letterbode 1794 I p 57.
Chemie. 1795 Rouppe H.W. Crystallisatie van eene eenvoudige aardsoort in enkeld water, door kunst bewerkt. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 44.
Physica 1795 Rouppe H.W. Proefneming aangaande de bevriezing van kwikzilver water. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 I p 50.
Chemie. 1795 Rouppe H.W. Aanmerkingswaardig verschijnsel met betrekking tot het crystallizeren der zouten. Nieuwe Konst- en Letterbode 1795 II p 37.
Chemie. [1796 Rouppe]. Redevoering, Over den invloed der Hedendaagsche Scheikunde, op de Oeconomische Wetenschappen en Artzneymengkunde. Opentlyk uitgesproken in de Groote Kerk te Rotterdam, door H.W. Rouppe, Med. Doctor, enz. By het plechtig aanvaarden van het openbaar Leeraar-Ambt in de Schei- en Artzneymengkunde. Den 27 van Herfstmaand 1796. Te Rotterdam, By J. Bronkhorst, E. van Wolfsbergen, C. van den Dries en J. van Zanten. MDCCXCVI. (22.5 × 13.5 cm, (6) + 56 pp, Bi Un Gent Ph 439). Opgedragen aan S.J. Brugmans te Leiden en M. Van Marum te Haarlem. Voorbericht uit Rotterdam 30 van Slagtmaand 1796. | |||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||
Electriciteit. 1797 Rouppe H.W. Beschrijving van een geheel nieuw magnetisch verschijnsel. Nieuwe Konst- en Letterbode 1797 II p 49.
Chemie. 1798 Rouppe H.W. Kort berigt aangaande drie nieuwe metaalsoorten, het titanium, tellurium en chronium, alsmede van de nieuwe aardsoort glucine. Nieuwe Konst- en Letterbode 1798 II p 107.
Chemie. 1799 Rouppe H.W. Voorlopend bericht van eenige belangrijke proeven in 't werk gestelt met geheel uitgedoofde houtskolen, aangaande de opslurping van gas en dampkringslucht. Nieuwe Konst- en Letterbode 1799 II p 11.
Physica 1800 Rouppe H.W. en Bicker L. Beschrijving van een stoommeter en verslag van gedaane proeven met dien genomen. Rotterdam, Nieuwe Verh. Bat. Gen. 1800 I p 549.
Rouppe H.W. Zie C.A. Hoffman 1793.
Geneeskunde [1769 Rouppe] Waarneeming aangaande eene moeyelyke doorzwelging, veroorzaakt door eene drukking op den slokdarm. Door Ludovic. Rouppe, Med. Doct. te Rotterdam. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1769 XI pp 251-323, Bi Un Gent Hi 2045)
Geneeskunde [1775 Rouppe] Beknopte Schets en Byvoegsel op de Verhandeling Van de Ziektens der Scheepvaarende door Lodewyk Rouppe. Handelende over de meeste Ziektens, dewelke aan de Zeelieden binnen Scheepsboort en in vreemde Gewesten aanvallen en veeltyds in doodelyke gevolgen eindigen, benevens eenige uitgezogte en beproefde Geneesmiddelen, dewelke in de Medicynkist of in warme Gewesten algemeen voor handen of te bekomen zyn tot een nuttig gebruik voor aankomende en ervaarne Scheepsheelmeesters in 't Licht gebracht door J.S.P. T'Amsterdam, By J. Morterre, Boekverkoper op den Nieuwendyk. MDCCLXXV (22.5 × 14 cm, (6) + 106 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2817).
De Bi Un Amsterdam bezit een uitgave Hoorn 1765 in 8.
Biologie. [1733 Rousset] Aanmerkingen over den oorsprong, gesteltheit en aard der zee-wormen. Die de Schepen en Paal-werken doorboren door Den Hr. Rousset, Lid van 't Koninklyk Genootschap der Wetenschappen van Berlin. Met Kopere Plaaten. Te Leyden, By Gysbert Langerak, Boekverkoper in de Pieters Choorsteeg. 1733. (21.9 × 13.5 cm., 31 pp, 2 platen, Kon Bi Brussel VH 7104, medegebonden met Belkmeer 1733).
