| |
| |
| |
Vergadering van 15 Juli 1936.
Zijn aanwezig: de heeren J. Muls, bestuurder; R. Verdeyen, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Fr. Lateur, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Vande Velde, J. Jacobs, M. Sabbe, J. Salsmans, Fr. Daels, F.V. Toussaint van Boelaere, J. Van Mierlo, J. Cuvelier, F. Timmermans, A.H. Cornette, Em. De Bom en Fl. Prims, werkende leden;
de heeren L. Grootaers, J. Eeckhout, Lode Baekelmans, J. Grauls, Lode Monteyne en E. Blancquaert, briefwisselende leden;
Laten zich verontschuldigen: de heeren L. Simons, A. Joos, werkende leden; H. De Man en E. Claes, briefwisselende leden.
***
De bestendige Secretaris leest het verslag van de Junivergadering; het wordt goedgekeurd.
| |
Aangekochte boeken.
- | Handbuch der Literaturwissenschaft, Lieferung 205; |
- | De Katholieke Encyclopedie. 14e Deel; |
- | Ethnologie. Inleiding tot de studie der primitieve beschaving, door Dr. Frans M. Olbrechts. |
| |
| |
| |
Aangeboden boeken.
Door de Regeering:
- | Statistisch Jaarboek voor België en Belgisch Congo. 1936. |
- | Les Poèmes mythologiques de l'Edda, par F. Wagner; |
- | L'aeuvre de Jean Renart, par Rita Lejeune-Dehousse. |
Door heeren leden der Academie:
- | Het levende Oud-Antwerpen, door Jozef Muls; |
- | De Val van Antwerpen (10 Oct. 1914), door Jozef Muls; |
- | De Gruweljaren 1914-1916. Steden en Landschappen, door Jozef Muls; |
- | Bruegel, door Jozef Muls; |
- | Cornelis De Vos, schilder van Hulst, door Jozef Muls. |
- | Heelkundige verpleging en Kraamverpleging, door Prof. Dr. Frans Daels. |
Door de Katholieke Universiteit te Nijmegen:
- | Het Kind in onze Middeleeuwsche literatuur, door B. Vanden Eerenbeemt; |
- | Passio sanctorum perpetuae et felicitas, door C.J.M.J. Van Beek; |
- | De diaken Pelagius en de verdediging der drie kapittels, door P. fr. Ephrem Sloots, O.F.M.; |
- | Ons eigen volkslied, door J. Pollmann; |
- | De typische getallen bij Homeros en Herodotos, I - Triaden, hebdomaden en enneaden, door J.W.S. Blom; |
- | Christus onze tijdgenoot, door H.P.A.M. Weytens; |
- | Etude sur les Tributaires d'Eglise dans le comté de Flandre du IXe au XIVe siècle, door P.C. Boeren; |
- | De Wegenwet, door O.F.A.H. van Nispen van Pannerden. |
Door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, te Amsterdam. Afdeeling Letterkunde. Deel 77. Serie A:
Nr 1. | - De Amsterdamsche volkstaal voorheen en thans, door G.G. Kloeke; |
Nr 2. | - Een phonologiese parallel tussen Germaans, Slavies en Balties, door N. van Wyk; |
Nr 3. | - Nieuw-Germaansche theologie, door W.J. Aalders; |
Nr 4. | - Oer-Indogermaansch en Oer-Indogermanen, door C.C. Uhlenbeck; |
Nr 5. | - Fünf Sprachfamilien Südamerikas, von C.H. De Goeje; |
Nr 6. | - Eskimo en Oer-Indogermaansch, door C.C. Uhlenbeck; |
| |
| |
Deel 80, Serie B.
