| |
| |
| |
Vergadering van 17 November 1937.
Zijn aanwezig: de heeren R. Verdeyen, bestuurder; Frans Van Cauwelaert, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Fr. Lateur, L. Van Puyvelde, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Van de Velde, J. Jacobs, M. Sabbe, J. Salsmans, Fr. Daels, F.V. Toussaint van Boelaere, J. Van Mierlo, F. Timmermans, J. Vande wyer, A.H. Cornette, Em. De Bom, Fl. Prims, L. Baekelmans en L. Grootaers, werkende leden;
de heeren A. Van Cauwelaert, J. Eeckhout, J. Grauls, L. Monteyne, E. Blanquaert, Fr. Baur en W. Van Eeghem, briefwisselende leden.
Hadden zich laten verontschuldigen: de heeren J. Muls en Cam. Huysmans, werkende leden; H. De Man, briefwisselend lid.
***
De Bestendige Secretaris geeft lezing van het verslag der October-vergadering. Het wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van Prof. Dr. Jozef Mansion, werkend lid der Academie. - Op 8 November overleed te Luik in den ouderdom van 60 jaar, Prof. J. Mansion. Dit treurig nieuws werd per speciaal bericht aan al de leden kenbaar gemaakt en tot teeken van rouw werd de nationale vlag op het Academiegebouw halfstok geheschen.
De lijkplechtigheid werd te Luik door de heeren Ver- | |
| |
deyen, bestuurder, Baur, Blancquaert, Carnoy, Eeckhout, Grootaers en Willems, leden, bijgewoond.
Een telegram van deelneming werd door de Academie aan de Familie Mansion gestuurd.
Bij den aanvang der zitting nam de heer Bestuurder Verdeyen vóór de rechtstaande vergadering het woord en sprak in dezer voege:
Nogmaals is de Academie in rouw. Den 8 November 1937 overleed te Luik onze collega en oud-voorzitter Professor Joseph Mansion.
Met verslagenheid hebben wij, in zijn onmiddellijke omgeving, de treurige tijding vernomen. Enkele dagen voordien pas had hij ons nog gerust gesteld over zijn gezondheidstoestand en wij dachten dat hij spoedig weer zijn werkzaamheden zou hebben hervat. Dit is helaas niet mogen zijn.
Voor de Academie en de wetenschap, voor de Nederlandsche wetenschap in 't bijzonder, is zijn afsterven een zwaar verlies. De lezingen, die hij in ons midden hield, vormen de talrijkste groep onder zijn verspreide studies. Zij brachten telkens wat nieuws en getuigen alle van zijn uitgebreide kennis, zijn strenge wetenschappelijke methode, zijn kalme beheersching van de behandelde stof. Buiten die lezingen en zijn in binnen- en buitenlandsche tijdschriften opgenomen bijdragen schonk onze collega ons vijf belangrijke werken die het gebied van drie philologieën omvatten, de classieke, de Oostersche en de Germaansche. Professor Mansion begon zijn wetenschappelijke loopbaan inderdaad als classicus en orientalist. Op ieder van die drie gebieden heeft zijn werk een vaste plaats gekregen. Maar het naast aan het hart ligt ons zijn baanbrekende Oud-Gentsche Namenkunde, dat de grondslagen heeft gelegd voor de wetenschappelijke studie van het Oud-Nederlandsch, een standaardwerk dat Prof. Mansion een eereplaats verzekert in de geschiedenis van de Nederlandsche taalkunde.
Wij verliezen in hem niet alleen een voortreffelijk geleerde, maar tevens een fijnzinnigen en hoogstaanden man, die hier niets dan vrienden telde, en een overtuigd Vlaming. Hij was geen strijdend Vlaamschgezinde, maar, waar het hoorde, en
| |
| |
vaak in moeilijke omstandigheden, sprak hij kalm als altijd, maar met klem en gezag.
Er werden bij de begrafenis geen redevoeringen uitgesproken. Aan zijn naastbestaanden betuigen wij nogmaals onze innige deelneming, met de verzekering, dat wij onzen betreurden collega niet zullen vergeten en zijn aandenken in eere houden.
Dr. A. Kluyver, buitenlandsch eerelid, biedt de Academie zijn oprechte deelneming aan bij het overlijden van den heer Prof. Mansion.
Onderscheiding. - Aan Prof. Aug. Vermeylen, prorector der Universiteit te Gent en werkend lid der Academie, werd door de Universiteit te Amsterdam den titel van doctor honoris causa verleend.
