| |
| |
| |
Plechtige Vergadering van 13 October 1935.
De speciale genoodigden kwamen met de leden der Academie vóór 11 uur in het eeresalon bijeen.
Waren aldaar aanwezig: de heeren F.V. Toussaint van Boelaere, bestuurder; J. Muls, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Frank Lateur, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Van de Velde, J. Jacobs, M. Sabbe, A. Carnoy, J. Van Mierlo, J. Cuvelier, R. Verdeyen, Em. De Bom, werkende leden; L. Grootaers, J. Eeckhout, Ern. Claes, J. Grauls, Lode Monteyne, E. Blancqaert, briefwisselende leden.
* * *
Waren verder in het eeresalon aanwezig de heeren De Schrijver, Minister van Landbouw; Directeur F. Van Hecke, afgevaardigde van den hr. Minister van Openbaar Onderwijs; Arrondissements-Commissaris Devos, afgevaardigde van den Gouverneur; Z.E.H. Van Crombrugghe, afgevaardigde van Z.D.E. den Bisschop van Gent; Burgemeester Van der Stegen; Schepen Siffer; Mev. De Keyser-Buysse, gemeenteraadslid; Prof. Claeys, afgevaardigde van den heer Rector Bessemans; Prof. C. De Bruyne, eerebeheerder-inspecteur der Universiteit; Luitenant-Generaal De Jonghe; Advoc. H. Van de Velde, lid van de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen; Advoc. J. Vermeulen,
| |
| |
Provinciaal Raadslid van Oost-Vlaanderen. J. Van Ginderachter, lid der Bestendige Deputatie van Brabant; Mej. M.E. Kronenberg, buitenlandsch eerelid der Academie.
* * *
Om 11 uur worden de heeren leden en uitgenoodigden naar de vergaderzaal geleid.
Aan het bureel namen plaats de heeren F.V. Toussaint van Boelaere, bestuurder; J. Muls, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris, en Mej. M.E. Kronenberg.
Waren verder in de zaal aanwezig:
Dr. R. Apers, hoofdbibliothecaris der Universiteit; R. Boelaert; K. Bracke; Br. Damiaan, leeraar; Prof. Dr A. Burssens; A. Buyl; J. Calmeyn; J. Cieters, eere-Directeur R.M.O.; Ed. Claeys; C. Colle, ingenieur van Bruggen en Wegen; R. Coppens; Jef Crick, letterkundige; Dr. O. Dambre, leeraar; E.P.A. Dechamps; Ant. De Clippele, eerste substituut van den Procureur des Konings; M. De Graeve; H. De Hovre, Prof. Dr. P. De Keyser; Lt Colonel De Leenheer; R. De Maegd; Alf. De Vreese, rechter; H. De Waele, leeraar; Prof. Dr. G. Duflou; Br. Eligius, leeraar; R. Fordeyn, inspecteur van het Ministerie van Econom. Zaken; A. Fordeyn; Eerw. Dr. Fraussen; Dr. Jos. J. Gielen, directeur, M.S.; J. Haché, hoofdingenieur, directeur van Bruggen en Wegen; M. Kersten, letterkundige; Prof. Dr. H. Lams; P. Langerock, raadsheer bij het Hof van Beroep; Eerw. C. Melloy; Dr. R. Roemans; Fl. Smetrijns, raadsheer bij het Hof van Beroep; J. Stellfeld, rechter; K. Van den Abeele, id.; A. Van de Velde, eere-hoofdopziener; A. Van Geluwe; Dr. P. van Oye, hoogleeraar; Is. Vergauwen, rustend schoolhoofd; Dr. O. Van
| |
| |
Hauwaert, eere-inspecteur M.O.; E.H.R. Van Bossuyt; A. Verlende; Pl. Waterloos, secretaris van het Parket;
Mevrouwen L. Willems, J. Terrijn, H. Lams, J. Crick;
Mejuffrouwen E. Boen; Eth. Carnoy; M. Comhaire; A. Cooreman, regentes; H. Dakotto; M. De Cooman, regentes; L. De Groote; D. Lateur; Dr. C. Stikkers; J. Regaert, regentes; M. Terrijn; M.J. Van den Abeele; M. van Oye; M. Willems, regentes; de EE. ZZ. Cêlienne, Ludwig, Magda, Marie-Joseph, leeraressen, en E.Z. Marie Antoni, regentes; enz. enz.
* * *
Bij den aanvang der Zitting deelt de heer Bestuurder mede, dat verschillende personen verhinderd zijn de vergadering bij te wonen, nl. de heer Bovesse, Minister van Openbaar Onderwijs, die zich laat vertegenwoordigen door den heer F. Van Hecke; Z.D.H. Monseigneur Coppieters, die zich laat vertegenwoordigen door den Z.E. Vicaris-Generaal Van Crombrugghe; de heer Fernand van Ackere, volksvertegenwoordiger; Mevrouw de Douairière Merghelynck; de heeren Rector Bessemans en Prof. Ganshof; Generaal Majoor De Cae; Ridder de Haerne, Eerste Voorzitter van het Beroepshof; De Bersacques en Du Bois, Rechters bij de Rechtbank van Eersten Aanleg; de heeren leden L. Simons; L. Van Puyvelde; J. Vercoullie, J. Salsmans; Fr. Daels; C. Huysmans; Felix Timmermans; Floris Prims; A.H. Cornette en Fr. Van Cauwelaert.
