Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1934
(1934)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
Warenkunde en pharmacie in betrekking met theoretische plantenkunde
| |
[pagina 62]
| |
echte beroepscholen, waar de studenten practische menschen worden; van de theoretische grondslagen krijgen zij juist wat voldoende is om op verstandige wijze een beroep uit te oefenen. De Universiteit is vooral een centrum van cultuur; daar moet de wetenschap in den breedsten zin in hare theoretische ontwikkeling worden eigen gemaakt. Het algemeen onderwijs, met zijne hooge cultureele beteekenis, blijft de groote school, die den mensch tot alleen kunnen denken, tot alleen kunnen ontdekken, tot alleen kunnen opbouwen kan opleidenGa naar voetnoot(1); daar moet de theoretische wetenschap slaan, hard slaan, onophoudend slaan. Daar moet worden opgebouwd en gedurfd. Het is in het stille laboratorium, in de stille bibliotheek, in het stille museum dat, buiten alle bekommeringen van het leven, buiten de soms bijzondere bewerkingen van de politiek, buiten alle administratieve kwellingen, zelfs in de grootste ellende, de menschengeest aan den vooruitgang van wetenschappen en kunsten zuiver wordt onderworpen. Waarom hier niet met enkele woorden herinneren aan wat wij daarover vroeger schrevenGa naar voetnoot(2)? Bernard Palissy, de stichter van de pottenbakkerskunst; Parmentier, de menschenvriend, die het voedingsbedrijf tot stand brengt; Cavendish, die de waterstof ontdekt en zich niet bekommert die ontdekking finantiëel uit te baten; Carlisle en Nicholson die het water electrolyseeren, waardoor wij thans een bedrijfsmethode gebruiken om op winstgevende wijze waterstof en zuurstof te bereiden; Humphry Davy, die kalium en natrium afzondert; de groote arme mensch Scheele, die het chloor en talrijke chemische verbindingen ontdekt, die nooit een duidelijk begrip krijgt van de waarde van zijn geest en van zijn arbeid; Leblanc die het sodazout uit het zeewater weet te bekomen, die zelfmoord pleegt na zijne laatste middelen wanhopig opgeofferd te hebben; Priestley die de zuurstof ontdekt, die door zijne kortzichtige landgenooten wordt vervolgd en tot vluchten verplicht; Lavoisier, die den grond legt van de moderne chemie, die op gruwelijke wijze wordt onthoofd; Chevreul die de bedrijven van stearinekaarsen en zeep in het leven roept en daarmede geen geld verzameld; Liebig die de landbouwchemie, de physiologie, de levensmiddelenleer tot hooge wetenschappen voert, die door zijne onkundige collegas van de Universiteit stelselmatig wordt bestreden; | |
[pagina 63]
| |
Berthelot, Pasteur, Beyerinck, Kamerlingh-Onnes, Marie Curie-Sklodovska, en de anderen, die de nijverheid en de finantie hebben gediend, als zij op naïve wijze meenden alleen den mensch ter zijde te staan. Zij dienden volledig de wetenschap; hunne middelen van bestaan gebruikten zij volledig tot de ontwikkeling van den geest; zij zochten nooit hun edel en hoog werk van onderzoek te verminderen en te ontaarden door allerlei practische toepassingen, bedrijfsonderzoekingen, zoogezegde wetenschappelijke verslagen, wel bronnen van supplementair inkomen, maar ook oorzaken van weinig eerlijke mededinging ten nadeele van de dagelijksche broodwinning van beroepsdeskundigen. Laat ons ook deze heerlijke woorden van Louis Pasteur herhalenGa naar voetnoot(1): ‘Indien het wetenschappelijk laboratorium wordt afgeschaft, dan worden de natuurwetenschappen het beeld van de onvruchtbaarheid en van den dood... De laboratoria zijn de tempels van de toekomst, van den rijkdom en van het welzijn. Daar groeit, versterkt en verbetert zich het menschdom; daar leert men in de werken der natuur lezen, die tot den vooruitgang en tot de wereldharmonie leiden, terwijl de werken van het menschdom te dikwijls de werken zijn van de barbaarschheid, van de dweepzucht en van de verwoesting’. Laat ons dus, in de Universiteit, vooral de zuivere wetenschap, de zuivere kunst beoefenen, minder een middel zoeken om een beroep uit te oefenen. Wel moet de mensch ook practisch zijn, wel is het bestaan een bekommering en een doel. Men moet echter bekennen dat de meeste menschen, die toch in kudden leven, de opvoeding beschouwen als de opvoeding van een kind van twaalf jaren: op de gewone wereld zijn de theoretici overbodig; het Latijn behoort tot den tijd van de oude maan; de wiskunde maakt den geest stijf en koel; de natuurkunde is eene kunst om een electrische schel te plaatsen of een radiotoestel te herstellen; de aardrijkskunde is in eene verzameling postzegels vervat; de geschiedenis leert men door de operas; de chemie dient om vetvlekken te kunnen wegkrijgen en oorlogsgassen te bereiden; de pharmacie bereidt pillen en stillende stropen; de handelaar koopt en verkoopt. Wij hebben onlangs herinnerdGa naar voetnoot(2) aan de woorden van Leon | |
[pagina 64]
| |
Van Hulst dat de pharmacie wetenschappelijk zal worden of wel tot den ondergang geraken; aan de woorden van Breugelmans over de noodzakelijkheid de wetenschappelijke ontwikkeling van de pharmacie te verwezentlijken; aan de woorden van Van Os die met nadruk de aandacht vestigt op de kracht van den apotheker in het dienen en in de onafhankelijkheid, tusschen den onverantwoordelijken fabrikant en het onwetend publiek. De universitaire apotheker wordt een wetenschappelijke mensch als hij het universitair onderwijs cultureel beschouwt en niet als een beroepsmiddel gebruikt. Eerst dus de cultureele ontwikkeling, de geestesrijpwording, daarna de bereiding tot het beroep, de broodwinning. Hetzelfde voor de studie in economische en finantiëele wetenschappen: er heerscht een oneindig groot verschil tusschen eene handelsschool, zelfs een hoogere handelschool, en eene universitaire inrichting voor handelswetenschappen. In de theoretische wetenschappen liggen de groote grondslagen, tot hoogere opleiding van het beroep. Het universitair onderwijs voor apothekers en voor handelslicentiaten en doctoraten moet volledig in het kader gebracht worden van de zuivere wetenschap. Wij hebben reeds eenige pogingen in zulke richting gedaan; wij meenen dat beschrijvingen en droge rangschikkingen gewoonlijk overbodig zijn, omdat hij die den grondslag van de wetenschap bezit, gemakkelijk de beschrijvingen en de rangschikkingen in de boeken zal kunnen vinden. De hoogleeraar die beschrijft en dicteert, die niet philosopheert en redeneert, is geen hoogleeraar. In een vroeger opstelGa naar voetnoot(1) hebben wij daarover uitvoerig onze meening uiteengezet. In dat opstel hebben wij doen uitschijnen hoe nuttig het is, de betrekkingen onder de chemische verbindingen uiteen te zetten; de aandacht der studenten dient met nadruk gevestigd te worden op het feit dat een bepaalde stof of een bepaalde groep stoffen niet alleen staan, maar dat zij, als het ware, een stuk uitmaken van een stelsel waarvan ieder deel onmisbaar is. De studie van de chemie wordt aldus geen overzicht van recepten, maar de bespreking van een stelsel. Bij het bereiken van zulk doel kunnen graphische voorstellingen zeer nuttig zijn, zooals deze van den klassieken kringloop van de koolstof en van de stikstof, zooals deze van de aminozuren | |
[pagina t.o. 64]
| |
Fig. 1. - Overzicht van koolstof- en stikstofverbindingen op de pharmacie toegepast.