Schr. verwerpt het stelsel van Vallisnieri over het herma- | |||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||
phrodismus van die wormen, die zich door samenvoeging in den zomer en in het water vermenigvuldigen.
Geneeskunde [1784 â Roy]. Van eene kwaadaartige zinkingkoorts, welke in het Roomsche meisjes-weeshuis te Amsterdam, in de maanden november en december 1782, en january en february 1783, geregeerd heeft. Door Corn. Henr. â Roy, Medicinae Doctor te Amsterdam. (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam 1784 IX pp 337-356, Bi Un Gent me 366a)
Pest. 1667 Rudolphus J. Publicatie behelzende de opheffing van het wegens de pest verboden verkeer tusschen Holland en Milaan. Milaan 1667 in fo (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde 1789 Ruetz F.G.C. Daemonologische fragmenten of byvoegzels tot de oudheid- en geneeskundige verhandeling van prof. T.G. Timmermann. Haarlem 1789-1790 in 8 (Bi Un Amsterdam).
De Catalogus van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunde noemt van het werk van Ruffen de volgende uitgaven: Verloskunde. 1591 Ruffen Jac. t'Boeck vande vroet-wijfs. Int welcke men mach leeren alle heymelicheden vande vrouwen, ende in wat ghestalte de mensche in zijn moeders lichaem ontfanghen, groeyet ende gheboren wort. Overges. wtten Hoochd. in ons Nederl. sprake, deur Martyn Everaert B. t'Amstelredam by Cornelis Claesz. 1591 in 4.
Dierkunde. 1729 de Ruijscher M. Natuurlijke historie van de Couchenille. Amsterdam 1729 in 8
Geneeskunde. 1595 Rulandus Mart. Drie centuria van curatien of genezingen. Amsterdam Claesz, 1595 in 8 (Bi Un Amsterdam). | |||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||
Rutgers P. Zie Pigraens 1662.
Nat. wetensch. [1705 Rumphius] D'Amboinsche Rariteitkamer, Behelzende eene Beschryvinge van allerhande zoo weeke als harde Schaalvisschen, te weeten raare Krabben, Kreeften, en diergelyke Zeedieren, als mede allerhande Hoorntjes en Schulpen, die men in d'Amboinsche Zee vindt: Daar beneven zommige Mineraalen, Gesteenten, en soorten van Aarde, die in d'Amboinsche, en zommige omleggende Eilanden gevonden worden. Verdeelt in drie Boeken, En met nodige Printverbeeldingen, alle naar 't leven getekent, voorzien. Beschreven door Georgius Everhardus Rumphius, van Hanauw, Koopman en Raad in Amboina, mitsgaders Lid in d'Academiae Curiosorum Naturae, in 't Duitsche Roomsche Ryk opgerecht, onder den naam van Plinius Indicus. T'Amsterdam, Gedrukt by François Halma, Boekverkoper in Konstantijn den Grooten. 1705 (44 × 28 cm, (36) + 340 + (43) pp, Bi A.J.J.V., Kon Bi Brussel VH 7227, Bi Un Gent HN 250)
Schoone titelplaat verbeeldende geleerden rond een tafel aan het onderzoek van natuurlijk materiaal, uitgevoerd door Jacobus d'Later en geëtst door Goere. Portret door zijn zoon P.A. Rumph, geëtst door F. de Later en F. Halma; dat portret van schr. op 68-jarigen leeftijd draagt onderaan de 4 latijnsche verzen: Coecus habens oculos tam gnavae mentis acutos, Opdracht aan Hendrik D'Acquet, geneesheer en burgemeester te Delft, van G.E. Rumphius uit Amboina op 1 sept 1699. Opdracht aan denzelfden, van Fr. Halma, uit Amsterdam op 1 herfstmaand 1704, die in het bezit was gekomen van het hs van Rumphius, in 1702 overleden. Voorrede van drukker tot lezer, geteekend F. Halma uit Amsterdam op 1 van Slagmaand 1704. Tafel der hoofddeelen der drie boeken waaruit het werk is samengesteld. Het 1e boek handelende over de weeke schaalvisschen met 44 hoofddeelen (pp 1-54); het 2e boek over de harde schaalvisschen met 39 en de hoornen en schulpen met 19 hoofdstukken (pp 57-194), deze laatste beschreven door Sipman doctor in de medicynen, en medegenoot van Rumphius; het 3e boek over de mineralen en de gesteenten met 87 hoofdstukken en de beschrijving van een stuk grauwen amber we- | |||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||
gende 182 ponden (pp 197-340). Op het einde een uitgebreid alphabetisch register. Het werk is versierd met 60 groote platen met talrijke goed uitgevoerde figuren, die in het exemplaar van de Bi A.J.J.V. zorgvuldig gekleurd werden.
