Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1935
(1935)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 405]
| |||||||||||||||||||||
De Antwerpsche verkiezingen van Germinal An V.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 406]
| |||||||||||||||||||||
‘C'est au point de vue français surtout que je cherchais à étudier l'administration de la Belgique; à cet égard nos Archives Nationales suffisaient à m'édifier.’ ‘Le côté plus particulièrement local’, zooals de Lanzac het heette, zou ons bekend gemaakt worden, dertig jaren later, door dengene die reeds de Lanzac was van hulp geweest, Paul Verhaegen, in het tweede deel van zijn werk La Belgique sous la Domination française. Verhaegen volledigt de Lanzac met een massa van plaatselijke bijzonderheden omtrent de berucht geworden verkiezingen, maar zeer sterk voelt men hier het ontbreken van monographische historische studiën op de gezegde verkiezingen in de onderscheiden Vlaamsche centra. In het bijzonder voor het schijnbaar zoo ingewikkelde geval van de Antwerpsche verkiezingen was er een afzonderlijke studie noodig. Van deze Antwerpsche verkiezingen bestaat tot hiertoe geen ander relaas dan dit van Mertens en Torfs in hun Geschiedenis van Antwerpen, VI, blz. 469-472. Zij hebben echter slechts weinige en dan nog eenzijdige documentatie te hunner beschikking gehad en hebben niet eens den zin der gebeurtenissen begrepen. Hun relaas is onjuist, is bedrieglijk. Verhaegen is er wel beter over ingelicht, doch hij heeft de feiten van Antwerpen in zijn synthese zoodanig moeten verwerken dat men er geen samenhangende geschiedenis aan heeft, en wie later Verhaegen gebruikte voor een nieuwe synthese, wantrouwde die versneden details en kwam allicht in zekere mate tot de oude, onjuiste voorstelling van Mertens en Torfs terug. Daarom dan deze studie, die gebouwd is op den bundel Assemblées primaires et électorales van het Antwerpsche stadsarchief en op de rijke verzameling druksels uit den Franschen tijd aldaar bewaard.Ga naar voetnoot(1) Moge deze studie tevens aanleiding geven tot het nader bestudeeren van dezelfde verkiezingen én in de landelijke kantons van het Antwerpsche Departement én in de andere Vlaamsche departementen. | |||||||||||||||||||||
[pagina 407]
| |||||||||||||||||||||
De Fransche Kieswetgeving.Om deze geschiedenis te begrijpen en de beteekenis der incidenten te ontcijferen, is het noodig dat men zich op hoogte stelle van de Fransche kieswetgeving van deze periode. Bij gebrek aan deze kennis liepen de eenen verkeerd, of bleven anderen in het algemeene. Men wete dan, dat naar de constitutie van het jaar III, er een zuiver algemeen stemrecht gold: ieder Fransch burger, 21 jaar oud, sinds een jaar in het land gehuisvest, en rechtstreeksche belastingen betalend, had het recht aan de verkiezingen deel te nemen.Ga naar voetnoot(1) Men zou verkiezen: de dragers van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. De verkiezing der wetgevende macht echter zou in twee trappen gebeuren. Elk kanton zou minstens een ‘assemblée primaire’ hebben, waarin ieder burger, naar de voorschreven voorwaarden, mocht komen stemmen om de personen aan te duiden, electeurs of kiezers genaamd, welke, op hunne beurt, in de ‘assemblée électorale’ van het departement de wetgevers zouden verkiezen. Enkele artikels uit titel III der gezegde constitutie moeten we hier herinneren, daar we ze hoeven te kennen om de Antwerpsche gebeurtenissen te begrijpen. Art. 19: Il y a au moins une assemblée primaire par canton. Lorsqu'il y en a plusieurs chacune est composée de 450 citoyens au moins, de 900 au plus. Ces nombres s'entendent des citoyens présents ou absents, ayant droit d'y voter. | |||||||||||||||||||||
[pagina 408]
| |||||||||||||||||||||
Deze ‘assemblées primaires’ verkozen bij geheime stemming na de leden van de ‘assemblée électorale’, den vrederechter en zijn assessoren, en de leden van den municipalen raad in de gemeenten van meer dan 5000 inwoners, met een woord, de kantonale, rechterlijke en administratieve overheden. Het getal te verkiezen electeurs was bepaald door art. 33: ‘Jusqu'au nombre de 300 citoyens, présents ou absents, il n'est nommé qu'un électeur; il en est nommé 2 de 301 à 500, 3 depuis 500 jusque 700... De ‘assemblées électorales’ te houden in de hoofdplaats van het departement verkozen de leden van den conseil des Anciens, van den conseil des Cinq-Cents, de hauts-jurés, de administrateurs van het departement, de rechters van crimineele en burgerlijke rechtbank. Vermelden we ten slotte nog art. 43 der constitutie: ‘Le commissaire du directoire exécutif près l'administration de chaque département est tenu, sous peine de destitution, d'informer le directoire de l'ouverture et de la clôture des assemblées électorales: ce commissaire ne peut arrêter ni suspendre les opérations ni entrer dans le lieu des séances, mais il a droit de demander communication du procès-verbal de chaque séance; et il est tenu de dénoncer au directoire les infractions qui seraient faites à l'acte constitutionnel.’ Nog hebben we er hier aan te herinneren dat naar dezelfde constitutie het ‘corps législatif’ der twee Conseils, ieder jaar voor een derde moest herkozen worden, hetzij 83 Anciens en 166 Cinq-Cents. Deze mandaten waren over de departementen verdeeld naar het getal der bevolking maar voor België kwam er een bijzondere wet: de 3 millioen bevolking die men bij Frankrijk | |||||||||||||||||||||
[pagina 409]
| |||||||||||||||||||||
aanhechtte had naar de oorspronkelijke berekening recht op 23 zetels in den conseil des Anciens en 46 in den conseil des Cinq-Cents. Een wet van 15 Februari 1797, ingegeven door het wantrouwen tegenover de Belgische bevolking, bepaalde dat men slechts 8 anciens en 14 Cinq-Cents zou verkiezen. Voor het departement der Twee-Nethen was er één zetel voor elk der twee Conseils. Omtrent de kandidaten is het nog interessant te weten dat de overheid zelf een aantal personen voorstelde, - men kon er zich ten andere zelf doen bij inschrijven, - welke lijst werd voorgelezen en uitgehangen in de vergadering; maar ieder kon vrij andere personen verkiezen, mits ze de algemeene voorwaarden van verkiesbaarheid bezaten. | |||||||||||||||||||||
De houding der Belgische bevolking. De ‘affiche incendiaire’ van den Belgischen Leeuw.Voor het eerst zouden de Belgen, als volmaakte Fransche citoyens, aan de verkiezingen deel nemen in 1797. Tot dan toe waren de municipalen, de rechters en de administrateurs der departementen benoemd geworden of door de bezettende Legeroverheid, of, daarna, door den vertegenwoordiger der Fransche regeering Bouteville. Het waren hun creaturen wien ze het gezag hadden toevertrouwd. Maar het kiesrecht was de ‘nieuwe Franschen’ toegezegd voor het jaar V, door de aanhechtingswet van 9 Vendémiaire an IV. Men had er zich plechtig toe verbonden. Nu was de massa der bevolking aanvankelijk wel zoo afzijdig dat er geen uitvoering van die verplichting zou geeischt worden; maar de vooruitstrevende Jacobijnsche elementen wilden hun part en deel bekomen, wellicht ook verkozen geraken. En einde Januari 1797 was het zeker dat we verkiezingen zouden hebben. Welk was nu de stemming der Antwerpsche bevolking tegenover het haar toegekende kiesrecht? Zou men er gebruik van maken, en hoe? De geschiedschrijvers hebben opgemerkt dat slechts zeer weinigen zich hebben laten inschrijven om hun stem uit te brengen. En hierop is dan verder geredeneerd geworden. Pirenne schrijft: ‘Voter, à quoi bon? Quelle action pouvait exercer le | |||||||||||||||||||||
[pagina 410]
| |||||||||||||||||||||