De heer Bestuurder wenscht den heer Vermeylen uit naam van al zijn collega's geluk met die nieuwe onderscheiding.
| |
Aangekochte boeken
- | De werken van Vondel, Deel X; |
- | Rheinisches Wörterbuch, Liefg. 58, 59 en 60; |
- | Die Gliederung der Mundarten Ostfrieslands und der angrenzenden Gebiete, von Hans Janssens; |
- | Pensioen, door Willem Elsschot; |
- | Geschiedenis van de Vaderlandsche Stam, Dln. I, II en III, door Prof. Dr. P. Geyl; |
- | Een Hollandsch Drama, door Arthur Van Schendel; |
- | De grauwe Vogels, door denzelfde; |
- | De rijke Man, door denzelfde; |
- | De Boeken der kleine Zielen, door Louis Couperus; |
- | Van oude Menschen, de Dingen die gaan, door denzelfde; |
- | Elf Jaar, door Sigrid Unset, vertaald door A. Basenau; |
- | Nieuw Vlaanderen - Kunst en Leven, door Em. De Bom; |
| |
| |
- | Het levende Vlaanderen, door denzelfde; |
- | Heldere Gezichten, door denzelfde; |
- | Swane - Een woud-legende in drie handelingen, naar Stijn Streuvels, door Emmanuel De Bom, met houtsneden van Frans Masereel. |
| |
Aangeboden boeken
Door de Regeering:
- | De nieuwe Generatie, door Alb. van Hoogenbempt; |
- | Correspondance de la Cour d'Espagne sur les Affaires des Pays-Bas, Tome VI, Supplément (1598-1700), par Joseph Cuvelier et Joseph Lefèvre; |
Door de hh. Leden van de Academie:
- | Voordrachten over verpleegkunde en sociale geneeskunde, door Prof. Dr. Fr. Daels; |
- | De Meesters van den Gulden Passer. Christoffel Plantin. Aartsdrukker van Philips II, en zijn Opvolgers, de Moretussen, door Dr. Maurits Sabbe; |
- | Litteraire Profielen, VII Bundel, door E.H.J. Eeckhout; |
- | Drie schandaleuse Spelen (Brussel 1559) ingeleid en met de verhooren uitgegeven door Dr. W. Van Eeghem. |
Door de Universiteit van Amsterdam:
- | Het materiaal tot de Geschiedenis der oude Kerk te Amsterdam; door Arnoldus Noach; |
- | De Grenzen van Nederland van de Wielingen tot aan den Rijn, door H. Emmer Jr.; |
- | Het Oldamt, Deel I. Vormende krachten, door E.W. Hofstee; |
- | Het Grafveld onder Hees bij Nijmegen. - Een bijdrage tot de kennis van Ulpia Noviomagus, door H. Brunsting; |
- | Taboe. - Een primitieve Vreesreactie, door C. Mensch; |
- | Vrouwenfiguren in de Werken van Menander, door E.A. Duparc; |
- | A study of Shelley's Defense of Poetry, door L. Verkoren; |
- | Syntactical studies in Bishop Fisher's English, door R.E.L. Weyl; |
- | Syr Tryamowre. - A metrical Romance with introduction, glossary and notes. door A.J. Erdman Schmidt; |
| |
| |
- | Hugo von Hofmannsthal, - Beobachtungen über seinen Stil, door J.A. Heberle; |
- | The genitive and its of -equivalent in the latter half of the sixteenth century, door B. Den Breejen; |
- | Over den toestand van het calcium in bloed en serum, door J.W. Schmitz; |
- | De dipoolmomenten en de structuur van enkele heterocyclische vijfringen, door H. De Vries Robles; |
- | De invloed van alcoholen en aceton op eiwitten, door S.M. Speelman; |
- | Wortelrot van viola tricolor L. Max. Hort., door Th. Van Eek; Vlakke punt-lijn-figuren invariantenwaarden met toepassing op algebraïsche krommen met hyperosculatiepunten, door G.H.A. Grosheide, F. Wzn.; |
- | Over de resultaten der interne behandeling van het ulcus pepticum, door J.P. Voûte; |
- | Klinische studie over purpura, door B.M. Wierts; |
- | De histogenese van elastische vezels, door M.B.E. Nilant; |
- | Onderzoekingen over de Diazoreactie op serumbilirubine, door W.J.H. Bungenberg De Jong; |
- | De supravaginale uterusamputatie, door Th.C.G. Castelein; |
- | Statistische en experimenteele bijdragen tot het Weil-vraagstuk in Nederland, door H. Esseveld; |
- | Onderzoekingen over het scleroma respiratorium en de groep der Kapselbacteriën, door D.K. Wielinga; |
- | Hypertensie en cholesterine, door J.J. Jungerhans; |
- | Onderzoekingen over thrombocyten en hunne beteekenis voor de stolling van het bloed, door C.F.L.C. Bosch; |
- | De overgangen der ammoniumhaloïden bij lage temperaturen, door G.J. Muller; |
- | On the distribution of the filamenta radicularia of the dorsal and ventral spinal roots on the dermatome and the myotome, door E. Lopes Cardozo; |
- | Contribution to the petrology of the crystalline schists of western Central Celebes (Netherlands East Indies), door H.W.V. Willems. |
| |
| |
| |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris
1. Te Deum op 15 November te Gent en te Brussel. - De heer Gouverneur van Oost-Vlaanderen en de heer Minister van Openbaar Onderwijs hebben, bij gelegenheid van het naamfeest des Konings, de leden der Academie op het Te Deum onderscheidenlijk te Gent en te Brussel uitgenoodigd.