Nat. Wetensch. [1741 Rumphius] D'Amboinsche Rariteitkamer. (Zelfde titel als bij 1705, alleen onderaan een verschil:) .... Beschreven door Georgius Everhardus Rumphius, van Hanauw, Koopman en Raad in Amboina, mitsgaders Lid van de Kyzerlyke Kweekschool der onderzoekers van de Natuurkunde in 't Duitsche Roomsche Ryk opgerecht onder den naam van Plinius Indicus. T'Amsterdam, By Jan Roman de Jonge, Boekverkoper, 1741. (39.5 × 24.4 cm, (26) + 340 + (43) pp, Bi A.J.J.V., Bi Un Gent HN 249).
Dat exemplaar is een herdruk van de uitgave 1705. Met de zelfde titelplaat dragende onderaan 'T Amsterdam, Gedrukt by François Halma Boekverkoper 1705. Geen portret. De opdracht aan Johannes Burmanus is geteekend Jan Roman de Jonge. De Voorrede van den drukker is deze van F. Halma uit Amsterdam 1 Slagmaand 1704. De opdracht van Fr. Halma aan H. D'Acquet ontbreekt. De drie boeken zijn op dezelfde wijze geschikt als in 1705; ook 60 groote platen met figuren.
Kruidkunde [1750 Rumphius I] Het Amboinsche Kruidboek, Dat is, Beschryving van de meest bekende Boomen, Heesters, Kruiden, Landen Water-Planten, Die men in Amboina, en de omleggende eylanden vind, Na haare gedaante, verscheide benamingen, aanqueking, en gebruik: mitsgaders van eenige insecten en gediertens, Voor 't meeste deel met de Figuren daar toe behoorende, Allen met veel moeite en vleit in veele jaaren vergadert, en beschreven in Twaalf Boeken, Door Georgius Everhardus Rumphius, Med. Doct. van Hanau, Oud Koopman en Raadspersoon in Amboina, mitsgaders onder de naam van Plinius Indicus, Lid van de illustre Academia Naturae Curiosorum, in 't Duitsche en Roomsche Ryk opgerigt. Nagezien en uitgegeven door Joannes Burmannus, Med. Doct. en Botanices Professor in de Hortus Medicus te Amsterdam, Medelidt van het Keyzerlyke Queekschool der Onderzoekers van de Natuurkunde; Die daar verscheide Benamingen, en zyne Aanmerkingen heeft bygevoegt. Eerste Deel, Te Amsterdam, By Meinard Uytwerf, M DCCL (40 × 25 cm, (32) + 200 pp, Bi Un Gent HN 34, Bi Kruidtuin Antwerpen).