pays sur l'immense république à laquelle il était annexé? Il n'y comptait pas même pour un dixième avec les 45 sièges qui étaient attribués aux 9 départements réunis dans le conseil des Cinq-Cents et les 22 dans celui des Anciens.’ De geschiedschrijver bedriegt zich: we kregen slechts 14 en 8 zetels; en de beredeneering die hij houdt is door onze menschen nooit in eenig schrift uitgedrukt geworden. Het sprak van zelf dat men Frankrijk niet beheerschen kon, daarom ging het in geen geval! Pirenne voegt er aan toe: ‘Il est vrai que les électeurs avaient à nommer les administrateurs et les juges des cantons et des départements. Ici, leur influence se ferait directement sentir, et il faut que l'impopularité du régime ou la crainte de se compromettre aient été bien fortes, pour que tant d'entre eux se soient abstenus.’ Tant d'entre eux? te Antwerpen lieten er op 56.000 inwoners zich 300 inschrijven. Het was dus tot op een paar weken voor de ‘primaire vergadering’ een algemeene onthouding; want van deze 300 gelieve men af te tellen de Franschen die zich hier hadden ingeburgerd, de bedienden van allen aard van stadsen departementsbestuur, en de koopers van de kloostergoederen, die aldus finantieel vastzaten aan den bestaanden regeeringsvorm: wat blijft er, na afhouden van dezen, nog over van de 300 kiezers te Antwerpen? We mogen wel van een algemeene onthouding spreken, althans tot einde Ventose.Ga naar voetnoot(1) En bemerk dat het wél van belang was eigen vertegenwoordigers te hebben in de Wetgevende Macht, zooals het ook heel veel te beteekenen had zelf municipaliteit, centraal bestuur en gerecht te verkiezen. Wat hield onze menschen dan aanvankelijk weg van het hun aangeboden kiesrecht? Ziehier enkele aanduidingen. Te Antwerpen, - evenals in andere plaatsen nog, zooals men vinden zal bij Verhaegen, - is het naamlooze schrift verspreid geworden van den ‘Leo Belgicus’, in het Vlaamsch en het Fransch Te Antwerpen is een Fransch exemplaar aangeslagen geworden en door de Administration centrale aan den Accusateur public | |||||||||||||||||||||
[pagina 411]
| |||||||||||||||||||||
overgemaakt, op 22 Ventose, d.i. 8 dagen voor de verkiezingen. Ziehier dit weinig bekende stuk: ‘Proclamation avec déclaration et protest du Lion Belge à la République Française. | |||||||||||||||||||||
[pagina 412]
| |||||||||||||||||||||
les domaines nationaux et contre les propriétés tant mobiliaires qu'immobilières des corporations ecclésiastiques et civiles. Wanneer onze administration centrale dit stuk in handen kreeg heeft ze het onmiddellijk met volgenden brief aan den accusateur public gestuurd: ‘Anvers, le 22 Ventose, an V, | |||||||||||||||||||||
[pagina 413]
| |||||||||||||||||||||
Op 26 Ventose heeft de accusateur public ‘l'imprimé incendiaire’ aan den directeur du jury te Brussel gestuurd met een nota omtrent de drukkers die letterteekens in den aard van de gebruikte bezaten.... Men was van meening dat het te Brussel gedrukt was geworden... Welk de invloed van dit schrift op de Antwerpsche bevolking mag geweest zijn, is lastig om uitmaken, maar het had zijn beteekenis; en we hebben nog andere en belangrijker elementen voor te leggen om het vraagstuk op te klaren. Er is een algemeene vijandigheid, vooreerst; dan, men verhoopt niets goeds uit de verkiezingen, zelfs indien ze anti-Franschen zouden de meerderheid geven, omdat men de tyrannie kent van het oppergezag dat de verkozenen voor ongelijke toestanden stellen zal; maar vooral men aanzag het als een verraad tegenover het land zich te laten opschrijven als Franschman; de bevolking wees met den vinger aan, degenen die deze lafheid begingen, en men bevond zich op de lijst in het gezelschap van de zwartkoopers en de gelukzoekers, de verdrukkers, de vreemden. Voor sommigen mag ook de reden gegolden hebben dat bij een terugkeer van het Oostenrijksche regiem de registers der Franschen als verraderslijsten zouden aangezien worden; en op dien terugkeer van Oostenrijk hoopten nog velen, tegen allen schijn in, in April 1797. | |||||||||||||||||||||
De meening der Franschen over de verkiezingen te onzent.Hoe oordeelden nu de Franschen over de aanstaande verkiezingen? Hier zijn we best ingelicht door de briefwisseling van den hoofdcommissaris Bouteville te Brussel. Voorzeker, Frankrijk hadde wel liever de Belgen een tijdje langer van het kiesrecht beroofd. Het Directoire vreesde de verkiezingen in Frankrijk zelf, en de Belgische zouden ongetwijfeld de positie der directeurs verslechten. Boutevilie heeft echter doen verstaan dat de verkiezingen moesten plaats hebben. Op 17 Nivose an V schrijft hij aan den minister: ‘Je ne demande pas s'il est irrévocablement arrêté que les habitants des départements réunis nommeront leurs représentants au 1 Germinal prochain. C'est la foi jurée... C'est à mon sens, ce que commande l'intérêt manifeste de la république. Les habitants sanctionnent, ratifient et consolident à jamais par là la réunion. L'Autriche est forcée de renoncer à la cidevant Belgique... | |||||||||||||||||||||
[pagina 414]
| |||||||||||||||||||||
Maar Bouteville onderscheidt dan: dat de Belgen enkele wetgevers kiezen, laat het tegenstrevers zijn, het kan geen kwaad tegenover ‘la puissance de la représentation nationale française’. Maar erger zal het zijn indien anti-Franschen gekozen worden in de bestuurlijke lichamen: ‘Que de tourments ils pourraient causer au gouvernement!’ Bouteville meent daarom dat het best ware niet de geheele raden te laten vernieuwen bij deze verkiezingen maar alleenlijk een klein deel er van. Vervolgens onderzoekt Bouteville in hetzelfde schrijven welke wetten men best achterwege houdt, ook met het oog op een beteren verkiezingsuitslag. Hij wijst vooral op twee punten, op den afkeer der Belgen voor de ‘mandats territoriaux’ d.z. de nieuwe assignaten die toen als papieren geld in omloop waren gebracht, en ten tweede op: ‘l'attachement à leur culte’. ‘Eh bien, besluit hij, il faut mettre à profit leur propre goût, jusqu'à leurs préjugés, ou du moins les diriger le plus sagement possible vers l'affermissement de la république. Puisqu'ils ne veulent point de mandats et encore quelque temps leurs curés, laissons leur cette jouissance; ne songeons surtout à l'abolition du clergé séculier qu'aprês avoir entiêrement terminé avec les moines et nous en être débarassés... Enkele dagen later, op 1 Pluviose, eindigde de functie van Bouteville als hoofdcommissaris. De minister van binnenlandsche zaken, Benezech, zou geheel het land doorreizen met het doel een gunstiger stemming te verwekken, en misschien werd hierbij ook wel op de verkiezingen gedacht. | |||||||||||||||||||||
Voorbereiding en officieele kiespropaganda.Komen we nu echter van Bouteville te Brussel, naar Antwerpen terug. Op 4 Pluviose (23 Januari) regelt onze administration centrale wat de municipaliteiten te doen hebben met het oog op de aanstaande verkiezingen. De burgerlijke registers moeten opengelegd worden: ‘overwegende dat het gewichtig tijdstip nadert op hetwelk de Fransche burgers, achtereenvolgens vereenigd in primaire, gemeentelijke en | |||||||||||||||||||||
[pagina 415]
| |||||||||||||||||||||