| |
[pagina 65]
| |
Fig. 2.
| |
[pagina 66]
| |
die gedurende de spijsvertering ontstaan en door ZunzGa naar voetnoot(1) voorgesteld, zooals de diagrammen van DescrempsGa naar voetnoot(2) die in zijn tijd een gansche leerboek over chemie door die diagrammen vervangen kon. Wij hebben zelf overzichten in tabellen gebracht, waarin het benzeen de centrale plaats bekleedtGa naar voetnoot(3), waarin een zeker aantal hoofdverbindingen voorkomen, waaruit eene reeks andere verbindingen kunnen afgeleid worden. Een ander overzicht van denzelfden aard werd over de volledige chemie der stikstof verwezentlijkt, zonder onderscheid van anorganisch en organischGa naar voetnoot(4). Onlangs hebben wij de twee tabellen tot een geheel gebracht, ten einde het tot de studie van de organische chemie, op de biologie en de pharmacie toegepast, te kunnen dienen (fig. 1.). Met de hulp van een dergelijk algemeen overzicht, kan men, b.v. als op fig. 2, de betrekkingen tusschen eene reeks pharmaceutische producten duidelijk begrijpen. In een dergelijke tabel kunnen, uit het benzoëzuur, saccharine, coniferine, vanilline, cumarine, saligenine, aspirine, arcanol, salol, salopheen; - orthoform, anesthesine, novocaïne, krysolgan, galluszuur, pyrogallol, dermatol, tannine, tannalbin, tannigeen; - anthrachinon, fluoresceïne, purgenum, aperitol, agobiline, nosophenum, antinosin, alizarine, isatine, indigo; - zonder moeite rechtstreeks of onrechtstreeks worden afgeleid. In zijn standaardwerk heeft TschirchGa naar voetnoot(5), die vooral een man was van de theoretische wetenschap, dergelijke overzichten benuttigd, namelijk betreffende de ontbinding van tusschenproducten uit de protiden tot de eindbazen, en over den opbouw van de gluciden, de lipiden, de protiden en de alkaloïden. Wij kunnen niet nalaten de studie van zulke tabellen warm aan te bevelen, aan dezen die bij het bereiden van een geneesmiddel wat anders voelen dan het te zamen brengen van een poeder, wat water, wat glas, wat kurk, wat papier...... Krijgt men, door het bestudeeren van de betrekkingen | |
[pagina t.o. 66]
| |
Fig 3. - Waren uit het plantenrijk in systematische voorstelling.
| |
[pagina 67]
| |
tusschen de onderzochte producten, dit begrip niet dat alles rondom ons, vóór ons, met ons in het leven wordt geroepen? Wordt de chemie, met hare toepassingen, geen bewegende, geen biologische wetenschap?
* * *
Wij wenschen thans, in dezelfde richting, het bewijs te geven dat de warenkunde, die altijd doorgaat voor een droge, beschrijvende opsomming van allerlei producten, die in den handel voorkomen, ook in het kader van de theoretische wetenschap kan en dient geleid te worden. Wij hebben aldus een zeer belangrijk stuk der waren, deze uit het plantenrijk, in systematische voorstelling gebracht, volgens de plantenrangschikking in familiën. Wij hebben de voorkeur gegeven aan een cirkelvormige voorstelling waarin de 320 genoemde planten straalsgewijze, terwijl de producten die uit de genoemde planten worden getrokken in concentrische cirkels, voorkomen. Aldus krijgt men het begrip dat bij waren uit het plantenrijk, 1o de waren van gelijken aard in soms zeer van elkander afwijkende planten hun oorsprong hebben, 2o de artsenijproducten en de voedingsmiddelen verreweg de belangrijkste plaats innemen in de warenkunde. Als de leeraar over zulke graphische voorstelling beschikt, kan eene les over warenkunde heel wat anders worden dan eene droge beschrijving, welke door de studenten voor een examen van buiten wordt geleerd en door hen, enkele dagen daarna, zorgvuldig en volledig wordt vergeten. Fig. 3 geeft een gedacht van de voorstelling, op 1,50 m. diameter uitgevoerd. Als bijvoegsel en als toelichting op de graphische voorstelling worden in de volgende bladzijden, de planten volgens de gewone rangschikking genoemd. Voor iedere familie hebben wij enkele, goed in het oog vallende eigenschappen gegeven; bij ieder der 320 planten worden de Latijnsche officiëele benamingen met de vertalingen in het Nederlandsch, Fransch, Engelsch en Duitsch (bij enkele uitzonderingen na die wij onvolledig of niet vonden), en ook de waren die deze planten leveren, aangeduid. De rangschikking der waren is deze volgens Van OssGa naar voetnoot(1) die over het onderwerp een uitvoerig werk heeft geschreven; dat | |
[pagina 68]
| |