Nr 1. | - Albiobola, door C.W. Vollgraff; |
Nr 2. | - Burg en Kerspel in Walcheren, door J. Huizinga; |
Nr 3. | - Het OEconomisch-Magisch element in Tobasche verwantschapsverhoudingen, door F.D.E. Van Ossenbruggen; |
Nr 4. | - Het Maleische Adat-wetboek van Koetai, door Ph.S. Van Ronkel; |
Nr 5. | - De iconographie van den dubbelen logos, II. De Sophia-logos in Ketterijen en monnikvroomheid, door L.H. Grondys; |
Nr 6. | - Rechtsbeginselen, door P. Schollen; |
Nr 7. | - Nicolaas Everaerts (1462-1532) en het recht van zijn tijd, door L.J. Van Apeldoorn. |
Door het Historisch Genootschap van Utrecht:
- | Bijdragen en Mededeelingen, 57e Deel. |
- | Acta et decreta senatus - Vroedschapsresolutiën en andere bescheiden betreffende de Utrechtsche Academie, door Dr. G.W. Kernkamp. |
Door bijzonderen:
- | Bijdrage tot de geschiedenis van Deerlijk, door Leon Defraye; |
- | De Kerkelijke geschiedenis van Deerlijk, door denzelfde; |
- | Europe menacée. |
Door de Zuid-Afrikaanse Akademie vir Taal, Lettere en Kuns:
Deel IV. Bulletin, April 1936, Nr 6.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
I. Taalopzicht. - Vernieuwing van de opdracht der Vlaamsche opzieners. - Bij brieve van 28 Juni 1936 vraagt de heer Minister van Openbaar Onderwijs het advies van de Koninklijke Vlaamsche Academie aangaande de vernieuwing voor een termijn van 3 jaar van de opdracht waarmede de heeren C. De Baere en V. D'Hondt werden belast. De Academie spreekt hieromtrent een gunstig advies uit.
II. Brief van den heer J. Hoste, Minister van Openbaar Onderwijs aan de Kon. Vl. Academie. -
| |
| |
In antwoord op het telegram van gelukwenschen vanwege de Academie tot hem gericht bij gelegenheid van zijn aanstelling als Minister van Openbaar Onderwijs, zegt de heer J. Hoste hartelijk dank (20 Juni 1936).
III. Borstbeeld J.F. Willems. - Vanwege de Koninklijke Hoofdkamer van Rhetorica De Fonteyne te Gent ontving de Academie een brief van 25 Juni waarbij haar wordt gevraagd het gipsen borstbeeld van J.F. Willems in bruikleen te willen afstaan.
De Academie stemt daarin toe.
IV. Brieven van de in Juni 1.1. verkozen leden. - De heeren Huizinga. Verwey, Kruitwagen en Dirk Coster, in de laatste zitting tot buitenlandsch eerelid verkozen, alsmede de heer Fr. Baur tot briefwisselend lid aangesteld, danken de Academie voor hun benoeming.
V. Vlaamsche Wetenschappelijke Academie. - In antwoord op haar verzoek tot de Regeering gericht aangaande de stichting van een Vlaamsche Wetenschappelijke Academie ontving de Kon. Vl. Academie een brief gedagteekend 26 Juni 1936, waarbij de Heer Eerste-Minister zijn voornemen te kennen geeft de zaak aan de beraadslaging eener Ministerieele Commissie te onderwerpen.
VI. Verkiezing van den heer Cam. Huysmans, werkend lid der Academie, tot voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. - In antwoord op de gelukwenschen hem door het Bestuur uit naam der Academie bij deze gelegenheid aangeboden betoonde de heer Cam. Huysmans, bij brieve gedagteekend van 2 Juli 1936, zijn hartelijken dank aan zijn collega's.
| |
| |
VII. Te Deum te Gent en te Brussel. - Bij brieven van respect. 10 en 13 Juli vanwege de heeren Gouverneurs van Oost-Vlaanderen en van Brabant worden de leden der Academie op het Te Deum van 21 Juli uitgenoodigd te Gent en te Brussel.
VIII. Medaillon Isidoor Teirlinck. - Mevrouw Wed. Isidoor Teirlinck liet vóór eenige dagen het witmarmeren medaillon van onzen diepbetreurden collega op de Academie brengen. Een brief van dank werd onmiddellijk aan Mevrouw Teirlinck en aan hare familie vanwege het Bestuur en de leden gestuurd.
| |
Mededeelingen namens de commissies
I. Bestendige Commissie voor geschiedenis, Bio- en Bibliographie.
Kan. Fl. Prims, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Willems, Sabbe, Cuvelier, Van Mierlo (voorz.), Prims (secret.), Toussaint van Boelaere (ondervoorz.), en Salsmans;
en de heeren hospiteerende leden Baekelmans en Grootaers.
Op de dagorde staat:
Slotwoord bij een debat over ‘begginus’. - Het Leven van S. Lutgart oorspronkelijk Limburgsch?. - Mededeelingen door den Z. Eerw. P.J. Van Mierlo, werkend lid.