Tusschen den Latijnschen en den Nederlandschen titel bevindt zich een schoone titelplaat door A. Vander Laan uit- | |||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||
gevoerd en geëtst, verbeeldende een zicht van uit de zee, op het eiland Amboina, met een hemel bevolkt met goden en godinnen, die de boeken van Rumphius, door engelen gedragen, bewonderen. Twee groote portretten versieren de inleiding: het eerste van Rumphius, geteekend J. de Later en F. Halma, het tweede van Burmannus, geschilderd door J.M. Quinkhard en geëtst door J. Houbraken. De inleiding is zeer uitgebreid, en bedraagt een opdracht aan de ‘Bewinthebberen der Geoctroyeerde Nederlandse Compagnie van Oost-India’ geteekend van Rumphius, uit Amboina op 20 September 1690; een voorrede, ook in het latijn en in het Nederlandsch, een brief tot den lezer van Joannes Burmann, uit Amsterdam op 20 October 1740, waarin hij zegt hoe hij de noodige wijzigingen aan den tekst heeft gebracht om het boek drukwaardig te maken. In de inleiding treft men verscheidene gedichten: 1o Auctor librum adloquitur, door Rumphius; 2o de Autheur tot het boek, door Rumphius (zie Vla. Acad. 1931 p 816); 3o Liber Auctori respondet, door Petrus Burmannus junior; 4o Antwoord van het boek aan den Auteur (zie Vla. Acad. 1931 p 817); 5o Epigramma in opus botanicum Rumphii; 6o Op het Amboins Kruydboek (zie Vla. Acad. 1931 p 818); 7o Op de Afbeeldink van J. Burmannus (zie Vla. Acad. 1931 p 819); 8o 9o en 10o Latijnsche gedichten geteekend Franciscus Burmannus, Petrus Burmannus junior en Joannes Oosterdyk Schacht; 11o Een laatste Nederlandsch gedicht aan Joh. Burman door Jan Balde junior opgedragen (zie Vla. Acad. 1931 p 820). Het 1e boekdeel bevat 200 pp met 119 hoofdstukken en 82 platen; iedere bladzijde draagt op de linker zijde een Latijnschen tekst, op de rechter zijde den Nederlandschen. Het bevat het eerste boek handelende over de boomen met eetbare vruchten.
Kruidkunde [1750 Rumphius II]. Het Amboinsch Kruidboek... (zooals 1750 R. I)... heeft bygevoegt. Tweede deel, Te Amsterdam... (270 pp).
Daarin het tweede boek behelzende de speceryagtige boomen, met 54 hoofdstukken en 46 platen (pp 1-143); het derde boek over de boomen die hars, ‘aanzienelyke bloemen, of schadelyke melk’ leveren, met 46 hoofdstukken en platen 46 tot 87. | |||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||
Kruidkunde [1750 Rumphius III]. Het Amboinsch Kruidboek.... zooals 1750 R. I).... heeft bygevoegt. Derde deel, Te Amsterdam.... (218 pp).
Het vierde boek over de wilde boomen, die timmerhout leveren, met 71 hoofdstukken en platen 1 tot 83 (pp 1-126). Het vijfde boek over de overige wilde boomen onder malkanderen, met 60 hoofdstukken en platen 84 tot 141 (pp 127-218).
Kruidkunde [1750 Rumphius IV]. Het Amboinsch Kruidboek... (zooals 1750 Rumphius I).... Vierde deel. Te Amsterdam... (154 pp).
Het zesde boek over de heesters, met 91 hoofdstukken en 82 platen.
Kruidkunde [1750 Rumphius V] Het Amboinsch Kruidboek... (zooals 1750 R. I)... Vijfde deel. Te Amsterdam.... (292 pp).
Het zevende boek over de boschtouwen en de kruipende heesters, met 61 hoofdstukken en platen 1 tot 59 (pp 1-124). Het achtste boek, over de tuinkruiden dienende als voedsel, geneesmiddelen of vermaak, met 92 hoofdstukken en platen 60 tot 115 (pp 125-331). Het negende boek, over omslingerende kruipende kruiden, met 91 hoofdstukken en platen 116 tot 184 (pp 332-492).