werk behelst 10 hoofdstukken: I. Inleiding tot de anorganische scheikunde, anorganische chemikaliën, kunstmest. II. Minerale kool, verbranding, droge distillatie, petroleum. III. Steenen, gesteenten, siliciumverbindingen, slijpmiddelen, glas en aardewerk. IV. Metalen. V Inleiding tot de organische scheikunde, teer, kleurstoffen, ververij, ontploffingsmiddelen. VI. Granen, aardappelen, zetmeel, gommen, suikers, gistingsproducten, enkele alkoholen, aldehyden, ketonen, zuren, enz. VII. Voedingsmiddelen van dierlijken oorsprong, vetten en oliën, zeep, kaarsen, glycerine. VIII. Vruchten, genotmiddelen, specerijen, alkaloïden, aetherische oliën. IX. Textiel, bont, veeren, sponzen, papier. X. Hout, rubber, looi-industrie en lijm, hoorn en kunsthoorn, parelmoer, celluloïed, hars en terpentijnolie, kunstharsen, lak, verfpigmenten, verven en lakken, linoleum. Uit deze rangschikking hebben wij de volgende inlichtingen gehaald en de volgende groepen gekozen: Meel Fm en Suiker Fs uit rubriek VI van van Oss, Daaraan worden toegevoegd: Artsenijproducten P en Diversen V. De plantaardige waren worden met hun naam aangeduid op onze algemeene cirkelvormige tabel, terwijl in onzen tekst de overeenstemmende letters worden gebruikt. Voor de artsenij- of pharmaceutische producten wordt ook de physiologische werking kort medegedeeld; het blijkt niet onnoodig de gebruikte Nederlandsche uitdrukkingen, met de Fransche vertaling hier te vermelden: Afleidingsmiddel, révulsif; bloedstelpend, hémostatique; balsemmiddel, balsamique; bitter, amer; braakmiddel, vomitif; buikloopwerend, antidiarrhéique; drastisch, drastique; fluimmiddel, expectorant; gevoeldoovend, anesthésique; hartregelend, régulateur du coeur; koortsbrekend, antipyrétique; krampweerend, antispasmodique; lintwormafdrijvend, taenifuge; laxeermiddel, laxatif; maandstondenmiddel, emménagogue; maagversterkend, stomachique; opwekkend (tonisch), tonique; prikkelend, stimulant; purgeermiddel, purgatif; slaapwekkend, soporifique; speeksel- | |
[pagina 69]
| |
afvoerend, sialalogue; slaapmiddel, somnifère; urineloozend, diurétique; verdoovingsmiddel, stupéfiant; vruchtafdrijvend, abortif; wormafdrijvend, vermifuge; weekmakend, émollient; zenuwstillend, antinévralgique; zweetmiddel, sudorifique. | |
A. - Cryptogamen of sporeplanten.Zwammen: loof (thallus) zonder bladgroen (chlorophyll), vermenigvuldiging door sporen, landplanten.
Saccharomyces cerevisiae (gist, levure, yeast, Hefe): Hv geperste gist; P geperste gist, gedroogde gist, tegen bloedzweerziekte.
Claviceps purpurea (moederkoren, ergot de seigle, ergot, Mutterkorn): P rustende dradennet tot knobbels (sclerotium) met ergotinine, baarmiddel.
Agaricus campestris (veldkampernoelie, agaric, mushroom, Blätterschwamm.): Hv Kampernoelie.
Tuber aestivum (truffel, truffe, truffels, Trüffel): Hv truffel.
Wieren: loof met bladgroen, vermenigvuldiging door sporen, waterplanten.
Chondrus crispus (carrageen of Iersch mos, mousse d'Islande, carrageen or Irish moss, Carrageen oder Irländisches Moos): P carrageen of Iersch mos, tegen borstkwalen.
Laminaria (suikerwier, laminaire, laminaria, gefingerter Seetang): V broom en iodium.
Fucus (blaaswier, varech vesiculeux, Seagrass, Blasentang): V broom en iodium.
Gelidium (agar of gelose, agar ou gélose, agar-agar, agar oder vegetabilischer Fischleim): P gelose, tegen borstkwalen.
Korstmossen: loof met bladgroen, samenleving van zwammen en wieren.
Cetraria islandica (IJslandsche mos, lichen d'Islande, Iceland moss, Isländisches Moos): P de gansche thallus is lichen islandicus, IJslandsche mos. | |
[pagina 70]
| |
Roccella tinctoria (orseille, orseille, orseille, Orseille): K kleurstof.
Lecanora esculenta (lakmoes, tournesol, litmus, Lackmus): K kleurstof.
Mossen: gedifferencieerde loof, mosvrucht.
Sphagnum (veenmos, sphagne, turfmoss, Torfmoos):
Varens: bladen met sporenhoopjes, heesters of kruiden, koude en warme streken.
Aspidium filix-mas (mannetjes-varen, fougère mâle, male fern, Wurmfarn, P wortelstok als wormafdrijvend.
Lycopodiaceën: Sporen in een aar vereenigd.
Lycopodium clavatum (lycopodium of strooipoeder of heksenmeel, lycopode, lycopodium, Lycopodium oder Hexenmehl): P semen lycopodii als strooipoeder; V ontvlambaar poeder. | |
B. - Phanerogamen of zaadplanten.B I. - Gymnospermen of naaktzadigen.Kegelvormige vruchten met naakte zaden, boomen of struiken. Koude streken.
Taxineeën: boomen of heesters, tweehuizige bloemen, koude streken.
Taxas baccata (taxis, if, beerentragende Eibe): Kh Spaansch hout.
Cupressineeën: boomen of heesters, vrouwelijke bloemen in kegels. Koude streken.
Juniperus virginiana: Kh hout voor omhulsels en schrijfstiften.
Juniperus communis (Jeneverbessen, baies de genévrier, Juniper berries, Kranewitbeeren): P bessen als urineloozend middel, vluchtige olie met pineen en cadineen.
Juniperus sabina (zevenboom, sabine, sabine, Sadebaum): P vluchtige olie, maandstondenmiddel. | |
[pagina 71]
| |
Abietineeën: bloemen éénhuizig, boomen of heesters, koude gewesten.
Pinus sylvestris (den, pin, fir, Föhre): Kh grenenhout voor buitenwerk en masten; V de distillatie van het hout levert methanol (houtgeest) en azijnzuur (houtazijn).
Pinus palustris (Amerikaansch grenen, sapin d'Amérique, American pine, Amerikanische Tanne): Kh hout voor meubelen (pitchpine).
Larix europaea (lork, mélèze, larch, Lärche): Kh hout voor waterwerk.
Picea excelsa (spar, sapin rouge, spruce, Fichte): Kh hout voor palen, papier, vurenhout.
