| |
| |
| |
Vergadering van 17 Maart 1937.
Waren aanwezig: de heeren R. Verdeyen, bestuurder; Fr. Van Cauwelaert, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Frank Lateur, L. Van Puyvelde, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Van de Velde, J. Jacobs, J. Salsmans, J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, J. Van Mierlo, J. Vande Wyer, A.H. Cornette, Em. De Bom en Fl. Prims, werkende leden;
de heeren L. Grootaers, A. Van Cauwelaert, Lode Baekelmans, J. Eeckhout, Lode Monteyne, E. Blancquaert en Fr. Baur, briefwisselende leden.
Hadden zich laten verontschuldigen: de heeren L. Simons, M. Sabbe, H. Teirlinck, J. Cuvelier en Fr. Daels.
***
De Bestendige Secretaris geeft lezing van het verslag der vorige vergadering. Het wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van Prof. Dr. Albert Verwey, buitenlandsch Eerelid der Academie. - Door de dagbladen, tevens door een schrijven van Mevrouw Mees-Verwey vernam de Academie de treurige tijding van het onverwacht overlijden op 8 Maart, in den ouderdom van 71 jaar, van Prof. A. Verwey ons kortelings verkozen Buitenlandsch Eerelid.
| |
| |
Een telegram van rouwbeklag werd onmiddellijk aan de familie Verwey uit naam der Academie gestuurd, en de nationale vlag halfstok op het Academiegebouw geheschen.
Bij den aanvang der pleno-zitting brengt de hr. Bestuurder Prof. Verdeyen voor de rechtstaande vergadering hulde aan de nagedachtenis van A. Verwey als dichter, literair criticus, medestichter van de Nieuwe Gids, van het Tweemaandelijksch Tijdschrift, stichter van De Beweging, die in de letterkundige bedrijvigheid van Nederland, sedert meer dan een halve eeuw een overwegende rol heeft vervuld en de Vlamingen steeds genegen was.
| |
Aangekochte boeken
Wie is dat?
Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540, IIIe deel, door M.E. Kronenberg;
Recueil général des lexiques français du Moyen-Age, I, Lexiques alphabétiques, par Mario Roques.
| |
Aangeboden boeken
Door de Regeering:
- | Tafels van Resolutieboeken der Staten van Vlaanderen. I (1580-1583 en 1614-1631), door Hubert Van Houtte; |
- | Itinéraires de Charles, duc de Bourgogne, Marguerite d'York et Marie de Bourgogne (1467-1477), par Herman Vander Linden. |
Door den hr. Em. De Bom, werkend lid der Academie:
- | Professor Jozef Vercoullie, door Willem Pee; |
- | Multatuliana, bij de vijftigste verjaring van Dekkers dood, door Julius Pee; |
Door Kan. Fl. Prims, werkend lid der Academie:
- | Geschiedenis van Antwerpen. VI - Onder de hertogen van Burgondië, hertogen van Brabant (1406-1477). |
Door Prof. Dr. L. Grootaers, briefwisselend lid der Academie:
- | Mededeelingen van de Zuidnederlandsche Dialectcentrale. Ne 7 tot 17. |
| |
| |
Door den heer J. Mennekens:
- | De Burgerlijke Stand; |
- | Handboek van het Gemeenteraadslid; |
- | De Openbare Onderstand; |
- | De Belgische Grondwet; |
- | Wetten op het gebruik der talen in het lager en het middelbaar onderwijs. Ie en IIe deel; |
- | Wet betreffende het gebruik der talen in bestuurszaken; |
- | Het Landjuweel. Algemeen overzicht bij gelegenheid van haar tienjarig bestaan 1923-1933; |
- | Het Belgisch Staatsrecht, Aflev. 1 tot 8, 10 en 11. |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris
1. Benoeming van Bestuurder en Onderbestuurder der Academie. - Bij brieve van 17 Februari op 19 ingekomen (Alg. Directie, van S.K. no 17100), wordt aan de Academie de benoeming medegedeeld van Prof. R. Verdeyen tot Bestuurder en van Dr. Fr. Van Cauwelaert tot Onderbestuurder der Academie.
2. Rekeningen der Fondsen over 1936. - Die rekeningen werden door de Bestuurscommissie goedgekeurd, welk besluit door de Academie beaamd werd. Zij zullen aan den Koning ter goedkeuring worden onderworpen.
3. Nederlandsche spelling. - De Afdeeling Letterkunde van de Academie van Wetenschappen te Amsterdam gaf door brieven met bijlagen achtereenvolgens aan de Koninklijke Vlaamsche Academie het volgende te kennen:
a) Brief van 15 Januari 1937.
