Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1938
(1938)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 439]
| |
Zuid- en Noord-Nederlandsche Bibliographie over Natuur- en Geneeskunde tot 1800
| |
[pagina 440]
| |
dam, en van de Maatschappy ter bevordering van den Landbouw te Amsterdam. (In Verhandelingen Maatsch. Landb. Amsterdam, 1e deel, 1778, pp. 239-275, Bi Un Gent HN 960). Schr. raadt aan de dieren niet te dooden zooals elders gebeurt, maar den invoer van rundvee te verbieden, het verrotte hooi te verbranden, het inwinnen van het hooi te regelen, de stallen te verluchten en te zuiveren.
Landbouw [1783 Bloys]. Verhandeling over de zaai- en weilanden. Door Cornelis Johannes Bloys van Treslong. (In Verh. Bat. Gen. proef. Wysb. Rott. 1783, 7, 173-194, Bi Un Gent Hi 9621). Belang van beschutting tegen winden.
Voortteeling. 1790 Blumenbach, Joh. Fred. Verhandeling over de vormdrift in de voortteling. Amsterdam, 1790 in 12 (Bi Un Amsterdam).
Physiologie. [1791 Blumenbach]. Grondbeginselen der natuurkunde van den mensch door Jo. Frid. Blumenbach, hofraad en gewoon hoogleeraar in de geneeskunde aan de Hoogeschool te Göttingen, en lid van 't Koninglyk Genootschap der Weetenschappen aldaar. Uit het Latijn door G.J. Wolff, Meester der vrye Konsten en Doctor in de Wijsbegeerte en Geneeskunde. Met plaaten. Met eene voorreden van R. Forsten. Harderwyck by J. Van Kasteel 1791. (20,6 × 12,1 cm., XX + 6 + (4) + 522 + (8), 4 platen Bi Stad Antwerpen 5844).
De voorrede van R. Forsten is gedagteekend uit Harderwyck Hersftmaand 1794, deze van J.P. Blumenbach uit Göttingen 15 Slachtmaand 1786. Het boek bedraagt 48 hoofdstukken waaronder de vochten van het Menschelijk lichaam, het celachtig weefsel, de levenskrachten, de bloedsbeweging, de aderen en het hart, de ademhaling, de dierlijke warmte, het zenuwstelsel, de zintuigen, de slaap, de voeding, de verrichtingen der klieren, de afscheidingen, de voortteeling. De volgende latere uitgaven worden genoemd: 2e druk Amsterdam 1807 in-8; Amsterdam 1822 in-8; Amsterdam 1830 in-8, 4e druk; Amsterdam 1835 in-8, ook 4e druk. Johan Friedrich Blumenbach, geboren te Gotha in 1752 en overleden te Göttingen in 1840, was physioloog. Hij studeerde te Jena, Göttingen, waar hij doctor werd met als proefschrift: De generis humani varietate nativa 1775. In 1778 werd hij hoogleeraar te Göttingen, waar hij de leermeester werd van Alex. von Humboldt. | |
[pagina 441]
| |
Natuurwetenschap [1744 Boccone] Natuurkundige naspeuringen Op Proef- en Waerneemingen gegrond. Zynde behalven een uitvoerige navorssing van den Groey der Planten, Zo betreffende derzelver begin, voortgang als volmaking, ook een bestipt onderzoek van de oorzaek der Wonderbare versteeningen van verschiede Lighamen; De Wording van het Corael, de Star-Steenen, de Mynstoffige Bezoar en het verschil van deeze met de Dierlyke, de versteende Vis-tanden, Ammon-Hoorn, Schelpen, enz. Waer by komt, Een omstandige betooging van den Aert, eigenschap en hoedanigheid der Brandende en Vuurbrakende Bergen; Inzonderheid van den Etna, door ondervindingen bevestigt en gesterkt, en uit derzelver zelfstandigheeden opgemaekt. Alles vervat in verscheide Brieven tusschen den Heer Paul Boccone, die van de Koninglyke Societeit der Weetenschappen te Londen, en de grootste Geleerden van Europa als den Professor Ruysch, Swammerdam, en andere gewisselt. Met Platen. Te Amsterdam, By Steeve van Esveldt, 1744 (16,6 × 10,5 cm., (6) + 293 + (3) pp., Bi Un Gent Me 4712, Kon. Bi Brussel VH 6433, Bi Un Amsterdam).
28 brieven en 16 platen.
Natuurwetenschap [1745 Boccone] Natuurkundige naspeuringen... (zooals 1744)... Met Platen. In 's Gravenhage, By Johannes de Cros, 1745. (16,5 × 10,8 cm., (10) + 293 + (3) pp., Bi Un Gent HN 626, Kon Bi Brussel VH 5583 en 7185).
Zelfde tekst en zelfde platen als in de uitgave 1744. Hier echter een titelplaat over het verheerlijken der natuurlijke wetenschappen. Boccone, Paulo (later Silvio), geboren te Palerma 1633, overleden in 1704, zeer vruchtbare natuuronderzoeker en moedige reiziger, lid van de Académie des Curieux de la Nature, hoogleeraar te Padua. Op het einde van zijn leven, trok hij zich, van het menschdom walgend, onder den naam van Silvio, terug in een klooster dicht bij zijn geboorteplaats. Bovengenoemd werk is een verzameling van zijn belangrijkste waarnemingen uit zijn boeken, in het Latijn en in het Italiaansch geschreven. *** | |
[pagina 442]
| |
Pieter Boddaert, geboren te Middelburg 6 Augusust 1694, en aldaar overleden 28 januari 1760, studeerde in de rechten te Leiden, waar hij in 1713 promoveerde. Terug in zijn geboortestad, werd hij advocaat en griffier van het Leenhof van Vlaanderen en van de admiraliteit van Zeeland, en legde zich ook op de letteren toe. Zijn zoon Pieter, geboren ca 1730, werd doctor in de geneeskunde te Utrecht, vestigde zich eerst te Vlissingen, waar hij stadsraad werd; daarna werd hij lector aan de Universiteit te Utrecht. Hij heeft verschillende verhandelingen over wetenschappen laten verschijnen. Zijn dissertatie, verdedigd op 27 Januari 1764 te Utrecht, was getiteld: Dissertatio medica inauguralis de variis respirationis vitiis. (Traj. ad Rh. 1764, 20 pp., Bi Un Gent Acc 69443).
Dierkunde. 1770 Boddaert P. Brief aan Joh. Burmannus, behelzende een nauwkeurige beschrijving van den gevlakten klipvisch. Amsterdam 1770 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1770 Boddaert P. Brief aan Jo. Roëll behelzende eene beschrijving van de kraakbeenige schildpad. Amsterdam 1770 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1771 Boddaert P. Brief aan den Schryver der bedenkingen over den dierlijken oorsprong der Koraalgewassen. Utrecht 1771 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1772 Boddaert, P. Brief aan Hier. Dav. Gaubius behelzende eene beschrijving van den tweedoornigen klipvisch. Amsterdam 1772 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1772 Boddaert P. Brief aan Joh. Oosterdyk Schacht, behelzende een beschrijving van den tweekoleurigen kikvorsch. Amsterdam 1772 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde [1773 Boddaert] De deelen van het dierlyk leven in verscheiden soorten van Dieren beschouwdt; door Pieter Boddaert. (In Verhandel. Holl. Maatsch. Haarlem 1773, XIV, 437-492, Bi Un Gent Hi 2045).
Deze verhandeling, geteekend uit Utrecht 7 october 1771, bespreekt den omloop van het bloed, de ademhaling, de voeding, de hersenen en het verlengde merg in de dierenreeks, in het kader van de vergelijkende physiologie. | |
[pagina 443]
| |
Sterrenkunde. [1773 Boddaert]. De overgang van Venus over de zon den III juny MDCCLXIX te Philadelphia waargenomen. Getrokken uit het Account of The Transit of Venus over The Suns dix; observed by the revd. John Ewing A.M. door P. Boddaert. (Verhandelingen Zeeuws Genootschap 1773, 3, 617-647).
De middellijnen der planeten kunnen bepaald worden, als men die der aarde kent, volgens den regel: ‘Gelyk de rechthoek van de parallaxis der zonne en hare afstand van de aarde tot de wezentlyke middellyn der aarde is, zo is de rechthoek uit de parallaxis en afstand van een andere planeet van de zon, tot deszelvs wezentlyke middellyn.’
Geneeskunde [1777 Boddaert] Natuur- en geneeskundige verhandeling van het openend natuurlyk wonder-zout van Glauber, Of Sal mirabile (Glauber) nativum seu aperitivum Fridericianum. Beschreeven door den Heer Henderik Frederik Delius, Hofraad van Z.D.H. den regeerende Markgrave van Brandenburg-Anspach, en Culmbach-Bayreuth; Hoogleraar in de Geneeskunde op de Hooge School te Erlangen, enz. Om deszelfs byzondere Kragten, naar den derden vermeerderden Druk, uit het Hoogduitsche vertaalt; Met eenige nadere Proeven vermeerdert; Mitsgaders met een Briefsgewys Scheidekundig betoog van den Heer P. Boddaert, Med. Doct. Oud-Raad der Stad Vlissingen; Lid van de Keizerl. Acad. der Natuur-Onderzoekeren; van die te Berlyn; van de Hollandsche, Zeeuwsche, en verscheidene andere Maatschappyen der Wetenschappen, enz. verrykt, en uitgegeven door F.C.M. In 's Haage, By Bernardus Wittelaer, 1777. (19,5 × 12 cm., XIV + 34 pp., Bi Un Gent me 3006 B).
Na een voorbericht van F.C.M. uit 's Gravenhage 31 October 1777 en een chemisch betoog van P. Boddaert uit Utrecht 12 Juli 1777, wordt het belang besproken van het Glauberzout, zoowel als zout, als bestanddeel van gezondheidsbronnen.
Aardkunde. [1778 Boddaert] Proeve eener natuurkundige beschouwing van den Aardbol, door P. Boddaert, Med. Doct. Oud-Raad der Stad Vlissingen, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuuronderzoekeren, van de Hollandsche Maatschappye der Wetenschappen te Haarlem, van het Zeeuwsche Genoodschap der Wetenschappen te Vlissingen, van de Provintiaale Societeit der Wetenschappen te Utrecht, Medelid van het Natuuronderzoekend Gezelschap te Berlin. Benevens de waarneemingen over den onsprong der Bergen En de verandering op den aardbol Voorgevallen, vooral ten opzigte van Rusland. Voorgeleezen in de algemeene Vergadering der Keizerlyke Academie van Wetenschappen te St. Petersburg, door P.S. Pallas, Hoog-Leeraar in de Natuurlyke Historie, Lid van de Academie der | |
[pagina 444]
| |
Wetenschappen van Petersburg, van Stokholm, van de Koninglyke Societeit van Londen en Berlin, en van de Oeconomische Societeit in Rusland. Uit het Fransch Vertaald, en met Aanmerkingen voorzien. In 's Gravenhage, By Isaac du Mee, in de Spuistraat. MDCCLXXVIII. (20 × 12,1 cm., XVI + 173 + (1) pp., Bi Stad Antwerpen 10440).
Na een opdracht aan de Saint-Simon en aan Taats van Amerongen, en een lange voorrede van P. Boddaert, bespreekt Schr. de eigenschappen van den aardbol op den tijd van de schepping, eigenschappen die zeker met deze van heden niet overeenstemmen. Azië schijnt het eerste droog geweest te zijn. Dan worden de bergen, namelijk de vuurbergen, en de rivieren besproken. De verhandeling van Pallas beperkt zich tot Rusland.
Dierkunde [1779 Boddaert]. Natuurlyke historie van nieuwe en nog weinig bekende soorten van Dieren. Uit het Latyn van den Heer P.S. Pallas, M.D. Hoogleeraar in de Natuurlyke Historie, Opzichter van het Cabinet van haare Keizerlyke Majesteit de Keizerin van Rusland, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur-Onderzoekeren, en Medelid van het Koninglyk Genootschap te London. Vertaald en met aanmerkingen vermeerderd door P. Boddaert, M.D. Oudraad der Stad Vlissingen, Lid van het Zeeuwsche Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, enz. In zes stukken. Verrykt met een tiental van plaaten. Tweede uitgaaf. Te Amsterdam, By de Wed. Van Esveldt en Holtrop. MDCCLXXIX. (25,6 × 19,5 cm., 32 + 38 + 35 + 32 + 30 + 28 + (2) pp., Kon Bi Brussel VH 43033).
Het 1e stuk, opgedragen aan J. Baster en gedagteekend Utrecht 4 October 1767, bespreekt de hartebokken of antilopen; het 2e stuk, opgedragen aan J.D. Hahn en J.A. Schlosser, handelt over de vledermuizen; het 3e stuk wordt opgedragen aan Jac. Willemsen en Gysb. Bonnet en beschrijft de zeerupsen of Aphrodita; het 4e stuk, opgedragen aan von Linné en aan N.L. Burmannus, spreekt van de zeeduizendbeenen of Nereis; het 5e deel, opgedragen aan W. Vander Meulen en P. Cramer, is gewijd aan den zandkoker en aan de buidelrat; het 6e en laatste, aan M. Slabber opgedragen, beschrijft peintaden, kuifhoenderen en de gekuifde zeepapegaai. Verscheidene platen.
Natuurwetenschap. [1779 Boddaert] Natuurbeschouwer of verzameling van de nieuwste verhandelingen over de drie Ryken der Natuur, Welke thans in Duitschland uitgegeven worden. Vertaald en met Aanmerkingen vermeerderd, Door P. Boddaert, Med. Doct. Oudraad der Stad Vlis- | |
[pagina 445]
| |
singen, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuuronderzoekeren; van de Hollandsche en Zeeuwsche Maatschappyen der Wetenschappen te Haarlem en te Vlissingen; van de Provintiaale Societeit van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht, en van het Genoodschap der Natuuronderzoekeren te Berlyn. Eerste stuk, Met naar 't Leven gekleurde Plaaten. In 's Gravenhaage. By Isaac du Mée, in de Spuistraat, MDCCLXXIX. (22,5 × 13,8 cm., XVI + 160 pp., Kon Bi Brussel VH 7193).
Opgedragen aan Abraham Gevers, bevat het werk 11 mededeelingen: D. Kuhn over de gekorvene dieren, F.C. Gunther over het nest der kruisvink, J.E.J. Walch over schelpen, aardslag, nachtvlinder, C.G.V.M. over de rangschikkingen der viervoetige dieren, Le Sage over lazuursteen, M.E. Block over wereldoogen, J.A. Goetzen over waterwormen, J.E.J. Walch over den Kaapschen ral, Meineke over insectenverzamelingen.
Stomatologie. 1780 Boddaert P. Practische verhandeling over de ongemakken der tanden. 's Hage 1780 in 4.
Natuurwetenschap [1781 Boddaert] Natuurbeschouwer of... Tweede stuk... MDCCLXXXI (... (4) + 220 pp....).
Het tweede stuk wordt opgedragen aan A.P. Nahuis, en bevat de volgende verhandeling uit het Duitsch: Chemnits over de Hamdoublet schelp Bock over zeetulp, Menschen over Schildpadpok, Walch over zeesterren, Sanders over vogelen, C.G.v.M. over natuurlijke dierenhistorie, Kuhn over insecten, Sanders over rhinoceros, Anonymus over zeefby, Leske over veldspath, Danz over het wereldoog of lapis mutabilis, Mazeas over aluinerts, Meineke over versteeningen.
Natuurwetenschap [1783 Boddaert]. Kort begrip van het zamenstel der natuur, van den heer C. Linnaeus, met zeer veele zoorten vermeerdert door P. Boddaert, Med. Doct. Oudraad der Stad Vlissingen, Lid van den Keizerlyke Academie der Natuur onderzoekeren, van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen te Haarlem, en van het Zeeuwsch Genoodschap der Wetenschappen te Vlissingen. Te Amsterdam, By D. Schuurman, MDCCLXXXIII. (20,3 × 11,9 cm., C + 95 + (21) + 96 tot 437 + (2) pp., Kon Bi Brussel VH 5537).
Het boek, opgedragen aan N.L. Burmannus, W. vander Meulen en P. Cramer, bevat twee deelen, elk door een voorrede voorafgegaan. In de eerste voorrede worden verscheidene rang- | |
[pagina 446]
| |
schikkingen besproken, en in de tweede wordt die studie voortgezet, vooral over de vogels, Het eerste deel bevat de rangschikking der zoogdieren, het tweede deze der vogels.
Boddaert, P. Zie Fermin 1775, Mechain 1782.
***
Gynaecoogie. 1788 Bodenstedt, G. Waarneming wegens de omwending van de lijf- of baarmoeder. Nijmegen 1788 in 8.
Boehmer P.A. Zie Puzos 1764.
Verloskunde. [1677 Boekelman] Nootwendig bericht van Mr. Andries Boekelman, Chirurgyn, Breuck, en Vroetmeester der Stadt Amsterdam, Aengaende het afhalen van een doode Vrucht. Omnibus. t'Amsterdam, By Jan Rieuwertsz. Boek-verkooper in Dirck van Assen-Steegh, Anno 1677. (14,9 × 9,0 cm., 24 pp., Bi Un Gent. me 2681, Bi Un Amsterdam). Heelkundige bewerkingen in verband met de verantwoordelijkheid.
Verloskunde. [1677 Boekelman] Wederlegging van Dr. Bonaventura van Dortmonts Antwoort, Op het nootwendig bericht, Waer in aengewesen worden de quade practijcken van Dr. Dortmont, en des selfs onkunde, aengaende het af-halen van een Doode Vrucht. Door Mr. Andries Boekelman, Breuck- en Vroet-Meester der Stadt Amsterdam. Omnibus. t'Amsterdam, By Jan Rieuwertsz, Boekverkoper in Dirk van Assen-Steeg, Anno 1677 (14,6 × 9,3 cm., 56 pp., Bi Un Gent me 983 d, Bi Un Amsterdam). Discussie onder artsen.
Geneeskunde. 1698 Boenaart, Corn. Van de Watersucht genaemt ascites. Inaug. disputatie Groningen 1698 in 4. (Bi Un Amsterdam).
***
1728-1737. Boerhaave. Brieven van Boerhaave aan A. Comans. Leiden 5.11.1728 en 24.6.1737, 3 stuks. (Bi Un Amst.).
Chemie. [1735 Boerhaave] Proefondervindingen omtrent het Kwikzilver van Hermannus Boerhaave, M.D.V.K. Doctor in de Filozoofie en Geneeskunde, Hoogleeraar der Geneeskunde in de Leidsche Hoogeschoole, Voorzitter in het Genootschap der Heelmeesteren, Lid van de | |
[pagina 447]
| |
Koninklyke Maatschappy te London, en van de Koninklyke Akademie der Wetenschappen te Parys. (20 × 12,5 cm., In Uitgeleeze natuurk. verhandelingen. Amsterdam, 1e deel, 2e stukje, 1735, pp. 339-369, Kon Bi Brussel VH 7183).
Door het vuur laat zich het kwikzilver niet in een edel metaal omzetten. Door het vuur ontstaat een rood poeder, en door het schudden een zwart poeder. Lavoisier bekomt later door de verbranding het rood kwikoxyde.
Geneeskunde. 1741 Boerhaave, Herm. Kortbondige Spreuken wegens de ziektens te kennen en te geneezen. Vert. door Korn. Love Jr. Amsterdam 1741 in 8.
Geneeskunde. 1743 Boerhaave, Herm. Geneesmiddelen en voorschriften, ter kennis en geneezing der ziektens. Uit het Latyn. Amsterdam 1743 in 4.