Abies pectinata (witte den, sapin blanc, white fir, Tanne): Kh zacht hout voor binnenwerk. | |
B II. - Angiospermen of bedektzadigen.Vruchten met bedekte zaden, boomen, heesters, kruiden. | |
B II a - Monocotylen of eenzaadlobbigen.Bladen parallelnervig, bloembouw 3 of 6-tallig.
Liliaceeën: kruiden, gekleurde bloemen, bloembouw 6-tallig, bovenstaand vruchtbeginsel, koude en warme streken.
Aloë (aloë, aloes, aloes, Aloë): P bittere hars uit het uitgedampt sap der bladen, drastisch purgeermiddel.
Allium cepa (ajuin of uie, oignon, onion, Zwiebel): Hv De bolen zijn de uien.
Allium porrum (prei, poireau, Porree, purret.): Hv groensel.
Allium fistulosum (bieslook, ciboule, Winterzwiebel): Hv groensel.
Allium escalonicum (sjalotte, échalotte, echalot, Schalotte): Hv de bollen zijn de sjalotten.
Allium sativum (look, ail, garlic, Knoblauch): Hv kruid.
Asparagus officinalis (asperge, asperge, asparagus, Gartenspargel): Hv vertakkingen op de wortelstokken groeiend. | |
[pagina 72]
| |
Colchicum autumnale (tijloos, colchique, colchicum, Zeitlosen): P wortelstok als urineloozend.
Sabadilla officinarum (sabadil, cévadille, cevadilla, Sabadill): P zaden (semen sabadillae, sabadilzaad) met veratrine, tegen ongedierte.
Phormium tenax (Nieuw Zeelandsch vlas, lin de la Nouvelle Zélande, New Zealand flachs, Neuseeländischer Flachs): Iv vezels uit de bladen.
Juncaceeën: biesachtige stengel, bruinachtige bloemen, bloembouw drietallig, kruiden, koude streken.
Juncus (bies, jonc, bush, Binse): Kh biezen.
Amaryllideeën: vruchtbeginsel onderstaand, bloembouw, zestallig, kruiden of heesters, koude en warme streken.
Agave (agave, agave, aloefibre, Aloehauf): Iv bladvezels voor touwen.
Irideeën: gekleurde bloemen met 3-talligen bouw, kruiden, koude streken.
Iris (Iris, iris, iris, Veilchen): P wortelstok (rhizoma iridis, lischwortel), gebruikt als kleuterspaan.
Crocus sativus (saffraan, safran, saffron, Safran): H bloemstijlen.
Bromeliaceeën: tropenplanten, epiphyten met luchtwortels.
Bromelia ananassa (ananas, ananas, pineapple, Ananas): Fs suiker in de vruchten; Hv vrucht; Iv vezels uit de bladen.
Palmen: boomen met eenslachtige bloemen, soms tweehuizig, warme en tropische gewesten.
Phoenix dactylifera (dadel, datte, date, Dattel): Hv dadels.
Areca catechu (areca of pinang, arec, areca, Areka): P noten als wormafdrijvend.
Cocos nucifera (cocosboom, cocotier, cocoa,, Kokos): Gv de vrucht bevat cocos- of copraolie; Hv vrucht; Iv vruchtvezels voor matten, borstels en touwen. | |
[pagina 73]
| |
Sagus (Metroxylon) Rumphii (sago, sagon, sago, Sago); Fm sagomeel uit het merg.
Elaeis guyneensis (oliepalm, Öl Palme): Gv palmolie en palmpittenvet uit de vruchten.
Calamus rotang (rotan of rotting, rotang ou rotin, rattan, indisches Rohr): Iv rotting.
Phytelephas macrocarpa (taguapalm, Elfenbeinpalmen): V de zaden leveren plantaardig ivoor.
Ceroxylon audicola: Gv Was.
Coryphe cerifera (Beerenfrucht-Palme): Av Carnaubawas op de bladen.
Orbignia speciosa: Av Babassuolie uit de zaden.
Cyclanthaceeën: Tropenplanten, bloeiwijze als kolf, boomen of heesters.
Carludovica palmata (Panamastroo, Panama Palme): Iv bladvezels voor Panamahoeden.
Najadeeën: waterplanten: kruiden, koude streken.
Zostera marina (zeegras, zostère ou varec, seagrass, Seegras): Iv de vezels leveren zeegras.
Cyperaceeën: bloemen onvolledig, stengels driekantig, kruiden, koude streken, en warme streken.
Scirpus (bies, jonc, rush, Binse): Iv biezen.
Carex (zandegge, carex, sandricol, Carex): Iv matwerk.
Papyrus (papierbies, papyrier, papenmulberry. Papier-Maulbeerbaun,): Iv vezels voor papier.
Gramineeën: bloemen onvolledig, stengels (halmen) met knoopen, kruiden, koude, warme en tropische gewesten.
Triticum vulgare (tarwe, froment, wheat, Weizen): Fm meel uit het graan; Hv meel voor brood.
Triticum spelta (spelt, epeautre, spelt, Spelz): Hv graan als veevoeder.
Triticum repens (hondsgras, chiendent, gemeine Quecke, Couch-quitch): P meel uit wortelstok gebruikt als urineloozend. | |
[pagina 74]
| |
Secale cereale (rogge, seigle, rye, Roggen): Hv graan voor brood en veevoeder.
Hordeum vulgare (gerst, orge, barley, Gerste): Hv graan voor veevoeder en voor de brouwerij.
Avena sativa (haver, avoine, oat, Hafer): Hv graan als veevoeder.
Zea mays (maïs, mais, Turkey corn, Mais): Fm maïzena, Gv maïsolie uit het graan; P maïs-stempels als diureticum; Hv graan voor voeder en voor gistbedrijf.
Oryza sativa (rijst, riz, rice, Reis): Hv graan voor meel; Fm rijstmeel.
Panicum sativum (gierst, millet, millet, Hirze): Fm en Hv graan.
Sorghum vulgare (sorgho, sorgho, India millet, Moorhirse): Fm en Hv graan.
Phalaris canariensis (kanariegras, alpiste des canaris, Kanariengras, Truc Canaryk grass.): Hv vogeltjeszaad.
Saccharum officinale (suikerriet, canne à sucre, sugarcane, Zuckerrohr): Fs suiker.
Bambusa (bamboe, bambou, bamboo-cane, Bambusrohr): Kh bamboestokken.
