Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1937
(1937)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 757]
| |||||||||||||||||||
De Didactiek tegenover den zoogezegden ‘verouderden’ Mechelschen Catechismus
| |||||||||||||||||||
[pagina 758]
| |||||||||||||||||||
deze Catechismus werd in de Nederlanden niet aanvaard. Door de zorgen trouwens van den voortvarenden koning Philip II was op 16 December 1557 in onze gewesten de in 't Nederlandsch en in 't Fransch vertaalden Catechismus van Pater Canisius, S.J. hofpredikant van Keizer Ferdinand opgelegdGa naar voetnoot(1). Pater Canisius had in het midden der 16de eeuw reeds heel wijselijk drie catechismussen geschreven, waarin op betrekkelijk korte vragen soms lange antwoorden volgden. Van zijn hand waren 1. de in 1566 te Keulen uitgegeven Catechismus major (de groote Catechismus) ook Summa geheeten. Hij was bestemd voor de studenten der hoogescholen en der vier hoogere klassen der Colleges, waar hij opwegen moest tegen den grooten Catechismus van Luther; - 2. twee verkorte uitgaven van de Summa volgens hetzelfde leerplan nl. de Catechismus minor of de kleinere voor de scholieren uit de laagste klassen; en de Catechismus minimus of de kleinste, die maar enkele bladzijden besloeg. en voor de heel kleine kinderen en de ongeleerden bestemd was. Deze drie leerboeken van Canisius werden in allerlei talen overgezet en werden met de jaren in verschillende bisdommen gebruikt. Toch was Canisius' Catechismus niet het eenige en officieele leerboek voor het godsdienstonderricht in de Nederlanden. Er verschenen links en rechts ook andere Catechismussen, zelfs door bisschoppen als Lindanus van Roermonde (1566) en Sonnius van Antwerpen (1576) opgesteld en uitgegeven. Merkwaardig genoeg liet Franciscus Costerus (Frans de Coster van Mechelen, 16 Juni 1532, + 6 Dec. 1619) S.J. verschillende leerboeken verschijnen, nl. a) een vertaling van den kleinen Catechismus van Rome met aanvullingen uit Canisius, b) een Catechismus, dat is de christelijke Leeringhe, die alle Christenen behooren te weten (Brussel 1603); c) den Catechismus d.i. de Christelijke Leeringhe in maniere van 't samensprekinghe tusschen den discipel en den meester (Antwerpen 1604) samengesteld door de versmelting van den Catechismus van Costerus en een van L. Bouwens, S.J.. Hieruit blijkt dat in het begin der 17e eeuw allerlei Catechismussen | |||||||||||||||||||
[pagina 759]
| |||||||||||||||||||
bestonden, en dat er van één algemeenen Catechismus haast geen spraak meer was. Die toestand is heel verklaarbaar: de Summa van Canisius was opgedrongen door den Koning min of meer tegen de goesting van de Kerkelijke Overheid, die zelf gedurende de beroerde periode der tweede helft der 16de eeuw in naam van de Mechelsche Kerkprovincie met gezag vermocht op te treden. Op het eerste en tweede Provinciaal Concilie van Mechelen, in 1570, 1574 kwam het vraagstuk van den éénen Catechismus weer te berde, maar het kreeg geen werkelijke oplossing. Toen was plots op verzoek van Paus Clemens VIII een Catechismus voor het Roomsche District opgesteld door Kard. Bellarminus. Het derde Provinciaal Concilie te Mechelen in 1607 besloot echter dat het Aartsbisdom Mechelen met de bisdommen Brugge, Ieper, Antwerpen, Gent, 's Hertogenbosch en Roermonde een eigen Catechismus moest hebben, opgesteld door het Episcopaat zelf. En zoo gaf Mathias Hovius, aartsbisschop te Mechelen, opdracht aan P. Makeblijde, S.J. te Antwerpen een Catechismus voor de jonkheid en een grooteren voor de godsdienstonderwijzers op te stellen. In 1609 verscheen de gewone Catechismus van Makeblijde, dien we den Mechelschen Catechismus, dus Provincialen Catechismus in zijn eerste redactie mogen noemen. De schrijver had bij het opstellen van zijn werk, dat 