|
| |
| |
| |
Vergadering van 19 Juni 1937
Zijn aanwezig: de heeren R. Verdeyen, bestuurder; Fr. Van Cauwelaert, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren: Fr. Lateur, J. Mansion, L. Van Puyvelde, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Van de Velde, J. Jacobs, M. Sabbe, H. Teirlinck, J. Salsmans, Fr. Daels, J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, P. Bellefroid, A. Carnoy, C. Huysmans, J. Van Mierlo, J. Cuvelier, F. Timmermans, J. Vande Wyer, A.H. Cornette, Em. De Bom, Fl. Prims en Lode Baekelmans, werkende leden;
de heeren: L. Grootaers, A. Van Cauwelaert, J. Eeckhout, Lode Monteyne, E. Blancquaert en Fr. Baur, briefwisselende leden.
Laten zich verontschuldigen: de heeren L. Simons en A. Joos, werkende leden, en H. de Man, briefwisselend lid.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag van de Meivergadering; het wordt goedgekeurd.
| |
Aangekochte boeken
| - | De Gelukkige familie, door Herman Robbers (Feniks Reeks). |
| - | De Scharlaken letter, door Nathaniel Hawthorne (Feniks Reeks) |
| - | Breviarium der Vlaamsche lyriek, door Marnix Gysen; |
| - | Toponymie de la Hesbaye liégeoise, - VI. Odeur, par Jules Herbillon. |
| |
| |
| |
Aangeboden boeken
Door de Regeering:
| - | Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje voor 1837, 1838, 1839, 1840, 1841, 1842, 1857, en 1860; |
| - | Jaarboek van het Willemsfonds. - Verslagen over het Bestuurjaar 1877, 1886, 1887, 1888, 1889; |
| - | Brieven van Jan Frans Willems, verzameld door Max Rooses; |
| - | Jan Frans Willems - Levenschets, door Max Rooses; |
| - | Jaarboek der Letterkundige Vereeniging Jan-Frans Willems. - Afdeeling der Maatschappij voor Volksvoordrachten ‘Het Vlaamsche Volk’ van Antwerpen 1e, 3e, 4e, 5e, 6e en 7e jaargang; |
| - | Een blik op Vondel als wijsgeer, door L. Simons; |
| - | De drie Zustersteden, de Vrede, de Boekweit, en andere gedichten, van K.L. Ledeganck; |
| - | J. Winkler Prins Gedichten, ingeleid en uitgezocht door J. Reddingius; |
| - | Sapho- - Treurspel in vijf bedrijven, door Grillparzer, vertaald door J.L. Haller; |
| - | Gedichten voor de jeugd, door Alexis Callant; |
| - | Dr. F.W. Weber's Dreizehnlinden, in het Vlaamsch overgedicht, door Eug. De Lepeleer; |
| - | De Kanarievogel en de Kapel by Wolfsbühl, door Kan. C. von Schmid; |
| - | Wilde rozen, door Karel Bogaerd; |
| - | De Wedergevonden zoon, door Honoré Staes; |
| - | Jaarboeken der Sint Jorisgilde van Gent, door Frans De Potter; |
| - | Stijl- en letterkunde. - Praktisch Handboek, door Frans Willems; |
| - | Argentina, zijnde eene beschrijving der Argentijnsche Republiek, door Ch. en F.A. Marichal; |
| - | Hymnus aan het menschdom, door Emanuel Hiel; |
| - | Levensschets van den Eerweerden Heer Jozef-Ignatius-Michaël Van Dale, door Theodoor Sevens; |
| - | Taal- en Letterkundige nalatenschap van K.L. Ternest, uitgegeven door Jan Broeckaert; |
| - | Keus uit Theokritus' Idyllen, door Dr. J.L. Haller; |
| - | Het Rozenhofken, door J.B. De Corte, Priester; |
| - | Het Menschdom verlost. - Tafereelen, door Lodewijk De Coninck; |
| - | Gedichtenkrans, door Emiel Tetaert; |
| |
| |
| - | Meester Jochem's lotgevallen en reistocht naar Gheel, door J.B. Straatman; |
| - | La Ville et le district de Malines érigés en Comté, en 1490 par l'empereur Fréderic III, par Alphonse Goovaerts; |
| - | Notice sur l'assemblée de la West-Flandre dite Vergaderinge van West-Vlaender 1789-1794, par Ernest Vanden Peereboom; |
| - | Enthüllungen an das deutsche Volk über das Fürsten-Parlament; |
| - | Schetsen en beelden. - Gedichten door Adolf Beernaert; |
| - | Stemmen des gevoels. - Liederen en gedichten door A.V. Bultynck; |
| - | Jan Van Beers' ‘Rijzende blaren’, door Omer Wattez; |
| - | Keerzijde van Beer's ‘Rijzende blaren’ door Wagenaar; |
| - | Langs nieuwe paden, door denzelfde; |
| - | Keus van Mengeldichten uit het werk van wijlen Isidoor van Cauwenberghs, door Clement van Cauwenberghs; |
| - | Zieletolken, door H. Ledeganck; |
| - | Vondel 1679. - 5 Februari 1879 - Voordracht en Gedicht, door Dr. C.J. Hansen; |
| - | Dendermondsche drukpers, door Jan Broeckaert; |
| - | Mgr. De Haerne, door Theodoor Sevens; |
| - | Lieven Bauwens en de opkomst der katoennijverheid in Vlaanderen, door Odilon Périer; |
| - | De vroolijke historie van Ph. van Marnix, door Dr. P.P.M. Alberdingk-Thym; |
| - | Don Juan. - Dramatisch gedicht, door Hendrickx; |
| - | Vlaemsch Taelverbond, door P.F. Van Kerckhoven. |
Door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, te Amsterdam:
- Mededeelingen. - Afdeeling Letterkunde: Deel 81. Serie A.