Vooraf brengen M.M. Baeckelmans en Van Mierlo verslag uit over een ingezonden studie van den heer Van der Hey- | |
| |
den, De openbare catalogus in de Amerikaansche bibliotheek. De verslaggevers wenschen deze studie te zien uitgeven door de Academie.
Vervolgens handelt E.P. Van Mierlo nogmaals over het woord begginus.
Naar aanleiding van opstellen en werken onlangs verschenen in verband met studieën van hem in de Verslagen, verwijst P. Van Mierlo eerst E.H. Philippen naar zijn vroegere studiën en naar de kern van zijn stelling, die zijn geachte tegenspreker nog steeds niet juist schijnt te begrijpen.
Tegen Prof. J. Van Ginneken, die het Leven van Jesus als zuiver Limburgsch beschouwt met een Brabantsch vernisje, en dan ook het Leven van S. Lutgart als het werk van een Limburgschen geestelijke, dat Willem van Afflighem alleen van wat Limburgismen zou hebben gezuiverd, toont P.V. Mierlo aan, dat het Leven van S. Lutgart onmogelijk het werk van een Limburgschen geestelijke kan zijn, maar zeer zeker dat van een Brabander, van een monnik van Afflighem, van Willem van Afflighem is. De zooeven verschenen dissertatie van van Ginnekens leerlinge, Jf. Van Kersbergen, over het Leven van Jesus, heeft, volgens P. Van Mierlo, het Limburgsch karakter van Leven van Jesus niet bewezen; en in zooverre ook hier Leven van Jesus en Leven van S. Lutgart tot denzelfden taal- en cultuurkring worden gebracht, stuit de stelling eveneens op de onmogelijkheid, dat Leven van S. Lutgart het werk van een Limburgschen geestelijke zou zijn.
Aan de bespreking nemen deel de heeren Willems en Grootaers.
De Commissie stelt voor beide nota's in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
De hr. L. Willems spreekt vervolgens over een vergeten werk van Willem van Afflighem. Jacq. de Guise en zijn Annales comitum Hannoniae verwijst op die plaatsen naar een gedicht van Willem abt van S. Truiden over de oudste geschiedenis der hertogen van Brabant. Spr. bewijst dat het hier wel Willem van Affligem geldt. Het werk moet geschreven geweest zijn in de jaren 1277-1279, en was in het Latijn gesteld.
De commissie stelt voor ook deze nota in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
| |
| |
| |
II. Bestendige Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch.
Kan. J. Jacobs, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgendvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Goemans, Vande Velde, Van Puyvelde (voorz.), Sabbe, Muls, Verdeyen (ondervoorz.) en Grootaers;
Liet zich verontschuldigen de heer Kan. J. Joos.
Op de dagorde staat:
Nogmaals over lidwoord en geslacht. - Lezing door Dr. L. Goemans, werkend lid.
De heer Goemans wenscht niet op de spellingskwestie in te gaan. Hij wil alleen de aandacht vestigen op een corollarium daarvan d.i. op het geslacht der zaaknamen in de Nederlandsche taal. Hij zoekt naar de oorzaken der afwijkingen tusschen de gesproken Ndl. taal en de dialecten, en terloops spreekt hij over taalgevoel. Daarna volgt een korte bespreking. - De Commissie stelt voor de lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
| |
Dagorde.
1o) A. Beernaert-prijs. - Verslag van den keurraad. - Het verslag door den heer Herckenrath opgesteld wordt door den Bestendigen Secretaris gelezen en de Vergadering verklaart het met de uitspraak van de jury eens te zijn. Derhalve wordt de bundel gedichten getiteld Opera waarvan de schrijver is bekroond.
De tekst van het verslag zal met de andere verslagen in de Juni-aflevering plaats nemen.
| |
| |
2o) Erasmus-hulde. - De heer Bestuurder neemt daarna het woord ten einde deze hulde in te leiden. Vervolgens spreekt de heer Prof. M. Sabbe, werkend lid, over Erasmus en zijn Antwerpsche vriendenkring en de Eerw. Prof. J. Van mierlo, werkend lid, over Erasmus, een levensbeeld.
De heer Bestuurder wenscht beide sprekers geluk. Hunne lezingen zullen in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
|
|