Kruidkunde [1750 Rumphius VI]. Het Amboinsch Kruidboek... (zooals 1750 R, I).... Zesde deel.... (IV + 256 + 74 + XXI pp).
Het 6e deel dat met een latijnsch gedicht begint betreffende de reis van Rumphius naar Brazilië, bevat het tiende boek, handelende over de wilde kruiden, met 64 hoofdstukken en 41 platen (pp 1-94), - het elfde boek ook over de wilde kruiden, met 60 hoofdstukken en platen 42 tot 76 (pp 95-192), - het twaalfde boek over ‘de zeeboompjes en steenagtige zeegewassen, die na een plant gelijken’, met 33 hoofdstukken en platen 77 tot 90 (pp 193-256), - daarna een uitgebreid bijvoegsel met 1755 als jaar van uitgave, met volgenden titel:
[1755] Het auctuarium, ofte vermeedering op het Amboinsch Kruyd-Boek. Dat is, Beschryving van de overige Boomen, Heesters, en Planten, Die men in Amboina, en de omliggende eilanden vind, Allen zeer accuraat beschreven en afgebeeldt na der zelvergedaanten, met de verscheide Indische benamingen, aanqueking, en gebruik, Door Georgius Everhardus Rumphius, Med. Doct. van Hanau, Oud Koopman en Raadspersoon in | |||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||
Amboina, mitsgaders onder de naam van Plinius Indicus, Lid van de Illustre Academia Naturae Curiosorum, in 't Duitsche en Roomsche Rijk opgerigt. Nu voor 't eerst uitgegeven, en in het Latyn overgeset, door Joannes Burmannus, Med. Doctor en Botanices Professor in het Illustre Athenaeum, en de Hortus Medicus te Amsteldam, Medelidt van het Keizerlyke Queekschool der onderzoekers van de Natuurkunde; Die daar verscheide Benamingen, en zyn Aanmerkingen heeft bygevoegt. Te Amsterdam, By Mynard Uytwerf, en de Wed. S. Schouten en Zoon. MDCCLV (74 pp).
Dit bijvoegsel, met 84 hoofdstukken en 30 platen, is, evenals het overige van het werk, in het Latijn en in het Nederlandsch opgesteld. Op het einde komt een alphabetische lijst der Latijnsche plantennamen over de 6 boekdeelen, op 21 pp, waarna J. Burmannus, in een latijnsch naschrift, uit Amsterdam op 20 Juni 1755, van den lezer plechtig afscheid neemt, met de woorden: ‘Vale, mi Lector, et, siquid meruerim, save.’
George Everhard Rumpf, of Rumpfius werd geboren rond 1627-1628, en overleed op 15 Juni 1702. In een gedenkboek dat op 15 Juni 1902 verscheen, vindt men uitvoerige inlichtingen over zijn leven en zijn werken:
[1902] Rumphius Gedenkboek, 1702-1902, uitgegeven door het Koloniaal Museum te Haarlem 15 Juni 1902. (38 × 29.8 cm, VII + 221 pp, Kon. Bi Brussel II 81957). In de ‘Eerste proeve van eene Rumphius-Bibliographie’ van A.P. Rouffaer en W.C. Muller, vindt men: Kruidkunde. 1741-1750 Rumphius. Het Amboinsche Kruidboek, 1e uitgave in 6 boekdeelen, I en II 1741, III en IV 1743, V 1747, V 1750 Amsterdam; 2e uitgave in 6 boekdeelen, Amsterdam 1750. Nat. Wetensch. 1705 Rumphius. D'Amboinsche Rariteitkamer, Amsterdam 1705; 2e uitgave 1739 den Haag; herdruk 1740 Amsterdam; duitsche uitgave Wien 1766. Verder worden genoemd: Verhael van de Schrickelijke Aerdbevinge van 17 februari 1674, 1675; Advys ingegeven by den koopman 1724; Antwoord en rapport op eenige pointen ca 1683; Advys over den Amboinschen landbouw 1686; Verscheidene gedrukte brieven.