49 lessen telde, met volle grepen geput uit de bestaande leerboeken van zijn ordebroeders Canisius en Costerus. In 1610 verscheen zijn Catechismus met Uitleg onder den titel: Den Schat der christelijcker Leeringhe in 50 lessen. In 1623 echter werd op een bijeenkomst van de Bisschoppen te Mechelen. de Catechismus van Makeblijde, die veel leemtenGa naar voetnoot(1) vertoonde, gebrek leed aan ordeGa naar voetnoot(2), en menige onnauwkeurigheid en paedagogische fouten op zijn actief hadGa naar voetnoot(3), officieel op zij gezet en vervangen door een nieuwe, tweede redactie van den Mechelschen Catechismus nl. | |||||||||||||||||||
[pagina 760]
| |||||||||||||||||||
den Catechismus in samenwerking met bisschop van Malderen opgesteld door De Pretere S.J. Deze Kristelijke leering in 5 deelen en 41 lessen stelt een grondige herziening van den vroegeren tekst daar. Hier werd nog altijd gretig uit de boeken van Fr. Costerus, den grootste catecheet van dien tijd, geput. Deze nieuwe, tweede redactie (geen verbeterde heruitgave, want van de 208 vragen van de eerste redactie, bleven er maar 30 bewaard; 65 werden gewijzigd en 113 van kant gelaten) was een heel eind vooruit op haar voorgangster en op de meeste leerboeken uit de 17e eeuw. Het vulde de leemten gedeeltelijk aan nogmaals met teksten uit Costers' Catechismus; het was beknopter doch altijd nog te lang en op sommige plaatsen te abstract. Desniettegenstaande genoot deze Mechelsche Catechismus een grooten bijval. Bisschop van Bijlenvelt noemde hem het beste leerboek, dat ooit voor de jeugd gezien werd. Reeds in 1623 had hij een broerken gekregen, nl. den Kleinen Catechismus, die zelf weldra talrijke uitgaven beleefde. Hij was bestemd voor de kleine kinderen, die zich tot de Eerste Biecht en Communie voorbereidden. Naast dezen officieelen Catechismus, die volgens de verklaring van de bisschoppen in 1691 alleen in heel de Kerkelijke Provincie moest gebruikt worden, zagen echter vele andere Catechismussen voor de kleintjes en omvangrijkere werken voor meer ontwikkelden het licht, waaronder op het einde van de 17e eeuw ook menig Jansenistisch getint leerboek. Eerst in 1744 werd door de bisschoppen voorgesteld eenige wijzigingen aan den Mechelschen Catechismus (1623) toe te brengen. De tekst van het boek bleef, maar achteraan werden drie nieuwe lessen bijgevoegd. Jammer genoeg verschenen ook in de Vlaamsche bisdommen drie van elkander zeer verschillende uitgaven van den Mechelschen Catechismus in 1750 te Ieperen, in 1775 te Mechelen, in 1760 en 1781 te Brugge. De eenheid van den Mechelschen Catechismus was ernstig bedreigd.
De beroerde tijden, die volgden, lieten het Belgisch Episcopaat niet toe naar meer eenheid in de Catechismusuitgaven te streven. De Bisschoppen hadden toen al de moeite van de wereld om het leerboek gaaf en ongeschonden te bewaren. Jozef II en Napoleon waagden den Catechismustekst op meer dan een plaats | |||||||||||||||||||
[pagina 761]
| |||||||||||||||||||
in hun voordeel te wijzigen. Hiervan bleven echter eenige jaren na hunnen val geen sporen meer over. Eerst in 1842 werd te Mechelen door Kardinaal Sterckx de Mechelsche Catechismus grondig herzien. Daar verscheen toen een verbeterde heruitgave van den ouden Catechismus in 41 lessen naar het origineel van 1623, die ook in het Bisdom Gent door Mgr. Delebecque (1848) en in het herstelde Bisdom Brugge (1855) ingevoerd werd. Ware op dat oogenblik deze uitgave uitsluitend en met strengheid in gansch Vlaamsch-België opgelegd geweest dan bezaten we heden nog één en dezelfden Catechismus. Eilaas te Mechelen alleen kwamen naast dezen gemeenzamen Catechismus in 1842-1843 nog twee andere Catechismussen uit: 1. de kleyne Mechelsche Catechismus of onderwijs voor de kleyne kinderen en voor degenen, die