Nr 1. Nedersaksische en Hoogduitsche invloeden op de Nederlandsche woordvoorraad, door C.G.N. De Vooys;
Nr 2. Les preuves de l'existence de Dieu dans la théologie musulmane, par A.J. Wensinck;
Nr 3. - Russisch Na Berken' Poolsch Na Bakier, door R. Van der Meulen;
Nr 4. Grammatiese kategorieën bij het naamwoord, door Gerlach Royen;
Nr 5. Un groupe d'aramaismes dans le texte grec des évangiles, par A.J. Wensinck;
Nr 6. Homo in het oud-christelijk Latijn, door Jos. Schrynen;
- Mededeelingen. - Afdeeling Letterkunde. Deel 82. Serie B.
| |
| |
Nr 1. De economische conjonctuur in Nederland in de 19e eeuw, door I.J. Brugmans;
Nr 2. Mededeelingen uit de Leidsche verzameling van spijkerschrift-inscripties, III, Assyrische en Nieuw-Babylonische oerkonden (1100-91 v. Chr.), door F.M.Th. Böhl;
Nr 3. - Yslands Odinsgeloof, door A.G. Van Hamel;
Nr 4. - De brug tusschen het grondwettelijk recht der republiek der Vereenigde Nederlanden en dat van de wedergeboorte, door W.J.M. Van Eysinga;
Door de R.K. Universiteit te Nijmegen.
| - | Jaarboek 1935-1936. |
| - | Missiologie en Oostersche theologie, door Dr. Alph. J.M. Mulders; |
| - | Middeleeuwsche geestestypen, door Dr. Th. Baader; |
| - | Taine et Renan et l'idée de Dieu, par J.P. Boosten; |
| - | Wolframs Parzival, S. Johannes der Evangelist und Abraham Bar Chija, door Joannes Cornelius Daniels, S.J.; |
| - | Rechtmatigheid van de doodstraf, door W.C.L. van der Grinten; |
| - | De regering der Nederlanden in de jaren 1555-1559, door K. Verhofstad, S.J.; |
| - | L'action religieuse de Ferdinand Brunetière, par J.M.H. Van der Lugt; |
| - | Karoline Pichlers Schaffen und Weltanschauung ihrer Zeit, von Lena Jansen. |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris
1. - Het Technicum der Universiteit te Gent. - Inhuldiging van het Laboratorium voor Hydrauliek. - De Academie werd door den Heer Administrateur-Inspecteur Prof. Schoep uitgenoodigd zich op deze inhuldiging te laten vertegenwoordigen. De Bestendige Secretaris was op die plechtigheid aanwezig.
2. - Juli-zitting. Datum. - Op voorstel van het Bestuur beslist de Academie haar Juli-zitting op 14 der maand
| |
| |
te houden; de datum der gewone maandelijksche zitting valt nl. op een nationalen feestdag.
3. - ‘Centre d'accueil’ te Parijs. - Bij brieve van 12 Juni 1937, noodigt Z. Exc. de Heer Laroche, Gezant der Fransche Republiek, de Koninklijke Vlaamsche Academie uit hem de namen ter kennis te willen brengen, van de leden, die tijdens de Tentoonstelling van Parijs zich naar de Fransche hoofdstad zouden begeven. Er werd aldaar voor vreemde schrijvers en geleerden een ‘Centre d'accueil’ opgericht, waar zij al de gewenschte inlichtingen zullen bekomen.