Anatomie [1725 Ruysch] Ontleedkundige Verhandelingen Over de vinding van een Spier in de grond des Baar-moeders. Te voren noyt ont- | |||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||
dekt. Mitsgaders Een nader Onderwys wegens de verlossing van de nageboorte Der barende Vrouwen. Door Fredericus Ruysch, Hoog-Leeraar in de Ontleed en Kruidkunde: Medelit in de Keyserlyke Academïe in Duitschland, en van de Koninklyke Maatschappye der Geleerden in Engelandt. Te Amsteldam, By de Janssoons van Waasberge, 1725 (16.5 × 10.8 cm, (8) + 67 pp, Bi Un Gent me 1186)
Het werkje begint met een lang verzenstuk van Hermannus Schyn. M. Dr. Op het einde, een plaat met uitlegging. Mede ingenaaid met het vervolg 1726 gedagteekend.
Anatomie [1726 Ruysch]. Vervolg Van de Ontleedkundige Verhandelingen.... (zooals 1725).... 1726. (16.5 × 10.8 cm, (4) + 45 pp, Bi Un Gent me 1186).
Medegenaaid met het werkje van 1725, begint dit stuk met 4 Latijnsche verzen van J.C. Bohlius Borussus. Op pp 44 en 45 de uitlegging van een afwezige plaat vertoonende een plant in een plant gevonden, waarvan sprake is in een brief van Ruysch aan Abraham Vater, onder dagteekening van 1727.
Anatomie [1744 Ruysch I] Alle de Ontleed- Genees- en Heelkundige Werken van Fredrik Ruysch, In zyn Ed. Leven vermaard Geneesheer en Hoog-Leeraar in d'Ontleed- en Kruydkunde tot Amsterdam; als mede Lid der Keyserlyke, Londense en Parysse Genootschappen. Eerste Deel. Behelzende, Het Leven van den Autheur, d'ontdekking van de Klapvliezen, d'Anatomische en Chirurgicale Aanmerkingen, en Catalogus van Rariteyten, als mede alle d'Ontleedkundige voorgestelde Brieven met verscheide Geleerde Lieden gewisselt. Meerendeels in 't Nederduyts Vertaalt, Door Ysbrand Gysbert Arlebont, In Leven vermaard Geneesheer tot Weesp. Met veele Kopere Plaaten. Amsterdam, By de Janssoons van Waesberge. MDCCXLIV. (28.3 × 22.5 cm, (4) + 104 + 483 pp, Kon Bi Brussel VH 7437, Bi Un Gent me 449 B).
Titelprent, een museum verbeeldende, geteekend C. Huijberts, portret van Fredericus Ruysch op 86 jarigen leeftijd den 23 Maart 1723 door I. Wandelaar. Verhaal van het leven en de verdiensten van Frederik Ruysch door Joannes Fridericus Schreiberus, waarin wordt vermeld dat Fr. Ruysch den 23 van Lentemaand 1638 te 's Gravenhage werd geboren, en op 22 van Louwmaand 1731 overleed. Dat 1e deel bevat: Ontdekking der Klapvliesen in de wateren melkvaten, Ontleedkunstige aanmerkingen, Hondert anato- | |||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||
mische en chirurgicaale Aanmerkingen, Anatomisch Kabinet of Naamlyst der Rariteyten, Briefwisseling met Joh-Gaubius, Joh-Jac. Campdomercus, Ger. Frentz, Joh-Henr. Graetz, Andr. Ott. Goelicke, Barth. Keerwolf, Joh. Chr. Wolf, Mich-Ern. Etmuller, Chr. Wedelius, Mau. Van Reverhorst, Alb. Henr. Craetz, Gov. Bidloo. Het werk bevat talrijke groote platen met verklaring.
