| |
| |
| |
Vergadering van 21 Maart 1934.
Zijn aanwezig: de heeren F.V. Toussaint van Boelaere, onderbestuurder, en Dr. L. Goemans, secretaris;
de heeren Kan. Am. Joos, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. J. Vercoullie, Dr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. Vande Velde, J. Jacobs, Prof. Dr. M. Sabbe, Prof. J. Salsmans, S.I., Dr. J. Muls, Prof. Dr. J. Van Mierlo, S.I., Dr. J. Cuvelier, Felix Timmermans en Prof. Dr. J. Vande Wyer, werkende leden;
de heeren Dr. Fl. Prims, Prof. Dr. L. Grootaers, J. Eeckhout en Em. De Bom, briefwisselende leden.
Laten zich verontschuldigen: de heeren Prof. Dr. L. Van Puyvelde, bestuurder; Dr. L. Simons, Dr. Is. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. L. Scharpé en Prof. Dr. R. Verdeyen, werkende leden;
de heeren: Dr. Aug. Van Cauwelaert, Dr. A.H. Cornette, Lode Baekelmans en H. de Man, briefwisselende leden.
| |
Aangekochte boeken.
Verzamelde gedichten, van Adema van Scheltema;
Novellen, van Virginie Loveling.
Homeros' Odyssée, door Dr. Aeg. Timmermans.
* * *
Ontvangst ten Paleize op 17 Maart 1934. - Door het Staatsblad werd de Koninklijke Vlaamsche Academie ter kennis gebracht, dat HH. MM. de Koning en de Koningin de verschillende Academies op 17 Maart te 14.30 uur in het Paleis te Brussel zouden ontvangen. De heeren leden werden op 13 Maart door de Secretarie van die uitnoodiging ver- | |
| |
wittigd. Het Bestuur nam op zich een adres op te stellen dat gedrukt en aan HH. MM. tijdens de ontvangst overhandigd werd.
Hier volgt de tekst van dit adres.
Sire,
Mevrouw,
De Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde hecht er aan nogmaals getuigenis af te leggen van de smartelijke ontroering bij haar leden verwekt door het overlijden van haar Hoogen Beschermheer, Koning Albert. Zij betreurt het al te vroegtijdig verscheiden van een Vorst, Wiens buitengewoon en alom erkend gezag op de hoogste menschelijke deugden gegrondvest was. In den ruimsten zin van het woord mocht Hij de Vader des Vaderlands heeten: Zijn klare geest had ten volle beseft, dat gelijke behandeling van alle Belgen in het tweeledige Land niet een nadeel, maar een aanwinst zou beteekenen voor de gemeenschap, omdat nationale rechtvaardigheid ook nationalen vrede sticht.
Sire,
Koning Albert heeft Zijn Opvolger opgeleid in dezelfde gevoelens van rechtvaardigheid en toewijding aan 's Lands gemeenschappelijk welzijn.
Geen inspanning was Uwe Majesteit te zwaar om Zich op de hoogte te stellen van Haar taak, van een taak die, in de heerschende tijdsomstandigheden, zou kunnen geacht worden 's menschen krachten te boven te gaan. Doch in Uwe Majesteit stellen wij onze vaste hoop.
Wij weten dat Regeeringszorg moet gaan naar de verschillende belangen van de Natie. Maar wij zijn overtuigd van de primauteit der zedelijke en geestelijke waarden, die de grootheid van een volk door de eeuwen heen uitmaken, boven de stoffelijke, die zijn welvaart bevorderen.
Bijzonder heeft het ons daarom verheugd, dat ook voor onzen
| |
| |
Vorst onze Volkstaal een Landstaal is: een onscheidbaar deel van 's Lands kostbaarste bezit.
Dat Uwe Majesteit derhalve, te gelijk met de hulde van diepe gehechtheid aan België's Vorst en Vorstenhuis, de vurige wenschen van de Vlaamsche Academie gelieve te aanvaarden voor den voorspoed van een Regeering wier aanvang met het volste vertrouwen werd begroet.
Mevrouw,
Het onthaal door Uwe Majesteit van den beginne af in Haar nieuw Vaderland genoten heeft de genegenheid bewezen welke Haar innemende verschijning bij de Belgische bevolking verwekt.