* * *
| |
| |
Dan gaat de heer F.V. Toussaint van Boelaere over tot zijn lezing: Het kort verhaal als kunstvorm.
Daarna stelt hij Mejuffrouw Kronenberg aan de vergadering voor en verleent haar het woord.
Deze had als onderwerp gekozen: Over verboden boeken en opstandige drukkers.
Beide sprekers worden warm toegejuicht. De Bestuurder dankt de redenaarster en spreekt den wensch uit dat haar lezing in de Verslagen en Mededeelingen der Academie opgenomen worde.
Vervolgens verleent hij het woord aan den Bestendigen Secretaris die den uitslag der verkiezingen voor het lidmaatschap der Academie en dien der Academische wedstrijden van 1935 mededeelt.
| |
Sterfgevallen
Sedert de laatste Openbare Zitting heeft de Academie, helaas, vijf leden door den dood verloren, nl. twee werkende leden en drie buitenlandsche eereleden.
Omer Wattez en Prof. Scharpê zijn ons onverwachts ontvallen. Beiden zetelden sedert lange jaren in onze Academie; beiden waren door hun veelzijdige actie bekende Vlamingen, mannen van geestdrift en stuwkracht, die op uiteraard verschillende gebieden, de ideëele belangen van de Vlaamsche bevolking in België op de meest onbaatzuchtige wijze en met al de krachten van geest en hart hebben gediend. Hun naam zal in de annalen van de Vlaamsche herwording der 50 laatste jaren eervol vermeld blijven.
Met het afsterven van Prof. Sijmons van Groningen, van Prof. Prinsen van Amsterdam en van Mr. Cortyl uit Fransch-Vlaanderen zijn drie buitenlandsche eereleden der Academie, drie vrienden van de Vlaamsche cultuur, verdwenen.
| |
| |
Prof. Sijmons bewoog zich met een alomerkende bevoegdheid vooral op het gebied van de Oud-Germaansche philologie; Prof. Prinsen heeft zich een meester getoond in de historie der Nederlandsche letteren; Mr. Cortyl heeft zich een niet onaanzienlijken naam verworven in de geschiedenis van de streek waar hij geboren en getogen was.
Wij herdenken in eerbied de vijf zoo verdienstelijke collega's die ons in den loop van dit Academisch jaar werden ontrukt.
| |
Verkiezingen
Door de verkiezingen voor het lidmaatschap ontstonden in 1935 volgende wijzigingen in den staat der Academie.
Tot werkende leden werden benoemd de heeren Emanuel De Bom en Kan. Floris Prims, vroeger briefwisselende leden, ter vervanging respect. van wijlen Omer Wattez en Prof. Scharpé.
Tot briefwisselende leden werden aangeduid de heeren Lode Monteyne en Prof. Blancquaert, ter vervanging respect. van de heeren Cornette en De Bom, tot werkende leden verkozen.
| |
Wedstrijden
Van de vijf voor 1935 uitgeschreven prijsvragen werden er twee beantwoord, één behoorende tot de Dialectkunde, een ander tot de Kunstgeschiedenis.
Het antwoord op de eerste is getiteld: Volkstaal van Assche. - Dialectikon. De keurraad samengesteld uit de heeren J. Jacobs, L. Grootaers en L. Goemans was van oordeel, - en de Academie besliste in denzelfden zin -,
| |
| |
dat het werk voor een prijs niet in aanmerking komen kon. Al was de vlijt van den schrijver blijkbaar zeer groot, toch staat zijn Dialecticon, wegens zijn verachterde documenteering in de phonetiek en in de geschiedenis der Nederlandsche taal, wegens zijn gebrekkige terminologie en zijn groote leemten in den woordenschat, verre beneden het peil van hetgeen, in den huidigen stand der dialecstudiën, kan vereischt worden. De prijsvragen der Academie worden niet voor ongeschoolde liefhebbers gesteld.
De prijsvraag in de Kunstgeschiedenis behelsde een studie over den toondichter Andries Pevernage.
De keurraad, bestaande uit de heeren A.H. Cornette, M. Sabbe en L. Willems, stelde aan de Academie voor den prijs toe te kennen aan het ingezonden antwoord. De Academie ging met dat voorstel akkoord. De verhandeling is getiteld: Andries Pevernage. Zijn leven en zijn werken.
Schrijver er van is de heer J.-A. Stellfeld, advocaat te Antwerpen.
De heeren M. Sabbe, H. Teirlinck en J. Van Mierlo waren belast met het beoordeelen van de ingezonden werken voor den Karel Barbier-Prijskamp. Op hun voorstel werd de prijs door de Academie toegekend aan den schrijver van den historischen roman: De Ridder van het slot van Laerne, met name den heer Jef Crick, letterkundige te St-Amandsberg.
|
|