keusvergaderingen (sic. Vertaling van assemblées électorales), gaan procedeeren tot het benoemen van volksvertegenwoordigers en openbare ambtenaren, En ten slotte deed men een oproep: ‘que tout bon citoyen s'oppose de tout son pouvoir aux insinuations ou entreprises que tenteraient des individus égarés, mal-intentionnés ou ennemis du gouvernement et de l'ordre social, pour troubler le calme et la liberté des élections qui doivent rappeler à l'homme libre l'exercice du premier de ses droits.’ Twee dagen later (16 Pluviose) publiceerde dezelfde administratie de officieele onderrichtingen van 20 Nivose an V ‘op de aanstaande hernieuwing van het wetgevend corpus’. De tekst dezer onderrichtingen beslaat niet min dan 32 bladzijden. En er werd zelfs voor een afzonderlijke Vlaamsche uitgave gezorgd. Op 13 Pluviose werden te Antwerpen de twee registers, namelijk van de burgers en van de kandidaten, opengesteld. De eerste hadde, naar vroegere onderrichtingen, op 30 Pluviose | |||||||||||||||||||||
[pagina 416]
| |||||||||||||||||||||
moeten gesloten worden, maar daar zou men van af zien: er kwamen al te weinig inschrijvingen. Op 13 Ventose, na verloop van één maand dus, besloot de administration centrale haar medeburgers die zich niet lieten inschrijven ‘te verwittigen’, dat de inschrijving, waartegen onze menschen zoo sterk gekant waren, noodzakelijk was, en niet, zooals men verhoopte, zou worden afgeschaft: ‘Quelque soit la nouvelle instruction du Corps législatif, qui doit nous parvenir sur la tenue des assemblées primaires prochaines, il est certain qu'il ne dérogera pas aux conditions essentielles que la Constitution exige... Telle est, citoyens, l'inscription sur les registres civiques... En het werd besloten dat de ingeschrevenen op hun ‘carte de sûreté’ of identiteitskaarten, de vermelding zouden krijgen: ‘Inscrit sur le registre civique du canton de...’ welke vermelding dan recht gaf om op de primaire vergadering te verschijnen. Stilaan komt er kieskoorts. Op 14 Ventose proclameert men de wet die de ongeregeldheden bij verkiezingen beteugelt, terwijl de municipaliteit een onderrichting publiceert opdat men wel, met veel voorzichtigheid en beleid, ware vaderlanders zou verkiezen. Op 21 Ventose werd de lange instructie, voor Frankrijk uitgegeven op 5 Ventose, rakende de kiesverrichtingen, gepubliceerd. Op 25 Ventose stelde de administration centrale vast dat er in elk der 23 kantons van het departement één assemblée primaire zou zijn. Voor Antwerpen werd als lokaal het gewezen klooster der Beggaarden aangeduid. Intusschen verwachtte men steeds uit Parijs ‘la nouvelle instruction du Corps législatif’. De commissie die namens den Conseil des Cinq-Cents de Belgische verkiezingen te regelen had, legde den minister van Binnenlandsche zaken, Benezech, haar propositie voor op 22 Ventose. Ze werd op 23 Ventose goedgekeurd en dadelijk zond de minister een omzendbrief aan de administrations centrales. Het besluit was dat we volledige verkiezingen zouden hebben. Maar belangrijkst van al was dat | |||||||||||||||||||||
[pagina 417]
| |||||||||||||||||||||
minister Benezech zich gemachtigd meende om te besluiten dat voor dezen keer de inschrijving in het register van Belgie niet noodig was, en dat de municipaliteiten zelf de lijsten moesten opmaken van de ‘citoyens actifs’ of rechthebbenden. Deze brief van Benezech, verzonden op 25 Ventose aan den commissaire central van het departement der Leie geraakte te Antwerpen en in het departement bekend toen reeds de ‘assemblées primaires’ waren begonnen. Te Antwerpen stond men er zonderling voor. Op 27 Ventose schreef Commissaris Bruslé aan Benezech: ‘Le nombre des citoyens inscrits pour exercer leurs droits politiques est très faible. La commune d'Anvers n'en a pas 400, celle de Malines à peu près le même nombre et les autres à proportion. L'assemblée électorale sera composée d'une douzaine de membres qui seront chargés de renommer tous les fonctionnaires publics.’ Op 28 Ventose plakte men de proclamatie uit van het Directoire: ‘Het heil der republiek en uw duurbaarste eigen belangen, vergen de meeste bezorgdheid om deze verkiezingen. | |||||||||||||||||||||
In Frankrijk.Om dezen oproep te verstaan dient men te weten welke spanning er heerschte in Frankrijk. Louis Madelin in zijn werk La France du Directoire (1922) schetst ons den toestand: | |||||||||||||||||||||
[pagina 418]
| |||||||||||||||||||||
‘Les élections s'annonçaient três mal pour le gouverment. Il est singulier de penser que les élections de l'an V de la république se soient faites sur cette question: “Les cloches sonneront-elles ou non dans les clochers?” Il y avait là un symbole, mais qui renfermait tout un monde. En réalité, les cloches sonneraient si les jacobins sortants étaient balayés; alors elles n'annonceraient pas seulement la liberté religieuse, mais toutes les libertés, la chute de la faction au pouvoir et la restauration du pays.’ Hoe meer men Germinal naderde, hoe meer de directeurs in Frankrijk zich rekenschap gaven van den koers dien het nam. Ze sturen onderrichtingen aan hun vertrouwden in de departementen om de verkiezingen te bewerken. Bij ons spannen De Moor, Solvyns, Frison en Charles d'Or zich in voor de Jacobijnsche zaak. Ze berekenen, einde Ventose, dat men in ons arrondissement 19 électeurs zal kunnen kiezen, waarvan drie te Antwerpen. Het nieuws van de ruime interpreteering der wet door Minister Benezech, was hun toen nog niet toegekomen. | |||||||||||||||||||||
De primaire vergadering.In het gewezen klooster der Beggaarden kwamen dan op 1 Germinal een aantal van de ingeschreven burgers te samen om de ‘assemblée’ te vormen, en haar bureel samen te stellen. Al de opgekomenen waren blijkbaar vrienden der republiek. Vooraf koos men tot voorzitter het hoofd der Jacobijnsche partij van Antwerpen, Charles d'Or, den gewezen secretaris van den club des droits de l'homme uit de sodaliteit, den vertrouwensman der Franschen bij den tweeden inval. Bij het bureel zetelt als secretaris horlogemaker Lambrechts van de Groote Markt die bekend staat om zijn opkoopen van kloostergoederen en zijn breken van beelden en heiligdommen. Naast hem zetelen drie scrutateurs van nagenoeg hetzelfde allooi. Eens het bureel samengesteld werden de lijsten der ingeschreven kiezers nagezien. We weten dat het bureel o.a. de inschrijvingen weigert van F. Lunden-de Caters, van een de Witte, van een Truyens. Deze drie althans hebben protest aangeteekend. Het is hun protest dat we terugvonden... Terloops een - typisch - taalincident. Joannes Kievits, - dien we verder niet kennen, - heeft een petitie ingediend die luidt als volgt: | |||||||||||||||||||||
[pagina 419]
| |||||||||||||||||||||
‘Aan de assemblée primaire’, Na afloop van allerhande formaliteiten zou dan de verkiezing van de ‘kiezers’ plaats grijpen op 8 Germinal namiddag tusschen 3 en 5 uur. Aldus hadden het doen uittrompetten de leden van het bureel: Charles d'Or, president, F.J. Lambrechts, secretaris, A.J. Frison, C. Van Breda en J. Mesigh, scrutateurs. Ze hadden de zaak goed in handen. Als kandidaten-kiezers droeg de lijst die uithing in het bureel: Auger, Billotey, Bruslé, Delafaille-Dewitte (was niet ingeschreven op den burgerlijken register), Dargonne, Jean-Martin Funck (niet ingeschreven), Georgerie, Laurent Veydt (niet ingeschreven), Lauwers (den gewezen administrateur), Mesigh, Ogez, Reynwit en Van Ertborn, père (niet ingeschreven). Mits degenen te weren die de vermelding ‘niet ingeschreven’ droegen, kon men de kandidaten der regeering vinden. Maar het was verstaan dat men ook anderen mocht aanduiden. Nog was er een vinnige betwisting geweest omtrent het recht tot stemmen van 16 functionarissen die zich hadden doen inschrijven... Ten slotte kon men stemmen; en kon men als Antwerpsche electeurs uitroepen de leden zelf van het bureel: D'Or, Frison, Lambrechts. De administration centrale kon tevreden zijn over Antwerpen. Ook te Mechelen had de primaire vergadering twee electeurs aangeduid naar den wensch van die van Antwerpen, evenals te St-Katelijne Waver, maar verder waren er slechts enkele landelijke kantons die nog iemand hadden aangeduid en verschillende andere hadden niet eens een ‘assemblée’ gehouden. Kortom men kon reeds op 4 Germinal te Antwerpen berekenen dat geheel het departement der twee Nethen met zijn 250.000 inwoners slechts 19 ‘electeurs’ zou aanstellen. | |||||||||||||||||||||