Moge de Goddelijke Voorzienigheid onze Koningin de gunst verleenen om Haar Doorluchtigen Gemaal in sterkte bij te staan bij het vervullen van Zijn hooge zending. Zij worde aan Zijn zijde, te midden van Haar Kroost, met lange en heilvolle dagen gezegend.
Gedaan te Gent, op 17 Maart 1934,
en met het Zegel der Academie voorzien.
De Onderbestuurder,
(Get.) F. Toussaint van Boelaere.
De Bestuurder,
(Get.) L. Van Puyvelde.
De Bestendige Secretaris,
(Get.) L. Goemans.
Waren op de ontvangst aanwezig: de heeren L. Van Puyvelde, bestuurder; F. Toussaint van Boelaere, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris; J. Mansion, O. Wattez, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Vande Velde, J. Jacobs, M. Sabbe, J. Muls, J. Van Mierlo, werkende leden; A. Cornette, Fl. Prims, L. Grootaers, J. Eeckhout, Em. De Bom, briefwisselende leden.
Hadden zich laten verontschuldigen: de heeren Frank
| |
| |
Lateur, L. Scharpé, J. Salsmans, werkende leden; J. Vande Wijer, Aug. Van Cauwelaert, L. Baekelmans, briefwisselende leden.
| |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.
1o Te Deum bij gelegenheid van de Troonbestijging van Z.M. Koning Leopold III. - Bij brieve van 27 Februari 1931 werd de Academie door den heer Gouverneur K. Weyler uitgenoodigd, tot het bijwonen van een plechtig Te Deum in de Sint-Bavo-Kathedraal te Gent.
Waren aanwezig: de Bestendige Secretaris, de heeren L. Willems en J. Eeckhout.
2o Palais Mondial. - Van wege Les Amis du Palais mondial, ontving de Academie een brief, gedagteekend van 5 Maart 1934 waarbij geklaagd wordt, dat de Minister van Openbare werken de Union des Associations Internationales de lokalen ontneemt waarover deze in het Jubelpark te Brussel sedert 1921 - gedeeltelijk sedert 1910 - beschikt. Er wordt de Academie gevraagd haar steun te verleenen tot het weeren van dien maatregel.
De Academie stemt er in toe een brief te richten tot de heeren Eersten Minister, Minister van Openbaar Onderwijs en Minister van Openbare Werken.
3o Geneeskundige dienst bij het leger. - Bij brieve van 7 Maart vanwege het Ministerie van Landsverdediging, een lijst van drie namen gevraagd van burgerlijke geneesheeren die kunnen geroepen worden, om in Mei 1934 deel uit te maken van de jury, belast met het afnemen van het
| |
| |
examen A der militaire geneesheeren, wat de practische Nederlandsche proef betreft.
De Academie stelt volgende namen voor:
Prof. Dr. Fr. Daels, Gent.
Dr. Sano, Gheel.
Dr. Terlinck, Brussel.
4o XIIe Vlaamsch Philologencongres. - Bij brieve van 14 Maart 1934, wordt de Academie door den Prof. A. Carnoy, ons medelid, voorzitter der Vereeniging, verzocht een afvaardiging aan te duiden bij het Congres dat gehouden wordt te Leuven op 6, 7 en 8 April a.s.
De vergadering duidt de heeren L. Willems, J. Salsmans en Fl. Prims aan om haar te vertegenwoordigen.
| |
Mededeelingen namens de commissies.
I. - Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - Dr. Fl. Prims, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgen-vergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Dr. J. Van Mierlo, ondervoorzitter; Dr. L. Willems, Dr. L. Goemans, Prof. Dr. M. Sabbe, Dr. J. Cuvelier, F.V. Toussaint van Boelaere, leden; Dr. Fl. Prims, lid-secretaris en Dr. Muls, hospiteerend lid.
Aan de dagorde staat:
1o Vreugdgezangen bij het tijdelijk verdwijnen der Barrière-garnizoenen in 1745. - Lezing door Prof. Dr. M. Sabbe, werkend lid.
Door Dr. Cuvelier wordt vooraf tot onderzoek voor opneming in de Verslagen en Mededeelingen voorgelegd, een
| |
| |
studie van Dr. Corsemans, getiteld: Middeleeuwsch Taalgebruik in Vlaanderen en Brabant. Worden als verslaggevers aangeduid: Dr. L. Willems en Dr. Prims.
De voorzitter geeft lezing van volgenden brief van den bestendigen secretaris Goemans, zijn ontslag indienend als lid van de Commissie voor Geschiedenis.