Geneeskunde. 1745 Boerhaave, Herm.. Geneeskundige onderwijzingen. Vertaald en vermeerderd met aanteekeningen door Corn. Love Jz. Een nieuwe titeluitgave te Amsterdam 1778. Amsterdam 1745 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. [1756 Boerhaave] Konst om lang gezondt, vrolyk en vergenoegt te leven. Het eerste Genees- en Natuurkundig daargestelt uit de beste Schryvers, dog wel voornamentlyk uit de Schriften en volgens de grond-beginzelen van de twee Esculâapen onzer Eeuw Fredericus Hoffmann en Hermannus Boerhaave. Beide in hun leven zeer Vermaarde Hoogleraren in de Geneeskunde, en andere daartoe behorende Wetenschappen, Dog het tweede en derde op eene zedekundige wyze uit de Betragting der Goddelyke Voorzienigheit en het wonderbaar Bestier der Ondermaansche Zaken, in eenige beknopte verhandelingen klaar betoogt, en daar en boven hier en daar met Aanmerkingen, zo van Geleerde schryvers als anderzins, tot Dienst der Landgenoten opgeheldert en bevestigt Door Joh. Wilh. Heyman, Geneesheer. Eerste Deel. Te Leiden, By Abraham Kallewier, MDCCLVI (21.3 × 13,3 cm., 201 + (5) pp.). Ibid. Tweede deel (medegebonden, (2) + pp. 207 tot 404 + (6) pp., Bi Un Gent me 3270). Het 1e deel bevat, na een lange voorrede, twee verhandelingen, de eerste dienende als inleiding, de tweede besprekende den invloed op de gezondheid van de rust en de kalmte van het gemoed. Het 2e deel bespreekt de kunst om lang gezond te leven, het gebruik van spijzen en dranken, de levensregelen, de levensdiëet, in betrekking met den godsdienst. | |
[pagina 448]
| |
Geneeskunde. 1753 Boerhaave, Herm. Geneeskundige verhandeling Van de Venusziekte. Uit het Latijn vertaald. Leyden 1753 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Pharmacognosie. [1756 Boerhaave]. Verhandeling over de Kragten der geneesmiddelen; Behelzende derzelver Namen, Zoorten, Natuur, Kragten, Werkingen, Giften, Tyd en Wyze van Gebruik in allerlei Ziekten, van den Heere Herman Boerhaave, Phil. & Med. Doct. Wyd-beroemd Hoogleeraar in de Genees-, Kruid- en Schei-Kunde op 's Lands Hoogeschool te Leiden; Lid van de Koninglyke Academie der Wetenschappen te Parys, en van het Koninglyk Genootschap te Londen. Uitgegeven, Vermeerdert en met Aantekeningen Verrykt, Door den Heere B. Boudon, Med. Doctor. Nu na den laatsten Druk uit 't Latyn Vertaalt door J.H.K. Med. Doctor. Te Rotterdam, By Paulus Topyn, Hermannus Kentlink, Hendrik van Pelt, en Adrianus Douci, Boekverkoopers, 1756. (19,5 × 12 cm., (24) + 378 + (46) pp., Bi Un Gent me 5530, Bi Un Amsterdam). Daarvan een uitgave te Rotterdam 1762 in 8 (Bi Un Amsterdam). Titelplaat verbeeldend een leeraar les gevende over geneesplanten aan een groep jongens. Voorbericht van den vertaler. Het boek bevat een voorbereidend deel en drie deelen. In het voorbereidende deel krijgt de lezer belangrijke inlichtingen over de physische eigenschappen der lichamen, over de deelen van het menschelijk lichaam, vooral het bloed, en over de geneesmiddelen in het algemeen. Het 1e deel bespreekt de geneesmiddelen toegepast op de vaste deelen, het 2e de geneesmiddelen werkende op de vloeibare deelen, het 3e deze die te gelijk op de vaste en de vloeibare deelen werken kunnen. Op het einde een uitvoerig bladwijzer van zaken en woorden, met de noodige uitleggingen.
Physiologie. 1758 Boerhaave. Physiologia, of natuurkundige ontleding van het menschelycke lichaam, waarin deszelfs maaksel, werking, enz. verklaart wordt, getrokken uit de schriften van Boerhaave, Malpighius, Ruysch, doch inzonderheid uit de werken en lessen van B.S. Albinus. Amsterdam, 1758 in 8. Nieuwe uitgave te Amsterdam 1769 in 8. (Bi Un Amst.).
Geneeskunde [1784 Boerhaave] Redevoering waarin de gemakkelijke eenvoudigheid der gezuiverde geneeskunst betoogd wordt. Door H. Boerhaave. Gehouden by 't aanvaarden van het ampt van Hoogleeraar in de | |
[pagina 449]
| |
Genees- en Kruidkunde, te Leiden, op den 20 Maart des jaars 1709. (Uit het Latyn vertaald). (In Handel. Gen. Gen. Amsterdam, 1784, IX, 297-327, Bi Un Gent me 366a).
Belang van de andere wetenschappen, zooals levensleer, chemie, voor de ontwikkeling van de geneeskunde.
Geneeskunde. [1778 Boerhaave] De geneeskundige onderwyzingen van den grooten Herman Boerhaave, in zyn leeven Doctor in de Wysbegeerte en Geneeskunde, Professor in de Geneeskunde, Botanie, Chemie, Praesident van 't Chirurgyns Collegie, op 's Lands Hoogeschool te Leiden. En lid van de Fransche en Brittannische Maatschappyen der Geleerden. Vertaald, en vermeerdert met Aanteekeningen, Inleiding en nauwkeurige Registers door Cornelis Love, J.Z., Medecinae Doctor, Practisyn te Amsterdam. Te Amsterdam, By Jan Barend Elwe, op de Leidsegracht, by de lange Leidse Dwarsstraat, en Pieter Gerardus Geysbeek, in de Langebrug steeg, by 't Rockin, Boekverkoopers. 1778 (19,8 × 13,1 cm., LXVIII + 651 + (1) pp., Bi Un Gent Acc 6396, Bi Un Amsterdam).
Opdracht aan W.F. Carry, Hendrik Carel van Nassauw, Barent Cornelis van Rheede en François van Hareng-Karspel; daarna opdracht van den vertaler aan lezer. De hoofdstukken zijn: de natuurkunde, de redenering over de ziekten, de teekenkunde der ziekten, de gezondheidskennis, de geneeskunde door middelen. Het boek bevat een register der oude en nieuwe schrijvers, een lof door W.A. Tielenius Kruithof, predikant te Edam, een portret van Boerhaave op 70 jarigen leeftijd, belangrijke lijsten van kunstwoorden en geneesmiddelen in het Latijn met de Nederlandsche vertaling.
Geslachtsziekten. 1791 Boerhaave H. Lessen over de Venusziekte, derzelver geschiedenis. Amsterdam 1791 kl in 8. (Bi Un Amsterdam).
Pharmacognosie. 1793 Boerhaave Herm. Boekje handelende over geneesmiddelen en voorschriften. Uit het Latijn. Amsterdam 1793 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1842 Boerhaave. Inwijdingsrede ter aanprijzing van de beoefening der Hippocratische leere. Uitgegeven door F. Vander Breggen. Amstedam 1842 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Boerhaave H. Zie J. Swammerdam.
Hermann Boerhaave, geboren te Voorhout bij Leiden op 31 december 1668 en overleden op 23 september 1738. In zijn | |
[pagina 450]
| |
proefschrift, verdedigd in 1689, (hij was slechts 21 jaren oud) bewees hij dat de leer van Epicurus verdedigd en begrepen was door Cicero. Na den titel verkregen te hebben van doctor in de philosophie, met de verdediging van een proefschrift ‘De distinctione mentis a corpore’, begon hij de geneeskunde te bestudeeren en werd doctor in de geneeskunde te Harderwijk in 1693 met een proefschrift over het onderzoek der excreta bij de ziekten. In 1709 werd hij hoogleeraar in de plantkunde en in de geneeskunde te Leiden, en deed de klinische studie herleven; een groot deel van zijn vermogen ging naar de uitgave van vroegere schrijvers. Zijn buitengewoon groote vruchtbaarheid wordt vastgesteld door de lange lijst zijner verhandelingen, meestal in het Latijn verschenen.
***
Verrotting. 1769 de Boissieu Barth. Cam. Verhandeling over de middelen teegen de verrotting. Uit het Fransch door Nic. van Wyk de Vos. Haarlem 1769 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Barthelemy Camille de Boissieu, geboren te Lyon 1734 en aldaar overleden, doctor in de geneeskunde in 1755 van de Universiteit van Montpellier, schreef in 1767 een verhandeling ‘Dissertation sur les antiseptiques’ die door de Academie van Dijon werd bekroond en in 1769 verscheen.
Dierkunde. 1771 Bolten J.F. Een onbekend plantdier. Amsterdam 1771 in 4.
Dierkunde [1769 Bomme] Bericht wegens een zonderling zeeinsect, gevonden aan eenige zeewieren, gevischt op het strand van het eiland Walcheren door Leendert Bomme. (Verh. Zeeuwsch Gen. Wet. 1769, I, 394-402, Bi Un Gent Hi 1902).
Beschrijving van het gekuifde of gekroonde zeeslakje en van de vederbos-polypen. De mededeeling is geteekend uit Middelburg 15 Maart 1769.
Dierkunde [1771 Bomme] Waarnemingen omtrent de gesteldheid en groeijing der Zeepolypen door Leendert Bomme. (Verh. Zeeuwsch Gen. Wet. 1771, II, 277-302, Bi Un Gent Hi 1902). | |
[pagina 451]
| |
Beschrijving van arm- en pluim-polypen, namelijk Inkarnaatpolypen, die met een microscoop van Adams worden onderzocht. Met een plaat. Middelburg 9 van hooymaand 1770.
Dierkunde [1773 Bomme] Bericht aangaande verscheiden zonderlinge zee-insecten, gevonden aan de zeewieren, op het strand van 't eiland Walcheren. (Verh. Zeeuwsch Gen. Wet. 1772, III, 283-318, Bi Un Gent Hi 1902). Drie waarnemingen betreffende de zeeslakjes, de zee-raderdiertjes, de eijertros en het daaruit komend diertje van een soort zeekat.
Dierkunde. [1778 Bomme]. Verder bericht aangaande verscheidene zee-insecten, zo in de wateren van Zeeland, als aan de stranden van het eiland Walcheren zich bevindende, en waargenomen door Leendert Bomme. (In Verh. Zeeuwsch Gen. Wetensch. Vliss., 1778, VI, 357-400, Bi Un Gent Hi 1902). Studie van den steenworm of pholade, van de rood-glinsterende Nereide, of zeeduizendbeen. Een schoone plaat.
Plantkunde [1780 Bomme] Natuurkundige waarneming van een bevrugten oranje-appel door Leendert Bomme (In Verh. Zeeuwsch Gen. Wetensch. Vliss. 1780, VII, 208-212, Bi Un Gent Hi 1902). Oranjeappel met een appeltje in het midden.
Dierkunde [1780 Bomme] Natuurkundige waarneming van een zonderling wespennestje door Leendert Bomme (In Verh. Zeeuwsch Gen. Wetensch. Vliss. 1780, VII, 213-220, Bi Un Gent Hi 1902).
Opbouwen van een wespennest boven den grond met de regelmatige raten. Leendert Bomme, geboren te Middelburg in 1727 en overleden in 1788, was director der Middelburgsche assurantie- en handelscompagnieën. Uit liefhebberij beoefende hij de sterrekunde, de natuurkunde en de natuurlijke historie.
Pharmacodynamie. 1790 Bondt, N. Verhandeling over de uitmuntende eigenschappen van den bast der Surinaamsche Geoffraea in de geneeskunde. Leijden 1790 (Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 452]
| |
Biologie. 1792 Bondt, N. Verhandeling over de overeenkomst tusschen dieren en planten. Nieuw alg. Mag. Wetensch. 1792, I, 2e, p. 555.
Chemie. 1794 Bondt, N. Verhandelingen over de platina of het wit goud. Ibid. 1794, II, 2e, p. 903.
Geneeskunde. 1794 Bondt, N. De lotgevallen der Grieksche geneeskunde tot op het einde van de XV eeuw. Ibid. 1794, II, 1e, p. 43.
Hygiene. 1796 Bondt, N. Verhandeling over de meerdere ongezondheid van de nabuurschap der stad Amsterdam, dan van de stad zelve. Ibid. 1796, III, 2e, p. 893.
Plantkunde. 1796 Bondt, N. Verhandeling over de middelen, welke de natuur gebruikt om de gewassen gedurende den winter in het leven te bewaren. Ibid. 1796, III, 1e, p. 387.
Hygiene. 1797 Bondt, N. De gevolgen der beschaving en van de levenswijze der hedendaagsche beschaafde volken op de gezondheid. Ibid. 1797, IV, 2e, p. 703.
Nicolaas Bondt, 1765 † 1796, doctor in 1788 van de Universiteit te Leiden met een proefschrift ‘De cortice Geoffraeae Surinamensis’ (Leiden 1788), schreef over de melksoorten, de alkalische sulfiden, de stikstofoxyden, de werking van zwavel op metalen. In 1793 werd hij leeraar in de plantkunde aan het Athenaeum illustre te Amsterdam.
Gynecologie. [1776 Bonn] Verhandeling, Over het Maaksel en de beweeglijke Loswording der Been-vereenigingen van het Bekken, in Vrouwen, omtrent den tijd der bevallinge; uit Waarneemingen opgemaakt, door A. Bonn. (In Verh. Bat. Gen. Wijsb. Rott., 1776, 3, 251-288, Bi Un Gent Hi 9621). De schaambeensvereeniging geschiedt niet door een enkel stuk kraakbeen, maar door een samenkomst van twee kraakbeenderen, door een tusschengeplaatste bandachtige zelfstandigheid vereenigd.
Geneeskunde. [1775 Bonn] Ontleed- en Vroedkundige waarneeming eener aanmerkelijk uitgezette pisblaas, en omgebogene zwangere baarmoeder, door A. Bonn. (Verh. Zeeuwsch Gen. Wetensch. Vliss., 1775, IV, 613-628, Bi Un Gent Hi 1902). Lijkschouwing waaruit nuttige wenken worden afgeleid. | |
[pagina 453]
| |
Vroedkunde. [1778 Bonn]. Verhandeling over eenige voorname oorzaken van onvruchtbaarheid in vrouwen waargenomen, door Andreas Bonn. (Verh. Zeeuwsch Gen. Wetensch. Vliss., 1778, VI, 330-356, Bi Un Gent Hi 1902). Onderzoek van drie gevallen met vastsluiting en aaneengroeiende teeltorganen.
Heelkunde [1781 Bonn]. Ontleed en heelkundig onderzoek der schouderontwrichting, in drie lessen, gehouden in het Theatrum anatomicum der Stad Amsterdam, Op den 24, 25 en 26 van Wynmaand, 1780 door Andreas Bonn, Med. Doct. Anat. et Chir. Professor aan het Athen. Illustre te Amsterdam, enz. Te Amsterdam, By Pieter Hayman, MDCCLXXXI (22,6 × 13,7, XVI + 120 pp., 4 platen, Bi Un Gent me 2464, Bi Un Amsterdam). Voorrede met de ervaring van beroemde artsen. De eerste les beschrijft de schoudergeleding, de tweede de verplaatsing van het armbeenshoofd, de derde de ontaarding van het gewricht. In een aanhangsel, met jaartal 1782, wordt de verklaring gegeven der vier platen.
Heelkunde. 1782 Bonn Andr. Verklaaring van de afbeeldingen der ontleede schouderontwrichting, in het ontleed- en heelkundig onderzoek van dit gebrek. Amsterdam 1782 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1782 Bonn Andr. Antwoord aan den Heere M. van Geuns, over eene binnen den buik verstropte darmbreuk, met waterbreuk vergezeld. Haarlem 1782 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Pathologie. [1784 Bonn] Nadere beschryving en afbeelding eener wanstaltige roede en van den open pisweg, in een kind van drie jaaren waargenoomen door A. Bonn, Anat. & Chir. Professor te Amsterdam (In Verhandel. Holl. Maatsch. Wetensch. Haarlem, 1784, XXI, 135-144, 1 plaat, Bi Un Gent Hi 2045).
Heelkunde. 1785 Bonn, A. Tabulae ossium morborum praecipue thesauri Hoviani. Afbeeldingen van zieke beenderen, voorn. uit het beenkabinet van Hovius, Amsterdam 1785-88, 3 deelen in fo.
Heelkunde. ca 1793 Bonn, Andr. Ontleed- en heelkundige aanmerkingen over de pis-opstopping en den blaassteek in het algemeen, en dien boven de Schaambeensvereeniging in het bijzonder. Sl, ca 1793 (Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 454]
| |
Heelkunde. 1799 Bonn, Andr. Waarneeming eener benedenwaardse ontwrichting van het linker dyebeen. Amsterdam 1799 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Vroedkunde. Sd Bonn, Andr. Ontleedkundige beschrijving en aanmerkingen over het maaksel en de voeding eener zeldzaame en wanstaltige menschlijke vrucht. Sl, sd in 8 (Bi Un Amsterdam).
Andries Bonn, geboren te Amsterdam 1738 en overleden in 1819, werd doctor in de geneeskunde te Leiden in 1753. Hij was lid van talrijke geleerde genootschappen, waaronder de Academie van Brussel.
Hygiene [1777 Bonnaud] Bederving van het menschelyke geslacht Door het gebruik der Baleinen Keurslyven. Een werk, waerin betoogd wordt, dat men tegen de wetten der nature handelt, de ontvolking vermeerdert, en den mensch, om dus te spreken, verbastert, wanneer men hem, van het tijdstip zijner geboorte af, op de pijnbank stelt, onder voorwendsel van hem te vormen. Vertaeld uit het Fransch van den heer Bonnaud. Te Dordrecht, By Abraham Blussé en Zoon. MDCCLXXVII (15,3 × 9,7 cm., (16) + 171 + (3), Kon Bi Brussel VH 7691, Bi Un Amsterdam). Een 2e uitgave, in 1779, onder den titel: De schadelijkheid van het gebruik der baleinen keurslijven betoogd. (Bi Un Amsterdam). Het boek begint met een gedicht, zonder naam van schrijver, alleen geteekend Pr. Lr. Aan de Nederlandsche Vrouwen.
Bekorelijk geslacht, zoo juistgevormd van leden,
Dat, door uw teedre min,
De stugste harten zelfs, als buigzaam was, kunt kneden,
En leiden naer uw zin,
Is 't mooglijk dat uw ziel, door wufte hartstochtstormen
Geslingerd op den duur,
Uw leest, door 't knellend kleed, halsterrig wil misvormen,
In spijt' van vrouw' Natuur',
Wier zegenrijke hand, door 't eeuwige Alvermogen
In al haer doen beperkt,
U onbelemmerd schept, begunstigt in uw poogen,
En uw geluk bewerkt!
Zij bloost om uw bestaen, daer ze u het lijf ziet prangen,
| |
[pagina 455]
| |
Van de eerste kindschheid af,
Kwantwijs om, door de kunst, volmaekter leest te erlangen,
Dan ze u, in 't scheppen, gaf;
Als hadde u 't wijs bestuur van de Oorzaek' aller dingen
Wanschapen voortgebragt.
Dus eigent ge u 't bewind der vormverwisselingen
Van 't menschelijk geslacht.
Intusschen denkt gij niet wat onheil, welke kwalen
Gij, door dat pramend klêen,
Uit ijdelheid bedacht, u op den hals kunt halen,
Ten ramp' van 't algemeen.
Schoon gij, door waen misleid, al 't nadeel wilt verbloemen,
En 't wulpsche nut vergroot,
Gij moogt uw kunsttuig vrij een ijslijk moordtuig noemen:
't Bevordert zelfs uw' dood;
Naerdien 't, in uw gestel, allengs uit één gewrongen,
En vaek verkeerd gezet,
Den omloop van het bloed, de werking van de longen,
De maeg' en 't hart belet.
Dus kan uw grilligheid een heir van ziekten wenken:
't Bespringt u overal:
De ziel, aen 't kwijnen, voelt haer geestvermogen krenken:
En 't ligchaem neigt ten vall'.
Ook maekt gij, in het prilst' van uwe levensjaren,
Wanneer ge u dus verwrikt,
Tot schaê van 't nageslacht, voor 't loflijk kinderbaren
Uw leden ongeschikt.
Of zien we een jeugdig wicht, uit uwen schoot' gesproten,
Het kwijnt, als afgesloofd;
Zoo niet uw teedre vrucht, in 't ingewand besloten,
Van 't leven wordt beroofd.
Maer 't melden van al 't leed zou mij te ver doen dwalen
Van 't voorgestelde perk:
Des laet ik liefst Bonnaud die ijslijkheden malen,
In zijn kunstkundig werk.
En praelt zijn tafereel, volvoerd met stoute streken,
Alleen voor 't Gallische oog,
Ik stel 't voor uw gezigt, en doe hem Hollandsch spreken,
Of 't uw gemoed bewoog',
Om ernstig, in dit stuk, op eigen heil te letten,
En de ijdle hoovaerdij',
Uit wanbegripp' geteeld, het juiste perk te zetten,
Tot nut der maetschappij.
| |
[pagina 456]
| |
Dit eischt dat gij Natuur' uw lijfsgestalt' laet voegen:
Zij zorgt voor u met vlijt,
Gelijk dit werk betoogt. Ontvang het met genoegen:
Het wordt u toegewijd.
Pr. Lr.
In de voorrede plaatst Schr. de planten en de dieren hooger dan den mensch; de planten en dieren ontwikkelen zich zonder de minste verhindernis; de mensch alleen, door zijn grillige neigingen, heeft het ongelukkig voorrecht de kunst te bederven. Het overzicht valt de slavinnen van de mode aan, die haar lichamen verminken, vernis, blank en rood gebruiken. Hare gestalte, ten gevolge van het gebruik van baleinen keurslijven, ‘gevormd als een omgekeerde kegel, op zijde gezet met twee rechtstaende pilaren, die de twee armen zijn, vertoonen eene figuur gelijk aen de letter M.’ Daarna bespreekt Schr. de misvormingen, op esthetisch gebied en ook ten opzichte van de gezondheid.