Anatomie [1744 Ruysch II]. Alle de Ontleed..... Genootschappen. Tweede Deel. Behelzende, Alle d'Anatomische Cabinetten, beneffens de laatste en vernieuwde Oeffeningen. Meerendeels...... MDCCXLIV (... (9) + pp 490-932....)
In dat 2e deel, ook met talrijke platen: Het eerste Anatomisch Cabinet, het tweede Anatomisch Cabinet, het derde opgedragen aan Jos. Pitton Tournefort, daarna vierde tot achtste Cabinet, het negende opgedragen aan Andreas Gundelscheimerus, het tiende, het elfste of laatste opgedragen aan Czaar Peter Alexiowitz. Ten slotte een 12e onder den titel van nieuwe ontleetkundige Cabinet opgedragen aan de Kon. Maatschappij der geleerden te Parijs, onder bescherming van Lodewijk den XVe.
Anatomie [1744 Ruysch III] Alle de Ontleed.... Genootschappen. Derde Deel. Behelzende, Het eerste, tweede en derde Tiental van Ontleed-Genees- en Heelkundige Oeffeningen, d'Ontleedkundige Verhandelinge van een Spier in de Grond des Baarmoeders en de Briefwisseliinge daar over van A. Vater en Hecquet, d'Ontleedkundige Verhandelingen over het Maakzel der Klieren in 't Menschelyke Lichaam door Hermanus Boerhaven, Bohlius over het gebruik der Spruyten van de Holader, en het Cabinet der Dieren, beneffens een generaal Register. Meerendeels..... MDCCXLIV. (... (4) + pp 933-1280 + (184) pp....)
Het derde deel, opgedragen aan het ‘Konstgenootschap der Natuurontdekkeren’ bevat de verhandelingen duidelijk door den titel bekend gemaakt. Een zeer uitgebreid register (184 ongenummerde bladzijden) geeft een overzicht van de behandelde onderwerpen, en heeft als titel: Breedvoerige Blad-wyzer van alle uytgegevene zoo ontleedt- Genees- als Heelkundige werken van Frederik Ruysch, Med. Doct., Hoogleeraar in de Ontleed- en Kruydkunde: Medelidt in de Keyzerlyke Akademie in Duytslant, en van de Koninklyke Maatschappye der Geleerde in Engelant. Op- | |||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||
gestelt door Bavius Baarda; S.S. Minist. Candid. t'Amsterdam, By de Janssoons van Waesberge, Boekverkopers op 't Water. 1739.
Men zal bemerkt hebben dat het jaar van uitgave van den bladwijzer 1739 is, terwijl het werk als jaar van uitgave 1744 draagt.
Fridericus Ruysch, geneeskundige, Haag 1638, hoogleeraar te Amsterdam in 1666, overleden aldaar in 1731. Joh. Friedr. Schreiber liet in 1732 te Amsterdam Historia vitae et meritorum Friderici Ruysch verschijnen.
Heelkunde [1693 van Rustingh] Nieuwe Veld-Medicine en Chirurgie, Gegront op reden en ervarentheyt: Verhandelende de genesing der ordinare Leger-Siekten. Geschote Wonden. Been-Breuken, Extirpatien, Geswellen, en Ulceratien. Tot dienst der Veld-Chirurgijns. Door Salomon van Rustingh, Medicinae Doctor. T'Amsterdam. By Jan ten Hoorn, Boekverkoper over het oude Heere Logement, 1693. (15.9 × 9.5 cm, (12) + 232 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2800).
Titelplaat verbeeldende de verpleging van gekwetste soldaten op de kant van een slagveld. Opdracht aan de leden van de ‘Kamer van Reekeninge van des Graaflykheyts Domeynen in Hollandt’, geteekend Salomon van Rusting, Med. Doct. tot Grootshermer. Voorrede van den schrijver en Register. Het werk is verdeeld in 14 hoofdstukken met een bijvoegsel over de legerkist, dat aan het exemplaar ontbreekt.