Gent, 21 Maart 1934.
Aan den Heer Voorzitter van de
Bestendige Commissie voor Geschiedenis,
Bio- en Bibliographie
Geachte Heer Voorzitter,
Daar het, naar mijn oordeel, in het belang zelf der Academie niet wenschelijk is, dat leden der Academie deel uitmaken van meer dan twee Bestendige Commissies, zoo zij het mij toegelaten mijn ontslag in te dienen als lid van de Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie.
Hoogachtend,
(Get.) L. Goemans.
Het ontslag wordt aanvaard.
De heer M. Sabbe brengt verslag uit over het ingezonden stuk: De uitvinding der drukkunst in China, door Prof. Mullie. De studie is verdienstelijk, doch dient ingekort. De commissie stelt voor de studie op te nemen na de inkorting.
Dr. Goemans legt een nieuwe studie voor van Dr. Langohr: Het Zuidnederlandsch dialectgebied van Overmaas, N.O. der provincie Luik en Kanton Eupen. Als verslaggevers worden aangeduid de heeren Jacobs en Goemans.
Dr. Willems brengt verslag uit over de vorige studie van Dr. Langohr: De lijn van Benrath, Kanton Eupen en de Platduitsche streek. Verslaggever heeft bezwaar tegen de benaming Platduitsch, evenals tegen de besluiten. De bestendige secretaris zal aan Dr. Langohr schrijven, om hem te
| |
| |
vragen zijn studie op louter dialectologisch gebied te houden. Na de herbewerking zal de studie opnieuw onderzocht worden.
Prof. Sabbe komt vervolgens aan het woord. Hij geeft ons vooraf een overzicht van de historische gebeurtenissen ten tijde van den Oostenrijkschen successie-oorlog in onze provinciën. Verscheiden volksliederen zijn aan deze gebeurtenissen gewijd. Er blijkt ook dat men om godsdienstredenen de Franschen heeft welkom geheeten. De slag van Fontenoy en de inneming van Doornik worden geestdriftig bezongen. De inneming van Antwerpen wordt gevierd, de Fransche zegepralen worden als katholieke triomphen gevierd. Hollanders en Engelschen zijn de vijanden. De misnoegdheid om de garnizoenen in de Zuidelijke Nederlanden komt sterk tot uiting.
De voorzitter bedankt Prof. Sabbe om de belangrijke bijdrage. Dr. Willems vraagt of er ook liederen waren met anderen klank. Prof. Sabbe antwoordt dat hij niet een gedicht met pro-Hollandsche strekking heeft ontdekt.
De Commissie stelt voor de lezing op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De E.H.J. Jacobs, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Prof. Dr. M. Sabbe, voorzitter; Kan. Am. Joos, Dr. L. Goemans, O. Wattez, Prof. Dr. A.J.J. Vande Velde en Dr. J. Muls, leden, en E.H J. Jacobs, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o Het middelbaar handelsonderwijs van den hoogeren graad. - Lezing door den Eerw. heer J. Jacobs, werkend lid.
Eerw. hr. J. Jacobs, bespreekt de ontwikkeling der handelsschool in België gedurende de naoorlogsche jaren; hij toont de gebreken aan van de avondleergangen, van de Middelbare School in handelsschool omgevormd, van de handelsafdeeling der athenaea en der colleges, wijst op de voortreffelijkheid der middel- | |
| |
bare handelsschool sedert den oorlog ontstaan, en wettigt het oprichten van handelsscholen van den middelbaren hoogeren graad. Hij stelt de gebreken vast van de huidige handelsschool ten gevolge van het gemis van Vlaamsche leeraars en Vlaamsche handboeken.
Na een korte bespreking waaraan vooral Dr. Goemans en Prof. Vande Velde deelnamen, stelt de Voorzitter voor de voorgedragen studie in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
| |
Dagorde.
1o) Plechtige Openbare zitting. - Prof. Brom, uit Nijmegen, liet de Academie weten, dat hij bereid is als redenaar op te treden op de jaarlijksche plechtige vergadering der Academie op den eersten Zondag van October a.s.
2o) Lezing door Prof. J. Vercoullie: Germaansche etymologieën bij Hatzfeld en Darmesteter. - De Bestuurder wenscht spreker geluk met zijn lezing en stelt voor zijn studie in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
Dat voorstel wordt door de Academie goedgekeurd.
|
|