Phragmites communis (dekriet, roseau, reed, Rohrstroh): Iv dekriet.
Musaceeën: overblijvende tropenplanten met asymetrische bloemen en groote bladen, heesters en boomen.
Musa-soorten (banane, banane, banana, Pisang): Hv vruchten; Iv vezels.
Zingiberaceeën: Kruiden van warme streken, bloemen asymetrisch.
Zingiber officinale (gember, gingembre, ginger, Ingwer): H wortelstok.
Curcuma-soorten (curcuma, curcuma, turmeric, Gelbwurzel): Fm meel uit wortelstok is arrow root; K geele kleurstof.
Elettaria cardamomum (cardamom, cardamone, cardamom, Kardamun): H zaden. | |
[pagina 75]
| |
Marantaceeën: kruiden van warme streken, bloemen asymetrisch.
Maranta arundinacea (pijlwortel, arrow-root, arrow-root, Pfeilwurzel): Fm wortelstok levert arrow root.
Orchideeën: tropische overblijvende planten met vergroeide geslachtsorganen:
Vanilla planifolia (vanilje, vanille, vanilla, Vanille): H Vrucht met vanilline. | |
B II b. - Dicotijlen of tweezaadlobbigen.Twee zaadlobben, bladen vinnervig, bloembouw 4 of 5-tallig.
Cupuliferen: vruchten van een napje voorzien, boomen, koude streken.
Betula alba (berk, bouleau, birch, Birke): kh hout voor meubels en werktuigen.
Alnus glutinosa (els, aulne, alder, Erlen): Kh hout voor waterwerk.
Corylus avellana (hazelaar, noisetier, hazeltree, Haselnussbaum): Gv vet in de zaden; Hv hazelnoten.
Carpinus betulus (haagbeuk, charme, hornbeam, Hainbucke): Kh hagenhout.
Quercus robur (eik, chêne, oak, Eiche): P schors tegen buikloop; Kh hout voor sterk werk en meubels; V kurk uit de schors.
Fagus sylvatica (beuk, hêtre, beech, Buche): Gv vet uit de zaden; Kh hout voor gereedschap.
Castanea sativa (kastanjeboom, chataignier, chesnut-tree, Kastanie): Fm meel uit zaden; Hv Kastanjen.
Juglandeeën: boomen, éénslachtige bloemen, vruchtbeginsel onderstaand, vrucht een noot, koude streken.
Juglans regia (notelaar, noyer, walnut-tree, Nussboom): Fm meel uit de zaden; P de bladen tegen keelpijn: Hv walnoten; Kh hout voor meubels.
Carya (hickory, Nussbaum): Kh hout. | |
[pagina 76]
| |
Myricaceeën: eenslachtige bloemen, vrucht bovenstaand, boomen, koude en warme streken.
Myrica cerifera (Wachts-Myrte): Gv was in de vrucht.
Salicineeën: katjes tweehuizig, boomen en heesters, koude streken.
Salix alba (wilg, saule, willow, Weide): B Salicine in de schors; Kh hout voor klompen.
Populus canescens (abeel, tremble, asp-tree, Espenbaum): Kh hout.
Populus canadensis (populier, peuplier, poplar, Pappel): Kh hout.
Piperaceeën: tropische heesters, naakte bloemen.
Piper nigrum (peper, poivre, pepper, Pfeffer): H Vruchten.
Urticaceeën: bloemen onvolledig, soms melksap, boomen, heesters, kruiden, koude, warme en tropische gewesten.
Morus nigra (moerbeiboom, mûrier, mulberry-tree, Maulbeerbaum): Hv vruchten.
Humulus lupulus (hop, houblon, hops, Hopfen): Hv hopbellen voor de brouwerij.
Ficus carica (vijgeboom, figuier, fig-tree, Feigebaum): Hv vruchten.
Ficus elastica (caoutschouc, caoutchouc, Caoutchouk or India rubber, Kautschuk): K Gomelastiek uit melksap.
Ficus tsjola: K Schellack uit melksap.
Cannabis sativa (hennep, chanvre, hemp, Hauf): Gv olie uit de zaden; Iv vezels leveren hennep.
Cannabis indica (Indische hennep, chanvre indien): K hars uit de vrouwelijke bloeiwijzen.
Ulmaceeën: boomen, bloemen tweeslachtig, koude en warme streken.
Ulmus campestris (olm, orme, elm, Ulme): Kh hout voor wagens.
Plataneeën: boomen, bloemen éénslachtig, koude streken.
Platanus occidentalis (plataan, platane, maple, Ahorn): Kh hout. | |
[pagina 77]
| |
Polygonaceeën: kruiden, bladen met een kokertje' koude streken.
Rheum officinale (rhabarber, rhubarbe, rhubarb, Rhabarber): P wortel (rhizoma rhei), purgeermiddel.
Rheum rhaponticum (rhabarber, rhubarbe, rhubarb, Rhabarber): P wortel met tannoglucosiden, purgeermiddel.
Rumex acetosa (zuring, oseille, sorrel, Sauerampfer): Hv bladen.
Polygonum fagopyrum (boekweit, sarrasin, buckwheat, Buchweizen): Fm meel uit de zaden.
Polygonum bistorta (bistorte serpentère, Schlangen Knöterich, Bistort): K wortels met looistof.
Chenopodiaceeën: kruiden, groen bloembekleedsel, koude streken.
Spinacia herbacea (spinazie, epinard, spinage, Spinat): Hv bladen.
Beta vulgaris (beetwortel, betterave, beetroot, Runkelrübe): Fs wortels met suiker; Hv wortels als voeder.
Portulaceeën: kruiden met eenhokkige vrucht, koude streken.
Portulaca oleracea (postelein, pourpier, purslane, Portulak): Hv bladen.
Caryophylleeën: kruiden, bloem met 5 kroonbladen, koude streken.
Spergula arvensis (spurrie, Spargoute, Acker Spark, Corn spurrey): Hv veevoeder.
Saponaria officinalis (zeepkruid, saponaire, Seifenkraut, Soapwort): P wortel, fluimmiddel.
Lauraceeën: boomen of heesters, sterk riekend, bladen met was bedekt, tropische gewesten.
Laurus nobilis (laurier, laurier, laurel, Lorbeer): H bladen.
Cinnamomum zeylanicum (Ceylonkaneel, cannelle, cinnamom, Zimmt): H bast met welriekende essentie; P bast.