zich bereiden tot de Eerste Communie; - 2. de Mechelsche Catechismus met uytleggingen op iedere vraag en korte oefeningen op het einde van ieder les. Dit laatste werk was in feite de verbeterde uitgave van den ouden Catechismus in 41 lessen met enkele verklarende vragen tusschen de teksten ingelascht; het was het leerboek voor de volwassenen en voor de kinderen, die reeds hun Eerste Communie gedaan hadden. Het eerste boekje nl. de kleyne Catechismus bevatte twee deelen: a) een deel voor de kleyne kinderen, die zich nog niet gereed maken tot hun Eerste Communie, en b) een ander deel voor degenen, die hun Communie gaan doen. Het eerste deel bevatte 30 vraagjes met de gewone gebeden, die de ouders aan de kinderen mogen aanleeren: deze 30 vraagjes zijn niet uit den vroegeren Mechelschen Catechismus getrokken. Het tweede deel bevatte 25 lessen, waarvan de meeste vragen en antwoorden aan den ouden Catechismus ontleend in hun vroegere bewoordingen bewaard bleven, maar waarin ook veel nieuwe vragen voorkwamen voorheen onbekend. Eindelijk vond men in de meeste exemplaren van den Kleynen Catechismus nog een soort catechismusje: gemakkelijkste vragen en antwoorden van den kleynen Mechelschen Catechismus voor de kinderen, die zich nog niet bereyden tot de eerste Communie: daar onder waren veel nieuwe vragen, welke vroeger niet werden aangeleerd. Door dit hernieuwinsgwerk van Kardinaal Sterckx werd aldus zichtbaar naar de afschaffing van het oud Mechelsche leerboek gestreefd. Kardinaal Goossens zal het feitelijk afschaffen. Trouwens van 1899 tot 1901 liet deze verschijnen: | |||||||||||||||||||
[pagina 762]
| |||||||||||||||||||
1. Vragen en antwoorden uit den Mechelschen catechismus met de onderwijzingen voor de kleine kinderen en de gewone gebeden (Mechelen, R. Van Velsen 1899) ten dienste a) van de heele kleintjes (22 vragen en antwoorden heelemaal nieuw) en b) van diegenen, welke zich nog tot de Eerste Communie voorbereiden (onderwijzing in 12 lessen, volgens het vroeger plan, maar met antwoorden uit den nieuwen - hierachter volgenden - catechismus (dit boekje is sedert 1936 in onbruik geraakt). 2. De Mechelsche Catechismus of Onderwijzing voor de kinderen die zich bereiden voor de Eerste Communie (Mechelen, R. Van Velsen, 1900) ten dienste der eerste communicanten in 25 lessen, gansch anders opgesteld. 3. De Mechelsche Catechismus met Uitleg (Mechelen, R. Van Velsen, 1901) ook in 25 lessen en dus heelemaal nieuw, ten dienste van het voortgezet godsdienstonderwijs. Hieruit volgt dat te Mechelen althans van de redactie 1623 in 5 deelen en 41 lessen niets meer overblijft in de derde, veel betere, meer verjongde redactie. Volledigheidshalve zij hier bijgevoegd dat Kardinaal Mercier den 25 Juli 1911 een Handboekje voor de Eerste Communie der kinderen in alle scholen heeft voorgeschreven, terwijl hij in de jaren 1916-1917 den Catechismus in 25 lessen alsook den Catechismus met Uitleg haast ongewijzigd liet herdrukken. Op dit oogenblik wordt in het Aartsbisdom Mechelen in de lagere scholen nog alleen de Mechelsche Catechismus ten gebruike der kinderen die hun Eerste Communie gedaan hebben en zich tot de Plechtige Communie bereiden, gebezigd. De Catechismus met Uitleg mag in den vierden graad en moet in het voortgezet onderwijs gevolgd worden In het Bisdom Luik (provincie Limburg), waar door de eeuwen heen altijd dezelfde leerboeken als in het Aartsbisdom in gebruik waren, worden evenzoo op dit oogenblik de twee juist vermelde handboeken in de kerk en in de scholen alleen toegelaten. In het Bisdom Gent bleef het leerboek van 1623 nagenoeg ongewijzigd bewaard, en wordt er nog heden dezelfde tekst aangeleerd, welke door Mgr. Delebecque in 1848 volgens de heruitgave van Kardinaal Sterckx voorgeschreven werd. De klassieke uitgave is thans aldaar: Catechismus of Christelijke Leering voor de katholieke Jonkheid in het Bisdom Gent met een Bijvoegsel voor de eerste communicanten, Gent. | |||||||||||||||||||