Natuurwetenschap. [1774 Bonnet] Beschouwing der natuur van den Heere C. Bonnet, Lid van verscheide geleerde Genootschappen; vertaald, en met eenige aanmerkingen vermeerdert door G. Coopmans, hoogleeraar in de Scheikunde enz. te Franeker. Eerste deel. Franeker. Bij H.D. Lomars, Boekverkooper op de Breedeplaats 1774. (20 × 12 cm., 132 + (10) + 223 pp., Kon Bi Brussel VH 5597).
Zeer lange voorrede (117 pp.) van den schrijver uit Thonex bij Geneve den 22 van Hooimaand 1764; voorrede van den vertaler; daar na tafel van de zes deelen van het boek: van God en het heelal in het algemeen, van de opzichtelijke volmaaktheid der wezens, de trapsgewijze voortgang der wezens, de overeenkomst der aardsche wezens, de huishouding der gewassen; met een aanhangsel vol aanteekeningen.
Natuurwetenschap. [1775 Bonnet] ∵ Tweede deel... 1775 (... (6) + 281 pp....).
Dit 2e deel bevat de gedeelten 7 tot 9: de dierlijke huishouding, en in 't bijzonder bij de gekorvene dieren.
Natuurwetenschap. [1777 Bonnet]... Derde deel... 1777 (... (10) + 394 pp....). Het 3e deel bespreekt in hoofdstukken 10 tot 12: de verge- | |
[pagina 457]
| |
lijking tusschen planten en dieren, het vernuft der dieren. Een aantal soorten worden afzonderlijk bestudeerd. Charles Bonnet is de beroemde natuuronderzoeker, geboren te Genève in 1720 en aldaar overleden in 1793; hij publiceerde over de insecten, de physiologie der bladeren, over de georganiseerde lichamen, en later toen hij blind was geworden, over zielkunde en philosophie. Zijn werken werden verzameld in 10 boekdeelen Neufchatel 1779-1783, en in 18 boekdeelen 1779-1788.
Over Cornelis Bontekoe, te Alkmaar geboren in 1648 en overleden te Frankrfurt a.O. in 1685, arts, lijfarts van den keurvorst van Brandenburg en hoogleeraar te Frankfurt a.O., heb ik in 1925 een studie aan de Kon. Vlaamsche Academie aangeboden (Versl. en Meded. 1925, 84-129). In deze studie worden de volgende werken besproken.
Thee. [1678 Bontekoe] Tractaat van het Excellenste Kruyd Thee. 's Gravenhage, Hagen 1678 (Bi Un Gent me 3310).
Thee [1679 Bontekoe]. Ibid. 's Gravenhagen, Hagen 1679 (Kon Bi Brussel VH 6675).
Thee [1685 Bontekoe] Ibid. 's Gravenhage, Hagen, 1685 (Bi Nat. Paris).
Thee [1685 Bontekoe] Gebruik en Misbruik van de thee. (zie Blankaart). Amsterdam, ten Hoorn (Bi Un Gent 11464).
Geneeskunde [1681 Bontekoe] Laatste reden van afscheid, Over de koortsen. 's Gravenhage Hagen 1681 (Bi Un Gent me 3422a).
Geneeskunde. 1682 Bontekoe. Reden over de koortzen. 's Hage 1682.
Geneeskunde. [1682 Bontekoe]. Antwoord Aan de Schrijvers Van de Brief Onder de naam van Pieter Bernagie uytgegaan. Amsterdam Bouman 1682 (Bi Univ Gent me 3422B).
Geneeskunde. [1682 Bontekoe] Brief aan Overkamp, in deses werk Nieuwgebouw der Chirurgie. Amsterdam, ten Hoorn 1682 (Bi Un Gent A 14172 en A 790). | |
[pagina 458]
| |
Chemie 1683 Bontekoe. Fragmenta dienende tot een Onderwijs van de beweginge van het Acidum met het Alcali. Hage Wilt 1683.
Geneeskunde 1683 Bontekoe. Vervolg van de Reden over koortzen. Amsterdam Bouman 1683.
Geneeskunde 1685 Bontekoe. Korte verhandeling van 's menschen leven, gesondheid, siekte en dood. 's Hage, Hagen 1685.
Geneeskunde. 1687 Bontekoe. Verscheidene Tractaetjes handelende van de voornaemste Grondstukken der Philosophie en Medecine. 's Hage Hagen en Amsterdam ten Hoorn 1687.
Geneeskunde. 1688 Bontekoe. Kort en bondig recept, of remedie tegens het podagra. Keulen 1688.
Geneeskunde. [1689 Bontekoe] Alle de philosophische, medicinale en chymische werken van den Heer Corn. Bontekoe. Amsterdam ten Hoorn 1689 (Bi A.J.J.V.).
Heelkunde. 1680 Bontekoe. Nieuw Gebouw van de Chirurgie. 's Hage Hagen 1680.
Philosophie. 1680 Bontekoe. Brief aan Johan Frederik Swetser gesegt Dr. Helvetius geschreven tot een apologie voor Renatus Descartes 's Gravenhage Hagen 1680.
Geneeskunde. [1696 Bontekoe]. Een zedelyk-lichhaamkundige verhandeling van des Ziels en Lichaams Lydingen. Dordrecht, Goris 1696. (Bi Un Gent acc 14171).
Geneeskunde [1694 Bontius] Oost- en West-Indische warande. Vervattende aldaar de Leef- en genees-Konst. Met een verhaal van de Speceryen, Boom- en Aard-gewassen, Dieren enz. in Oost- en West Indien voorvallende. Door Jacobus Bontius, Gulielmus Piso, En Georgius Markgraef, Doctoren in de Medicijne. Hier nevens is bygevoegt De nieuw verbeterde chirurgijns Scheepkist. t'Amsterdam, By Jan ten Hoorn, Boekverkooper tegenover 't Oude Heere Logement. 1694. (14,5 × 8,8 cm., (8) + 304 + (7) pp., Bi Un Gent me 2824).
De titelplaat, verbeeldende geneesheeren aan het verplegen bij een ziekentent, draagt het jaartal 1693. De voorrede tot den lezer wordt geteekend door den uitgever. Het overzicht, grootendeels onder den vorm van een samenspraak, is verspreid over 19 | |
[pagina 459]
| |
hoofdstukken (1-122 pp.). Een 2e gedeelte (pp. 123-171) bespreekt Indische specerijen, aard- en boomgewassen en dieren. In een 3e gedeelte vindt de lezer, onder den titel van West-Indische Warande (pp. 172-256) een overzicht van leven- en geneeskunde. Eindelijk komt de beschrijving (pp. 257-304) van verscheidene West-Indische planten en dieren. Het 3e deel, Oost- en West-Indische Warande verscheen in 2e druk te Amsterdam 1734 kl. in 8.
Plantkunde. 1794 Boogh, J. Nederduitsch woordenboek, of alphabet van alle kruiden, wortels, zaaden, gommen etc met een daar agter gevoegde: Catalogus generalis omnium fere simplicium in thesaura sanitatis praestantium. Amsterdam 1794 in 8.
Pest. 1599 Borsumanus, Bernh. Van die peste. Een corte onderrechtinge, uyt Gods H. Woordt ghetogen, tot opwakinghe uyt die zonden. Uyt den Oost-Vriesschen in onze Nederl. Sprake overghes. ende verm. door Clement Maertensz. Hoorn by Will Andriesz, 1599 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Pest. 1655 Borsumanus. Een heylsame Remedi voor de peste. Ofte drie heerlijcke tractaten, enz. I Een geestelijcke medecijne teghen de peste versonden, door Bernh. Borsumanum. II Een medecijne tegen de lichamelijcke peste, uyt Zeelandt gesonden. III Een vertroosting voor die de pest hebben, door Franc. de Combles, uyt het Frans vertaald door Gilles van Breen. 2e druk, Amsterdam, Brandt 1655 in 12. (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1782 Bosch, W. Brouwer. De aderlating. Haarlem 1782 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1794 van den Bosch I.J. De oorzaken, voorbehoeding en geneezing der ziekten onder de menschen. Amsterdam 1794 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1778 van den Bosch I.J. Antwoord op de vraag: Welken zyn de ziekten onder de menschen, die uit de natuurlyke gesteldheid van het vaderland voortvloeijen. Haarlem 1778 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Natuurkunde [1762 Bosma] Redenvoering over de natuurkunde; haare oorsprong, voortgang, en aanwas; als mede derzelver vermaak, vergenoeging, nut en voordeel. Uitgesproken in Amsterdam, den 6 Octob. 1762 by den weder aanvang van Wintersch proefnemend natuurkundig Collegie, door Beniamin Bosma, Doctor der Wysbegeerte en Meester der Vrye Konsten. Te Amsterdam, By Jacobus Loveringh, MDCCLXII. (22 × 13,8 cm., 64 pp., Bi Un Gent HN 521). | |
[pagina 460]
| |
In verhouding met zijn bevolking is Nederland rijk aan beroemde natuuronderzoekers, zooals Metius, Huigens, De Wit, Pauw, Hudde, Witsen, De Graaf, Leeuwenhoek, Nieuwentijd, Boerhaave, 's Gravesande, Farenheit, Musschenbroek. En dan wordt de natuurkunde opgehemeld.
Natuurkunde [1764 Bosma] Gronden der natuurkunde, door Benjamin Bosma, Leeraar der Wysbegeerte enz. Te Amsterdam, By Jacobus Loveringh, MDCCLXIV. (22 × 13,5 cm., VIII + 184 pp., Kon Bi Brussel VH 5185). Het boek wordt opgedragen aan J. de Neufville, P. Cramer, W. van Wessen, C. Ploos van Amstel, C.P. Meyer, R.L. Brouwer, J. van Schagen, H. Blankenhagen, W. Reessen. De voorrede is geteekend uit Amsterdam 25 nov. 1764. Eigenschappen der lichamen, soorten, veranderingen onder den invloed van de natuur, door de bewegingen, door magnetisme, electriciteit, licht. Het overzicht in 386 paragrafen is min of meer onder vorm van aphorismen.
Natuurkunde. 1793 Bosma, B. Volledig Samenstel van lessen van de natuurkunde, waarin op eene zeer begrijpelijke wijze, deze geheele wetenschap ontvouwd, de werktuigen beschreven en derzelver gebruik en uitwerkingen aangewezen worden. Amsterdam Elwe 1793.
Heelkunde [1779 de Bosson]. Verhandeling over eene binnenstbuiten gekeerde, en buiten het lighaam geplaatste opene pisblaas, in een eerstgebooren vrouwlyk kind; door A. de Bosson, heelmeester te Amsterdam. (In Verhand. Haarlem, 1779, XIX1, 313-330, Bi Un Gent Hi 2045).
Anatomische Beschrijving, met een figuur.
Heelkunde [1786 de Bosson] Beschryving van een navel- en buikbreukband. Door Adrianus de Bosson, Heel- en Vroedmeester te Amsterdam. (In Verhand. Haarlem, 1786, XXII, 474-479, Bi Un Gent Hi 2045).
Werktuig bestaande uit twee stukken tot een vereenigd, het eene veerkrachtig, het tweede als riem dienende; figuur.
Hygiene. [1793 van Bosvelt] Proeve van een Katechismus der gezondheid, gevolgd naar het hoogduitsch door G. van Bosvelt. Te Utrecht, By J. van Rossum, MDCCXCIII. (20,3 × 12,5 cm., (8) + 143 pp., Kon Bi Brussel VH 7623, Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 461]
| |
In het voorbericht geteekend door S.J. van Geuns verneemt de lezer dat het werk een vertaling is van het boek van dokter B.C. Faust te Buckeburg. In de eerste afdeeling wordt gehandeld over de bezorging van kleine kinderen, de lucht, de zindelijkheid, de kleeding, de spijzen en de dranken, den tabak, de woning, de arbeidzaamheid, De tweede afdeeling bespreekt de ziekten, de tusschenkomst van geneesheeren, de geneesmiddelen, en de derde afdeeling eenige onderrichtingen voor de bewaring van de gezondheid en van het leven. Michaël Boudewyns, Antwerpsche geneeskundige op 29 october 1681 overleden, en leeraar in de anatomie en de heelkunde in het College van medecijnen te Antwerpen; hij was een der medewerkers van de Pharmacia Antverpensis geleno-chymica te Antwerpen verschenen in 1660.
Geneeskunde [1654 Boudewyns]. Dienstich ende Ghenuchelijck Tytverdryf voor Siecken, Om ghesont te worden, en voor ghesonde om niet sieck te zijn: Handelende Van alle die Menschen de welcke in een sieck-huys van noode sijn, namentlijcke de sieck-maerten, ofte die hun dienen en bystaen. Tot troost en onderwijs van den Krancken. Beschreven in vloeyende reden, en tot lichter onthouden, en vermaeck vande selve, met veel fraeye kort-bondighe Spreuken, geschiedenissen en dichtiens doorvlochte. Door M.B. Medic. Antwerp. t'Antwerpen, By Fransoys Fickaert, onder onse L. Vrouwen Toren, in den gulden Enghel. Anno 1654. Met Gratie ende Privilegie. (15,4 × 9,3 cm., (24) + 467 + (1) pp., Bi Stad Antwerpen 184; Bi Un Amsterdam). De schrijver is Michel Boudewyns, 1591 † 1681, volgens Bibliophile belge (VIII 409) en J.C. van Doorninck (vermomde en naamlooze schrijvers I, 390). Eigenaardig boekje dat begint met een overzicht over de oorzaak en den inhoud aan den lezer gericht. Daarna achtereenvolgens: ‘Voorsegginghe van den schrijver, aen syne Schriften’ in 20 strophen van 6 verzen, en een kort Latijnsche hulde in verzen, geteekend P.V. Cortbempde. Het 1e hoofdstuk is ‘rakende het geesteliick’ (p. 1), het 2e ‘aen-gaende den doctoor’ (p. 60), het 3e ‘dienende om niet sieck te worden’ (p. 139), het 4e ‘voor imant die nu sieck is’ (p. 207), het 5e ‘voor die sieck gheweest is’ (p. 283), het 6e ‘van den droogh-reeder ofte apoteker’ (p. 321), het 7e ‘van de Heylmeesters, ofte Chirurgijns’ (p. 345), het 8e ‘van die de sieken dienen’ (p. 389). | |
[pagina 462]
| |
Het overzicht bevat talrijke verzen en stukken in verzen. Het eindigt op zonderlinge wijze: [p. 466]
Den Al-berisper Momus.
Dit boeckxken dat men daer
Nu eerst heeft laten drucken
Wort wel ghetrocken maer
In hondert dusent stucken
Daer steeckt oock gans niet in,
Niemant die t'lesen wou.
Hy sey wel in t' beghin
Dat hy soo varen sou.
Antwoordt:
T'is maer het proef-papier
Dat knauwen sy tot kroppen,
Pap is, ia hoy te dier,
Om uwen mondt te stoppen:
Gheen spraeck maer t'werck hier dient.
Gheen tongh, die vinnigh steeckt:
Schimp-woorden sijn maer wint
Oock Balams Esel spreeckt.
Finis.
Coronat opus
Het Eyndt.
Dat kroont het werck.
Hem! Hoor dy wel mome.
Woorden zijn hier niet gheloont.
T'Sijn maer wercken diemen kroont.
Het Privilegie is geteekend De Fren te Brussel op 12 Mei 1654, zonder den naam van den schrijver te noemen.
Geneeskunde [1659 Boudewyns]. Strydt tusschen de Genees-Konste ende Sieckte, op de vernievwinghe van de Vergaderinghe, ofte Collegie van alle vrije ende toe-ghelaeten Genees-Heeren binnen Antwerpen 1659. T'Antwerpen, By Marcelis Parijs, Boeck-vercooper in de Cammerstraet in den Swarten Hondt. 1659. (21 × 16,2 cm., (24) pp., Bi Stad Antwerpen 28547).
Het boek wordt Boudewyns toegeschreven, en wordt opgedragen aan Guilielmus Marquèz, voorzitter van het College der Medicijnen. De tekst, gansch in verzen, eindigt met drie strophen | |
[pagina 463]
| |
gericht tot de bezorgers van het college, Van Buyten, Oliviers en Boudewyns. Toelating tot drukken geteekend te Antwerpen op 7 mei 1659.
Boudon. Zie Boerhaave 1756.
Verloskunde. 1658 Bourgeoise, Louyse. Verscheyde aenmerckingen nopende de onvruchtbaerheyt, misvallen en siecten der vrouwen. Uyt het Frans. Delf 1658 kl in 8. (Bi Un Amsterdam).
Verloskunde [1707 Bourgeoise]. Het begin en den ingang van alle Menschen in de Wereld, of aanmerkingen Over d'Onvrugtbaarheit, Misvallen, Vrugtbaarheit, Kinderbaaren en Siekten der Vrouwen, door Louyse Bourgeoise, Vroed-vrouw van Maria de Medicis, Koningin van Vrankrijk. Uyt het Frans Vertaelt, En van oneindige Misslagen, by d'eerste Oversettinge ingekropen, gesuivert en verbetert. Nog met een Kortbondig ontwerp van de Bevrugting en Verlossing, nevens de Hulp-middelen die voor en na daar toe vereyst werden, tot nut der Oeffenaren van de Genees- en Heelkonst, als mede van de Vroed- en ook alle andere Vrouwen: Vermeerdert door Gerard Goris Medicijne Doctor en Practizijn tot Leiden: alsmede Ordinaris Examineerder vande Chirurgyns en Vroedvrouwen in Rhijnland. Verciert met Kopere Platen. Tot Leyden, By Andries Dyckhuysen, Boekverkoper in de Klock-steeg, 1707. (15 × 9,5 cm., (24) + 290 + (20) pp., Bi Un Gent me 1395, Bi Un Amsterdam).
Titelblad een bevallende vrouw voorstellend; opdracht aan Frederik Ruisch, geteekend door G. Goris en voorrede tot den lezer. Register der 84 + 6 hoofdstukken, waarin een aantal gevallen worden beschreven.
Dierkunde. 1733 Bousset. Zeewormen. Leiden 1733 in 8.
Heelkunde. 1694 de Bout, Bern. 't Nieuwe examen der chirurgie na de hedendaagse praktyk. Amsterdam ten Hoorn, 1694 in 8. Een 4e druk te Amsterdam 1724 in 8.
Geneeskunde. 1715 Bouwer, J.J. Weg ter gezontheid, met verhandeling van de vier hooftziektens: scheurbuyk, cachexia, koortz en catharen. Amsterdam 1715 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Pokken. [1777 de Brabant] Antwoorde van Mr. P.C. De Brabant, M.L., Van het Koninglyk Genootschap der Geneeskunde van Parys, etc. Op het gerucht van weder-gekomene pokskens naer de inentinge. Tot Gend By Judocus Begyn, Stads-Drukker, aen d'Appel-Brugge in den Engel. | |
[pagina 464]
| |
MDCCLXXVII. (20,2 × 11,8 cm., 31 pp., Kon Bi Brussel VH 7794, Bi Un Gent me 2499).
Schr. beweert dat geen geneesheeren van naam ‘zig tegen teze uytvindinge heeft gestelt, uytgenomen den Heer de Haen, den welken, anderzins van groote geleerdheyd, zynen luyster hier door grootelyks heeft vermindert.’
Verloskunde [1778 Bradechal] Grond-beginselen der Vroed-Konst, verdeeld in veertig lessen Met de korte verklaeringe der Materie, die men in ieder een dezer uytleggen moet. Opgestelt tot onderwyzinge der Leerlingen door bevel der Staeten van het Land en Graefschap van Henegauw; Van het Fransch in het Vlaemsch vertaelt door Philippe Bradechal, Chirurgien en gepensioneerden Vroed-Meester der voornoemde Staeten. Tot Brugge, By Joseph van Praet, Drukker der Stad, en Lande van den Vryen. (17,2 × 10,7 cm., XVIII + 318 pp., Bi Un Gent me 2619).
Na de voorrede, de approbatie geteekend te Brugge 15 en 17 Juli 1778, waardoor het jaar van uitgave op 1778 kan worden gesteld. De verhandeling bedraagt 40 lessen.
Dierkunde. [1739 Bradley] Wysgeerige verhandeling van de werken der Nature, in 't Engelsch geschreven door Richard Bradley, L.v.h.K.G. en Hoogleeraar in de Kruidkunde op de Hooge School te Cambridge. (In Uitgeleeze Natuurkundige verhandelingen II, 2, 1739, pp. 453-484, Kon Bi Brussel VH 7183).