2. 100ste verjaring van het Leuvensch Universitair Genootschap ‘Met Tijd en Vlijt’. - Op 7 dezer vierde dit Genootschap haar 100ste verjaring en werd aan drie leden der Academie het diploma van doctor honoris causa uitgereikt n.l. Mej. M.E. Belpaire en de heeren Frank Lateur en Prof. G. Brom.
Een aantal leden der Academie woonden die plechtigheid bij.
3. Amsterdam. Vondel-herdenking. - De voorzitter van het Amsterdamsch Vondel-Comité richtte een officieel schrijven aan de Academie met het verzoek, dat deze zou vertegenwoordigd worden op de plechtigheden van de Vondelherdenking.
Er werd o.a. geantwoord, dat de Academie haar jaarlijksche openbare zitting van 3 October ll. aan Vondel heeft gewijd en dat de heer J. Muls, werkend lid, reeds de opdracht heeft aangenomen de Academie te Amsterdam tijdens de Vondel-viering te vertegenwoordigen.
| |
| |
| |
Mededeelingen namens de commissies
I. - Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De Z. Eerw. heer Fl. Prims, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren J. Van Mierlo (voorz.), F.V. Toussaint van Boelaere (onderv.), L. Willems, L. Van Puyvelde, M. Sabbe, A. Vermeylen en J. Salsmans;
en de heer Baur, hospiteerend lid.
Op de dagorde staat:
1o) Verkiezing van Voorzitter, Ondervoorzitter en Secretaris voor de jaren 1936-1939 (22e Bestuur).
Worden verkozen de heer Toussaint van Boelaere tot voorzitter, de Z.E.P. Salsmans tot ondervoorzitter, en de Z.E. hr. Prims tot secretaris.
2o) Jonker Jan van der Noot in de crisisjaren. - Lezing door den Z. Eerw. hr. Fl. Prims.
Uit de jaren van het beleg van Antwerpen en van de inneming door Farnese werden op het archief te Antwerpen nog een aantal stukken ontdekt betreffende van der Noot, waaronder een lange rekweste vol citaten van Latijnsche, Italiaansche en Fransche auteurs, en van eigen dichtwerk van jonker Jan. Wanneer destijds de heer Vermeylen zijn bekende studie over Jonker van der Noot schreef, was hem de toegang tot het stadsarchief bemoeilijkt, en waren deze stukken ook nog niet geïnventariëerd. Een aantal bijzonderheden zijn er uit op te halen voor de levensgeschiedenis van Van der Noot. en voor de kennis van zijnen tijd.
De Commissie stelt voor de lezing op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
| |
| |
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs en Nederlandsche Lexicographie. - De Z. Eerw. heer J. Jacobs, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren L. Van Puyvelde (voorz.), R. Verdeyen (onderv.), L. Goemans, A.J.J. Vande Velde, M. Sabbe, L. Grootaers, A.H. Cornette, J. Jacobs;
en de heeren hospiteerende leden L. Baekelmans, L. Monteyne.
Op de dagorde staat:
1o) a) Verkiezing van Voorzitter, Ondervoorzitter en Secretaris voor de jaren 1938-1939 (17e Bestuur).