[pagina 763]
| |||||||||||||||||||
Voor de kleine kinderen heeft het Bisdom Gent de boekjes van Kardinaal Sterckx ongewijzigd overgenomen: Onderwijzing voor de kleine kinderen en den Catechismus der beginnenden, d.i. de gemakkelijkste vragen en antwoorden van den kleynen catechismus. Het Mechelsch Handboekje van Kardinaal Mercier (1911) vond in 't Gentsche zijn tegenhanger in Bereiding tot de eerste communie: leidraad. Van een herziening of verjonging van al die leerboeken in de veertig laatste jaren is nooit spraak geweest. In het Bisdom Brugge is de Mechelsche Catechismus van Kardinaal Sterckx in 1855 door Mgr. Malou, in 1865 door Mgr. Faict, in 1895 door Mgr. Debrabandere zonder wijzigingen herdrukt. Doch in 1903 werd het oude leerboek door Mgr. Waffelaert herzien en merkelijk gewijzigd. De (groote) Catechismus met Uitleg ten gebruike van de volwassenen bleef dezelfde. Maar de eigenlijke Catechismus ten dienste van de schooljeugd, die zich tot de Plechtige Communie voorbereidt, werd aanzienlijk omgewerkt. Trouwens vele vragen en antwoorden werden naarstig herzien en moeten thans nog tekstueel van buiten geleerd worden. De overige vragen en antwoorden werden niet gewijzigd, maar alleen de antwoorden werden als leesstof ter verklaring tusschen de gebleven vragen en antwoorden ingeschoven. - In plaats van het Handboekje van Kardinaal Mercier, Mechelen, 1911 of van de Bereiding tot de eerste Communie (Gent) werd in 't Brugsch een communieboekje klassiek voor de kinderen, die hun Eerste Communie moeten doen. De Catechismus sedert 1903 in de lagere scholen gebruikt draagt den titel Catechismus of Christelijke Leering in 41 lessen, Schooluitgave, G. De Haene-Bossuyt, Brugge. Alleen die vragen en antwoorden, waarvan het talmerk met een zwarte streep onderteekend is, worden van buiten geleerd door de jongere kinderen van den 1en graad, de vragen en antwoorden in vette letter gedrukt worden van buiten geleerd door de kinderen, die voor de plechtige Communie opgeschreven werden. De leerlingen van den derden graad (5de en 6de leerjaar) voegen er de leesstof bij; die van den vierden graad hoeven de geheele leerstof van den Catechismus te kennen.
Uit de geschiedenis van den Mechelschen Catechismus blijkt zonneklaar 1. dat van 1546 af tot 1936 altijd door de Kerkelijke Overheid gestreefd werd naar het bezit van één catechetisch handboek; 2. dat er na het invoeren van één leerboek, onmiddellijk | |||||||||||||||||||
[pagina 764]
| |||||||||||||||||||
overal catechismussen voor de kleinen, voor de grooteren, voor de volwassenen zijn verschenen; 3. dat al die exemplaren in de verschillende bisdommen stil aan anders omgewerkt werden; 4. dat daarnaast meestal nog allerlei leerboeken door private personen opgesteld in omloop waren. In de jongste tijden nochtans blijft deze laatste categorie, ten gevolge van een strenge contrôle, schier overal achterwege. Aldus zijn onder al de catechismussen in Vlaamsch-België die van het Aartsbisdom de jongste en daarom in menig opzicht de beste. Door het feit dat de bisschoppen van Gent en Brugge destijds Kardinaal Goossens niet hebben gevolgd, was de hoop op één enkelen catechismus in Vlaanderen uiterst gering geworden.
Een feit staat echter vast, dat de taal van de huidige handboeken nog te veel elementen vertoont dagteekenende uit de 16e en de 17e eeuw. Ondanks alle herzieningen en vernieuwingen is de overeenkomst tusschen de allereerste en de allerlaatste uitgaven nog treffend; alhoewel de tusschenschakels als de teksten van de Gentsche en Brugsche Catechismussen nog ouderwetscher zijn.