[pagina 420]
| |||||||||||||||||||||
‘Les élections eurent lieu dans le plus grand désordre’ schrijft Pirenne. Dit zal inderdaad de thesis worden der Jacobijnen en we zullen zien waarom, doch we hebben vast te stellen dat althans tot hiertoe van geen wanorde spraak is. De overgroote massa der bevolking had zich tot op 4 Germinal zoo weinig mogelijk met de verkiezing gemoeid. | |||||||||||||||||||||
De stormloop om het kiesrecht.Tusschen 4 en 20 Germinal is er echter een eindje levensfilm afgerold met verbluffende tooneelen. Op 4 Germinal schreef onze administration centrale aan het ministerie te Parijs, vragend of men geen stemrecht mocht toekennen in de primaire vergaderingen aan de kiezers die zich aanboden en die aan alle vereischte voorwaarden voldeden, behalve die eene dat ze zich niet hadden doen inschrijven. Men deed gelden dat er een onduidelijkheid was in de wet. Sommige teksten gaven toch te verstaan dat de municipale overheid den burgerlijken register zelf had op te maken... Parijs antwoordde niet. De municipale raad van Mechelen drong aan op de toelating van allen, of men zichzelf deed opschrijven of niet. Intusschen berekent onze administration centrale dat de ‘assemblées primaires’ zooals ze zich voor het oogenblik voordoen zeker niet meer dan 7 pro-Fransche electeurs op de 19 zullen aanduiden: deze zeven zijn die van Antwerpen, van Mechelen en van St-Katelijne-Waver. Het middenbestuur te Brussel moet uit de andere departementen nog slechtere mededeelingen ontvangen hebben. En hier berekende men dat, - naar Bouteville had gewaarschuwd, - er vooral moeilijkheden zouden oprijzen door de verkiezing van anti-Fransche administrateurs en rechters. We weten niet hoe men nu verder heeft overlegd, maar zeker is het dat men naar een redmiddel en een voorzorgsmaatregel heeft uitgezien. Had Bouteville aangeraden de wet op de eerediensten, - die de godsdienstvervolging in feite inhield, - nog niet te publiceeren, thans oordeelden de Jacobijnen dat het een goede voorzorg zijn zou, ze vóór de verkiezingen van nieuwe en waarschijnlijk vijandige administrateurs, nog door de in functie zijnde vertrouwde dienaren der republiek te doen afkondigen, of dan toch van kracht maken, zonder daarom op onmiddellijke uitvoering aan te dringen; dit zou ten andere ook | |||||||||||||||||||||
[pagina 421]
| |||||||||||||||||||||
een soort redmiddel zijn kunnen, want tal van personen die zich als kandidaten konden voordragen, zouden terugschrikken voor de taak die ze op zich zouden te nemen hebben: ze hadden toch de regeeringswetten tot uitvoering te brengen. We hebben evenwel tot hiertoe geen stuk ontdekt dat ons de redenen aangeeft om dewelke, midden dezen kiesstrijd, en tegen den raad van Bouteville in, de wet op ‘het beoefenen en de uitwendige policie der godsdiensten’, die tot hiertoe was ingehouden, werd van kracht gemaakt in de negen departementen. Onze administration centrale acteert de nieuwe wet op 11 Germinal; de aanplakking zal echter eerst veel later, op 8 Floreal, gebeuren, d.i. na de verkiezingenGa naar voetnoot(1). En nu verneemt men dat iedereen stemmen mag, ook zonder de inschrijving gevraagd te hebben. Tusschen 11 germinal en den dag der ‘assemblée électorale’, 20 daaropvolgend, is er een stormloop om het kiesrecht, daar waar nog eenige kans is om het kiesrecht te kunnen doen gelden. Te Antwerpen zelf vernemen we van geen beweging van dien aard in de stad. Hier waren immers de electeurs reeds benoemd en men zag geen kans om deze primaire verkiezingen ongedaan te maken. Maar te Mechelen, en doorheen geheel het departement, is er opschudding. Luister naar de onverdachte getuigenis van citoyen De Moor der administration centrale: ‘Dans les cantons ruraux, des habitants se rassemblèrent de fait, pêle-mêle, jusque dans des cabarets, et nommèrent à trente ou quarante, trois, quatre ou plusieurs électeurs. A Boom même on prétendait annuler la première sssemblée primaire, parce que tous les habitants n'y avaient point été admis ni appelés.’ Bemerk dat De Moor in het benuttigd stuk voor doel heeft de ongeldigheid der verkiezing te bepleiten, en wat hij verhaalt over de landelijke kantons die tot 4 of meer electeurs zouden hebben gekozen, is onwaar gebleken. Er is dus wel iets af te doen van zijn voorstelling der zaken, maar zeker is het toch dat we hier een gansch ander beeld hebben dan dat der apathie waarover | |||||||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||||||
op 4 Germinal door de administrateurs van het departement aan Parijs werd geklaagd. Van waar kwam die plotse stormloop om het stemrecht? Er is nog heel wat in lokale geschiedenis op te zoeken om dit te verklaren. In afwachting echter moeten we wijzen op de berichten uit Frankrijk die een nederlaag van het Directoire deden voorzien en dus plotseling de mogelijkheid van een totale overwinning naar voren brachten, op de verschrikking die de wet der kerkvervolging, - waarvoor men zoo lang had geschroomd, - verwekte, en zoo keerde het wapen der Jacobijnen zich om tegen hen zelf, op een georganiseerde actie, uitgaande van Brussel, geïnspireerd door Nuewens, den zakenman der de Merode'sGa naar voetnoot(1), en eindelijk en vooral op het nieuwe stemrecht waarbij men vrij en zonder kwade gevolgen zijn meening uiten kon. De Moor weeklaagt verder over dien stormloop: ‘Partout on n'a pas manqué de mettre en avant l'imposant prétexte de l'expression générale de la volonté du peuple.’ Maar volgens hem is die ‘eerbiedwaardige’ volkswil ondanks de algemeene deelneming niet tot zijn recht gekomen. Immers volgens hem is heel die stormloop georganiseerd geworden ‘par des êtres insignifiants’ of ‘par des intrigants ambitieux’. In werkelijkheid zal blijken dat men veel last heeft gehad om personen te vinden die zich wel wilden laten verkiezen. De Moor zelf zal aan dezelfde kiezers verwijten dat ze niet eens aan hun verkozenen gevraagd hadden of ze wel aanvaardden. We hebben dus het oordeel van De Moor aan critiek te onderwerpen, al is hij tot hiertoe de eenige en algemeen betrouwde getuige van deze geschiedenis geweest. Vooral het gebeurde van Mechelen is van beteekenis geworden, - en we zijn er nog onvolledig over ingelicht. Op 1 Germinal was hier ook een ‘assemblée primaire’ begonnen, met een ledental van thans een 300 ingeschrevenen zoodat men twee electeurs verkiezen kon. Maar een felle werking doet zich voelen van wege niet-ingeschreven burgers. De municipaliteit ondervraagt de administration centrale die aarzelt en ten slotte toe- | |||||||||||||||||||||
[pagina 423]
| |||||||||||||||||||||
geeft. Op 18-19 Germinal grijpen er te Mechelen meerdere ‘assemblées’ plaats, - een drietal meenen we, - berekend naar het getal kiesgerechtigde burgers, - en men verkoos samen niet min dan 12 electeurs, allen besliste vijanden van het Fransch regiem. Hadden, doorheen het departement, de eerste primaire vergaderingen 19 ‘electeurs’ benoemd, thans waren er, door de nieuwe primaire vergaderingen minstens zooveel bijgekomen. De Moor schrijft: ‘Le nombre des électeurs de Malines, avec celui des électeurs ruraux, nommés de la même manière, devait l'emporter sur les électeurs nommés par les assemblées primaires du 1 Germinal’. Naieve klacht voorwaar, wanneer we ons herinneren hoe hij heeft geklaagd over de geringe deelneming op 1 Germinal. Nu was voor hem die geringe deelneming de eenige goede. En achtereenvolgens kwam er te Antwerpen voor onze Jacobijnen verpletterend nieuws toe, op dien 18 en 19 Germinal, uit Lier, uit Kontich, uit Turnhout, uit Berchem. Het koos nu allemaal dat te voren niet kiezen wilde! Al die ‘achterlijke’ bevolkingen zonden nu ‘electeurs’ naar Antwerpen. Wat ging dat worden, morgen 20 Germinal? | |||||||||||||||||||||
20 Germinal. De samenstelling van het bureel.Bij arrêté van 10 Germinal had de administration centrale de gewezen kerk der ongeschoeide carmelieten (discalsen) aangeduid als vergaderzaal voor de ‘keusvergadering’ of ‘assemblée électorale’. De administration had ook een lange lijst van kandidaten opgemaakt, zooals de constitutie het voorschreef. Als kandidaten voor den Conseil des Anciens had men de zuiverste Jacobijnen voorgesteld: Billotey, Chapel, Louvet... Bemerk: J.J. Chapel, den gehaten Jacobijnschen president van het Dyle-departement die door Benezech met klank was afgezet geworden onder voorwendsel van failliet! En Louvet, de conventioneel, die verslag had uitgebracht over het voorstel van aanhechting van Belgie bij Frankrijk! Die kandidaatstelling was een betuiging van radicale Jacobijnsche getrouwheid, en tevens een uit- | |||||||||||||||||||||
[pagina 424]
| |||||||||||||||||||||
daging. Voor den Conseil des Cinq-Cents zijn kandidaten Bruslé, Charles d'Or, De Moor, Van BredaGa naar voetnoot(1). En daar verschenen nu in het lokaal, de ‘electeurs’. Citoyen Terdie, van Arendonk als zijnde de oudste, en Frison, van Antwerpen, als de jongste, werden voorloopig met de functiën van president en secretaris belast. Een dertigtal electeurs waren aanwezig, en zouden nu ‘le bureau définitif’ samenstellen. Als president werd gekozen burger Van Praet, electeur van Mol. Als secretaris, burger De Becker, de man der - later aangeklaagde - primaire vergadering van Boom. En als scrutateurs koos men de voornaamste Mechelsche electeurs van de tweede ‘primaire vergaderingen’: Provijn, Quirini, Gambier. Eens het bureel samengesteld, bezorgde de commissaris bij de administration centrale, Bruslé, aan president Van Praet de officieele bescheiden tot volvoering van zijn taak. En men stelde de volgende bijeenkomst vast op 's anderendaags om 10 uur in hetzelfde lokaal. De triomf der anti-Jacobijnen scheen volledig te zullen zijn. Kwestie nog alleenlijk of de anti's de menschen zouden vinden die zich zouden opofferen om de onderscheiden functiën, waaronder zeer delicate zooals die van accusateur public, op te nemen... Het zou echter geheel anders verloopen. Dien avond van den 20 Germinal, na afloop van de bureelverkiezing in de kerk der Discalsen, is het complot gesmeed geworden. Charles d'Or heeft de administration centrale aangesproken en haar den grooten nood der Jacobijnen geklaagd: men moest de electeurs der latere primaire vergaderingen uitsluiten. Hierop heeft Bruslé een buitengewone vergadering van de administration centrale tegen 6 uur in de avond bijeengeroepen. Op deze vergadering waren aanwezig De Haan die bij interim de functie van voorzitter waarnam, de leden De Moor, | |||||||||||||||||||||
[pagina 425]
| |||||||||||||||||||||
Billotey en Solvyns, de commissaris Bruslé en de secretaris Aubert. Ziehier wat het verslag dezer ‘séance extraordinaire’ vermeldt:
‘Sur la réclamation de plusieurs citoyens s'annonçant comme membres légalement élus de l'assemblée électorale du département, l'administration, le commissaire du directoire entendu, déclare que par son arrêté du 10 Germinal elle n'a entendu assigner le local des carmes déchaussés pour la tenue de l'assemblée électorale qu'aux seuls électeurs nommés par les assemblées primaires qui ont été indiquées par l'arrêté du 25 Ventose dernier, conformément aux extraits des registres civiques envoyés par les municipalftés des cantons et qu'en conséquence lorsque les dits électeurs se seront constitués en assemblée électorale dans le dit locale, l'administration fera droit à leur demande relative à une force armée suffisante pour faire respecter la liberté des diverses opérations.’ | |||||||||||||||||||||
21 Germinal. De list van Charles d'Or.Uit deze laatste regelen verluidt de list die er is op verzonnen geworden en dien we, dank zij de documenten door de beide partijen nagelaten, geheel en al doorzien kunnen. Charles d'Or, - de voornaamste volgens de Moor, - en André-Joseph Frison, - die door de publieke meening wordt aangeduid als de opstoker, - hebben zich verstaan met Lambrechts hun Antwerpschen trawant, met Lenoir en Van Noten van St-Kathelijne Waver. Nog hebben ze de Arendonkenaars Terdie, en Claessens aangesproken, en hen uitgenoodigd om des anderendaags reeds te 8 uur in het lokaal te zijn. Waar deze laatsten niets op tegen hadden. Ook van Horebeeck, de electeur van Berchem, had toegezegd er om 8 uur te zijn. Eens in het lokaal heeft Charles d'Or aan Terdie wijsgemaakt dat deze laatste voorloopig opnieuw president zijn kon, als zijnde de oudste, in afwachting dat de anderen kwamen. En dan heeft hij hem doen verstaan dat hij als president de militaire macht moest rekwireeren tot bescherming van het lokaal, wat citoyen Terdie ook dadelijk heeft gedaan. De administration centrale heeft onmiddellijk den commandant der plaats, Felix, orde gegeven, het lokaal met militaire wachten te omringen, hetgeen dadelijk gebeurd is, en alle anderen er buiten te houden. Naar uit andere bronnen verluidt had Charles d'Or daar- | |||||||||||||||||||||
[pagina 426]
| |||||||||||||||||||||
enboven nog straatschuimers en nachtwakers die in de solde der municipaliteit waren, opgemaakt om te betoogen tegen de landelijke electeurs die zich tegen 10 uur bij het lokaal zouden aanbieden. Inderdaad. Toen om 10 uur Van Praet met een twintigtal electeurs zich aanbood om de verkiezingen voort te zetten, stond hij voor gesloten deuren, en een troep volks van verdacht allooi schold en schreeuwde als om ze door schrik te verjagen. Maar dat pakte niet. Om 11 uur opende de gewapende macht de deur, maar om mee te deelen dat niemand binnen mocht, want dat het ‘bureel’ zetelde. Onze president Van Praet gaf het echter geenszins op. Hij requireert op zijn beurt, en als eenige echte president, de militaire macht. Commandant Felix antwoordt hem dat reeds een andere president is opgetreden. ‘Quant à moi, zegt de man, je dois me borner à rendre un compte fidèle de ce qui s'est passé au ministre de l'intérieur.’ Van Praet richt zich nu tot de administration centrale eerst in persoon en mondeling, daarna in geschriftGa naar voetnoot(1). ‘Ce ne peut être que par des manoeuvres les plus coupables qu'un autre individu se qualifiant de président, soit parvenu à surprendre la religion du département’. En het werd een scherp betoog onderteekend door de électeurs: Van Praet, W. Smeulders en Vercammen, van Mol; J.B. Verhaeghen, Poullet, van Provijn, Ferd. Verhaghen, Lambrechts, Gambier, Debriez, Brouckhoven, Quirini, de Waepenaert en Snoy, van Mechelen; C. Berré, W. de Gottal en Jan Soeffers, van Turnhout; Jan de Becker, zoon, de Créquy en Scheppers, electeurs van Boom, G.J. Van der Linden, electeur van Lier; F.J. De Jonghe, electeur van Berchem; | |||||||||||||||||||||
[pagina 427]
| |||||||||||||||||||||
A. Van Messem, electeur van Kontich. Op de reclamatie van Van Praet aan Bruslé, antwoordde deze laatste:
‘Citoyen, De constitutie verbiedt me te oordeelen over de wettigheid der keusvergaderingen. Ik kan dus de hoedanigheid van president die gij u geeft in uw brief noch toekennen noch weigeren...’ Hij zou de centrale administratie raadplegen.