Over aardachtige lichamen en mijnstoffen; over koraalgewassen, aardbuilen, paddestoelen, sponsen die de overgang schijnen te zijn tusschen mineralen en planten. Afbeeldingen op een plaat.
Plantkunde [1741 Bradley]. Vervolg van de Wysgeerige verhandeling van de Werken der Natuur door R. Bradley. (In Uitgeleese Natuurkundige Verhandelingen III, 1, 1741, pp. 233-271; Kon Bi Brussel VH 7183).
In een 3e hoofdstuk beschrijft schr. planten die op andere planten groeien, zooals (volgens schr.) toortsdistel, biesgewas, opuntia, vijgeboom. Daarna worden heesters en boomen besproken.
Biologie [1744 Bradley]. Wysgeerige verhandeling van de werken der natuure. Waar in de verscheide trapswyze Opklimmingen, in de byzondere Deelen der Scheppinge, als Mynstoffen, plantgewassen en dieren | |
[pagina 465]
| |
aangetoond worden. Hierby is gevoegd Een Berigt van den Tegenwoordigen Staat der Tuinen, zoo van Groot-Brittannien, als van gansch Europa. Als meede nieuwe Ondervindingen ter verbetering van onvrugtbaare Gronden, en aankweeking van Houtgewas, Vrugtboomen, Wyngaarden, Zalaade, Peulvrugten en alle soorten van Graanen: benevens eenige Aanmerkingen over den Landbouw der Vlaamingen in het Zaagen van Vlas. Door Richard Bradley, Lid van 't Koninklyk Genoodschap en Professor in de Kruidkunde te Cambridge. Met veele afbeeldingen opgehelderd. Na den tweeden Druk uit het Engelsch vertaald. Te Amsterdam, By Isaac Tirion, 1744. (21,4 × 12,8 cm., (8) + 330 pp., Kon Bi Brussel VH 5592).
Het boek dat door Bradley aan Charles Graaf van Orrery wordt opgedragen, bevat een hoofdstuk over delfstoffen, een over koraal en paddestoelen, een over planten die op andere planten leven, tien hoofdstukken over dieren, twee hoofdstukken over gewesten, een over tuinen en een over den wijnstok, Als aanhangsel waarnemingen over vloo en luis, over vlas, sla, peulvruchten en graangewassen.
Richard Bradley, Engelsche plant- en geneeskundige, overleden in 1732, hoogleeraar te Cambridge. Zijn werken zijn weinig oorspronkelijk. Het hooger genoemd werk is de Nederlandsche vertaling van A. Philosophical account of the works of nature, verschenen te Londen in 1721 in-4, 1721 in-fo, 1739 in-8. De meeste zijner geschriften handelen over land- en tuinbouw.
Geneeskunde [1792 Brans] Eene byzondere uitwerking van de oculi cancrorum (of kreeften-oogen) in de wittevloed. Door Adrs Wilhs Brans Schippers, Medecinae en Chirurgiae Doctor, in Zegwaardt. (In Handel. Gen. Gen. Amst. XVI, 1792, 166-174, Bi Un Gent me 366a).
Gebruik van kreeftenoogen als geneesmiddel tegen het zuur; beschrijving van een geval.
Geneeskunde. 1763 Brauner. Het Medicinaal Handboek, vervattende I. Het Medelydend Moeder Hart; aanwyzende beproefde Middelen voor Ziektens van jonge Kinderen. II Het Geheim Vrouwen Cabinet, waar in de beste Geneesmiddelen voor jonge Dochters, Vrouwen en Kraamvrouwen. III. De toevluchtnemende Vriend in noodt, gevende de beste Geneesmiddelen, waar van zig een ieder in alle voorvallene Ziekten bedienen kan. IV De Barmhertige Samaritaan, gevende de beste Omslagen, Salven, Plaisters en Wonddranken, die in de Heelkunde te vinden zyn, in 't licht gegeeven door J. Brauner, Med. Doct. te Frankfurt. 4 stukken in gr 8. Amsterdam, Gerrit Bom, 1763 in 8 (Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 466]
| |
Geneeskunde [1786 van Breda]. Waarneeming eener verstropte dyebreuk, by eene zwangere, in het laatste tydperk van haare dragt, wanneer er zich reeds eenige baarings-weën vertoonden; beschreven in eenen brief aan den heere M.S. Dupui, A.L.M. Phil. et Med. Doct. Anat. Chir. et Art. Obstetr. Lector enz. door J. Van Breda, Stads Medicinae Doctor te Gouda. (In Verhand. Zeeuwsch Gen. Wetensch. Vliss. 1786, 13, 494-537, Bi Un Gent Hi 1902).
Brief uit Gouda 11 sept. 1785 van J. Van Breda; antwoord van M.S. Dupui uit Campen 21 feb. 1785. Het is te veronderstellen dat dit laatste datum 1786 moet zijn.
Electriciteit [1788 van Breda]. Verhandeling over de electriciteit van den Dampkring. Door Jacob van Breda, M.D. Raad in de Vroedschap en regeerend Schepen te Delft. (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem 1788, 25, 365-456, Bi Un Gent Hi 2045).
Verhandeling met goud bekroond, waarin de schrijver den condensator van Volta bespreekt en twee electrometers beschrijft waarvan de eene laat vaststellen of de electriciteit positief of negatief is, en de andere de kracht der electriciteit aantoont.
Verloskunde. 1793 de Bree Jan. Verhandeling over het gebruik van den Roonhuiziaanschen hefboom in de verloskunde. Amsterdam 1793 in 8. (Bi Un Amsterdam).
van Breen, Gilles. Zie Borsumanus 1655.
Diergeneeskunde. [1744 van Breugel] Ten versoeke van de Seer Eerweirde ende Edele Heeren, de Heeren Gedeputeerde van de Staeten van Vlaenderen, hebben Wy onderschreven Doctoren ten Pensioene deser Stadt Ghendt gedaen ende genomen de observatien ende reflectien nopende de sieckten van het Hoorn-Vee nu eenige maenden Gegrasseert hebbende binnen dese ende andere Provintien, soo is 't dat wy alhier eerst exponeren de Kentteeckenen soo uytwendig als inwendig, hunne oorsaecken, de genesingen soo Curatief als Preservatief, waer van een iegelyck hem kan bedienen, op de forme ende maniere als hier volgt. Tot Ghendt, By de Weduwe Petrus de Goesin, woonende in de Veldt-Straete, in de vier Evangelisten. (17 × 10,7 cm., 13 + (2) pp., Bi Un Gent me 3455).
De twee schrijvers laten hun naam drukken op het einde van het verslag: Philip. van Breugel en P.F. De Somer; het jaar 1744 wordt bekend gemaakt op het einde van de goedkeuring door het College der Medecynen. Verslag over de ziekte die den | |
[pagina 467]
| |
vorm neemt van geelzucht met long- en keelontsteking. Onder de geneesmiddelen wordt een balsem voorgeschreven, te bekomen bij Pieter François Hellebaut, wonende te Gent, in de ‘Veltstraete’.
Voortteeling. 1794 van Breugel Herm. Gerh. Nasporingen aangaande de oönlogie of eierkunde in de oorspronkelijke voortteeling van menschen en beesten. Dordrecht 1794 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Voortteeling. 1796 van Breugel H.G. Physiologische Verhandelingen over het leenstelsel der ontwikkeling en dat der bijgeboorte. Dordrecht 1796 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Chemie. [1786 Breuker]. Berigt, om Ammoniak-zout met Yzerdeelen te bezwangeren, en in allen deele gelyk te maken aan de yzerachtige Bloemen van het Ammoniakzout: Door Frans Breuker, Apotheker te Amsterdam. (In Verhand. Prov. Utr. Gen. 1786, IV, 1e, 221-222, Bi Un Gent Hi 9653).
IJzervijlsel met ammoniakzout en water geeft door verwarming ijzerbloemen van ammoniakzout.
Handel. 1651 Bridoul T. Den doorluchtigen winckel van de heylighe en de deughdelycke cooplieden en de ambachtslieden, Verduijtst en vermeerderd door Fr. de Smidt. Antwerpen 1651 in 12.
Schijndood. [1778 Brinckmann]. Bewys der mogelykheid, dat er menschen levendig kunnen begraaven worden. Nevens de Aanwyzing hoe men dergelyke Voorvallen kunne verhoeden. Als mede de middelen, waar door Verdronkenen, Verhangenen, Gewurgden, door dampen Verstikten, van den blixem Geslaagenen, Bevroorenen, zulken, die eenen zwaaren val gedaan hebben, die van een kanonkogel, al te digt voorby gestreeken, bedwelmd zyn, die door sterk bloeden in onmagt gevallen zyn; En andere meer, dood schynende, of onvolkomen Dooden, in het leven kunnen hersteld worden. Door J.P. Brinckmann, Medic. doctor. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Amsterdam, By M. de Bruyn, MDCCLXXVIII. (20,5 × 12,3 cm., XXV + 196 pp., Bi Un Gent me 3285).
Opdracht aan de Maatschappij tot redding van drenkelingen opgericht te Amsterdam in 1767; toewijding aan de prinses van Oranje geteekend op 4 April 1772 door den schrijver uit Dusseldorp. In het voorbericht worden de artsen beschuldigd bij ontelbare gevallen levende menschen te hebben laten begraven. Het boek wordt in 5 hoofdstukken verdeeld: van het leven des menschen, dan den dood en deszelfs teekenen, van de gevallen waarin men- | |
[pagina 468]
| |
schen voor dooden kunnen worden gehouden en echter nog beter, de middelen om schijndooden tot het leven weder te roepen, van de openbare schikkingen door de overheid in het werk te stellen. Voor ieder geval in den titel aangeduid worden de oorzaken van schijndood de redmiddelen aangeduid.
Leven en dood. 1785 Brinckmann J.P. Beschouwing van het leven en de natuurlyke kragten der menschen, en de oorzaaken des doods. Amsterdam 1735 in 8.
Geneeskunde. [1787 Brouwer Bosch]. Welke zyn de bekwaamste en tevens veiligste middelen om de Geelzucht, wanneer zy niet te verre gevorderd is, op te lossen. Door W. Brouwer Bosch, Medicinae Doctor te Haarlem. (In Handel. Gen. Gen. Amst. 1787, XII, 2e, 307-380, Bi Un Gent me 366 a).
Schrijver bekwam den zilveren gedenkpenning voor zijn verhandeling. In het 1e hoofdstuk worden de oorzaken welke de geelzucht voortbrengen onderzocht, in het 2e de teekenen welke de geelzucht voorafgaan en vergezellen, in het 3e de voorwaarden waarin de geelzucht niet te ver gevorderd kan worden geacht, in het 4e de genezing.
Geneeskunde. [1688 Brown] Alle de werken van Thomas Brown, In sijn Leven Ridder en Doctor in de Medicyne tot Norwich. Verdeelt in vijf Deelen, Behelsende I Pseudo-doxia epidemica, of een Ondersoek der Gemeene Dwalingen des Volks. II Religio medici, of de Godsdienst eens Genees-meesters, met wydloopige Aantekeningen voorzien, neffens de Aanmerkingen van den Heer Kenelm Digby. III Hydriotaphia, of Kruyk-begraavenis. IV De lusthof van Cyrus, of de Vyf Regeligen Ruyt. V Mengelstoffe, bestaande in verscheydene Verhandelingen. Voorsien met naukeurige Registers. Door een Liefhebber uyt het Engelsch Vertaalt. t'Amsterdam, By Joannes en Gillis Jenssonius van Waesberge, Boekverkoopers op 't Water, 1688. (21,7 × 16,3 cm., (10) + 408 + (24) + (20) + 316 + (14) pp., Bi Un Gent me 170, Bi Un Amsterdam).
Rechtover het titelblad, een portret van Thomas Brown. Het 1e werk is het onderzoek der gemeene dwalingen (408 pp.) met alphabetisch register (24 pp.), verdeeld in 7 boeken waarin tallooze gevallen van bijgeloof, van geheimzinnige oorzaken worden bestudeerd. Het 2e werk is de godsdienst van een geneesmeester (20 | |
[pagina 469]
| |
ongepagineerde + pp. 1-96), met een brief (1642) van Brown aan Digby en het antwoord (zelfde jaar 1642) van Digby, bevat twee deelen van godsdienstigen aard. De aanmerkingen van Kenelm Digby bedragen pp. 97-124 en zijn van denzelfden aard als het 2e werk. De kruykbegrafenis (pp. 125-162) bespreekt de doodbussen of kruiken in Norfolk gevonden. De lusthof van Cyrus (pp. 163-210) is vooral philosophisch. De verhandelingen (pp. 211-316) loopen over allerlei onderwerpen, waarvan hier alleen de kroon- en kranskruiden en planten, visschen, vogelen en ongedierte, de valkerij, bergen en heuvels worden vermeld. De werken van Thomas Brown verdienen een uitvoerige studie.
Verloskunde. 1755 de Bruas Is. Hendr. Het gebruik des lepels hersteld, of kort berigt omtrent eenige instrumenten dienende in de vroetkunde. Middelburg 1755 in 8.
Landbouw. [1792 Bruchausen] Aanwyzing ter verbetering van de akkerbouw en landhuishoudkunde, in Nederland. Gevolgd na het opstel van Prof. A. Bruchausen. Op een vrye trant uit het Hoogduitsch overgezet, en met zeer veele nuttige byvoegzelen vermeerderd, tot nut van het algemeen. Te Deventer, By Joh. Nic. Stitzinger, Stads-drukker en Boekverkoper. MDCCXCII. (20,7 × 12,5 cm., XVI + 324 + (1) + 48 pp., Kon Bi Brussel VH 5942).
De opdracht van den drukker is gericht tot de leden van de oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der wetenschappen, de leden van de Maatschappij van landbouw en de leden van de Maatschappij tot nut van het algemeen. Het boek bedraagt 7 verhandelingen over algemeene begrippen van planten in betrekking met den grond, over de vruchtbaarheid van den grond, over de gewone veldvruchten, over de verbetering van akkerbouw en landhuishoudkunde, over de vruchtboomen, over de boschboomen. In een bijvoegsel van 48 pp., 19 liederen met muziek, op landbouwgebied.
Natuurkunde [1753 Brugmans]. Proeve over de waare grond-wetten der beweging en rust. Ter gelegenheid van 't Geschil tusschen de Heeren Maupertius, en Koenig opgesteldt, door Anthony Brugmans. A.L.M. en | |
[pagina 470]
| |
Ph.D. Leyden, Ter Druk. van Elias Luzac, Jun. MDCCLIII (20,5 × 12,3, IV + 77 pp., Kon Bi Brussel VH 8193). Discussie over de wet van de minste hoeveelheid van werking, door Maupertius verdedigd.
Ziektenleer. 1727 Bruin Cl. 's Stichtelyke aanmerkingen over de tegenwoordige ziektens. Amsterdam, 1727 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1770 van Brussel Th. Beschryving der dieren. Amsterdam 1770 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1735 de Bruyn A. De zeeworm, Rotterdam 1735 in 8.
Pharmacie. 1517 Bruynswyck, Jer. Die distillacien der wateren, Brussel 1517 in fo.
Heelkunde. 1535 Bruynswyck, Jer. Dits dat hantwerck der Cirurgien ende leert alle wonden te cuereren en te binden. Utrecht bi mi Jan Bernten, 1535 fo. (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. [1780 Buchan] Huislyke geneeskunde, of Verhandeling over de verhoeding en geneezing van ziekten door Leevenswyze en eenvoudige Geneesmiddelen, In het Engelsch beschreeven door William Buchan, M.D. Lid van het Koninglyk geneeskundig Genootschap te Edenburg. Naar den laatsten vermeerderden en verbeterden druk in het Nederduitsch vertaald. Met eene Voorrede en eenige Aantekeningen vermeerderd door J.E. Lyklama à Nyholt, J.U. & Med. Doctor te Ysselsteyn. Tweede en verbeterde Druk. Eerste Deel. Te Utrecht. By G. Van den Brink, Jansz, Stadsdrukker by 't Stadhuis, MDCCLXXX (22,2 × 13,6 cm.; 1e deel XXVI + 502 pp.; 2e deel 401 + (7) pp.; Bi Un Gent me 998, Bi Un Amsterdam).
De eerste uitgave verscheen te Utrecht in 1775, een 2e verbeterde druk te Haarlem in 1791. Op het einde van het 2e deel komt de inhoud van de twee deelen. Het eerste deel bespreekt de algemeene oorzaken der ziekten en de beschrijving daarvan; in het tweede deel wordt de beschrijving der ziekten voortgezet. In een aanhangsel vindt de lezer de lijst van eenvoudige geneesmiddelen, alsook de kenteekens van verscheidene ziekten.
William Buchan, geboren te Ancran, in 1729 en overleden te Londen in 1805, publiceerde ‘Domestic Medecine’ te Edinburg in 1770; in 1803 waren reeds 18 uitgaven verschenen, alsook | |
[pagina 471]
| |
verscheidene vertalingen. Deze uitgaven gaven aanleiding tot scherpe kritieken van de medici die Buchan verweten aan het publiek de geheimen der hygiëne bekend te maken.
Natuurkunde. 1694 Buchius Paul. Het godlyk weezen en deszelfs eygenschappen philosophischer wyze gedemonstreerd uyt de Heylige Schrifture ende oorspronkelyke natuure der zaaken. Naar de gronden van Franc. Merc. van Helmont, Amsterdam, Pieter Rotterdam 1694 in 12 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. [1782 Buchner] Waarneeming van eene geneezene verlamming, door Frederik Buchner, Heelmeester te Amsteldam. (In Handel. Gen. Gen. Amst. 1782, VII, 2e, 574-579, Bi Un Gent me 366 a). Gebruik van stimulantie.
Geneeskunde [1784 Buchner] Over de spreuk van den grooten Boerhaave, simplex veri sigillum, door F. Buchner, Heelmeester te Amsterdam. (In Handel. Gen. Gen. Amst. 1784, IX, 263-296, Bi Un Gent me 366 a). Pleidooi om de minst samengestelde middelen te gebruiken en de kunsttermen der gebreken zoo veel mogelijk te verminderen.
Geneeskunde. 1790 Buchner F. Verhandeling over de voortreffelijkheid van de operatie der cataract, volgens de manier der Ouden. Amsterdam 1790 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Kindergeneeskunde. [1786 De Buck]. Verhandeling over het misbruik der Loon-Voedsters. En over de Voordeelen, welke de moeders, die hunne Kinders zelfs voeden, aen het menschdom bezorgen. Werk, Door het Genoodschap der Geneeskunde van Parys gekroond in zyne openbaere Zitting van den 9 December 1779; In het Fransch beschreven Door den Heer Landais, Hoog-Leeraar in de Genees-Kunde. Uit het Fransch in het Nederduitsch overgebragt, met een Voor-reden en Aenteekeningen vermeerderd, Door J. De Buck, d'Oude, gezwoorne Heel- en Vroedmeester Tot Gend, By Louis Le Maire, Boekdrukker en Boekverkooper, op den Kouter. MDCCLXXXVI. (22,4 × 13,5 cm., XXXIV + (4) + 121 pp., Bi Un Gent me 3429).
De vertaler schrijft een lange opdracht om de moeders te overtuigen dat zij het voorbeeld der dieren moeten volgen die zelf hunne jongens voeden. Het overzicht bedraagt de voordeelen van het zuigen der kinderen, op lichamelijk en op zedelijk gebied. | |
[pagina 472]
| |
Dierkunde [1775 Buffon] De natuurlyke historie, van den Hippopotamus of het Rivierpaard. Door den Hr. Graaf de Buffon. Vertaald door den Hr. C. Van Engelen. Met eenige byvoegzelen uit oude en nieuwe schryvers vermeerderd. Verrykt met eene afbeelding van dit verwonderlyk Dier; nauwkeurig getekend en in 't Koper gebragt naar het opgezette, dat tegenwoordig berust in het Kabinet van Natuurlyke Zeldzaamheden, Van zyne doorlugtige Hoogheid, den Heere Prins van Orange, enz. enz. Neffens eenige Waarneemingen gedaan by het opzetten, van 't voorgenoemd Rivierpaard. Door den Hr. J.C. Klockner, Med. Doct. Te Amsterdam, By J.H. Schneider, MDCCLXXV. Met Privilegie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland. (27,1 × 22 cm., 24 pp., Kon Bi Brussel VH 7002).
Beschrijving en geschiedenis, waaraan Klockner de afmetingen heeft toegevoegd, bij het opzetten van een individu bestemd voor het kabinet van den Prins van Orange.