4. - Vondel-Jubileum. Vanwege Dr. André Schillings, te Grenoble, ontving de Academie een gedicht ter vermelding onder den titel: Op het 350ste geboortejaar van Joost van den Vondel, 1937.
| |
Mededeelingen namens de commissies
I. - Bestendige Commissie voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde.
Dr. L. Willems, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Goemans, Jacobs, Van Mierlo, Cuvelier (voorz.), Verdeyen (ondervoorz.) en Blanquaert;
en de heeren hospiteerende leden ...
Op de dagorde staat:
1o) De wording van Hadewijch's Minnelyriek. - Lezing door Prof. J. Van Mierlo.
| |
| |
P. Van Mierlo behandelt de vraag: Moet Hadewijch's Minnelyriek uit de Duitsche, ofwel uit de Romaansche Minnelyriek verklaard worden? Alles wijst er a priori op, dat hare kunst bij de Romaansche behoort. Dit blijkt dan ook uit hare talenkennis: zij kende wel zeker Fransch, misschien Latijn, van hare kennis van het Duitsch weten wij niets. Dit blijkt verder uit de voornaamste motieven harer kunst, in 't bijzonder uit hare opvatting van de fine Minne, van de Minne die yoye geeft, en andere, die in den Duitschen Minnezang ontbreken, terwijl de motieven waardoor zij verwant zou zijn met den Duitschen Minnezang evenzeer Romaansch zijn, en zelfs de eigenaardige schakeering missen, die ze in den Duitschen Minnezang hebben; dit blijkt nog uit formeele eigenaardigheden, als uit de tornade. Wat hare verwantschap met Veldeke betreft, invloed van Veldeke's taal en kunst in Brabant is wel waarschijnlijk, maar Hadewijch heeft hem zelf wel niet gelezen. Trouwens Veldeke moet ook uit de Romaansche lyriek verklaard worden. Aan het einde wordt opgekomen tegen het systeem bij sommigen, om de vroegste Dietsche kunst langs Duitschland om te leiden.
De hr. Voorzitter wenscht spreker geluk met zijn voordracht en stelt de opneming in de Verslagen en Mededeelingen voor. - Aangenomen.
De hr. Hegmans, docent aan de Gentsche Universiteit, zendt een nota in over Elckerlyc, v. 317, welke door den hr. Willems wordt voorgelezen. De Commissie besluit de nota in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
II. - Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde.
De hr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Lateur, Vermeylen, Salsmans, Vande Velde (voorz.). Muls (ondervoorz.), Toussaint van Boelaere, Felix Timmermans.
| |
| |
Op de dagorde staat:
1o) Zuid- en Noord-Nederlandsche Bibliographie over Natuur- en Geneeskunde tot 1800. II en III. - Lezing door Prof. Dr. A.J.J. Vande Velde.
De commissie besluit de voortzetting van deze interessante boekenopgave en -beschrijving in de Verslagen- en Mededeelingen op te nemen.
2o) Ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden: a) een studie van Dr. Thiery over Poesjkine, met vertalingen. - Verslagen van de twee Commissarissen; b) E.A. Leemans, Vondel en Spinoza. - Benoeming van twee Commissarissen; c) Dr. Vuylsteker, Taalkundige Neerlandiana in Noord-Amerika. - Verslagen van de twee Commissarissen.
a) Het verslag over de Poesjkine-studie luidt ongunstig. De commissie besluit die niet op te nemen.
b) Als commissarissen worden aangewezen: de hh. Salsmans en Vermeylen.
c) De commissie nam geen besluit. Zij stelde den hr. Verdeyen als derden commissaris aan.
3o) Voorstel tot uitgave, door de Academie van den Tekst der 19 spelen vertoond op het landjuweel te Gent in 1539 met inleiding en aanteekeningen door Dr. L.M. van Dis en Dr. B.H. Erné.
De commissie is van meening dat deze uitgave zeer wenschelijk is, doch vooraleer een besluit te nemen acht zij het noodzakelijk een ernstig onderzoek in te stellen over de modaliteiten der uitgave.
| |
| |
| |
Dagorde
Lidmaatschap der Koninklijke Vlaamsche Academie. Verkiezingen. - Staan open: a) één plaats van briefwisselend lid, ter vervanging van den hr. L. Baekelmans, tot werkend lid benoemd; b) één plaats van buitenlandsch eerelid ter vervanging van Prof. A. Verwey.
Als stemopnemers worden aangeduid de Heeren J. Muls en E. De Bom, werkende leden.
Wordt tot briefwisselend lid verkozen de Heer Dr. Van Eeghem, te Brussel, tot buitenlandsch eerelid, de Heer Prof. Dr. Kloeke, te Leiden.
Lezing door den Eerw. P. Prof. Van Mierlo: Over het ontstaan van de hoofsche Minnelyriek. - De heer Bestuurder wenscht spreker geluk en stelt voor zijn lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. Dit voorstel wordt goedgekeurd.
|
|
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd