die paadjes diep,’ beteekent ‘diep’ modderachtig, als uit meer voorbeelden blijkt.
IIo) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Prof. Dr. L. Scharpé, voorzitter; Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, ondervoorzitter; O. Wattez, Frank Lateur, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. J. Salsmans, S.J., H. Teirlinck en Dr. J. Muls, leden, alsook de heeren L. Goemans en Prof. Van Mierlo, hospiteerende leden en Prof. Dr. M. Sabbe, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o Toezicht over eieren en deskundig onderzoek, door R. Baetslé en C. De Bruyker. - Aangeboden om gedrukt te worden op de kosten van het Vande Ven-Heremans-fonds.
De heeren Dr. Med. Joz. Bernard en Prof. A.J.J. Van de Velde, verslaggevers, verklaren dat de voorgelegde studie in alle opzichten voldoening geeft.
De Commissie besluit aan de Academie voor te stellen deze studie te laten drukken.
2o Enkele aanteekeningen over taaltoestanden te Brussel in de XVIIe eeuw. - Lezing door Prof. Dr. M. Sabbe, werkend lid.
Prof. Dr. Sabbe bespreekt eenige uittreksels uit voorredenen en liminaria-gedichten van Brusselsche uitgaven uit de 16e en 17e eeuwen. Hij legt nadruk op zinspelingen op den strijd, dien het Nederlandsch destijds te voeren had tegen het Latijn, het Fransch en het Spaansch. In hetzelfde verband voegt hij er nog enkele bijzonderheden bij over het verblijf van zekere Fransche schrijvers te Brussel: Voiture, Voltaire, Jean-Baptiste Rousseau, e.a.