Geneeskunde [1702 van Rusting] Bedenkingen op de werken van de Heeren Stephanus Blancaart, Philosophiae et Medicinae Doctor tot Amsterdam. En Aegidius Daalmans, Geswooren Stads Doctor tot Antwerpen. Waar in betoond word de onsekerheden hunner stellingen, en Geneeskunde, gebouwt op de gronden van 't Alcali en Acidum, Door Salomon van Rusting, Medicinae Doctor. t'Amsterdam, By Johannes Strander, Boekverkoper op den Dam, bezuyden het Stadhuys. 1702. (15.3 × 9.5 cm, (10) + 258 pp, Bi Un Gent A 6352)
Opdracht aan de Kamer van Rekeningen van ‘des Graaflykheids Domeinen in Holland’; Voorrede tot den lezer. Het overzicht is tegen de Cartesiaansche Academie van St. Blankaart gericht, alsook tegen de Werking der Medicamenten, de | |||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||
Verhandeling wegens de Fermentatie, de Verhandeling der Scheurbuik, de Practyk der Medicyne van denzelfden schrijver, en ten slotte tegen de Nieuwhervormde Geneeskonst van Aegydius Daalmans, gezworen Stadsdokter te Antwerpen.
Geneeskunde [1706 van Rusting] Nieuw-Gebouw der Genees-Konst. Gegrondvest op Reeden en Ervarentheid. Waar in op de Alderkortste, bevatbaarste, en zeekerste Wijze, geleerd word De Geneezing der Ziekten, beneffens hunne Oorzaken. Met byvoeging van Wel-ondervonden Hulp-Middelen. Door Salomon van Rusting, Med. Doctor. t'Amsterdam, By Jan ten Hoorn, Boekverkooper over 't Heere Logement. 1706. (15.5 × 9.5 cm, (18) + 496 + (7) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 1442)
Titelplaat verbeeldende een zaal van een ziekenhuis, een bespreking onder geneesheeren, en een slagveld met heelkundige verpleging. De voorrede aan zijn leerlingen is geteekend uit Grootschermer 16 april 1705. Het overzicht bedraagt 44 hoofdstukken en begint met deze twee volzinnen: ‘Het Wezen en Wel-zijn van alle levende Lichaamen bestaat door vuur en vogt, na elks aard. Den ondergang en 't verderf van alle levende Lichaamen is gebrek van genoegzaam vuur en vogt.’
Buiten zijn geneeskundige verhandelingen heeft Salomon van Rustingh, Med: Meester, verscheidene letterkundige werken geschreven, namelijk, volledig in verzen:
1685. De Vol-geestige Werken: Hemelsche Kermis, Aran en Titus, Quaksalvers Oratie, Olipodrigo, Sententien van Cato, Ajax en Ulisses, Prognosticatie. Amsterdam, ten Hoorn 1685 (Bi Un Gent H 480)
1687. De Vol-geestige Werken: Apollos Majesteyt, Een lecker Poesposjen, Deughden en gaven, de Ondergangh der Goden. Tweede deel. Amsterdam, ten Hoorn 1687 (Bi Un Gent H 480).
1707. Het Schouw-toneel des Doods. Amsterdam 1707 (Bi Un Gent H 1211)
1741. Het Schouw-toneel des Doods, 4e druk. Amsterdam 1741 (Bi Un Gent Bl 8584).
Salomon Rustingh wordt niet genoemd in het Nieuw Nederl. Biographisch Woordenboek, wel door Vander Aa (XVI, 1874, | |||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||
p 570); zoon van Abraham Rustingh († 1688), geneeskundige te Zuid-Schermer; daar wordt de lijst gegeven van zijn geneeskundige, poetische, en taalkundige werken. Hij werd omstreeks de helft der 17e eeuw geboren. Zijn opbrengst zou wel een volledige studie verdienen.
N.B. - Dringend verzoek om aanvullingen en verbeteringen. |
|