Camphora officinarum (Kampher, camphre, camphor, Kampher, P Kampher: afleidingsmiddel. | |
[pagina 78]
| |
Cinnamomum(Cassia) Burmanni (Kaneel, cannelle, cinnamom, Zimmt): H bast; P bast, prikkelend middel voor de verteering.
Sassafras officinalis (Sassafras, sassafras, Sassafras, Sassafras): P hout van den wortel, lignum sassafras, zweetmiddel.
Berberideeën: heesters, koude streken.
Podophyllum peltatum (podophyllum, podophylle, podophyllum, Entenfuss): P wortelstok, rhizoma podophylli peltati, purgeermiddel.
Myristicaceeën: Boomen of heesters, meeldraden vergroeid, warme streken.
Myristica fragrans (muskaat, muscade, nut meg, Muskat): H de zaadrok is foelie of macis, de zaadkern is notemuskaat.
Magnoliaceeën: boomen of heesters, de bloemen bloeien vóór de bladen, Tropische en warme streken.
Illicium anisatum (Steranijs, badiane, staranise, Sternanis): P vrucht met essentie, fructus anisi stellati, maagversterkend.
Liriodendron tulipiferum (tulpenboom, tulipier, Kh hout.
Ranunculaceeën: kruiden, bloem met talrijke meeldraden, warme en koude streken.
Hydrastis canadensis (hydrastis, hydrastis, hydrastis, Hydrastis): P wortelstok, rhizoma hydrastis, stelpt de gewone en de bloedstortingen uit de baarmoeder.
Delphinium staphisagria (Ridderspoor, éperon de chevalier, Rittersporn, Larkspur). P zaden, tegen ongedierte.
Aconitum napellus (aconitum of monnikskap, aconit, aconite, Eisenhut): P bladen en wortels, folia et tubera aconiti, algemeen pijnstillend.
Papaveraceeën: kruiden, melksapvaten, meeldraden talrijk, bloemen met 4 kroonbladen, koude en warme streken.
Papaver somniferum (maankop of slaapbollen, pavot, poppy, Mohnköpfe): Gv olie uit de zaden (maankopolie); P onrijpe vruchten met morphine en codeine, fructus papaveris immaturi, verdoovingsmiddel. | |
[pagina 79]
| |
Cruciferen: kruiden, 4 kroonbladen kruisgewijs geplaatst, de vrucht is een hauw, warme en koude streken.
Brassica campestris (koolraap, chou rutabaga): Gv zaden met olie (raapolie); Hv bladen. Brassica oleracea (bloemkool, groene kool; chou fleur, chou vert; cabbage; Kohl): Hv bladen en bloeiwijzen.
Brassica rapa (raap, chou rave, rape, [Raps): Gv raapolie uit de zaden.
Brassica nigra (zwarte mosterd, moutarde noire, black mustard, scharzer Seuf): H zaad; P mosterdolie, oleum sinapis aethereum, afleidingsmiddel.
Raphanus sativus (radijs, radis, Gartenrettich, Radish): Hv wortel.
Raphanus sativus niger (ramenas, raifort, Rübenrettich): Hv wortel.
Isatis tinctoria (weede kruid, herbe de guède, wild indigo, Färberwaid): K geele kleurstof.
Sinapis alba (witte mosterd, moutarde blanche, white musterd, weisser Seuf): H zaad; P vette mosterdolie, oleum sinapis pingue, afleidingsmiddel.
Capparideeën: kruiden of heesters, struktuur van een kruisbloemige doch nooit tétradynamie, tropische streken.
Capparis spinosa (Kappers, câpres, caper, Kaper): H bloemknop.
Bixaceeën: boomen met handnervige bladeren, tropische streken.
Bixa orelana (anatto, rocou, Orleanbaum): K oranje rood of rocou uit de zaden.
Clusiaceeën: epiphyte lianen, boomworgers, tropisch Amerika.
Garcinia morella (guttegom, gomme-gutte, camboge, Gummi Gutti): K het sap levert guttegom.
Terentroemiaceeën: heesters met blijvende groene bladen. Gematigde en tropische streken.
Thea sinensis (thee, thé, tea, thee): H bladen. | |
[pagina 80]
| |
Dipterocarpaceeën: boomen met harsvaten, tropisch Azië.
Dryobalanops camphora (kamfer, camphre, camphor, Kampfer): P Borneo kamfer, afleidingsmiddel.
Tiliaceeën: boomen, meeldraden tot een of meer groepen vergroeid, koude en warme streken.
Tilia parvifolia (linde, tilleul, linden-tree, Lindenbaum): P bloemen, flores tiliae, middel tegen de kramp; Kh hout voor lijsten en teekentafels.
Sterculiaceeën: Boomen, bloemkelk en kroon afwezig, tropische streken.
Theobroma cacao (cacao, cacao, cacao, Kakao): Gv cacaoboter uit de boonen; H boonen.
Cola acuminata (cola, cola, Kola): P colanoten met caffeine, theobromine en kolanine, semen colae, prikkel voor hart en ademhaling.
Malvaceeën: heesters of kruiden, helmdraden tot een zuil vergroeid.
Malva sylvestris (kaasjeskruid, mauve, mallouw, Malven): P bladen en bloemen, folia malvae, weekmakend.
Althaea officinalis (Heemst, guimauve, maeshmallouw, Eibisch): P bladen en bloemen, flores althaeae, weekmakend.
Gossypium herbaceum (katoenflant, cotonnier, cottontree, Baumwollpflanze): Gv katoenolie uit de zaden; Hv katoenzadenkoeken als veevoeder; Iv zaadpluis levert katoen.
Eriodendron anfractuosum (kapok of randoe, kapok, kapok, Kapok): Iv zaadpluis levert kapok.
Linaceeën: kruiden, bladen enkelvoudig, gematigde streken.
Linum usitatissimum (vlas, lin, flax, Lein): Gv lijnolie uit de zaden; Hv lijnkoeken als veevoeder; Iv bastvezels.
Rutaceeën: planten met vluchtige olieën, gematigde streken.
Pilocarpus pennatifolius (jaborandi, jaborandi, jaborande, Pernambuko): P bladen met pilocarpine, folia jaborandi, speekselafvoerend. | |
[pagina 81]
| |
Picraena excelsa (Quassia, quassia, quassia, Quassia): P hout met bitterstof, quassinum, maagversterkend.
Ruta graveolens (wijnruit, rue, rue, Raute): P blad vluchtige olie, oleun rutae, vruchtafdrijvend.