Geneeskunde. 1706 Buisen, Henricus. Verhandelinge van de uitwerpinge des menschelyke ligchaams. Amsterdam 1706 in 12 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde [1731 Buisen] Verhandelinge van de uitwerpingen des menschelyke lighaams, Bestaande in pis, afgang, zweet, kwyl; en braaking. Waar nevens aangevoegt is, een verhandelinge van de Menschelyke Gematigtheden, In Maatgedigt. Met nog een Beschryvinge, van de Geneesmiddelen, Dienende tot de vyf algemeene wegen van Ontlastingen. Door Henricus Buisen, Med. Doct. & S.S. Theol. Candidatus. Te Rotterdam. By Hermanus Kentlink, Boekverkooper op de Huibrugge 1731. (15,5 × 9,3 cm., (18) + 191 + (15) pp., Bi Un Gent me 1342, Bi Un Amsterdam).
Het boek dat als 2e uitgave doorgaat, draagt op de titelplaat, verbeeldende een artsbezoek aan een lijdende vrouw, het jaartal 1730. De opdracht van H. Buisen aan Gerhardus Lammers en Gerhard Ryssemius, alle twee artsen te Groningen, is geteekend te Groningen 1 Januari 1706. Na de voorrede tot den lezer en de lijst der namen van schrijvers in het werk genoemd, komen een verzenstuk van Lammers en Latijnsche verzen van Ryssemius. Hier de Nederlandsche verzen: | |
[pagina 473]
| |
Aan den Welervarenen ende Geleerden Autheur de Heer Henricus Buisen Med. Doct. en S.S. Theol. Candidatus. Als hy zyn sinryk Boek Genaamt Verhandelinge van de Menschelyke Uitwerpselen &. In 't Licht gaf.
U Schrander breyn, Heer Doctor Buisen,
Weet net en aardig uit te pluisen,
Hoe dat het quade in het bloed
Zich van het goeden scheiden moet.
Hoe dat 't Water, Zweet, Quyl en Speegsel,
Der Magen, en des Buiks afveegsel
Door veele wegen word ontlast
En wat daar al meer is aan vast.
Gy toont ook hoe dat deze zappen
Beteekenen verscheide trappen
Der siekte, die een Mensche quelt,
En wat hem doorgaans zeer ontstelt.
Vaar voort Heer Doctor zoo te leeren,
Zoo zult gy meer en meer vermeeren
De Edele Medecynse Konst,
En u verwekken veeler gunst.
Zoo zullen u de Kranken roemen,
En u haar wyze Helper noemen.
Dit wensch ik u myn waarde Vrient,
Tot dat gy eens hebt uitgedient.
Gerh. Lammers.
Med. en Phys. Prof. Ord. en Med. Prov. van de Provincie van Stad Groningen en Ommelanden.
In 429 hoofdstukken beschrijft schrijver de eigenschappen van urine, vooral op kleur en op onoplosbare stoffen. Het 2e deel (79-104) handelt over den afgang in 140 paragrafen, het 3e deel (105-120 en 88 §) over het zweet, het 4e deel (121-136 en 85 §) over kwijl en speeksel, kwijl zijnde ‘een ontlastinge van slymige ende weyachtige vogten, door de kwylvaten te gelyke met het speeksel in de mond gebragt.’ Schr. laat speeksel uit de maag afkomstig zijn en schijnt dus | |
[pagina 474]
| |
geen kennis te hebben van de speekselklieren. De studie der brakingen behoort tot het 5e deel (137-154, in 100 §). De ‘verhandelinge van de gemaatigheden’ geschreven in Latijnsche en Nederlandsche verzen, handelt over de vier lichaamsvochten, bloed, gal, slijm en water. In de verhandeling van de geneesmiddelen (177-186) worden in Latijnsche verzen de lijst gegeven der belangrijkste producten. Na een narede komen een alphabetisch register van zaken en een lijst van boeken te verkrijgen bij H. Kentlink.
Geneeskunde. 1729 Buyzen H. Practijk der medicine. En aanmerkingen over het bloed en wateren. 3e dr. met bijgevoegde aanteekeningen door F.J.v. Almeloveen. Haarlem 1729 in 8.
Geneeskunde [1735 Buizen] Practyk der Medicyne, ofte oeffenende Geneeskunde. Aanmerkingen Over 't Menschelyk Bloed en Wateren: en geneeskundige Aanmerkingen, door Henricus Buizen. Med: Doct: en Practizyn te Haarlem. Deze derde Druk van den Schryver zelve opnieuws overgezien, en wel de helft vermeerderd. Waar by gevoegd eenige Aanteekeningen, Door den Heer Theodorus Jansonius van Almeloveen, Der Medicinen Doctor, en derzelver Faculteit, alsmede der Griexe en Romeinsche Oudheden, Talen, Gebeurtenissen en Welsprekendheid, Professor in de Geldersche Academie te Harderwyk. Te Rotterdam, By Hermanus Kentlink, Boekverkooper agter 't Stadhuis. 1735. (15,6 × 9,4 cm., (40) + 426 + (17) pp., Bi Un Gent me 1315). Als titelplaat het portret van den schrijver. Het boek wordt door den schrijver opgedragen aan J. van Zanten, G. du Bois, H. Aartsen, J. van der Hulst, voorzitter en leden van de geneesen heelkundige vergadering der stad Haarlem. In zijn voorrede handelt Buizen, - hier wordt zijn naam met z in plaats van s geschreven -, over de soorten artsen: de empirici of proefkundige of ondervindingvolgers, de methodici of kortbondige redenvolgers, de dogmatici of wisseleeringvolgers, de chimici of scheykonstvolgers, de mechanici of werktuygkonstvolgers, en de mixti of gemengelde. De elementen, de oorzaken der ziekten volgens Hippocrates, de bewegingen worden besproken en daaruit kan worden afgeleid ‘dat de Natuur wel geleyd, maar niet gedwongen wil wezen’. In den daarop volgenden register worden 30 ziekten vermeld die in het boek worden bestudeerd. Op p. 267 beginnen de aanmerkingen over bloed en vloeibare | |
[pagina 475]
| |
afscheidingen, op p. 311 de geneeskundige aanmerkingen over eenige gevallen, en op p. 391 de aanteekeningen van Theod. Jansonius van Almeloveen met geneeskundige voorschriften. Op het einde een alphabetisch register van zaken. Een 1e uitgave zou te Haarlem 1760 in 8 verschenen zijn, een 2e te Haarlem 1712 in 8, een 3e ook te Haarlem 1729 in 8, terwijl in 1735 een 3e uitgave te Rotterdam het licht zag. Een 4e uitgave wordt genoemd, te Rotterdam 1743 in 8.
Geneeskunde. 1756 Buisen, H. Verhandelinge van de uitwerpingen des menschelijke ligchaams. 3e druk, Rotterdam 1756 in 8.
Burman, Joh. Zie Weinmann.
Delfstofkunde. [1784 Burtin] Vertoog over het versteende wormagtige hout, dat tusschen Brugge en Gend, in Vlaanderen, gevonden wordt; door F.X. Burtin, Med. Doctor te Brussel. (In Verhand. Holl. Maatsch. Haarlem 1784, XXI, 225-256, Bi Un Gent Hi 2045).
Gesteenten gevonden te Aelter, waaruit blijkt dat de zee Aelter heeft bespoeld, en dat het bestaan van zeewormen op onze kusten zeer oud is. De gesteenten worden noch door zuren, noch door het vuur aangetast; zij bevatten phosphor, en worden noch in kalk, noch in pleister omgezet.
Frans Xaveer Burtin, geboren te Maastricht in 1743 en aldaar overleden in 1818 beoefende de genees- en de letterkunde. Hij bezat een rijke verzameling schilderijen.
Geneeskunde. 1675 Busschof, Herm. Het podagra, nader als oyt nagevorst en uytgevonden. Amsterdam, de Jonge, 1675 kl in 8. (Bi Un Amsterdam).
Landbouw. [1787 Busser] Antwoord op de vraag, door de Maatschappy ter bevordering van den Landbouw te Amsterdam, In den Jaare 1781 opgegeeven, om vóór den 1 December 1783 beantwoord te worden: Welke zyn de oorzaaken, dat de Vlasteelt, die voor deesen hier te Lande, aan zo veele handen werk verschafte, tegenwoordig in verval geraakt is? Zyn er Middelen om dezelve wederom te doen bloeijen? - en zo ja; - welke? Wat is wyders de beste manier om het vlas op de verschillende gronden van ons Vaderland te bouwen? Door Jonathan Busser, Werkman te Zutphen. Aan welken eene Gratificatie, bestaande in Vyftien Ducaaten en | |
[pagina 476]
| |
een Zilvere Tabaksdoos is toegeweezen. (In Verh. Maatsch. Landb. Amst. 1787, 4, pp. 213-240, Bi Un Gent HN 960).
Gebrek aan zorg en oplettendheid is de grootste oorzaak van verval van de vlasteelt. De toestanden kunnen verbeterd worden door gebruik van goed zaad, kleigronden; zandgronden moeten zorgvuldig van onkruid gezuiverd worden. Op veengronden moet de overtollige vochtigheid verwijderd worden. Gemengde mest is aan te raden. ‘Reuten of rotten’ geschiedt of wel in water, of wel op den vochtigen grond.
Anatomie. 1697 Butler Jos. Een nadere ontdekkinge der menschelijke waters. Haarlem 1697 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Wetenschappen. 1769 Buys, E. Nieuw en volkomen woordenboek van konsten en weetenschappen. Amsterdam Baalde 1769-1780, 10 deelen in 8.
Bier [1798 Buys] De bierbrouwer; of volledige beschryving van het brouwen der Bieren; Midsgaders van het mouten der graanen, tot het brouwen van bier gebruikt wordende. Door Jakobus Buys, brouwer in de klundert. Met plaaten. Te Dordrecht, bij A. Blussé en Zoon. MDCCXCVIII (21 × 12,8 cm., VIII + 75 pp. + 3 pp., Kon Bi Brussel 7e Cl VI in 8).
In zijn voorrede deelt de uitgever mede dat hij, het voorbeeld van Frankrijk volgend, ook een reeks technische boeken in het Nederlandsch laat verschijnen. De inleiding vermeldt het placaat van 9 november 1748, het oprichten van brouwerijen ten platten lande alsmede het brouwen door particulieren, zij herinnert ook aan het werk van Wouter van Lis, bierbrouwer te Rotterdam. De bierbrouwer bedraagt 4 hoofdstukken: de inrichting van het bedrijf, de grondstoffen koren, hop, alsem, scharlei (niet te gebruiken!), water, brandstof, het brouwen, de gisting en de bewaring van bier. Schr. schijnt weinig gehoor te schenken aan vertelsels die hij zelf niet heeft kunnen onderzoeken. Zindelijkheid wordt aanbevolen, een allereerste noodzakelijkheid om de besmetting te beletten. De mouterij bedraagt twee hoofdstukken, de grondstoffen gerst, tarwe, spelt, haver en boekweit, en de inrichting van den eest.
Geneeskunde. [1780 Bylon] Korte aanteekening wegens eene algemeene ziekte, doorgaans genaamd de Knokkel-Koorts door David Bylon, | |
[pagina 477]
| |
stadschirurgijn. (In verhandel. Batav. Gen. Konsten en Wet. 1780, 2, 17-30, Bi Un Gent Hi 9696). De koorts duurt van 1 tot 3 dagen, is van goedaardigen aard, tast aan zonder onderscheid van geslacht of ouderdom, met roosachtigen uitslag. | |
CAnatomie. 1630 Cabrolius Barth. Het anotomiicke A.B.C. Verduytscht door Casp. Nollens. 's Gravenhage 1630 in 4.
Anatomie. [1733 Cabrolius] Ontleeding des menschelycken lichaems. Eertijts int Latijn beschreven door Bartholomaeus Cabrolius. Nu verduytscht en met by-voechselen als oock Figuren verrijckt. Door V.F.P. t'Amsterdam. By Cornelius van Breugel. Voor Hendrick Laurentsz. op 't Water, in 't Schrijfboeck. Anno 1633. (31,6 × 20,6 cm., (16) + 262 pp., Bi Un Gent me 93 en A 23288, Bi Un Amsterdam). Van dat boek worden nog uitgaven genoemd: Amsterdam, J. Joosten 1648 in fo, Amsterdam 1725 kl. in fo. Dat prachtig werk begint met een titelplaat waar doode koppen en geraamten de hoofdrol vervullen. De vertaler V.F.P. draagt zijn boek aan Nicolaus Raet, oud-schepen en arts te Amsterdam. Daarop volgen drie gedichten, één in het Latijn van C.G. Plempius, en twee in het Nederlandsch, van C.G. Plempius, en van J.v. Vondel.Ga naar voetnoot(1) Door het gedicht van J.v. Vondel vernemen wij dat de vertaler V.F.P., V.F. Plemp is. Hier nu dit gedicht: Op de ontledinge des menscheliicken lichaems, verduytscht
Door V.F. Plemp. Eertijdts voerde 't Griecks ghewelf
In zijn voorhoofd, Ken u self,
Als een Goddelijcke lesse
Van die wijse School-Meestresse:
| |
[pagina 478]
| |
't Selve leert nu d'Artzen-School
Van den Schranderen Cabrool,
Wiens vernuft met pit van reden
't Menschlijck Lichaem gaet ontleden
Van den top af tot den teen;
Dies de Latynist voorheen
Van dien arbeyd hem most dancken,
Tot dat Plemp, een eer der ranckē
Van Galeen en Hippocraet,
Tot des Nederduytschen baet
Dese schatten uyt het duyster
Brenghend met een rijcker luyster,
Toonde, dat hy was een stut
Tot zijn Krancken Landtsmans nut,
Wiens gedachten sich nu wennen
Om te recht te leeren kennen
Wat de Menschen-huyd omvangt,
Waer de Mensch van t'samen hangt:
Hoe de wijsheyd Gods gaet waeren
Door ons zeenen door ons Aeren:
Hoe het Kunstige geraemt
Alle Kunstenaers beschaemt.
Soo nu yemand door dees wennis
Van den trap der Sellef-kennis
Stijght tot Kennis van Gods Throon,
Zoo eyscht Plemp gheen andren loon.
I.v. Vondel.
Het boek bevat talrijke figuren met uitleggingen en bedraagt 69 hoofdstukken over beenderen, spieren, maag en darmen, lever, hart en aderen, milt, nieren, geslachts- en urineorganen, zintuigen, hersenen en zenuwstelsel.
Parasitologie. 1776 Cadet. Verhandeling over den lintworm, mitsgaders de geneeswijse, welke men te Morat, in Zwitzerland diesaangaande in 't werk gesteld heeft. Amsteldam 1776 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Barthelemy Cabrol (geboren ca 1535 in de Languedoc en overleden in het begin van de 17e eeuw), was leeraar in de anatomie te Montpellier en schreef: Alphabet anatomique, Tournon 1594 in 4, vertaald in het Latijn en in het Nederlandsch.
Geneeskunde [1772 Cadogan]. Verhandeling over de jigt en alle andere slepende ziekten als voortkomende uit dezelfde Oorzaken, benevens | |
[pagina 479]
| |
een Onderzoek welke dese Oorzaken zyn, en eene Aanwyzing van de Redenlykste en Natuurlykste Genezing, Opgedragen aan alle jigtigen en verzwakten door slepende ziekten: In het Engelsch beschreven door William Cadogan, Medicinae Doctor, En naar den zevenden druk vertaald door Hubertus Labee, Medicinae Doctor. Quod petis in te est. Te Rotterdam, By Reinier Arrenberg 1772. (20,3 × 12,4 cm., X + 108 pp., Kon. Bi Brussel VH 7853, Bi Un Amsterdam). Medegebonden met 1764 Stocke. Voorrede van den vertaler, id. van den Auteur. De oorzaken van de jigt kan men bepalen tot drie: werkeloosheid, onmatigheid en kwelling; te bestrijden door werkzaamheid, matigheid en gemoedsrust.
Calf L. Zie Anonymus 1784.
Geneeskunde. [1783 Callenfels] Verhandelingen over de waare oorzaaken en kenteekenen, van de najaars-koortsen, in de Garnizoenplaatsen van Staats-Vlaanderen; en over de beste behoed- en geneesmiddelen, die daar tegen, vooral by de militairen, konnen aangewend worden. Geschreeven door de heeren: G.W. Callenfels, M.D. te Sluis in Vlaanderen; en J. Harger, M.D. te Rotterdam. Uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen. Te Middelburg, by Pieter Gillissen. Drukker van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, MDCCLXXXIII. (22,2 × 13,6 cm., (4) + 312 pp., Bi Un Gent me 1987). Deze verhandeling van Callenfels is een uitgave van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, mede met de verhandeling van Harger; schrijver meent dat de oorzaken dezer koortsen liggen in militaire oefeningen bij ongunstige temperatuur, in onregelmatige levenswijze, in slechte woongelegenheden, in abnormale gemoedsaandoeningen, in onvoldoende geneeskundige verpleging, kortom in de slechte hygiënische voorwaarden waarin de soldaten leven. Verscheidene geneesmiddelen worden aangeduid. De verhandeling van Callenfels bedraagt pp. 1 tot 130, deze van Harger (zie Harger) pp. 131 tot 312.
Heelkunde. [1790 Callisen] Henr. Callisen, Hoogleeraer der Ontleeden Heelkunde & & te Kopenhage, Onderwyzinge der hedendagsche oeffenende Heelkunde, tot gebruyk der Voorlezingen. Uyt het latyn vertaeld door J.B. Jacobs, M.D.K.K. Professor der Heelkunde by de Universiteyt van Loven, Lid van verscheyde Akademien. 1 Deel. Tot Brussel, by Al De Bel, Drukker en Boekverkooper, op de Hout-Merkt. MDCC.XC (16,1 × 9,7 cm., XXIV + 316 pp., Bi Un Gent me 1689, Bi Un Amsterdam). Opgedragen door den vertaler J.B. Jacobs aan zijn broeder | |
[pagina 480]
| |
Frans Kornelis Jacobs, apotheker en drogist te Gent. Na een voorrede aan de toehoorders komt de inhoud van het boek. Dit eerste stuk bevat de inleiding, het eerste deel over de heelkunde der algemeene ziekten, het tweede deel over de plaatselijke ziekten (partim).
Heelkunde [1792 Callisen] (Zooals 1790 Callisen, maar II Deel, XVII + (1) + 335 pp.). Dit stuk bevat het vervolg van het tweede deel over de plaatselijke ziekten. Het gansch werk bedraagt 857 paragrafen. Op de laatste p. wordt vermeld dat professor Jacobs aan een rotkoorts overleed en dat een zijner vrienden, de geneesheer P.E. Wauters, het werk heeft willen voltrekken. Geboren in Holstein 1740 en overleden te Copenhagen in 1824, was Hendrik Calissen heelmeester en hoogleeraar te Copenhagen.
***
Geneeskunde [1761 Camper] Verhandeling over de oorzaaken der meenigvuldige breuken in de eerstgeboorene kinderen door Petrus Camper. (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem 1761, VI 1e, 235-265, Bi Un Gent Hi 2045).
Dierkunde [1761 Camper]. Verhandeling over de voortteeling der Americaansche padden, of Pipae door Petrus Camper (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem 1761, VI, 1e, 266-284, Bi Un Gent Hi 2045). De lijfmoeder bevat de eieren ten tijde der bevruchting.
Geneeskunde [1763 Camper] Vervolg over de oorzaaken der meenigvuldige breuken in eerstgeboorene kinderen door Petrus Camper (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem 1763, VII 1e, 58-78, Bi Un Gent Hi 2045).
Dierkunde [1763 Camper] Verhandeling over het gehoor der geschubde visschen, door Petrus Camper. (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem 1763, VII 1e, 79-117, Bi Un Gent Hi 2045). Schr. is van meening dat bij de geschubde visschen geen opene gehoorweg bestaat.
Pediatrie [1763 Camper] Verhandeling over het bestier van kinderen door Petrus Camper. (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem 1763, VII 7e, 357-464, Bi Un Gent Hi 2045). | |
[pagina 481]
| |
Het stuk in de Nederlandsche, tevens ook in de Latijnsche taal opgesteld, bedraagt 6 deelen: het voortteelen van kinderen, de bezorging der eerstgeborenen, de voeding, de tucht, de gebreken, de pokinenting.
Nat. Wetensch., 1764 Camper, Petr. Redevoering over de overeenkomst tusschen de dieren en gewassen. Uit het Latijn. Amsterdam 1764 in 4. (Bi Un Amsterdam).