Worden verkozen tot voorzitter: de heer R. Verdeyen; tot Ondervoorzitter: de heer J. Muls; tot Secretaris: de heer J. Jacobs;
b) - Verkiezing van een lid ter vervanging van den hr. Kan. Am. Joos. overleden. De heer A. Carnoy wordt tot lid verkozen.
2o) Lijst van vaktermen tot nazicht ingestuurd door de Vereeniging ‘Het Leven op het Kantoor’. - Bespreking.
Door de zorgen van den Bond der Leeraars in het Middelbaar Onderwijs werd onlangs een tamelijk volledige lijst van zulke vaktermen uitgegeven. Er dient onderzocht in hoever de twee lijsten gelijkend zijn, en na dit onderzoek zullen in een volgende zitting de wijzigingen, zoo noodig, aan de eerste lijst toe te brengen, voorgesteld worden.
| |
| |
3o) Antonius Schorus van Hoogstraten. - Bijdrage tot de geschiedenis van de lexicographie in het humanisme. - Lezing door Prof. Dr. R. Verdeyen.
Prof. Verdeyen leert ons Antonius Schorus kennen, die uit Hoogstraten naar Antwerpen vertrok; vandaar, van ketterij verdacht, de wijk nam naar Straatsburg waar zijn naam echter nergens op de lijsten der klasseleeraren van het Gymnasium figureert. Van Straatsburg trok hij naar Heidelberg, waar hij aan de Universiteit werd verbonden. Dr. Verdeyen bespreekt breedvoerig de organisatie van de Universiteit te Heidelberg. Schorus werd ook leeraar aan het Paedagogium aldaar: de betrekkingen tusschen het Paedagogium en de Universiteit waren echter nooit vriendelijk. Uit Heidelberg vluchtte Schorus naar Lausanne, waar hij in 1551 overleed.
Schorus schreef eerst in 1542 het Latijnsch-Nederlandsch Woordenboek, waarvan we 4 zeer verschillende uitgaven bezitten. Van het tweede deel, het Nederlandsch-Latijnsch Woordenboek verschenen 3 uitgaven, die de voorboden waren van den Thesaurus linguae latinae van Plantijn en van het Etymologicum van Kiliaan, die beiden ruim gebruik hebben gemaakt van het werk van Schorus.
De Commissie vraagt dat die belangrijke, oorspronkelijke studie in de Verslagen en Mededeelingen zou opgenomen worden.
| |
Dagorde
1. - Geheime vergadering te 2 1/2 uur. - Verkiezing van Bestuurder en Onderbestuurder van de Academie voor het jaar 1938. - Tot stemopnemers worden aangeduid de heeren L. Van Puyvelde en L. Willems. Worden verkozen: tot bestuurder de heer Fr. Van Cauwelaert, thans onderbestuurder; tot onderbestuurder, de heer A.H. Cornette, werkend lid.
De uitslag dezer verkiezing zal aan den heer Minister van Openbaar Onderwijs worden medegedeeld met het ver- | |
| |
zoek de benoeming van den Bestuurder en den Onderbestuurder der Academie voor 1938 ter bekrachtiging aan Z.M. den Koning te willen voorstellen.
2. - Bestuurscommissie der Academie voor 1938 en 1939. - Er wordt door de Academie overgegaan tot het verkiezen van twee werkende leden die gedurende de jaren 1938 en 1939 met het Bestuur deel zullen uitmaken van de Bestuurscommissie. Op voorstel van den heer Bestuurder, worden de heeren J. Jacobs en L. Willems, uittredende leden, herkozen.
3. - Lezing door den heer A.H. Cornette, werkend lid: Reiniging van den Tempel, of de Bezem in de Kunst. De heer Bestuurder wenscht den heer Cornette geluk met zijn lezing.
4. - Vlaamsche wetenschappelijke Academies. - Na een bespreking waaraan de heer Bestuurder R. Verdeyen en de heer Onderbestuurder Fr. Van Cauwelaert, de heeren Baur, Vermeylen, Sabbe, Van de wijer en Daels deelnemen, wordt besloten, dat aan den heer Minister van Openbaar Onderwijs zal gevraagd worden de Koninklijke Vlaamsche Academie te willen op de hoogte stellen van zijn inzichten aangaande de inrichting van de Vlaamsche wetenschappelijke Academies vooraleer de Regeering een beslissing zou treffen.
|
|