Citrus limomum (citroenboom, citronier, lemon-tree, Citronenbaum): Hv vrucht; Kh hout: k citroenolie uit de vruchtschillen.
Citrus aurantium (sinaasappel, oranger, orange-tree, Orangenbaum): Hv vrucht.
Citrus decumana (pampelmoes, pamplemousse, Pumpelmus, paradise apple): Hv vrucht.
Zygophyllaceeën: struiken, gematigde streken.
Guaiacum officinale (guajak, gaiac, guaiac, Guajak): P hars uit het hout, zweetmiddel; Kh pokhout.
Meliaceeën: boomen met gevederde bladeren, warme streken.
Swietemia mahogoni (mahonie, acajou, mahogani, Mahagoni): Kh mahoniehout.
Cedrela odorata (ceder, cèdre, cedar, Ceder): Kh hout voor sigarenkistjes.
Simarubeeën: schors met bittere stoffen, boomen, warme streken.
Quassia amara (kwassie, quassia, quassia, Quassien): P hout met bitterhout, quassia, zweetmiddel en maagversterkend.
Burseraceeën: bast met balsem vaten, tropenplanten, boomen.
Balsamodendron myrrha (myrrhe, myrrhe, Myrrh, Myrrha): K myrrhahars uit de schors.
Canarium commune (elemi, élémi, elemi, Elemi): K elemihars.
Boswelia serrata (wierook, olibanum ou encens, incense, Weihrauch): K het gestolde sap is wierook.
Anacardiaceeën: planten met melksap, warme streken, boomen.
Pistacia lentiscus (mastik, mastic, mastic, Mastiche): K mastixhars. | |
[pagina 82]
| |
Rhus semialata: K chinagalnoten met looistof.
Sapindaceeën: asymetrische bloemen, boomen, warme streken.
Paullinia sorbilis (guarana, guarana, guarana, Guarana): P zaden met caffeïne, hartprikkelend.
Aesculus hippocastanum (wilde kastanje, maronnier, Rosskastanie, horschestnut) Hv kastanje.
Sapindus saponaria: Hv vruchtvleesch als zeep gebruikt.
Acer pseudoplatanus (eschdoorn, érable-sycomore, Berg-Ahorn, sycomon) Kh hout voor scheepsdekken.
Acer saccharinum (meppel, Silber Ahorn): Fs suiker uit het vocht van den stam in het voorjaar.
Erythroxylaceeën: houtachtige planten met ongedeelde bladen, warme streken.
Erythroxylon coca (coca, coca, coca, Koka): P bladen met cocaïne, folia coca, verdoovingsmiddel.
Polygalaceeën: bloemen met vleugels, kruiden, gematigde en warme streken.
Polygala senega (polygala, polygala, polygala, Polygala): P wortels met glucosiden, fluimmiddel.
Aquifoliaceeën: boomen of heesters, koude, gematigde, warme en tropische streken.
Ilex aquifolium (hulst, houx, holly, Stechpalme): Kh hout.
Ilex paraguensis (mate, maté, mate, Mate): H bladen, alcaloïdenarm.
Vitaceeën: klimplanten, koude en gematigde streken.
Vitis vinifera (wijnstok, vigne, vina-tribe, Weinrebe,): Fs suiker in de druiven; Hv druiven.
Vitis apyrena (krent, corinthe): Hv krenten.
Rhamnaceeën: boomen of heesters, koude en tropische streken.
Rhamnus frangula (spork, bourgène, rhamnus, Faulbaum): P Schors met glucosiden, extractum frangulae; Kh hout, purgeermiddel. | |
[pagina 83]
| |
Rhamnus tinctoria: K geele kleurstof, Avignonkorrels.
Rhamnus catharticus (Nerprun, Commonbuckthorn, Kreuzdorn): P vruchten met purgeerende eigenschappen.
Euphorbiaceeën: planten met melksap, kruiden en boomen, gematigde streken.
Ricinus communis (ricinus, ricin, castor, Wunderbaum): Gv olie in de zaden; P castorolie, oleum ricini, purgeermiddel.
Croton tiglium (croton, croton, croton, Kroton): P crotonolie, oleum crotonis, drastisch purgeermiddel.
Croton eluteria (cascarille, cascarille, cascarilla, Kaskarill): P schors, cortex cascarillae, maagversterkend.
Mallotus philippinensis (kamala, kamala, kamala, Kamala): P vruchtharen en klieren als wormafdrijvend, veeartsenijmiddel.
Siphonia elastica: K melksap levert caoutchouc.
Manihot utilissima (tapioka, tapioca, cassave, Tapioka): Fm tapioca uit de knollen.
Aleurites laccifera: K Schellak.
Buxaceeën: éénhuizige bloemen in mannelijke en vrouwelijke trossen, boomen, gematigde streken.
Buxus sempervirens (buks of palmhout, buis, bux-tree, Buchsbaum): Kh palmhout.
Umbelliferen: kruiden bloemen in schermen vereenigd, koude en gematigde streken.
Petroselinum sativum (peterselie, persil, parsley, Petersilie): H bladen.
Carum carvi (karwei, carvi, caraway, Kümmel): P vruchten, fructus carvi; V essentie uit de vruchten.
Foeniculum vulgare (venkel, fenouil, fennel, Fenchel): P vruchten, fructus foeulculi; V essentie in de vruchten.
Pimpinella anisum (anijs, anis, anise, Anis): P vruchten, fructus anisi, V essentie uit de vruchten.
Archangelica officinalis (angelika, angélique, angelica, Angelika): P wortels radix angelicae, V essentie uit de zaden. | |
[pagina 84]
| |
Anethum graveolens (dille, aneth, dill, Dill): P vruchten, fructus anethi; V essentie in de vruchten.
Coriandrum sativum (koriander, coriandre. coriander, Koriander): P zaden, fructus coriandri; V essentie uit de vruchten.
Dorema ammoniacum: P gom uit de schors, fluimmiddel.
Narthex ferula asa foetida (duivelsdrek, asafoetida, asafetida, Stinkasout): P asa-foetida-hars, krampweerend.
Apium graveolens (selder, celeri, celery, Sellerie): Hv bladen en wortels.
Anthriscus cerefolium (kervel, cerfeuil, chervil, Kerbel): Hv bladen.
Daucus carota (peen, carotte, carrot, Möhren): Hv wortels.
Cuminum cyminum (komijn, cumin, cummin, Kronkümmel): H komijnvruchten; V essentie uit de vruchten.