‘De Nederlandsche Regeering heeft zich onlangs tot onze Afdeeling gewend in zake de nieuwe regeling van de schrijf- | |
| |
wijze der Nederlandsche taal. Evenwel heeft de Regeering ons niet in het algemeen advies gevraagd over deze aangelegenheid in haar geheel, doch slechts raad en voorlichting op enkele bepaalde, nauw omschreven punten.
De Afdeeling staat op het standpunt, dat elke hervorming van spelling of spraakkunst der Nederlandsche taal de vrucht zou moeten zijn van gemeenschappelijk overleg en eendrachtige samenwerking van België en Nederland. Tot hare vreugde is de Afdeeling thans door de Regeering gemachtigd zich in verbinding te stellen met Uwe Academie, teneinde te trachten Uwe goedkeuring te verwerven op de voorstellen, welke de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van haar verwacht. Dientengevolge veroorlooft zich onze Afdeeling thans, onder overlegging van afschriften van de door haar met de Regeering gevoerde briefwisseling, uit welke Uwe Academie alle nadere bijzonderheden zal ontwaren, tot Uwe Academie de vraag te richten, of zij bereid is de voorstellen aan de Nederlandsche Regeering, welke onze Afdeeling zal hebben uit te werken, te toetsen en haar oordeel aan onze Afdeeling kenbaar te maken.’
b) Brief van 15 Maart 1937.
‘Sinds de U toegezonden briefwisseling met den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen formuleerde de Afdeeling haar antwoord aan dien bewindsman in een schrijven, gedateerd 16 Februari 1937, waarvan afschrift hierbij gaat. Uit het antwoord op dien brief, dat U eveneens hiernevens gelieve aan te treffen, blijkt, dat de Minister gaarne van onze Akademie een voordracht voor de benoeming van een commissie tegemoet ziet, welke de in dat schrijven omschreven opdracht zal hebben uit te werken. Evenals onze Akademie stelt ook de Minister zich op het standpunt, dat medewerking van Belgische geleerden in de te benoemen commissie van het hoogste belang moet worden geacht.
In haar vergadering van 8 Maart besloot onze Afdeeling voor de te benoemen commissie voor te dragen haar leden: Prof. Dr. Jac. van Ginneken, Prof. Dr. A.G. van Hamel, Prof. Dr. C.G.N. de Vooys, Prof. Dr. J.C.F.H. Schrijnen en Dr. M. Schönfeld. De Afdeeling zou het ten zeerste op prijs
| |
| |
stellen, indien Uwe Academie haar in staat kon stellen de voordracht aan den Minister met een tweetal namen van leden Uwer Academie, die bereid zijn aan den arbeid der commissie deel te nemen, te verrijken.
Gaarne wordt Uw antwoord dienaangaande aan het bureau onzer Akademie te Amsterdam - overeenkomstig het verzoek van den Minister zoo mogelijk eenigzins spoedig - tegemoet gezien.’
Na bespreking van deze gewichtige aangelegenheid wordt door de Academie besloten slechts op het eerste verzoek van de Academie te Amsterdam in te gaan en in den schoot der Vlaamsche Academie een commissie te benoemen belast met het toetsen van ‘de voorstellen aan de Nederlandsche Regeering welke de Afdeeling (d.i. de Afdeeling Letterkunde van de Academie te Amsterdam) zal hebben uit te werken.’ Na goedkeuring van het verslag door hare commissie uitgebracht zal de Vlaamsche Academie dit verslag aan de Academie te Amsterdam mededeelen. De commissie zal in de April-vergadering worden samengesteld.
4. Toelagen van de Provincieraden. - De Provincies West-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg hebben de beloofde toelagen aan de Academie gestort. Ze werden door de Nationale Bank op het spaarboek Reeks 4a no 3853 van de Algemeene Spaar- en Lijfrentkas overgeschreven onder den titel: Koninklijke Vlaamsche Academie. Schenking van de Provincieraden.
5. Borstbeelden Omer Wattez en A.H. Cornette. - Deze borstbeelden werden aan de Academie door de Regeering ter bewaring gegeven en onmiddellijk geplaatst, het eerste in de Willemszaal, het tweede vóór den ingang er van.
6. Bij brieve van 10 dezer vraagt Collega Prof. Daels aan het Bestuur of hij vóór het verschijnen van zijn
| |
| |
opstel Iets over de Prijzen van de Koninklijke Academie van België in de Verslagen en Mededeelingen der Academie eenige uittreksels er van aan de pers mag mededeelen.