De centrale administratie antwoordde op 22 Germinal aan Van Praet dat het lokaal der Discalsen ter beschikking was van de electeurs gekozen door de regelmatige assemblées primaires... Maar intusschen liepen er drie electeurs die het aanvankelijk met de Jacobijnen gehouden hadden, over naar Van Praet, en wel de president Terdie zelf, Claessens en van Horebeeck die uitlegden hoe men hen bedrogen had. Terdie immers verhaalde bij brief hoe hij door Charles d'Or was bedrogen geworden: ‘Le citoyen Charles d'Or l'a conduit dans le local de l'assemblée vers 8 heures, où il a été induit par des suggestions perfides à occuper momentanément la place de président provisoire comme le plus agé d'eux, et même à signer une invitation au département pour obtenir une force armée...’ Het bedrog was dus overduidelijk, en men moest van kwaden wil zijn om niet dadelijk in te zien hoe het spel ineen stak. Terdie was de heftigste om te protesteeren. Nu vroeg van Praet een ander lokaal aan de administration centrale. Er schoten nog zeven man over in de door deze gepatroneerde en beschermde ‘keusvergadering’! Men antwoordde dat men maar één lokaal mocht aanduiden. Hierop hebben dan onze electeurs, ‘overwegende dat zij voor het volk verantwoordelijk waren om de zending te volbrengen waartoe ze waren gekozen, besloten hunne vergadering te vervolgen in de afspanning den Beer, om de constitutioneele keuzen te voltrekken,’ waarvan dadelijk kennis gegeven is aan den commissaris der Uitvoerende Macht, Bruslé:
‘Wij meenen u ambtelijk te moeten laten weten, dat, gezien de misdadige en menigvuldige hinderpalen die men aan onze keusvergadering heeft | |||||||||||||||||||||
[pagina 428]
| |||||||||||||||||||||
toegebracht in het lokaal door het departement aangewezen, wij vastgesteld hebben onze zittingen te vervolgen, in een zaal van de afspanning Den Beer op de Meir, waarvan wij u de weet laten voor uw bestuur.’ | |||||||||||||||||||||
De ‘assemblée électorale’ in ‘den Beer’.Op 25 Germinal, na alle mogelijke voorzorgen ter verzekering der wettelijkheid, onder leiding van een rechtsgeleerde genomen te hebben, ging de ‘keusvergadering’ onder den ‘definitieven president’ Van Praet, - aldus heet hij zich in alle stukken voortaan, - aan het werk om nu wetgevers en hooge ambtenaren te benoemen. Mertens en Torfs die enkel het betoog van De Moor hebben gelezen, schrijven er minachtend over: ‘Daar hadden zij in minder dan 24 uren allerlei ambtenaars geschapen, doch waren weder zoo spoedig uiteengescheiden, dat de nieuwgekozenen noch tijd, noch gelegenheid hadden zich omtrent hunne aanneming of weigering te uiten’. Bemerk dat in den Franschen tijd drie op vier maal een verkozene zijn verkiezing weigerde, en dat in het geval van de verkiezingen in Den Beer slechts een enkele verkozene weigeren zal. De Moor hoopte een zwakke zijde te vinden aan deze verkiezingen, en onze historici zijn er in geloopen. Wie er gekozen werd? President Van Praet riep op den avond van den 25sten als verkozen uit: Voor den conseil des anciens: Jean Werbrouck, koopman in de Kammenstraat te Antwerpen. Jean-Etienne Werbrouck was een achterneef van den gewezen bisschop van Antwerpen, de broeder van Jozef Werbrouck, den deken van het kapittel van O.L.V. Hij was bekend als financier en koopman en als liefdadig mensch. Omtrent zijn godsdienstige gezindheid was geen twijfel mogelijk.
Voor den conseil des Cinq-Cents: Jean-Alois de Bosschaert, den oud-schepene. De Bosschaert was nog meer dan Werbrouck een oudregiem-man, een rijk ingezeten burger die niets spaarde om de Franschen afbreuk te doen. Hij was in bijzondere | |||||||||||||||||||||
[pagina 429]
| |||||||||||||||||||||
vriendschap met sommigen uit de Mechelsche groep electeurs.
Voor haut-juré: Jean de Becker, zoon, van Boom, de man die voor de algemeene deelneming der Boomsche kiezers gezorgd had. En dan was men overgegaan tot de benoeming van administrateurs voor het departement. Daar zetelden tot nu toe de voorzitter Lévèque, Jean Solvyns, Antoine-Philippe de Moor, De Haan en Billotey. Deze vijf waren dus te herkiezen of te vervangen. Men koos in hun plaats Malluin, van Lier, Diercxsens en de Baillet van Antwerpen, Lauwers van Kontich, en Dochez van Mechelen. Malluin was een rechtsgeleerde, griffier te Lier, zoon van een Brusselschen procureur, een stille man die de faam had zeer beslagen en voorzichtig te zijn. Jacq. Niklaas Diercxsens was bekend als geleerd, en onbaatzuchtig. Verhalen we ten bewijze volgend staaltje uit zijn verderen levensloop opgeteekend door zijn tegenstanders: als administrateur kon hij de verkoopingen van kloostergoederen die de administration namens de regeering doen moest, niet tegen houden, maar de rijke vergoedingen die de leden daar voor trokken heeft hij, voor zijn part, altijd geweigerd en doen uitdeelen aan de bedienden van het departement. J.B. de Baillet, vader, was de oud-burgemeester van Antwerpen, die door de Franschen was afgezet geworden op 6 Augusti 1794. Niet minder beteekenis had de verkiezing van Lauwers. Deze was reeds administrateur geweest, doch had ontslag genomen om den eed van haat aan het koninkdom niet te moeten afleggen. En dan was er Dochez, vader, van Mechelen. Het was een zeer godvruchtig man. Het is waar, de republikeinen hebben gemeend dat het slechts uitwendig was. Een hunner teekende op dat ‘ses grands bedauds de fils’ hem op het departementeel bestuur dagelijks zijn vaderlijken zegen kwamen vragen’: ‘Apparemment qu'il désirait par cette action de piété ramener les employés de l'administration aux vrais principes de la religion qu'ils avaient oubliés.’ | |||||||||||||||||||||
[pagina 430]
| |||||||||||||||||||||
Dochez was tijdens de Brabantsche omwenteling schatbewaarder geweest in het Belgisch leger... Soortgelijke studie zou er nu te maken zijn voor het - talrijke - rechtspersoneel, dat daarna door de vergadering verkozen werd. We zullen er verder de lijst van mededeelen. Zeggen we slechts dat de rechtsgeleerde raadgevers, die in deze verkiezingen tegenover de Jacobijnsche legisten stonden, op deze lijst voorkomen. Denzelfden 25 Germinal schreef voorzitter van Praet aan Bruslé om hem de sluiting van de ‘assemblée électorale’ te melden, en zond hem het proces-verbaal harer werkzaamheden: ‘La présente vous servira d'advertence pour en informer le Directoire conformément à la Constitution.’ | |||||||||||||||||||||