| |||||||||||||||||||
[pagina 765]
| |||||||||||||||||||
Geen wonder dat als men in onzen huidigen Catechismus, vooral in den Gentschen, op de taal let: op de woorden en uitdrukkingen, op de woordvormen, op de geslachten, op de wendingen, op den zinsbouw, men wel bekennen moet, dat die teksten werkelijk voor verbetering, voor vernieuwing vatbaar zijn. Zoo zegt men toch niet meer: Waaruit heeft (= haalt) de Kerk al wat zij ons voorhoudt te gelooven? Tot wat einde (= quem ad finem, tot welk doel, waartoe) is de mensch geschapen? Ik zal ootmoediglijk (= ootmoedig) daarover de absolutie vragen met (= door) de nabiecht te zeggen. Het is goed intusschen nog eenen akt (= eene akte) van berouw te verwekken. Zijn de doktoors (= dokters) en de ouders verplicht te zorgen dat enz. Als men gekomen is tot de jaren van discretie (= onderscheid) of verstand. Talrijk zijn in alle uitgaven de fouten tegen het geslacht: de uur der dood (= het uur van den dood;) in hunnen (= hun(ne) keus; den (= het) loon der werklieden; den (= het) autaar, enz. In dit opzicht bewijst de Redactie van het Nederlandsch Woordenboek misschien wel een slechten dienst aan sommige lezers door den Mechelschen Catechismus met zooveel zorg te excerpeeren. De catechismus is een schoolboek en een kerkboek; vele termen daarvan zijn loutere boekentaal, en worden buiten de school en de kerk nergens gebruikt b.v. zich wachten van alle ongeschiktheid (= ongemanierdheid), in meerdere ingekeerdheid (= in meerdere ingetogenheid), het smartend (= pijnlijk, smartelijk) vuur. Het treft ons zelfs hoe weinig woorden of geijkte uitdrukkingen uit den Catechismus in de gewone omgangstaal zijn doorgedrongen, terwijl toch zooveel spreuken en spreekwoorden aan de H. Schrift en de liturgie ontleend zijn. Zulks bewijst dan dat we in den Catechismus te doen hebben met een louter conventioneele taal, die eenigszins opgedrongen wordt, maar vaak niet in den smaak valt van het huidige geslacht, omdat ze dateert uit lang vervlogen tijden, en dus in het Nederlandsch Woordenboek vaak met de benaming verouderd zou mogen opgenomen worden. De boven aangehaalde taal- en stijlgebruiken kunnen echter licht verholpen worden: de godgeleerdheid is in den laatsten tijd ook in het Nederlandsch beoefend geworden: zij bezit een gevestigde vaktaal, die de bepalingen juister en scherper dan voorheen formuleert; zij is in staat abstracte Latijnsche woorden door nieuwe termen of omschrijvingen te vervangen; de zinsbouw | |||||||||||||||||||
[pagina 766]
| |||||||||||||||||||
kan heel wat losser staan om het van buiten leeren te bevorderen. Doch er heerscht in al de Vlaamsche Catechismussen nog een ander gebrek, een uit didactisch opzicht zwaar gebrek, dat aan de fijnst afgewerkte boekjes een verouderd uitzicht geeft, omdat de immer vorderende didactiek den opbouw van zulke leerboeken niet meer aanvaardt. De christelijke leering immers is een wetenschap, en wetenschap wordt toch niet stelselmatig aan kinderen beneden 10 jaar medegedeeld. De Kerkelijke Overheid weet zulks heel goed, en zij heeft in 1900 nog drie verschillende Catechismussen laten maken aangepast aan den leeftijd der kinderen: de kleinste Catechismus van 12 lessen was voor de leerlingen van 6 tot 8 jaar, de gewone Catechismus van 25 lessen voor de kinderen van 9 tot 12 jaar; de catechismus met uitleg voor de oudere kinderen en volwassenen. Doch juist de gewone Catechismus is verkeerd opgesteld: hij is lijk elk wetenschappelijk werk logisch opgevat, zet stellingen vooruit, die nog moeten bewezen worden, houdt abstracte waarheden voor, die verder eerst verklaard worden. Zijn onderwijs is dogmatisch, en het kinderverstand werkt nog niet logisch genoeg op dien leeftijd; daarom is de didactiek vooral in België psychologisch te werk gegaan, en heeft de orde der vragen in de catechismus op vele plaatsen gewijzigd. Een voorbeeld zal de zaak, hoop ik, heelemaal ophelderen. In de vierde les van den Catechismus komt de moeilijke hoofdvraag vooraan: Wat is God? Welnu die eerste vraag is een samenvatting van een tiental waarheden, die achteraf elk verklaard worden in een vraagje. Het ware onredelijk