Veeartsenijkunde [1769 Camper] Lessen over de thans zweevende veesterfte, openlyk gehouden door Petrus Camper, A.L.M. Phil. & Med. Doctor, Med. Anat. & Chir. Professor Honor. in het Athen. Illustre te Amsterdam; Medicin. Theor. Anat. Chirurgiae & Botanices Prof. Ord. op de Hooge Schoole van Stad en Lande; Lid van de Koninglyke Maatsch. van Wetenschappen van Londen, en Edinburgh; en van de Koningl. Academie der Heelkonst van Parys; als mede Lid van de Holl. Maatsch. der Wetensch. te Haarlem, enz. In het Theatrum anatomicum te Groningen, Den 10, 11, 13 en 14 van Sprokkelmaand, in den jaare 1769. Te Leeuwarden, Ter Drukkerye van H.A. de Chalmot, MDCCLXIX. (22 × 13,5 cm., (18) + 110 + (1) pp., Bi Un Gent me 3456, Bi Un Amsterdam).
Vier lessen, opgedragen aan Willem den Vijfden van Oranje en Nassau: 1e over bloedvaten en ingewanden, 2e over de vier magen, lever, milt en ingewanden van de borst, 3e over het herkauwen bij het hoornvee, 4e over geschiedenis, aard, toevallen en genezing van de besmettelijke veeziekten.
Inenting. 1769 Camper P. en Munniks W. Voorlooper van waarnemingen omtrent den uitslag van de inentinge der besmettelijke veeziekte op 112 hokkelingen. Leeuwarden 1769, in 8. Groningen 1770 in fe (Bi Un Amsterdam).
Inenting. [1770 Camper] Aanmerkingen over de inentinge der kinderziekte met waarneemingen bevestigd door Petrus Camper, A.L.M. Phil. & Med. Doctor, Med. Anat. & Chir. Professor Honor. in het Athen. Illustre te Amsteldam; Medicin. Theor. Anat. Chirurgiae & Bot. Prof. Ord. op de Hooge Schoole van Stad, en Lande; Lid van de Koninglyke Maatsch. van Wetenschappen van Londen, en Edinburg; en van de Koningl. Academie der Heelkonst van Parijs; als mede Lid van de Holl. Maatsch. der Wetenschappen te Haarlem, en van de Teken Academie te Amsteldam, enz. Met plaaten. Te Leeuwarden, Ter Drukkerye van H.A. de Chalmot, MDCCLXX. (22 × 13,5 cm., (14) + 163 pp., Kon Bi Brussel VH 77951).
Het werk wordt opgedragen aan Charles Chais, ‘bedienaar | |
[pagina 482]
| |
des Goddelyken Woords in de Walsche Gemeente 's Gravenhage’, lid van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem, en wordt gedagteekend uit Klein Lankum 6 juli 1770. Vier afdeelingen: over de kinderziekte in verband met de inenting in het algemeen, over de voorbereiding, specifische middelen, voedsel, lucht, koude, enz. bij de ingeënte kinderziekte, over de inëntinge, pokstoffen, en hare uitwerkingen, over eenige bijzonderheden welke onder en na de ingeënte pokjes voorvallen. Schrijver spreekt zich uit ten gunste van de inenting en behandelt zijn onderwerp op objectieve wijze. Een ‘atomus’ pokstof is voldoende, en de pokjes die ontstaan zijn, in getal, van de hoeveelheid pokstof onafhankelijk.
Verloskunde. 1771 Camper, P. Brief aan D. van Gesscher, over het voordeel der doorsnede van de schaambeenderen en de keizerlijke sneede, of den haak te vermijden. 1771 in 8.
Heelkunde. 1771 Camper, P. Naauwkeurige afbeelding en beschrijving van eene geheel en al verloorene, maar door konst herstelde neus en verhemelte. Uit het Latijn vertaald. Amsterdam 1771 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1774 Camper, P. Kort berigt Van de ontleding eens jongen elephants. Sl 1774 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Verloskunde. [1774 Camper]. Gerechtelyke en ontleedkundige verhandeling over de tekenen van leven, en dood in nieuwgeborene kinderen. Door Petrus Camper A.L.M. Phil. & Med. Doctor, Med. Anat. & Chir. Professor Honor. in het Athen. Illustre te Amsteldam; Lid van de Koninglyke Maatschappye van Wetenschappen van Londen, en Edinburg; en van de K. Academie der Heelkonst te Parys. Als mede Lid van de Maatsch. der Wetenschappen van Haarlem, en van Vlissingen; Lid Consultant van het Bataafsch Genootschap; Correspondent van de Koningl. Acad. van Wetenschappen te Parys. En Honorair Lid van de Teken-Academie te Amsteldam. Te Leeuwarden Ter Drukkerye van H.A. de Chalmot, MDCCLXXIV (20,8 × 12,6 cm., (6) + 129 pp., Bi Un Gent me 1292 en A 7068, Bi Un Amsterdam, Kon Bi Brussel VH 7735).
Om het vermoorden van pasgeboren kinderen te voorkomen, zou een vondelingenhuis moeten gesticht worden, waar men kinderen zou opnemen zonder naar hun oorsprong te informeeren. Op dat werk verscheen een antwoord door S.M.V.D. ‘Het belang der Maatschappij in het beteugelen van den kindermoord’, Leeuwarden, de Chalmot 1774 ((4) + 91 pp., mede- | |
[pagina 483]
| |
gebonden Bi Un Gent me 1292), waarin vooral wordt gewezen op de misdaad, ook tegenover de maatschappij, van het vermoorden van pasgeboren kinderen. Daarop antwoordt Camper met het volgend stuk:
Verloskunde. [1774 Camper]. Gedagten van Petrus Camper over De Misdaad van kindermoord; over de gemakkelyke wyze om Vondelinghuizen in te voeren; over de oorzaaken van kindermoord: en over Zelfmoord. Dienende tot antwoord op de ongegronde aanmerkingen van den Weleerw. en Zeer gel. Heere S.M.V.D. Waar by gevoegd zyn Twee zaakelyke proeven over De inblaazing der Lucht in de Longen van Kinderen die dood ter Wereld gekoomen zyn. Te Leeuwarden, Ter Drukkerye van H.A. de Chalmot, MDCLLXXIV. (21,9 × 14,4 cm., (2) + 66 pp., Bi Un Gent me 3413, Bi Un Amsterdam).
Camper spreekt zich weder uit ten gunste van de inrichting van een vondelingenhuis. Op het einde beschrijft hij twee proeven over het inblazen van lucht in de longen van kinderen die dood ter wereld zijn gekomen.
Dierkunde. [1774 Camper] Verhandeling over het zaamenstel der groote beenderen in vogelen en derzelver verscheidenheid in byzondere soorten, door Petrus Camper. (Verhand. Bat. Gen. Rotterdam 1774, I, 235-244, Bi Un Gent Hi 9621).
Galilaeus en Borellus hebben getoond dat de beenderen der vogels hol zijn, maar in onderstelling dat zij met olieachtig merg gevuld zijn. Camper bewijst hier dat zij hol zijn, en gevuld niet met merg, wel met lucht.
Dierkunde [1774 Camper] Aanmerkingen over het gezang der mannetjes kikvorschen van Petrus Camper (Verh. Bat. Gen. Rott. 1774, I, 245-252, Bi Un Gent Hi 9621).
Aanwezigheid van blaasjes aan de twee zijden van het hoofd; de padden en de wijfjes kikvorschen bezitten deze blaasjes niet.
Heelkunde [1774 Camper] Verhandeling over het toestellen van breukbanden door Petrus Camper. (Verh. Bat. Gen. Rott. 1774, I, 253-276, Bi Un Gent Hi 9621).
Daar de breukbandenmakers gewoonlijk noch heelmeesters, noch ontleedkundigen zijn, zijn zij ook niet bevoegd om over de | |
[pagina 484]
| |
keus te oordeelen van slappe of van metalen banden. Camper geeft de voorkeur aan stijve of metalen banden.
Dierkunde [1777 Camper] Verhandeling over de zitplaats van het beenig gehoortuig, en over een voornaam gedeelte van het zintuig zelve in de walvischen; door Petrus Camper. (Verh. Holl. Maatsch. Haarlem, 1776, XVII 2e, 157-200, Bi Un Gent Hi 2045).
De walvisch hoort met de oorbuis achter het oog, en ook door de Eustachiusbuis; het gehoor kan echter niet scherp zijn.
Geneeskunde [1778 Camper] De verhandelingen van Hippocrates, C. Celsus en Paulus Aegineta, over de pypzweeren, en uitzakkingen van den aars; vertaald, en met aanmerkingen, en waarneemingen, opgehelderd, door Petrus Camper. Te Amsterdam, By Yntema en Tieboel. MDCCLXXVIII (22,0 × 13,6 cm., 111 pp., Bi Un Gent me 1525).
In zijn verhandeling bespreekt schr. de werken van Foesius, Charterius en Cornarius, dan deze van Celsus, Thevenin, Wiseman, Foubert en Leblanc.
Heelkunde [1782 Camper] Aanmerkingen over de veranderingen, welke de steenen in de pisblaas der menschen ondergaan. Brief over het steen snyden in twee reizen, volgens P. Franco. Verhandeling van den Heere Maret, over de voordeelen van het steensnyden in twee tyden. Als mede de stelregels, van Celsus, Albucasis en La Dran, over deeze konstbewerking. Gestaafd door de Waarneemingen van de heeren ten Haaff en van Wy. Opgesteld, overgezet, en met verklaaringen uitgegeeven door Petrus Camper. Te Amsterdam, By Yntema en Tieboel. MDCCLXXXII. (20,3 × 12,2 cm., (10) + 203 + (3) pp., Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 3194).
Deze reeks mededeelingen wordt opgedragen aan Martens, Van Gesscher, Zwagerman en Hussem, heelmeesters te Amsterdam, en is van practischen aard.
Dierkunde. [1782 Camper] Natuurkundige verhandelingen van Petrus Camper over den Orang Outang; en eenige andere aap-soorten. Over den Rhinoceros met den dubbelen horen; en over het Rendier. Te Amsterdam, By de Erven P. Meyer en G. Warnars, Boekverkoopers op den Dam, 1782. (25,5 × 20,2 cm., (4) + 235 pp., Kon Bi Brussel VH 6997).
Opdracht van Thomas Hope, bewindhebber der vereenigde Oost-Indische Compagnie voor het deel betreffende den orang | |
[pagina 485]
| |
outang; de beschrijving van den rhinoceros wordt opgedragen aan Joachim van Plettenberg, Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop; deze van het rendier aan de gebroeders Ovens in Sleeswyck. De beschrijving der drie dieren, met figuren is in den Buffontrant opgesteld.
Dierkunde. 1783 Camper, Petr. Brief aan de Heeren schryvers van de Alg. Vaderl. Letteroef. over Orangs van meer dan zes voeten. Sl 1783 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Verloskunde. 1783 Camper, Petr. Verhaal van de konstbewerking en den gelukkigen uitslag der doorsnede van de schaambeenderen, gedaan door J.C. Damen, 20 Oct. 1783 en 11 Aug. 1785, Amsterdam 1783 en 1785 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Dierkunde. 1784 Camper P. Kort berigt wegens den Dugon. Sl 1786 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Anthropologie. 1791 Camper P. Het natuurlijke verschil der wezenstrekken in menschen van onderscheiden landaart en ouderdom; over het schoon in antijke beelden en gesneedene steenen. Utrecht 1791 in 4.
Psychologie. 1792 Camper P. Redevoeringen over de wijze om hartstochten op onze wezens te verbeelden. Utrecht, Camper 1792 in 4.
Heelkunde. [1800 Camper] Verhandeling over de oorzaaken der menigvuldige breuken in de eerstgeborene kinderen; benevens een vervolg op die verhandeling, beiden door Petrus Camper; Opgehelderd met zeer uitvoerige, en fraai in 't koper gegraveerde kunstplaaten, van de beroemde J. van der Schley, en J.C. Philips. Te Amsteldam, by J.B. Elwe, MDCCC. (22,3 × 13,4 cm., XII + 66 pp., Bi Un Gent me 2788, Bi Un Amsterdam). Peter Camper geboren te Leiden 11 Mei 1722 en overleden in den Haag op 7 April 1789, hoogleeraar in de heelkunde in de anatomie te Franeker in 1749, dan te Amsterdam in 1753, te Groningen van 1763 tot 1773. Camper heeft talrijke ontdekkingen gedaan: de gehoorzintuigen der visschen, de lucht in de beenderen der vogels, de anatomie van den orang-outang, het beengestel van den rhinoceros, de kleur van de menschenhuid, de betrekkingen tusschen den bouw van het lichaam van den mensch en de dieren, de fossiele beenderen, de behandeling van de epizoötie der kalveren. Gewoonlijk | |
[pagina 486]
| |
worden vooral de Latijnsche verhandelingen alleen genoemd. Een levensschets van Petrus Camper verscheen te Leeuwarden in 1791, van de hand van A.G. Camper (Bi Un Amsterdam).
***
Vroedkunde [1780 Cangiamila] Korten inhoud van de embryologia sacra Betreffende de pligten der Pastoors, Genees- en Vroed-kundige Heren; en namentlyk der Vroed-Vrouwen, jegens de Kinderen die nog niet geboren zyn, getrokken Uyt het vermaerd werk van den Eerweerdigen Heere Franciscus Emanuël Cangiamila, Doctoor in de H. Godsgeleerdheyd, &. & Tot. Leyde, MDCC.LXXX. (21 × 12,3 cm., 32 + (1) pp., Bi Un Gent me 1214, Bi Un Amsterdam).
Het werkje bespreekt de misvallen, de keizerlijke snee in geval van den dood van de moeder, de voorwaarden van het doopsel.
Franciscus Emmanuel Cangiamila, geboren te Palerma 1702 en overleden aldaar in 1763, schreef in het Latijn en in het Italiaansch. Hij was kanonnik te Palerma en provinciaal inquisitor van Sicilië.
Bijen. 1488 Cantipratensis Thomas. Dit is der Bien. Een goed boeck dat ghehieten is een ghemeyn guet van der naturen der byen. Swolle Peter van Os 1488 in fo (Bi Un Amsterdam).
Bijen. 1515 Cantipratensis Thomas. Hier beghint der Byen Boeck. Leyden Jan Zeversz 1515 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1659 Capueel E. Enchiridion medicum. Dat is: een kort begrijp van den gantschen loop der medicyne. Mitsg. een t'samenspreeckinge van een doctor ende student der medicyne. By gevoeght de bloemen van Celsus. Amsterdam 1659 in 4.
Geneeskunde. 1724 Capueel E. Enchiridion medicum oft medicynboexken waer in verhandelt worden vele sieckten die dagelyckx voorvallen, daarby de remedien om die te genesen. 2e druk Antwerpen 1724 in 8, 4e Antwerpen 1725 in 8, 6e Antwerpen 1750 in 8, laatste druk Antwerpen 1757 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1605 Carelsz Pieter. Instrucktie en generale methodus der vrye Conste van de Medecyne ende Chirurgie. Begrepen in vyff tractaten. Dordrecht Canin 1605 in 4 (Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 487]
| |
Geneeskunde. 1634 Carels Pieter. Instructie ende generale methodus der vryer conste van de medecyne ende chirurgie. Franeker 1634 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1551 Caretharie Joh. Corte Instructie ende onderwijsinghe. Van den aderlaten, endie die beduydinghe des bloets. Wten Hoechduytsche ghetranslateert. Campen Joessen en Amsterdam Karelsen 1551 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Geneeskunde. 1794 Carey Matth. Kort berigt wegens de kwaadaardige koorts, welke onlangs in Philadelphia heerschte. Haarlem 1794 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Landbouw. [1774 Carrard] Onderzoek of hellende vlakten meer planten of leevende schepsels draagen, dan waterpasse; door B. Carrard. (In Verh. Holl. Maatsch. Wet. Haarlem XV 1774, 308-367, Bi Un Gent Hi 2045).
Schrijver geeft de voorkeur aan hellende vlakten, omdat daar gunstig gebruik kan gedaan worden van een grootere oppervlakte, ook betere ligging voor de zon of bescherming tegen de winden. Als ongunstige omstandigheden kan gezegd worden dat stortregens oppervlakkige grondlagen kunnen medeslepen.
Dierkunde. [1774 Carrard] Twyffelingen of zwaarigheden over de wyze, waarop de slakkenhoorns gevormd worden, en middelen, om ze weg te neemen. (In Verh. Holl. Maatsch. Wet. Haarlem XV 1774, 368-390, Bi Un Gent Hi 2045). Discussie betreffende de zienswijze van Reaumur en Herissant.
Oogkunde. [1774 Carrard] Verhandeling over het punt van volmaakte duidelykheid in het zien. (In Verh. Holl. Maatsch. Wet. Haarlem XV 1774. 391-400, Bi Un Gent Hi 2045).
Plantenkunde [1689 Casearius] Malabaarse Kruidhof, Vervattende het raarste slag van allerlei soort van planten Die in het Koningrijk van Malabaar worden gevonden. Nevens der selver Blommen, Vruchten en Saden. By een vergaderd door de Ed. Heer Henric van Rheede van Draakestein, Heer van Mydrecht, lid van de hoogaansienlikke vergaderinge der Ridderschap des Stichts van Uitrecht enz. In het Latijn beschreven door Johannes Casearius, Bedienaar des goddelikken Woords te Cochin. Met aantekeningen verrijkt door Arnoldus Syen. Professor in de Medicijne en Kruidkunde tot Leiden. Vertaalt door Abraham van Poot. M.D. Eerste deel handelende van | |
[pagina 488]
| |
de Bomen. Tot Amsterdam. By de weduwe van Joannes van Someren, de erfgenamen van Jan van Dyck, Henrik Boom en de weduwe van Dirk Boom. Anno M.DC.LXXXIX. (38,2 × 24,8, (14) + 39 + (1) pp. + 57 platen). Ibid. Tweede deel handelende van de Bomen. (29 + (1) pp. + 56 platen, te samen gebonden in fo, Kon Bi Brussel VH 6846, Bi Un Gent HN69, Brit. Mus.). De tekst geeft de beschrijving van de teekeningen op de platen. Het boek is versierd met een groote titelplaat en het portret van Henricus Adrianus van Rheede. Casearius Johannes, geboren ca 1642 te Amsterdam, studeerde te Leiden en te Utrecht, reisde als predikant in het Oosten, en kwam in aanraking met H. van Rheede van Draakenstein, gouverneur in Nederlandsch Indië, met wien en met Mattheus de Santo Josepho, hij aan het groot werk Hortus Malabaricus 1679-1703 te Amsterdam in 12 deelen verschenen, werkte. Hij overleed te Batavia in 1677. De eerste twee deelen van Hortus werden in het Nederlandsch vertaald door Abr. van Poot, Amsterdam 1689, 2e druk Haag 1720.
Pokken. 1722 a Castro Jacob. Verhandeling over de nieuwe, veilige en voordeelige methode of wyze om de pokkjes te occuleren of in te enten tot Thessalien, Constantinopolen en Venetien eerst uitgevonden. Amsterdam 1722 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Plantenkunde. 1661 C(ats) J. 't Ondekte voordeel van alle wereldsche dingen, afgedeelt in de Wyse Jaer-beschrijver, verstandige Huys-houder, Ervaren Landt-bouwer, Wisse Heel-Konstenaer en Voordeelige Plantenkenner. Amsterdam 1661-1663. Geciteerd door Catalogue No 44 Old Medical and botanical Books van het Internationaal Antiquariaat Amsterdam No 45. Twijfelachtig is het toch of dit werk van J. Cats zou zijn. Dat Cats over kruiden en boomen heeft geschreven, is echter goed bekend. In zijn gedichten treffen wij namelijk de volgende stukken: (uitgave van Hofdijk, Tiel) p. 173, de kracht van kruiden, op moeskruiden; p. 174, op wortelen, aardvruchten, heestervruchten, boomvruchten; p. 568, in de Hofgedachten, dat is invallen bij gelegenheid op 't gezigt van boomen, planten, bloemen, kruiden, en diergelijke aardgewassen; p. 663, in bedenkingen, moeskruiden, wortelen, vruchten.
Voeding [1769 Cats]. J. Cats nuttelyck Huys-Boeck. Behelsende eene Bespiegeling des 's mensche; Waer in het Leeven bestaet; Waer door de | |
[pagina 489]
| |
Doot onderworpen is geworden; de opvoeding der Kinderen; En wat het nuttigste is, om lang Gesont te Leeven & Van 't begin, midden, tot den Eynde. Met Koopere Plaaten verciert. Benevens alle de overgebleven gedichten Die in geen van Zijn andere Werken gevonden worden. Als mede: De Lof- en Rouwgedichten en Graft-Schriften, op den Heere J. Cats. Tweede Druk. Te Leyden, Bij Hendrik van der Deyster, 1769. Met Previlegie (15,6 × 9,6 cm., (12) + 321 + (10) pp., Bi A.J.J.V.). De hoofdstukken over spijs en drank, graan, moeskruiden, eetbare wortelen en knollen, vruchten, suiker, specerijen, vleesch van allerlei dieren, wijn, bier, tabak, hebben op de voeding betrekking. Daarna komen allerlei raadgevingen over voeding van kinderen, jonge en oude menschen, met gelegenheidsverzen. Geboren te Brouwershaven in Zeeland in 1577, overleed Jacob Cats te Zagvliet in 1660.