Na den slag. De brief aan Parijs.Men schreef echter niet alleen aan den commissaris bij de administration centrale. Men was zoo beslist en zoo bereid tot geldelijke en andere opoffering, dat dadelijk Gambier en De Becker als afgevaardigden naar Parijs vertrokken om aan den minister van Binnenlandsche Zaken kennis te geven van den uitslag der verkiezingen, evenals aan het Corps législatif en aan het Directoire. Ziehier de vertaling van den brief aan den minister: ‘Citoyen minister, | |||||||||||||||||||||
[pagina 431]
| |||||||||||||||||||||
En men verhaalde dan verder wat men gedaan had. De brief draagt de onderteekening van de 29 electeurs die op dien gedenkwaardigen 25 Germinal de gevoelens van onze bevolking vertolkten. Een memorie omtrent dit alles, met al de bewijsstukken, in het Fransch en het Vlaamsch, verscheen drie dagen later reeds te Mechelen (drukkerij Van der Elst). Het druksel telt 56 bladzijden. Het is zeer zeldzaam geworden. De Moor zijnerzijds gaf een Vlugschrift uit, getiteld Opinion sur la tenue des assemblées primaires et électorale. Het is dit vlugschrift dat tot hiertoe als ‘de’ geschiedenis van de gebeurtenissen heeft gegolden. Na deze twee kwam er als een pamphlettenoorlog: Principes sur les élections par un ami de l'ordre, commentariés par un ami du peuple (antwoord van Wauters op De Moor)... Er werd ook een chronogram gedrukt en rondgestrooid: ‘Accubuit insidiosa Frisona vulpes; ursus Antverpiae triumphat.’ | |||||||||||||||||||||
[pagina 432]
| |||||||||||||||||||||
De beslissing van het Corps Législatif.Niet enkel te Antwerpen en in geheel het Vlaamsche land, maar ook in Frankrijk waren de Jacobijnen verslagen. Reeds laten de pamphletten van De Moor de wanhoop doorschemeren: de wetgevers zoo klaagt hij, zullen wel een voorwendsel vinden om de gekozenen van het wettig lokaal te invalideeren. Er is immers een anti-Jacobijnsche meerderheid. De Belgische verkiezingen, behalve die der Twee-Nethen, werden goedgekeurd op 1 Prairial (20 Mei). Na onderzoek en verslag zouden ook de twee conseils de verkiezingen in den Beer geldig verklaren, ondanks nog heel veel kuiperij. Maar Werbrouck en de Bosschaert zijn te Parijs, en weten de kuiperijen van Beerenbroeck en Frison te achterhalen. Op 14 Messidor (2 Juli) schrijft de Bosschaert aan een vriend te Mechelen, - en de brief is in handen onzer Antwerpsche Jacobijnen gevallen -: ‘Faites sonner les cloches, cher ami. Aujourd'hui, 14 Messidor, le conseil der anciens a approuvé la résolution du conseil des Cinq-Cents sur les élections des Deux-Nëthes. Nous vous annonçons cette nouvelle par un courrier extraordinaire.’ Dit beteekende tevens dat de Jacobijnsche administration centrale die intusschen de plaats niet had willen ruimen en door het Directoire voorloopig was bevestigd in haar verzet, eindelijk opkramen moest. Het duurde echter nog tot den 14 Juli (26 Messidor) eer zij zich schikte naar dit vonnis. Op dien dag teekent onze kronijkschrijver Van der Stralen op: ‘Alle welpeinzenden verheugden zich over deze goedkeuring, te meer daar de keus in de kerk der Carmelieten Discalsen gedaan, uit een alderslechtste soort bestond waar men niets dan alle kwaad kon van verwachten...’ Vermelden we hier die ‘alderslechtste soort’ die door de drie kiezers van Antwerpen, de twee van Mechelen en de twee van St-Kathelijne-Waver was ‘gekozen’ geworden op 24 GerminalGa naar voetnoot(1): | |||||||||||||||||||||
[pagina 433]
| |||||||||||||||||||||
Voor den Conseil des Anciens: A.B. Beerenbroeck. | |||||||||||||||||||||
Het oordeel van commissaris Dargonne.We mogen nu deze geschiedenis besluiten met een toevallig bewaarden brief van den commissaris bij de municipaliteit Dargonne aan zijn collega Bruslé, den commissaris bij de administration centrale, geschreven op 4 Floreal (23 April) en waarin hij zijn oordeel over een aantal gekozenen, en onrechtstreeks over het goed recht der verkiezing uitdrukt. Dargonne heeft het over de nieuwe leden der municipaliteit, die aangeduid zijn geworden door de ‘assemblée primaire’ van het kanton Antwerpen, dezelfde die de drie ons bekende electeurs aanduidde, een Jacobijnsche ‘assemblée’, - en vervolgens over de administrateurs van het departement. Luister nu naar dit onverwachte, vernietigend oordeel van den Franschman: ‘Citoyen, | |||||||||||||||||||||
[pagina 434]
| |||||||||||||||||||||
viendrait d'avoir pour remplir avec décence de pareilles places.’Ga naar voetnoot(1) Ziedaar het beeld, door een Jacobijn, van degenen die de Jacobijnen hadden kunnen vinden om de stad te besturen. Dargonne schrijft verder: ... Infiniment plus heureux que moi, le corps électoral a nommé auprès de vous au département des personnes capables de bien servir la chose publique; aussi je ne vous cache pas que vous faites tout mon espoir... Wanneer we nu lezen in Pirenne's Histoire de Belgique, VI, blz. 99: ‘A Anvers et ailleurs, deux “assemblées primaires” se réunirent, chacune se prétendant la seule légale... Le nombre des électeurs nommés par les “assemblées primaires” fut ridiculement minimes: 19 pour celui des Deux-Nèthes’, dan moeten we doen opmerken dat er in plaats van de assemblées primaires, deux assemblées électorales staan moest. En dan ware het goed de beteekenis van beide niet op denzelfden voet te stellen. Vervolgens is het hier aangehaalde getal 19 verkeerd. Er waren 29 electeurs in Den Beer en 7 in de Discalsen. En de ‘apathie’ waarvoor het hier moet getuigen, had toen piaats gemaakt voor een heete belangstelling. Ook zouden we de titel die deze bladzijde draagt, succès des conservateurs, willen veranderd zien in succès du nationalisme belge.
Op 14 Juli zooals we boven zagen, verheugde men zich te Antwerpen in de goedkeuring der verkiezing in Den Beer. Helaas, te Parijs zelf voorzagen onze verkozenen reeds hoe verkeerd het alles zou uitdraaien. Op 19 Juli schrijft Jean Werbrouck aan zijn broeder den deken van Antwerpen: ‘Cela finira par un coup d'Etat’. Die ‘coup d'Etat’ bij denwelke dit vaudeville tot een | |||||||||||||||||||||
[pagina 435]
| |||||||||||||||||||||
drama wordt, - geheel de bloedige Boerenkrijg lag er in besloten, samen met de geloofsvervolging en de deportatiën naar Guyane, - zou er komen op 18 Fructidor daaropvolgend (4 September 1797). | |||||||||||||||||||||
Bijlagen.I.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 436]
| |||||||||||||||||||||
municipalité de Malines a délibéré d'avertir ses concitoyens non inscrits sur le registre voulu par la loi, qu'ils pouvaient se réunir en assemblées primaires, et que de nouvelles assemblées ont été convoquées par ses soins’.