de eerste, lastige hoofdvraag eerst te behandelen, en aldus al de moeilijkheden op te stapelen. Indien we de volgende vraagjes in een paar lessen eerst verklaren, dan splitsen we de moeilijkheden. Aldus kan men in een eerste les handelen over de schepping, over de almacht en de eeuwigheid van God, en in een tweede les over de volmaaktheid, de schoonheid en de heiligheid van God, en daarna eerst volgt van zelf de verklaring van de zware hoofdvraag. Bij gevolg is de wetenschappelijke orde van een onderwijskundig standpunt uit niet altijd de doelmatigste; om didactisch flink werk te leveren, dient de orde der vragen in den Catechismus hier en daar gewijzigd. Hoofdvragen als: Wat is de erfzonde? wat is het geloof? wat is de H. Kerk? wat is een sacrament? worden in de toekomst eerst verklaard nadat een aantal kleinere volgende vragen uitgelegd zijn. | |||||||||||||||||||
[pagina 767]
| |||||||||||||||||||
Er is nog meer: waar in den catechismus drie of vier vraagjes soms ver van elkaar gedrukt staan maar feitelijk te zamen een kerngedachte uitdrukken, worden die vraagjes in één les behandeld waarin zij dus malkaar beter belichten: Bij voorbeeld de drie waarheden: God is Schepper en Opperheer, almachtig en eeuwig vormen één leereenheid, d.i. worden in één les samen besproken. Zulke didactische behandeling voorkomt stukwerk en nuttelooze herhalingen, en brengt nogmaals mede dat zelfs kleine vragen weleens van plaats moeten veranderen. Thans is het klaar dat ten gevolge van die nieuwe ingevoerde methode het beeld van onzen Catechismus een gedaanteverandering ondergaat. De vragen en antwoorden op zich zelf mogen nog blijven, maar de volgorde of de numeroteering der vragen wordt gewijzigd. Eerst komen in iedere les de kleine gemakkelijke vragen voor de kinderen van 6 en 7 jaar, dan volgen moeilijker meer ingewikkelde vragen voor de kinderen van het 3e en 4e leerjaar, en eindelijk in het vijfde leerjaar gevolgd door leerlingen, die hun Plechtige Communie moeten doen, komen de lange of moeilijke hoofdvragen. Moest de gewone Mechelsche Catechismus van 25 lessen als schooluitgave herdrukt worden, dan zouden in 't begin van iedere les voorop komen de gemakkelijke vragen met de cijfers 1 en 2 (eerste en tweede leerjaar), vervolgens met de cijfers 3, 4, 5 de vragen, die tekstueel moeten van buiten geleerd worden door de leerlingen van het 3e, 4e en 5e leerjaar, ofwel zou de schikking van den huidigen Catechismus kunnen blijven, mits de vragen anders genumeroteerd worden. En in de toekomst zal dezelfde Catechismus in dit opzicht althans niet meer als verouderd uitgekreten worden, omdat de uitgave meer gemoderniseerd is geworden d.i. aangepast aan de eischen der moderne didactiek. Daarenboven - en alleen die methode van het modern godsdienstonderricht zullen we hier aanraken - zal het godsdienstleerprogramma in het vervolg niet meer opgemaakt worden als voorheen door de te behandelen leerstof onder vorm van Catechismusvragen op te geven bv. de godsdienstles van 1 Februari zal twee of drie genumeroteerde vragen aanleeren. Neen, de zaken, de waarheden in twee of drie vragen begrepen, worden samengevat als één leereenheid of één lesonderwerp, dat door den meester al naar de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling zijner leerlingen min of meer uiteengezet wordt. Daaruit zal hij dan | |||||||||||||||||||
[pagina 768]
| |||||||||||||||||||
na een zakelijke herhaling den Catechismustekst met de kinderen helpen opstellen en van buiten leeren.
***
Wil men ondertusschen opnieuw naar één Catechismus voor België streven, goed! Vele lieden die gedwongen zijn naar andere streken te verhuizen, zullen met genoegen vernemen dat dezelfde tekst door een zelfde methode overal aangeleerd wordt. Kardinaal Gasparri heeft vóór 6 jaar den éénen Roomschen Catechismus uitgegeven, die echter om didactische redenen alweer niet gemakkelijk over de geheele aarde zal verspreid geraken. Het Concilie van Mechelen heeft zich in 1920 vóór een enkelen Catechismus in Vlaamsch-Belgie uitgesproken, en den wensch uitgedrukt dat het werk zoo gauw mogelijk zou aangepakt en ten uitvoer gelegd worden. |
|