Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1935
(1935)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerslag:Van de drie voorgelegde werken: Dr. J.O. De Gruyter; Benoit, Man van zijn volk, door Prof. Dr. Fl. Van der Mueren en De Ridder van het slot van Laerne door Jef Crick, was de jury van meening, dat beide eerste beter voor den Beernaertprijskamp passen. Het derde, een roman van 613 blz. 27/21, voldoet ten volle aan de eischen door het reglement van den Barbier-prijs gesteld. Het is een roman, die speelt in een der meest bewogen tijden van onze geschiedenis, in de tweede helft van de 16e eeuw, te midden van de woelingen die de strijd tegen Spanje en om den godsdienst veroorzaakte. De atmosfeer van die gebeurtenissen is doorgaans zeer goed getroffen. Historische personages, als, aan den eenen kant, Jacob Hessels, de vertegenwoordiger van het Spaansche recht, de ridder van Laerne zelf, type van de onkreukbare trouw aan den soeverein, aan den anderen Ryhove, vooral Jan Hembyse, met daarnaast apotheker van Coudenberch, den sterrenwichelaar Portant, den Dominikaan Van der Haeghen, staan er ten voeten uit in afgebeeld. Onder de verschillende partijen te Gent, te midden van de trotsche gebouwen der stad en in het Gravenkasteel, waarboven Klokke Roeland storm en oorlog luidt, speelt de tragedie van geweld en fellen hartstocht zich af. Geen boek als deze roman laat de plotse opkomst van een Hembyse en zijn even spoedigen val zoo machtig aanvoelen. Dan, van Gent weg, het geheimzinnige slot van Laerne, met de boschgeuzen die er om heen zwerven, de boerenkermissen, het akelige heksenbedrijf; de huiveringwekkende kerkers en onderaardsche gangen. Geheel | |
[pagina 763]
| |
het bonte, onstuimige gedoe van omlaag als van omhoog, geheel de epische worsteling om vrijheid en geloof, met al de lagere en hoogere driften die ze ontketent, worden hier in een levendige voorstelling samengevat, die alleszins geschikt is om die tijden te leeren begrijpen. De talrijke mooie houtsneden en teekeningen, op bijna iedere bladzijde, dragen er niet weinig toe bij, om het gevoel dier gebeurtenissen nog te verdiepen. Daardoorheen dan, wat al deze tafereelen samenhoudt, in fel contrast met die wereld van geweld, het spel van de kinderlijke, romantische liefde tusschen Monica, de jonge dochter van den Ridder van Laerne, en Willem, den zoon van Hembyse. Met een schaking bij een schaatsfeest op de Schelde te Antwerpen vangt het aan. Doch ook in Monica is de liefde ontwaakt, de liefde voor den zwakken, maar ten slotte toch edelvoelenden, hartstochtelijk beminnenden geus, dien zij redden wil, om wien zij zelfs den door haar vader voor haar bestemden trouwen ridder Walter bereid is op te geven, wat spannende conflicten meebrengt. Zoo wordt geheel het verhaal de pijnlijke, moeizame louteringsgang van Willem van Hembyse, onder de stille, offervaardige liefde van de dochter van den ridder van Laerne. Wellicht is dan ook de titel slecht gekozen: Monica, en Willem van Hembyse, zijn wel de voornaamste personages, de dragers van den roman. Enkele motieven, als de tafereelen van foltering en de heksen, worden wat te veel uitgebaat. De taal laat ook soms te wenschen over. Dat zulk een roman den naam van een Enrica von Haendel-Mazzetti oproept, is een hooge aanbeveling, ook al zou men daarnaast moeten bekennen, dat hij nog de sterkte van karakterteekening, de forschheid van bouw en de ruime, diepe menschelijkheid mist, die de romans van deze Oostenrijksche kunstenares kenteekenen. Alles samen, een zeer verdienstelijk werk, vooral voor het volk, in de lijn van Conscience, met ruimeren historischen achtergrond, meer realisme en ontwikkelder techniek. De jury, samengesteld uit de heeren Prof. Dr. Sabbe, voorzitter, Herman Teirlinck, Prof. Dr. J. Van Mierlo, secretaris, heeft gemeend aan de Academie te mogen voorstellen er den Barbier-prijs aan toe te kennen.
De secretaris van den keurraad,
|
|