Heelkunde. [Sd de Cauliaco]. De chirurgie van Guido de Cauliaco nootsakelijck allen Chirurginen. Van nieus uyten Latine in nederduytsch overghesett. Door Iodotum Sterthemium Medicinae Chirurgicae Licentiatum. Te Ghendt, by Jan van Salenson, vvonende op de Hoochpoort, inden gouden Bybel (15,4 × 9,7 cm., 8 lim + 654 pp. + 15 pp. register, Bi Un Gent G 341).
Het boek is niet vermeld in de anders zoo rijke Bibliographie Gantoise van Ferdinand van der Haeghen. Maar uit de aanduiding van den tijd 1581-1588 waarop Jan van Salenson als drukker te Gent werkzaam was (Bibliographie Gantoise door F. van der Haeghen, VII p. 517) kan men gemakkelijk afleiden dat het boek tusschen 1581 en 1588 het licht zag. van der Haeghen noemt de Cauliaco op twee verschillende plaatsen van zijn Bibliographie (I p. 157): ‘Een Sermoen van Guido de Cauliaco, op de chirurgia, overghestelt duer Judocus van Sterthem. Te Ghendt, bij Henrik van den Keere, (1576?)’; en (VI p. 330) onder de Gentsche uitgaven waarvan de uitgevers onbekend zijn: ‘1566 De chirurgie van Guido de Cauliaco, in 8 (G 341)’. Zonderling genoeg draagt het boek van de Gentsche Universiteit, gedrukt bij Jean van Salenson, sd, hetzelfde nummer G 341. Na de dubbele voorrede ‘De overzetter totten beminders der chyrurgyen’ en ‘De chirurgie van Guido de Cauliaco gheseyt den Inventaris oft vergaderinghe van Chirurgie uut ghegheven in de vermaerde Universiteit van Monpeliers int iaer ons Hee- | |
[pagina 490]
| |
ren MCCCLXIII’ wordt een overzicht gegeven van den inhoud van het werk. Daarna de zeven deelen: ‘anatomie, apostemen, wonden, Ulceratien, fracturen, ghebreken, antidotarius’.
Heelkunde. 1650 de Cauliaco. De bloemen des grooten Guidonis. Rotterdam 1650, 4e druk. (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1507 de Cauliaco. Die cyrurgie van Meester Guido de Cauliaco. Antwerpen, Henrije Eckert Van Hombergh 1507 in fo, uit Latijn in Duytsche geset. (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. 1646 de Cauliaco. De chirurgye van Guido de Cauliaco. Uyt de Latynsche in de Nederlandsche tale overgeset door P. Nieustadt. Amsterdam, Theunis Jacobz 1646. (Bi Un Amsterdam).
Gui de Chauliac, Cauliac of Chaulieu werd geboren te Chauliac in de eerste helft van de 14e eeuw, arts te Lyon en te Avignon, arts van de pausen Clemens VI, Innocentius VI en Urbain V. De werken van de Chauliac bleven onder den titel van Guidon klassiek tot op het einde der 18e eeuw.Ga naar voetnoot(1)
Heelkunde. 1482 de Cauliaco. Tractaetken van cyrurgijen van de Caulyaco Guido. Delft, Jac. Jacobszoon v.d. Meer 1482 in 4.
Tuinbouw. [1676 Cause] De Koninglycke hovenier aanwyzende de middelen om Boomen, Bloemen en Kruyden te zaayen, planten, aenqueeken en voortteelen. Met konstige koperen Platen verciert. Door D.H. Cause Schul: Noidt voor dese Gedruckt met Privilegie voor 15 Jaren. t'Amsterdam by Marcus Doornick op de Vygendam (1676, 31 × 19,5 cm., (4) + 224 pp., Bi Un Gent HN 1941, Kon Bi Brussel VB 4153). De titelplaat draagt geen dagteekening, het privilegie echter de aanduiding: gedaan in den Hage den 14 sept. 1676. Het boek is aan Wilhem Henrik, prince van Orange en Nassau door den uitgever Marcus Doornik opgedragen. In een register worden de Nederlandsche namen, in alphabetische orde van ca 500 boomen, bloemen en kruiden die in het boek worden besproken, vereenigd. Voor iedere plant worden de geslachten, de gedaante, de natuur van den grond, de teeling, de planting, de inlegging, de enting, enz. besproken. Er worden geen Latijnsche namen gegeven, maar | |
[pagina 491]
| |
met talrijke platen wordt de tekst duidelijker gemaakt. Het boek is in drie overzichten verdeeld: boomen, bloemen, kruiden. Op p. 144 treft men een reeks modellen van bloemperken, doolhoven die voor liefhebbers en hoveniers nuttig kunnen zijn. Over Cause vond ik geen inlichtingen.
Electriciteit. 1780 Cavallo Tib. Volledige verhandeling over de elektriciteit. Utrecht 1780 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Tiberius Cavallo, Napels 1749 † London 1809, schrijver van verscheidene verhandelingen over physica in de Philosophical Transactions.
Centen J.S. Zie Anonymus 1739.
Pokken. [1754 Chais]. Verdeedigende proeve over de Manier van 't Mededeelen der Kinder-Pokjes door inenting: Waer in men tragt te toonen, dat er het Geweten niet van gequetst, nogt de Godsdienst mede beledigd word. Door Karolus Chais. Uit het nevenstaende Fransch vertaeld door Martin Schagen, Doopsgezind Leeraer t'Utrecht. (In Verh. Maatsch. Wet. Haarlem, V, 1754, 585-772, Bi Un Gent Hi 2045). Sterk pleidooi ten gunste van de inenting, niet alleen als gewetensplicht, doch ook als plicht voor staat en kerk. Op p. 741 een brief gericht aan Thomas Schwenke te 's Gravenhage.
Pokken [1760 Chais] Verhandeling betreffende den oorsprong der maniere om de kinderziekte in te enten; door C. Chais. (In Verh. Maatsch. Wet. Haarlem V 1760, 212-224, Bi Un Gent Hi 2045).
‘Dat dus langzamerhand de handelwijze van de kinderziekte in te enten, volledig bevestigd door de bevindingen, algemeen aangenomen en overal vastgesteld (ofte gevestigd) zal worden.’
Pokken. 1768 Chais, Charl. Brief aan den Heere Sutherland over de nieuwe wijze om de kinderpokjes in te enten en antwoord van Alex. Sutherland. Uit het Fransch vert. door Joh. Hiddinga. 's Gravenhage 1768 in 8. Charles-Pierre Chais, Genève 1701 † den Haag 1785, predikant, publiceerde in den Haag in 1754 zijn ‘Discours apologétique sur l'inoculation.’
Heelkunde. 1640 Chalmateus, Ant. Handt-boeck der chirurgie. Arnhem 1640 in 8 (Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 492]
| |
Heelkunde. Sd de la Charriere, J. De nieuwe operatien der chirurgie, in 8.
Hygiene. [1727 Cheyne] Eene proeve om gezond en lang te leeven. Geschreeven door den Heer George Cheyne, M. Dr. En Lid van het Koninglyke Genootschap der Genees-Heeren te Edenburg, midsgaders van de Koninglyke Maatschappy te Londen. Uyt het Engelsch vertaalt, doorgaans vermeerdert, in beter orde gebragt, en met een Bladwyzer verrykt, door Jan de Witt, Med. Doct. T'Amsterdam By R. en J. Wetstein, en W. Smith. MDCCXXVII. (15,8 × 8,9 cm., (82) + 430 + (30?), Bi Un Gent me 4715, Bi Un Amsterdam).
Opdracht van Jan de Witt aan zijn oom Jan Claus. Voorrede van den schrijver. Voorrede van den vertaler. Het boekje dat voor zijn tijd merkwaardig is bedraagt 7 hoofdstukken: lucht, spijs en drank, slapen en waken, beweging en rust, ontlasting en verstopping, hartstochten, aanmerkingen. Een goed bewerkte alphabetische bladwijzer laat toe de gewenschte inlichtingen gemakkelijk te vinden. Reeds worden nuttige vaststellingen gedaan, b.v. dat karper, zeelt, zalm, aal, tarbot moeilijker verteeren dan wijting, baars, forelle, schelvisch, alhoewel daarover geen proeven worden gedaan. Reeds wordt beweerd dat de aardappelen gemakkelijk verteeren. Sterke dranken zijn schadelijk, alsook misbruik van koffie. Melk is een wonderlijk voedsel. Wijn, matig tot vroolijkheid gedronken is niet schadelijk. Bier wordt weinig geprezen, ook weinig gebruikt, ‘uytgenomen het dun bier, dan alleen onder handwerklieden en vossevangers.’ Georges Cheyne, Scotsche geneeskundige 1671 † 1742, lid van de Royal Society.
Pest. 1721 Chicoyneau, Verni en Soulier. Beknopt verhaal raakende de pest te Marseille. Uit het Fransch. Leyden 1721 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Huishoudkunde. 1743 Chomel Noël. Huishoudelijk woordenboek, vervattende vele middelen om zijn goed te vermeerderen en zijne gezondheid te behouden, met verscheiden wisse en beproefde middelen voor een groot getal van ziekten, en schoone geheimen om tot een hooger en gelukkigen ouderdom te geraken. Leyden, Luchtmans; Amsterdam, Uytwerf, 1743, 1496 pp. (Cit in Index-Catalogue Libr. Surgeon gen. off. Washington, 1898, vol. III, p. 609). | |
[pagina 493]
| |
Huishoudkunde. 1778 Chomel Noël. Algemeen huishoudelijk, natuur-, zede-kundig- en Konst-woordenboek, vervattende vele middelen om zijn goed te vermeerderen, en zijne gezondheid te behouden. Tweede druk geheel verbetert, en meer als de helfte vermeerdert door J.A. de Chalmot, 16 deelen, Leyden en Leeuwarden, Campen en Amsteldam, 1778-1793 in 4. Noël Chomel was landbouwkundige, geboren te Parijs rond 1632, overleden te Lyon op 30 october 1712, als pastoor van de St. Vincentiuskerk. Zijn Dictionnaire économique, waarvan de 1e uitgave te Lyon bij Thened in 1709 verscheen, had talrijke uitgaven en namaaksels, en werd vertaald in het Nederlandsch en in het Engelsch.
Huishoudkunde. 1800 Chomel Noël. Huishoudkundig handboek of huishoudelyk woordenboek verkort. Amsterdam 1800-1803, 4 vol.
Geneeskunde [1791 Clark] Waarnemingen over de koorzen, inzonderheid die van het aanhoudende zoort, met een verswerende zeere keel verzelt; als mede Een vergelykenis dier Volk-ziekte, met de scharlake-koors en de kwaadaartige zeere keel, zooals die door de schryveren is opgegeven; door J. Clark, een der geneesheeren van de Newcastelsche ziekenbeurs. Uit het Engels vertaald door C.S. Med. Doct. Te Gouda, Bij M. van Loopik & Comp. MDCCXCI. (21,7 × 13,7 cm., XXV + (5) + 346 pp., Bi Un Gent me 1857).
De opdracht van J. Clark aan J. Gregory is geteekend uit Newcastle 15 feb. 1780. De Bi Un Amsterdam bezit een Nederlandsche uitgave in 1781 te Utrecht, wellicht de eerste; deze zou dus een herdruk zijn. Het werk is verdeeld in twee: de waarnemingen over de koortsen, inzonderheid deze van aanhoudende soort, en de waarnemingen over de scharlakenkoorts zooals zij te Newcastle in 1777 heeft geheerscht. In een aanhangsel vindt men een statistiek voor Newcastle en de lijst van eenige geneesmiddelen. John Clark, Schotsche geneeskundige 1744 † 1805, hervormde den dienst der ziekenhuizen.
Geneeskunde. 1721 Claudinot. Collegie der medecyne, opghericht door den magistraet der Stadt Brussel; uitgegeven door Ant. Claudinot Brussel 1721 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Natuurkunde. Sd le Clercq P. Keurige aanmerkinge over de natuurkunde, 2 deelen in 8. | |
[pagina 494]
| |
Bijen. [1653 Clutius] Van de Byen, Haer wonderlicke oorsprong, natuer, eygenschap, Krachtighe, ongehoorde en zeltsame wercken. Item: Hoe men de Byen profijtelijck opvoeden ende regeren sal. Noch: Wat nuttigheyt dat men van Honich en Was kan krijgen. Oorbaerlick voor alle Menschen die hen in de huyshoudinge begeven: Oock wat men van Honich en Was kan maken, &. Beschreven door Theodorum Clutium. Hier is noch bygevoegt een Paerde-boecxken, mitsgaders hoe men de Beesten, als koeyen en andere, van hun gebreken genesen en cureren sal, seer expert bevonden, dienstigh voor alle Huyslieden, en die met Paerden omgaen. t'Amsteldam. By Johannes van Ravesteyn, op 't Water in 't Schrijfboeck, Anno 1653, (15,5 × 10,3 cm., (12) + 217 + (24) + (38) pp., Kon Bi Brussel VH 6030).
Voorrede aan de Staten van Hollant en West-Vrieslant, en aan den lezer. Het werk is verdeeld in drie boeken: het 1e ‘boecx’ bevat 12 ‘Capittel’, het 2e 15 en het 3e 15. De volgende schrijvers worden genoemd die als het ware een bibliographisch overzicht uitmaken over de bijen: Actuarius, Aetius, Aelianus, Archelaus, Aristoteles, Avicenna, Bellonius, Biblia sacra, Clusius, Stephanus, Columella, Constantinus, Democritus, Dioscorides, Cnydius, Euripides, Fumanellus, Galenus, de Varignana, Lerius, Libantius, Isiodorus, Marinellus, Varro, Mesuae, Alexandrinus, Prepositus, Ovidius, Palladius, Paulus Apostolus, Aegineta, Jovius, Petrus Messias, Plinius, Rhases, Rondeletius, Servius, Virgilius. Het 1e boek handelt over de eigenschappen en het leven der bijen, het 2e over het kweeken, het 3e over den honig, gewoonlijk onder den vorm van een samenspraak tusschen Carolus Clusius en Theodorus Clutius, die aldus eindigt: ‘Amen, Hier mede D. Cluti wil ick u van alle u goet antwoort bedancken, dewijle de Sonne ondergegaen is, en den tijt gemaeckt om te scheyden, wil ick u den lieven Godt bevelen. T. Clut. En ick u also. C. Clus. Adieu Cluti. Godt geve u goeden nacht. T. Clus. Adieu D. Clusi, en u also. Blijft veel Jaren gesont.’ Na een volledig alphabetisch register en een register van de geneesmiddelen, komt een lijst van kruiden en specerijen in alphabetische orde gerangschikt volgens de Latijnsche namen met de Nederlandsche vertaling, en ten slotte de volgende verzen van Dirck Ontgertsz. Cluyt. | |
[pagina 495]
| |
Lof-dicht Op 't Byen-Boeck
Van Dirck Ontgertsz. Cluyt.
Mellona singht ghy self, den lof van dees u Knecht,
Mijn stem is veel te heesch, mijn toon is veel te slecht;
Om d'onsterflicke sangh, verdient door sijne daden
t'Uyten nae Themis Wet, Momus sou die versmaden,
Om zijn doortrapt oordeel, dat elck quae naklanck geeft,
Ghy neghen Sustren dan die op Helicon leeft,
Singt met u Syreensche stem, wat Cluyt ons hier voorstelt,
Van 't kleyn profijt'lijck Dier dat in Demenetaes-velt
Sich vermaekt, en voet op 't kruyt, 't geboomt, 't gebloemt
Die hy niet By en singt, maer met recht By-een noemt,
d'Oorspronk, voorkomt, natuer, de wetten, en manieren,
d'Oeffening, 't profijt van dees zeer scherp-stekende dieren
't Onderscheyt van By, Brem, Wesp, Horsel, en Pheres,
Stelt hy u naeckt voort oogh, en geeft elck tot een les:
Dat d'oorsprongh niet en is van Jupiters Melissae,
Of so ons Varro seyt, geteelt op 't velt Napoeae.
Van Horsel en van Brem, neen dus sijn stem niet speelt,
Maer hy singht lieflick uyt, alleen den Coninck teelt,
Dit dierkens groot geslacht, met veel ander secreten,
Die d'oude hoogh geleert noyt en hebben geweten,
Dees zijn hem geopenbaert, door waer ondervindingh,
Wat voordeel dit Dier geeft, hebt ghy van hem ontbindingh,
So van Honich als van Was, en wat men daer van maeckt
Voort vier twee drie-voetigh dier, geboren bloot en naeckt:
Leest ende herleest het wel, en roept dan overluyt,
Ontsterffelijcke lof zy Dirck Outgertszoon Cluyt.
Oordeelt sonder troist.
Zooals de titel het vermeldt wordt bij de verhandeling van de bijen van Clutius een stukje over de paarden, geschreven door D.W.C. en met volgenden tekst op het titelblad:
Meesterye voor de Paerden, om te weten alle de Secreten, alsoo men die die gebruyckt by den Maerschalk des Keysers, en de Eertz-hertogen Keyser Carolus de Vijfde. Voort eerste tracteert dit Boeck, om de Paerden te cureren van haer gebreken; daerna, hoe, waer by, ofte waer aen dat men een goet Paert bekennen mach, sonder bedrogh, ende welck het beste Hair van Paerden is. Beschreven in drie Tractaten. Dit Boecxken is eerstmael geschreven tot Brussel in den Hove van | |
[pagina 496]
| |
Brabandt, by den Maerschalck des Keysers, ende Eertz-Hertogen Keyser Karel de Vijfde, in 't Jaer 1547. Ende nu na de oude Copye gecopieert, en eenige Hoogduytsche woorden die daer in begrepen zijn, nu den rechten zin overgeset, Door D.W.C.
Die kleine verhandeling, behelzende 38 ongepagineerde blzz. eindigt met een ‘Noodigh Boecxken’ over de koeien en de varkens. Buiten de uitgave 1653 Amsterdam van het boek over de bijen van Clutius worden nog genoemd: 1597 Leiden in 8, 1648 Amsterdam in 8 (Bi Un Amst.) en 1705 Amsterdam in 8 (Bi Un Amst.) Dat merkwaardig boekje verdient een volledige studie.
Tuinbouw. 1631 Cluyt. Memorie der vreemder bloom-bollen, wortelen, kruyden, planten, struycken, zaden en vruchten, hoe men die sal wel gheconditioneert bewaren ende over seynden. Amsterdam 1631 in (Pritzel no 1762).
Geboren te Leiden einde 16e eeuw, reisde Cluyt, of Clutius Augerius, in Frankrijk, Spanje, Noord-Afrika, was tusschen 1634 en 1636 geneesheer te Amsterdam, en eindelijk opziener van den kruidtuin te Leiden, waar hij overleed. Dat boek door Pritzel aangehaald wordt door Vander Aa (III, 508) niet genoemd.
Dirk Otgers Cluyt (Latijn Theodorus Augerius Clutius) was een plantenkundige van de 16e eeuw, en apotheker te Leiden. Van hem noemt Hoefer zijn werk van de bijen, Leiden 1598 in 8, Amsterdam 1608 in 8 en 1785 in 8, doch niet de uitgave Amsterdam 1653. VanderAa noemt Leiden 1598, Amsterdam 1607 of 1608, 1653, Antwerpen sd, Amsterdam 1785.
Geneeskunde. 1701 Cockburns, Will. Redenering en aanmerkingen omtrent de ziektens ter zee voorvallende. Leiden 1701, kl. in 8 (Bi Un Amsterdam).
Bibliographie. 1794 de Cocq J. Catalogus van de anatomische, medicynsche, chirurgische, botanische en pharmaceutische boeken, door J. de Cocq by legaat aan het Theatrum anatomicum geschonken in 1721. 's Hage 1794 in 8 (Bi Un Amsterdam). | |
[pagina 497]
| |
Thee. 1719 Cohausen. Neo-thea, of nieuwe theetafel, ofte wel eene naaukeurige beschrijving van de krachten der in en uitlantsche Kruiden, Bloemen, Wortelen en Planten: om de zelve als Thee te doen trekken..... uit het Hoog- in het Nederduitsch vertaalt, en met aanteekeningen opgeheldert en vermeerdert door H.J. Grasper. Amsterdam, 1719 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Johannes Heinrich Cohausen, geneeskundige, geboren te Hildesheim in 1675, te Münster overleden op 13 Juli 1750, arts van den bisschop van Münster. Haller noemt een uitgave in 1728 te Lamgow, het British Museum een 3e uitgave in 1750 te Lemgo.