In haar vergadering van 22 Germinal haast zich dan de administration centrale het arrêté van de municipaliteit van Mechelen, waarbij nieuwe primaire vergaderingen werden opgeroepen, nietig te verklaren wijl niet uitgelokt door klachten, en genomen ‘d'office’. | |||||||||||||||||||||
II
| |||||||||||||||||||||
[pagina 437]
| |||||||||||||||||||||
pour Président, le citoyen Van Praet; pour Secrétaire, le citoyen Debecker; pour Scrutateurs les citoyens Gambier, Van Provyn, et Quirini; invitant en conséquence l'Administration centrale à retirer son réquisitoire, suivi sur sa susdite invitation, qu'il considère comme nulle et non avenue. Anvers, le vingt-deux germinal, l'an 5. de la République française une et indivisible, (Get.) Francois Terdie. | |||||||||||||||||||||
III
| |||||||||||||||||||||
IV
| |||||||||||||||||||||
[pagina 438]
| |||||||||||||||||||||
de la loi du cinq ventôse, nous défend d'indiquer plus d'un local pour la tenue des séances de l'Assemblée électorale. Vous devez convenir, citoyens, qu'en jugeant à propos de vous indiquer en ce moment un autre local, nous désignerions alors l'époque de l'ouverture d'une seconde assemblée électorale, et certes nous ne trouverions pas dans la constitution des articles, à transcrire dans notre arrêté, conformément au paragraphe précité, qui puissent autoriser cette démarche de notre part, contradictoirement aux lois de la République.
Salut et fraternité,
les Administrateurs du département des Deux-Nèthes: signé A.P. De Moor, Jean Solvyns, N. Billottey, Dehaan, Leveque Président, et Aubert, Secrétaire-général. | |||||||||||||||||||||
V
|
Jean Werbrouck, négociant, rue des Peignes, à Anvers. |
Conseil des Cinq-Cents:
Jean de Bosschaert, ancien Echevin d'Anvers. |
Haut-Juré:
Jean de Becker, fils, à Boom. |
Administrateurs:
Malluin, ci-devant Secrétaire à Lierre. |
Dirckxsens, rue de l'Hôpital, à Anvers. |
De Baillet, père, à Anvers. |
Lauwers, ci-devant Chef-Drossart à Contich. |
Dochez, pêre, Rentier à Malines. |
Tribunal Criminel:
Carrion, Président. |
Ogez, Accusateur publique. |
Auger, Greffier. |
Juges du Tribunal civil:
Van Welhuysen, Homme de loi à Anvers. |
Van Dun, Homme de loi à Anvers. |
De Visscher, Homme de loi à Anvers. |
Poullet, ci-devant Pensionnaire à Malines. |
Le Bon, Homme de loi à Gheel. |
Pansius, Homme de loi, ci-devant Ecoutette à Malines. |
Van Pelt, Homme de loi à Anvers. |
Crabeels, Homme de loi à Malines. |
Gambier, Homme de loi à Malines. |
De Vries ci-devant Secrétaire à Grobbendonck. |
Van der Linden, Négociant à Lierre. |
Richterich, ci-devant Echevin à Malines. |
Nauwels, Juge actuel. |
Nanteuil, père, Homme de loi à Anvers. |
De Quertenmont, Homme de loi à Malines. |
Herremans, Homme de loi à Anvers. |
Van der Neesen, Homme de loi à Anvers. |
Stalpaert, ci-devant Secrétaire à Lier. |
Marci, Homme de loi à Malines. |
Carlier, Juge actuel. |
Suppléants:
Bom, fils, Homme de loi à Anvers. |
Bertina, fils, Homme de loi à Anvers. |
Berré, Juge de paix à Turnhout. |
Dillis, ci-devant Procureur à Anvers. |
Nanteuil, fils, Homme de loi à Anvers. |
- voetnoot(1)
- De voornaamste documenten dienden gezocht natuurlijk in het archief nagelaten door de administration centrale en bewaard op het Provinciaal Bestuur te Antwerpen. Het inventaris door Jacobs (II, blz. 102-104) vermeldt de stukken maar de Liasse X, Assemblées électorales die ze zou moeten bevatten, heeft ze ons niet geleverd...
- voetnoot(1)
- Verkeerdelijk zegt Verhaegen II, 370, ‘âgé de 25 ans’. Onjuist is de bewering van Pirenne, VI, 96: ‘le suffrage universel se combinait avec des garanties de cens et de capacité. Etaient électeurs tous les FranFais... inscrits au registre civique comme sachant lire et écrire.’ Men voldeed met op het burgerlijk register een kruisje te zetten, indien men lezen noch schrijven kon. Ten andere art. 8 titre II der constitutie van an III zegt: ‘qui s'est fait inscrire’. De inschrijving telde dus minst van al als bewijs dat men lezen en schrijven kon. De vergissing kan voortspruiten uit art. 16 titre II: ‘Les jeunes gens ne peuvent être inscrits sur le registre civique, s'ils ne prouvent qu'ils savent lire et écrire et exercer une profession mécanique’.
- voetnoot(1)
- De Lanzac merkt op, en naar onze meening wel terecht: ‘Il est impossible en présence des chiffres, de soutenir que cette abstention fut le fait des seuls adversaires du régime français. Dans les grandes villes, l'annexion comptait des partisans, sans parler des immigrés...’ (I, 104).
- voetnoot(1)
- Hier was aan toegevoegd:
Tous les vrais Belges sont instamment invités de sa rendre aux assemblées primaires de leur canton respectif le 21 mars prochain et d'y signer en vertu de leur souveraineté le procès-verbal suivant ou tel autre qu'ils trouveront convenir:
Procès-verbal.
Le Peuple souverain du canton de... département de... légalement assemblé après avoir choisi pour président N.N.... pour secrétaire N.N... etc. déclare que sa souveraineté, son indépendance et sa sage politique ne lui permettent point d'envoyer des représentants à une république étrangère, en même temps proteste formellement en face de tout l'univers contre l'arrêté de réunion de la Belgique à la France, contre l'arrêté de suppression des monastères Belges et contre tout attentat fait ou à faire contre les lois fondamentales ou constitution...
Ainsi déclaré, protesté et arrêté par le peuple souverain du canton de..., le
signé N... président, N... secrétaire
AVIS
Tout vrai patriote est instamment invité de copier le procès-verbal ci-dessus et de le transmettre d'un canton à l'autre, avant le 21 mars prochain, pour alors être tous prêts unanimement dans tous les cantons de la Belgique. Fiat, fiat, fiat.
Leo Belgicus, non fabula.
- voetnoot(1)
- De ‘uytkondiging’ was ‘geboden’ door besluit van 11 Germinal.
- voetnoot(1)
- Dit laatste als hypothese en volledigheidshalve, verwijzend naar de studie van P. Verhaegen in Revue Générale, April 1899: ‘Le comte de Méfrode et Joséphine Bonaparte’, en naar zijn groot werk, reeds geciteerd.
- voetnoot(1)
- Onmogelijk hier de lange lijst der kandidaten voor de andere functën aan te halen. We roepen echter de aandacht der belangstellenden op deze bescheiden. Men zal ze vinden in het bundel ‘Assemblées électorales’ van het Antwerpsch stadsarchief, moderne afdeeling.
- voetnoot(1)
- Zie Bijlage I
- voetnoot(1)
- De Moor beweert dat er 10 electeurs waren. Denkelijk rekent hij nog, Terdie, Claessens en Van Horenbeeck bij de zeven getrouwen.
- voetnoot(1)
- De ‘assemblée primaire had, op 162 stemmen, er 148 toegekend aan dr. Beerenbroeck, aan E.F. Wauters 123, H. Franck 122, Reyns 114, Van Nuffel 114, C. Ceurvorst vader 109, Verhoeven 108, F. Verbelen (uit de Roode straat) 102, en aan P. Van Grimbergen 100 stemmen. Al dezen werden verkozen uitgeroepen, door den president Charles d'Or. Ze werden aangesteld in zitting van 21 Floreal.