Dit verzoek geeft aanleiding tot een bespreking waarvan het besluit is, dat voortaan geen uitzondering meer zal gedoogd worden op den regel die in alle Academies geldt en die aan het Bestuur voorschrijft alleen onuitgegeven stukken in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen.
Voor het aanhangig geval wordt op voorstel van den Bestendigen Secretaris een schikking getroffen waarbij de belangen van de Academie en die van den schrijver gevrijwaard blijven.
| |
Mededeelingen namens de commissies
I. - Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - Kan. Fl. Prims, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Willems, Van Puyvelde, Van Mierlo (voorz.), Toussaint van Boelaere (ondervoorz.) en Salsmans;
en het hospiteerend lid, de heer Goemans.
De heer K. De Leu stuurt een bijdrage in over een nieuw fragment van den Spieghel Historiael. De Commissie stelt voor de bijdrage op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
Op de dagorde staat:
1o) Nota's over Middeleeuwsche Tooneelstukken. - Lezing door den hr. L. Willems.
| |
| |
De middeleeuwsche kluchten eindigen op vechtpartijen. Deze verdwijnen echter uit de kluchten in de XVIe eeuw. Nu sluiten ze bijna telkens met een rondedans. In deze vechtpartijen lag meermaals de bijval van het stuk bij het publiek.
In een tweede nota gaat het over het politiek tooneelstuk ontleed door Linet, den pensionaris van Sluis, in zijn brief van 1452 die in handen der Gentenaars viel. Van dit wagenspel is er vermelding in de Gentsche stadsrekening 1451-1452, en het heeft zijn belang voor het opbouwen van de geschiedenis van het politiek middeleeuwsch tooneel.
E.P. van Mierlo leest een nota over ‘die Arnout niet en hadde bescreven’ uit den proloog van den Reinaert. P. Van Mierlo verdedigt de lezing ‘Perrout’ en ontleedt nader de beteekenis van den tekst. Ook de bezwaren worden onderzocht.
De Commissie is het eens om het opnemen van deze opstellen in de Verslagen en Mededeelingen voor te stellen.
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch. - Kan. J. Jacobs, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Goemans, Vande Velde, Van Puyvelde (voorz.), Muls, Verdeyen (ondervoorz.) en Grootaers;
en de hospiteerende leden Toussaint van Boelaere en Baekelmans.
Op de dagorde staat:
1o) Lidmaatschap der Commissie ter vervanging van den heer J. Vercoullie, overleden.
Wordt verkozen de heer A.H. Cornette, werkend lid der Academie.
| |
| |
2o) Bevoegdheid, inrichting en nieuwe titel der Commissie. - Bespreking.
Begin 1936 werd de Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch vereenigd met de Commissie voor het Nederlandsch Woordenboek. De vraag is welke naam die ééne, nieuwe commissie voortaan dragen zal. Na bespreking wordt beslist voortaan de benaming te gebruiken: Bestendige Commissie voor Onderwijs en Lexicographie, zoodat deze commissie zich ook met het opmaken of nazien van vakwoordenlijsten, enz. kan belasten.
De Commissie stelt aan de Academie voor de wijziging van de vroegere bevoegdheid en benaming goed te keuren, mits vooraf het gunstig advies der Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren, welke de studie van vaktermen in haar bevoegdheid heeft, te hebben bekomen.
Plechtige Openbare Zitting. - Keus van den Feestredenaar. - Die zitting zal plaats grijpen op Zondag 3 October a.s. Ze zal in dit Vondelsjaar aan den grooten Nederlandschen dichter gewijd worden en de twee toespraken, van den Bestuurder en van den uitgenoodigden redenaar, zullen handelen over zijn leven en werken.
| |
Dagorde
1o Lidmaatschap der Academie. - Geheime vergadering te 2 1/2 uur. - Verkiezing van een werkend lid ter vervanging van Professor Dr. J. Vercoullie, overleden.
Worden tot stemopnemers aangewezen de heeren L. Van Puyvelde en A.H. Cornette.
Wordt verkozen de heer Lode Baekelmans, letterkundige, hoofdbibliothecaris der stad Antwerpen, briefwisselend lid.
Deze verkiezing zal ter goedkeuring aan den Koning worden onderworpen.
| |
| |
2o Lezing door den heer Lode Baekelmans: Een Epigoon van Hendrik Conscience.
De heer Bestuurder wenscht spreker geluk en stelt voor zijn lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. De vergadering gaat eenparig met dit voorstel akkoord.
|
|