Pokziekte. 1800 Colon Franc. Verhandeling over de inenting der koepokken. Rotterdam 1800 in 8; 2e druk Rotterdam 1801 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Tuinbouw. [1676 Commelyn] Nederlantze Hesperides, Dat is Oeffening en Gebruik van de limoen- en oranjeboomen; Gestelt na den Aardt, en Climaat der Nederlanden. Met kopere Platen verciert, Door J. Commelyn. Tot Amsterdam, By Marcus Doornick, Boeck-verkooper op den Vygen-dam, 1676. Met Privilegie (31 × 9,5 cm., (2) + 47 + 2 pp., Bi Un Gent HN 194, Kon Bi Brussel VH 6094).
Titelplaat, het planten van oranjeboomen verbeeldende. Uit de voorrede verneemt de lezer dat het werk met behulp van de boeken van Jovianus Pontanus en Joannes Baptista werd opgesteld. In het overzicht dat 43 hoofdstukken bedraagt worden op verscheidene plaatsen verzen aangehaald van Cats en van Vondel; 27 platen versieren het werk. Vander Aa (III, 648) noemt Commelin Johannes, Amsterdam 1629 † 1692, geneesheer, hoogleeraar in de kruidkunde aan het Athenaeum te Amsterdam, aanlegger van den Hortus Botanicus aldaar in 1823, die schreef: Nederlandsche Hesperides, of oeffening van Limoenen en Orange boomen, Amsterdam 1676 fo. Catalogus plantarum Indigenarum Hollandiae Amsterdam 1683 in 12. Catalogus plantarum Horti medici Amstelodamensis, Amsterdam 1689 in 8. Pritzel onder Ne 1289 noemt nog:
Afteekeningen van verscheyden, vreemde gewassen; in de Medicyn-Hoff der Stadt Amsterdam. Door Ordre van de Heeren J. Huydekoper en J. Commelin, als Commissarissen van den voorn. Hoff. Inden jaren 1687 tot 1749, 9 deelen in fo. | |
[pagina 498]
| |
Heelkunde [1779 Coomans] Waarneeming van eene zwaare (contusio) kneuzing des Hoofds, na eene afscheiding van een groot gedeelte van 't linker opperhoofdsbeen volkomen geneezen. Door Arnoldus Coomans, Chirurgyn te Aarlanderveen. (In Handel. Geneesk. Gen. IV 1779, 327-334. Bi Un Gent me 366a).
Beschrijving van een geval.
Geneeskunde. [1786 Coopmans] Antwoord op de vraag, voorgesteld door het Geneeskundig Genootschap, Hoe verre kan de kennis, en tevens het oordeel over Ziekten, 't zy dezelve heet en kortstondig, 't zy dat ze langduurig en kwynende zyn, uit de beschouwing van het Water op vaste gronden van reden en ondervinding afgeleid worden, zo ten aanzien van den staat der vochten en vaste deelen in 't algemeen, welke door het water wordt aangeduid, als van de byzondere wegen waar langs het zynen loop genomen heeft, als de Nieren, Pisleiders, Blaas, enz.? Door G. Coopmans, A.L.M. Phil. & Med. Doctor, Medic. Chemiae & Mat. Med. Professor Ordinarius aan 's Lands Universiteit te Franeker, Lid van de Haarlemsche en Utrechtsche Genootschappen, enz. (In Handel. Geneesk. Gen. XI 1786, 1-55, Bi Un Gent me 366a). De ziekten die door de beschouwing van de urine kunnen worden erkend, die kunnen voorzien worden; de biologische eigenschappen van urine, in betrekking met de ondervinding.
Geneeskunde. [1790 Coopmans] Antwoord op de vraag, Welke zijn de Oorzaken van het Beslag op de Tong? Welke zijn deszelfs verscheidenheden? In hoe verre is het een kenmerk van den onderscheiden Aart en van de Oorzaken der verschillende Ziekten? Wat grond geeft het den Geneesheer tot het maaken van eene goede Voorzegging; en welke aanwijzingen verschaft het hem in het behandelen der Ziekten? Door Gadso Coopmans, A.L.M. Phil. & Med. Doctor, Medic. Professor Ordin. aan 's Lands Universiteit te Franeker. (Verh. Bat. Gen. Rotterdam, 1790, IX, 155-227, Bi Un Gent Hi 9621).
Na een historisch overzicht en een studie over beslagsoorten, de kleurenverscheidenheid, de tegennatuurlijke vergrooting of verkleining van de tong, de droogheid en ruwheid, de bewegingen, den warmtegraad van de tong, en de behandeling van de ziekte, besluit schr. dat het beslag zijn oorsprong neemt, of uit de hevigheid der ziekte die de vochten verdikt, of uit de pogingen der natuur om langs dezen weg de vochten van het schadelijke of overtollige te ontlasten. | |
[pagina 499]
| |
George Coopmans geboren Makkum 1717, overleed te Franeker in 1800. Heelkundige en de uitvinder van de wateraftapping.
Water. 1600 Coolhaes Casp. Water-boecxken. Amsterdam, Theunisz C. Claes 1600 kl in 8 (Bi Un Amsterdam).
Pokziekte. 1792 Cooper Will. Beantwoording van gemoedlijke bezwaaren tegen de inenting der kinderziekte, in eenen brief, ten jaare 1721 geschreven, uitg. door John Erskine. Uit het Engelsch. Rotterdam 1792 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Coopmans, G. Zie Bonnet 1774, 1777.
Geneeskunde. [1757 van de Coppello]. Servaas van de Coppello heeft de Maatschappye aangeboden, de volgende waarneeming omtrent de Milt- en Nierklieren; dewelke de Societeit geoordeeld heeft het Algemeen niet te moeten onthouden. (In Verh. Holl. Maatsch. Wet. Haarlem III 1757, 610-617. Bi Un Gent Hi 2045).
Anatomische beschrijving van een geval van ascites.
Heelkunde. Sd Coppens. M. Lauverjat, toets eener werkje van den Heer Sigault over schambeens-doorsnyding, uit het Fransch door B. Coppens. Gend, J.P. Vander Schueren in 8.
Heelkunde. Sd Coppens. Redenvoering over de voordeelen van de doorsnyding der schaembeensvereeniging in de moeylyke baeringen, uit het fransch met aanteekeningen van B. Coppens. Gent, J.P. Vanderschueren in 8. B. Coppens, geboren 1756, overleden 1801.
Geneeskunde. 1614 Cordus. Den Leijdsman ende onderwijzer der Medicijnen door P.T. naar Valer. Cordus. Amsterdam 1614, 1632, Rotterdam 1656 (Bi Un Amsterdam), Amsterdam 1662.
Pharmacie. 1592 Cordus Valer. Dispensatorium, dat is de maniere van de medicynen te bereyden. Overgheset deur Mart. Everaert. Amsterdam, Claesz 1592 in 8. (Bi Un Amsterdam).
Hygiene. 1703 Cornaro Louis. Raad-geeving, en verseekerde middelen, om seer gemakkelijk honderd en meer jaaren in een volkomen goede gesondheid te konnen leeven. Leyden 1703 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Physica. [1740 Cotes] Lessen en proefondervindingen over de water- | |
[pagina 500]
| |
weegkunde en lugt, door Rogier Cotes, Meester der vrye Konsten, eertyds Hoogleeraar der Sterrekunde, en Proefondervindelyke Natuurkunde te Cambridge, Uitgegeven met aantekeningen Door desselfs opvolger Robert Smith, Meester der Tuigwerkkunde by zyn Majesteit. Hier zyn by gevoegt IV Verhandelingen als I. Halley over het ryzen en dalen der Kwik in de Barometer. II. Newton schaal van de trappen der hitte. III. Jurin proeven over de opklimming van water in hairkleine buizen. IV. Jurin proeven over de werking van glas op Water en Kwik. Te Leide, By Jakob Van der Kluis, P.Z. 1740. (19,9 × 10,9 cm., (16) + 304 + (11) pp., Kon Bi Brussel VH 8191, Bi Stad Antwerpen 10438).
Het boek bevat de stof van 16 lessen over waterweegkunde en over de luchtdrukking, gegeven te Cambridge in het genootschap der Drieëenheid. Het bevat ook een alphabetisch register en vijf platen. Roger Cotes, wis- en sterrekundige, geboren te Rurbach, in 1682 en overleden te Cambridge in 1716, hoogleeraar in sterreen natuurkunde.
Pharmacie. 1784 Cothenius, Christ. Andr. Scheikundig onderzoek van de roode bast van kina. Amsterdam 1784 in 8.
Pharmacie. 1662 Coudemberg, Pieter. De Leydtsman en Onderwyzer der medicynen of ordentlicke uytdeylingboeck van de medicamenten. Met de verklaringen van P. Coudemberg en van M. De Lobel, door P.T.; laetste druk, vermeerdert met een kort examen der chirurgie. Amsterdam 1662 in 8.
Coudenburg, ook Caudenberg of Coldenberg, geboren ca 1525 te Antwerpen, overleden zeer waarschijnlijk aldaar in 1594, was apotheker en natuuronderzoeker, tevens een vriend van Plantin. Zijn boek over pharmacie, uitgegeven in 1538, had talrijke uitgaven, en vertalingen in het Nederlandsch en in het Italiaansch. De eerste uitgave van 1568 (Broeckx zegt 1535) heeft als titel: Valerii Cordi dispensatorium pharmacorum omnium quae in usu potissimun sunt: ex optimis auctoribus, tam recentibus quam veteribus collectum, ac. scholiis utilibus illustratum, in quibus imprimis simplicia diligenter explicantur.
Landbouw. [1780 Couperus]. Berigt aangaande de Gamber, Derzelver Planting en Bewerking op Malacca door Abrahamus Couperus, Onderkoopman aldaar. (In Verh. Batav. Genootsch., II, 1780, 356-382, Bi Un Gent Hi 9696).
De bladeren van de Gamber, evenals catjoe, cardamon en | |
[pagina 501]
| |
tabak worden gekauwd. In de mededeeling wordt de cultuur van de Gamberstruik beschreven.
Geneeskunde. 1764 M. Hofkens de Courcelles. Nut der olie van jodenlijm in verouderde verzweeringen der ingewanden. Sl 1764 in 8.
Pokken [1755 Cramer en Joly] Een Kort Berigt over de Inënting der kinderpokjes door de Heeren Cramer en Joly, doctoren in de medicynen te Geneve. Met een Historisch Vertoog over de Inënting, door de Heer Guyot, Heelmeester te Geneve, en Lid van het Koninglyk Genootschap der Heelkunde. Als mede de inenting der kinderpokjes gebillykt: of werkelyk en verdedigend onderzoek deser practyk, Door den Heer Tyssot, Doctor in de Medicynen van de Hooge Schole te Montpelier. Uit het Fransch vertaalt door Marinus Schouten, Heel- en Vroedmeester. Te Rotterdam, By Jan Daniel Beman en Zoon, MDCCLV (20,2 × 11,8 cm., 165 pp., Kon Bi Brussel VH 7794, Bi Un Amsterdam).
Dit kort bericht van 165 pp. bevat een historisch vertoog over de gunstige gevolgen van de inenting te Geneve tusschen 1750 en 1752, dan een volledige uitzetting van Tissot op het gebied van de praktijk, met de antwoorden op de gedane tegenwerpingen.
Pokken [1774 Cramer] Onpartydige beschouwing noopens de vooren na-deelen van de inënting der Kinder-pokken. Door Johan Andreas Cramer, Eertyds Koninglyke Deensche Hof-Prediker, thans Superintendent der Kerken van Lubek. Naar den tweeden Hoogduitschen Druk vertaald door Antoni Fredrik Klenke, Hoog- en Nederduitsch Schoolhouder te Amsterdam. Te Amsterdam, By Gerrit Bom, Boekverkooper, in de Molsteeg. 1774. (20,2 × 11,8 cm., 26 pp., Kon Bi Brussel VH 7794.)
Het gebruik der inenting moet aan een ieder vrij worden overgelaten, maar het nut van de inenting dient ook aan eenieder bekend gemaakt.
Dierkunde. 1775 Cramer P. Uitlandsche Kapellen. Amsterdam 1775-1782, 4 deelen in 4.
Crantz H.J.N. - Zie Puzos 1762 en 1768.
Verloskunde. [1772 Crantz]. Inleiding tot ene ware en gegronde vroedkunde. Door H.J.N. Crantz, Keizerlyken Hofraad, Hoogleeraar in de Geneeskunde te Wenen, en Lid van verscheide geleerde Genootschappen. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Haarlem, by C.H. Bohn, Boekverkoper, MDCCLXXII. (21,9 × 14,2 cm., (4) + 148 pp., Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2649). | |
[pagina 502]
| |
In tien hoofdstukken worden al de mogelijke verlosvormen uiteengezet. Hendrik-Johan-Nepomuceen Crantz, geboren in 1722 was genees- en plantenkundige, ook hoogleeraar te Weenen.
Geneeskunde. 1697 Cremer Thom. Verdediginge van Thom. Cremer tegen Herm. Lufnen. Rotterdam 1697 kl in 8.
Geneeskunde. 1697 Cremer Thom. Een vergrootglaasje. Rotterdam 1697 kl in 8.
Pokken. 1771 Cremers F.H. Ontleeding der waare pokjes. 's Hertogenbosch 1771. (Bi Un Amsterdam).
Technologie. [1760 de Creutznach]. Verhandeling over de kalk; Door L.S. de Creutznach. (In Verh. Holl. Maatsch. Wet. Haarlem V, 1760, 1-34, Bi Un Gent Hi 2045).
Bereiding en eigenschappen van de kalk uit de kalksteenen, ook van de schulpkalk uit schulpen. Bewerking met zand, om mortel en cement te maken.
Physiologie. 1740 Croeser J.H. Kort ontwerp vervattende de ware oorsaak der eerste inademing, als ook de verdere beurtwisselende in- en uitademing. Groningen 1740 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Physiologie. 1741 Croeser J.H. Nader betogend berigt der betekenis van een dryvende en zinkende long van eerst geboren kinders, op en in het water. Groningen 1741 in 4 (Bi Un Amsterdam).
Heelkunde. [1728 Croissant] Nieuwe verhandeling over de nutste instrumenten der chirurgie of heelkunde, En verscheide Nieuwe Kunsttuigen, in de Beenderziektens dienstig. Door R.J. Croissant de Garengeot, Heelmeester te Parys. Waer agter gevoegt is de Practyk der Chirurgie, of Oeffening der Heelkunst Verkort en Vergadert, of ene Beknopte Verzameling van de Gedagten der Geleerdste Mannen, over de Zigtbare, of Uitwendige Hooft- en Huitqualen, hare Oorzaken en Genezing. Door J. Allen, M.D. te London. Uit het Latyn Vertaelt, en Vermeerdert door M. van Goch, M.D. tot Gouda. T'Amsterdam, By Marten Schagen, Boekverkooper op den Nieuwen Dyk, MDCCXXVIII. (19,3 × 12 cm., (30) + 278 + 214 + (11) pp., Bi Un Gent me 3223).
De Nederlandsche uitgave werd bezorgd door F. Tamé, doktor in de geneeskunde en M. van Goch te Gouda. Het boek van | |
[pagina 503]
| |
Croissant werd opgedragen aan Petit van de Academie des sciences en heelmeester te Parijs. Voorrede van den schrijver en van den vertaler. Het 1e deel van het werk bedraagt 14 hoofdstukken, het 2e deel 8 hoofdstukken, waarin de werktuigen worden beschreven.
Ambachten. [1766 Croon] Moy-al oft vermaekelyke beschryvinge op verscheyde ambachten, affairens, ende Oeffeningen. Door P. Petrus Croon, Canonik Regulier ende Religieus van S. Martens tot Loven. Men vintse te Koop t'Antwerpen, By Joannes Franciscus De Roveroy, Boekdrukker en Verkooper op de Cathelyne-vest in den H. Joseph 1766. Met Approbatie. (15 × 9 cm., (10) + 268 + (2) + (4) + 57 + (1) pp. Kon Bi Brussel VH 8832).
Voorrede, en daarna in alphabetische orde, beschouwingen, gewoonlijk spottend, in verzen en in proza over een aantal ambachten en beroepen zooals apotheker, bakker, barbier, blikslager, brouwer, glasmaker, horlogiemaker, kruidenier, metser, schipper, visscher, wijnverkooper, enz. Stelselmatig wordt een grafschrift gegeven voor ieder geval. De goedkeuring is geteekend Leuven 24 juni 1665 en Brugge 16 juni 1665. In een bijvoegsel van 62 pp. worden uitleggingen en aanteekeningen verzameld. Hier nu enkele voorbeelden van grafschriften: Van eenen Apoteker.
Die my helpen leven
Hebben my begeven:
Maer die ik vergaf
Vind ik in het graf.
Van eenen Arbeyder.
t'Lichaem dat hier onder leyd
Heeft geleeft in arrebeyd;
Bid dan: dat de Ziel naer desen
Eeuwig mag in ruste wesen.
Van eenen Brouwer.
Die het water noyt en spaerde
Maer geweldig veel bedirf,
Vreesde 't water, als hy stirf:
Daerom leyd' men hem in d'aerde.
| |
[pagina 504]
| |
Van eenen Doctor.
Den Man die nacht en dag bedocht,
Hoe hy de Dood versenden mocht,
Die leyd hier nu van haer verslonden,
Om eens dat sy hem heeft versonden.
Van eenen Wynverkooper.
Vriend ik heb u met den Wyn
Dikmaels laeten vrolyk syn;
Wilt nu ('k sal ook vrolyk wesen)
Eenen Pater Noster lesen.
Over dat boekje zou een vermakelijke en belangrijke mededeeling te schrijven zijn.
Geneeskunde. 1741 Cuypers M. De misbruykte ouroscopia. Dordrecht 1741 in 8 (Bi Un Amsterdam).
Curteis, J. Zie Anonymus 1736.
Geneeskunde. [1780 Curtius]. In hoe verre kan eene longteering geneeslyk zyn, en uit welke tekenen is zy als zodanig te kennen? Door C.L. Curtius, Med. Doctor en Geneesheer van de Stad Goch in het Hertogdom Cleef. (In Handel. Geneesk. Genootsch. V 1780, 1-110. Bi Un Gent me 366a).
Schr. bestudeert in hoeverre de longtering geneesbaar is en de teekens die aantoonen waar de genezing mogelijk is; hij bespreekt de rol van de geneeskunde. Wel worden de oordeelen van vroegere geneeskundigen vermeld; alleen op het laatste spreekt schr. van den invloed van de natuur, zonder echter de gezonde lucht te noemen.
Electriciteit [Sd Cuthbertson] Algemeene eigenschappen van de electriciteit, Onderrichting van de werktuigen en het neemen van proeven in deselve. Door John Cuthbertson, Optisch, Physisch en Mathematisch Instrumentmaaker te Amsterdam. Te Amsterdam, By Pieter Hayman, Boekverkooper in St. Lucia-Steeg. (15,4 × 9,8 cm., V + (12) + 192 pp., Kon Bi Brussel VH 5388).
Dit boekje met zijn 8 platen die gelijken op deze van de 2e uitgave 1782, en met de aanduiding van de prijzen der werktuigen blijkt de 1e uitgave te zijn zonder vermelding van het jaartal. | |
[pagina 505]
| |
Electriciteit [1782 Cuthbertson] Algemeene eigenschappen van de electriciteit, onderrichting van de werktuigen en het neemen van proeven in dezelve. Door John Cuthbertson, Optisch, Physisch en Mathematisch Instrumentmaaker te Amsterdam. Eerste deel. Tweede Druk. Te Amsterdam, By Pieter Hayman, MDCCLXXXII. (20,1 × 12,3 cm., X + (8) + 160 pp., Kon Bi Brussel VH 5399).
Dit eerste deel bevat namelijk de beschrijving van proeven van Nollet, van Franklin en van Henly; het bevat 8 platen. Medegebonden: het 2e deel (XIV + (22) + XXVIII pp.) dan eene verzameling van proeven voor de ‘tafellugtpomp’ door John Cutbertson en James Champneys (61 pp.), eindelijk een catalogus van instrumenten (8 pp.). Het tweede deel beschrijft een aantal proeven waarvan vele als vermaak dienen, ook proeven met vliegers om de luchtelectriciteit op te vangen, en de proeven van W. van Barnevelt over de afleiding van den bliksem; 5 platen. Het werkje over de luchtpomp bedraagt 54 proeven met 2 platen, en draagt op het einde het jaartal 1770. In al deze verhandelingen worden de prijzen aangeduid van de beschreven toestellen.
Cyrillus, Nik. Zie Anonymus 1736.
N.B. Dringend verzoek om aanvullingen en verbeteringen. |
|