Pastinaca sativa (pastinaak, panais, parsnep, Pastinak): Hv wortels.
Cornaceeën: boomen, bloemen in een tuil, koude en gematigde streken.
Cornus (kornoeljeboom, cornouiller, Hornstrauch, cornel dogwood): Kh hout.
Saxifrageeën: heesters, bloemen met veel reeksen kroonbladeren, koude, gematigde en warme streken.
Ribes rubrum (aalbes, groseille, garden currant, Johannisbeere): Hv vruchten.
Ribes nigrum (zwarte aalbes, cassis, Schwarze Johannisbeere, black currant): Hv vruchten.
Ribes grossularia (stekelbes, groseille à maquereau, gooseberry, Stachelbeere): Hv vruchten.
Hamamelideeën: tropenplanten, boomen.
Liquidambar orientalis (liquidambar, Amberbaum): P schors, balsemmiddel.
Hamamelis virginica (Hexenhasel, witch hazel): P bladen, bloeddruk verminderend. | |
[pagina 85]
| |
Papayaceeën: boomen, warme streken.
Carica papaya (Melonenbaum): H papaya of papain.
Myrtaceeën: boomen of heesters, bladen met essentieklieren, warme streken.
Melaleuca leucadendron (kajoepoetih, cajéput, cajeput, Kajeput): P bladen en bloesems met oleum cajuputi, antiseptisch middel.
Eucalyptus globulus (eucalyptus, eucalyptus, eucalyptus, Eukalyptus): P bladen, folia eucalypti, antiseptisch middel voor de ademhalingsorganen.
Bertholletia excelsa: Hv paranoten of Brazilienoten.
Caryophyllus aromaticus (kruidnagelen, clous de girofle, cloves, Gewürznelken) H de bloemknoppen zijn de kruidnagelen.
Eugenia pimenta (piment, piment, pimento, Nelkenpfeffer): H de vruchten zijn het piment.
Sanguisorbeeën: rijpebloemen met kraakbeenigen bodem, kruiden, koude en gematigde streken.
Hagenia abyssinica: P vrouwelijke bloeiwijzen wormafdrijvend.
Potentillaceeën: rijpe bloemen met vleezigen bodem, kruiden of heesters, koude en gematigde streken.
Fragaria vesca (aardbei, fraise, strawberry, Erdbeere): Hv vruchten.
Rubus idaeus (framboos, framboise, raspberry, Himbeer): Hv vruchten.
Rubus fruticosus (braambes, ronce, blackberry, Brombeer): Hv vruchten.
Spiraeaceeën: bloemen met napvormigen bodem. kruiden of heesters, koude gematigde en warme streken.
Spiraea ulmaria (spierstruik, spirée, Mädesüss, meadowsweet): V essentie.
Amygdalaceeën: boomen en heesters, eenzadige steenvruchten, koude gematigde en warme streken.
Prunus amygdalus (amandel, amande, almond, Mandel): Hv amandels; P amandelolie uit de zaden. | |
[pagina 86]
| |
Prunus laurocerasus (lauwer, laurier, laurel, Lorbeer): H bladen.
Prunus avium (kriekeboom, merisier, cherry-tree, Vogelkirschbaum): Hv krieken.
Prunus cerasus (zure kerselaar, cerisier, cherry, Kirsche): Hv zure kersen, Kh hout voor meubels.
Prunus armeniaca (abrikoos, abricotier, apricot, Aprikose): Hv abrikoos; Kh hout voor meubels.
Prunus domestica (pruimboom, prunier, plumtree, Zwetschenbaum): Hv pruim, Kh hout voor meubels. Prunus institia (kriekpruim, mirabelle, Hv kriekpruim.
Prunus persica (perzikboom, pêcher, peachtree, Pfirsichbaum): Hv perzik.
Pomaceeën: boomen, appelvruchten, koude en gematigde streken.
Cydonia vulgaris (kwee, coing, quince, Quitten): Hv kweepeeren.
Pyrus malus (appelaar, pommier, appletree, Apfelbaum:: Hv appel, Kh hout.
Pyrus communis (peereboom, poirier, peartree, Birnbaum): Hv peer, Kh hout.
Mespilus germanica (mispelaar, néflier, medlar, Mispelbaum): Hv mispel.
Crataegus oxyacantha (hagedoorn, épine, thorn, Dorn): Kh hout.
Sorbus aucuparia (sorbeboom, sorbier, mountain ash, Eberesche): H lijsterbes; Kh hout.
Papilionaceeën: bloemen vlindervormig, vrucht een peul, kruiden en boomen, koude, gematigde en warme streken.
Trigonella foenum graecum (fengriek, fenugrec, fenugreek, Bockshorn): P zaden, semen foenugraeci; V zaden met essentie, maagversterkend.
Astragalus verus (tragacanth, adragante, tragacanth, Traganth): K tracaganth hars uit de wortels. | |
[pagina 87]
| |
Myroxylon pereirae (Perubalsem, baume du Pérou, balsam of Péru, Perubalsam): P perubalsem, balsamum peruvianum, balsemmiddel, voor uitwendig gebruik.
Myroxylon tolutanum (tolubalsem, baume de tolu, balsem of tolu, Tolubalsam): P, tolubalsem, balsamum tolutanum; balsemmiddel voor inwendig gebruik.
Phaseolus vulgaris (boon, fève, bean, Bohn): Fm boonenmeel; Hv boon.
Pisum sativum (erwt, pois, pea, Erbs): Fm erwtenmeel; Hv erwten.
Ervum lens (linzen, lentille, Linse, Lentil): linzen.
Vicia faba (tuinboon, fève de marais, Pferdebohne, horse bean): Hv tuinboon.
Arachis hypogaea (aardnoot, arachide, earthnut, Erdnuss): Gv aardnootolie; Hv aardnoten.
Trifolium-soorten (klaver, trèfle, clover, Klee): Hv bladen en bloemen als veevoeder.
Indigofera tinctoria (indigo, indigo, indigo, Indigo): K indigoblauw uit de struiken.
Dalbergia latifolia (palissander, palissandre, Jacaranda, Pockholz): Kh palissanderhout.
Pterocarpus draco (drakenbloed, sang-dragon, dragonsblood, Drachenblut): K drakenbloed.
Sarothamnus scoparius (bezemkruid of brem, gênet, broom, Geniste): Iv bezems.
Robinia pseudacacia (acacia, fauxacacia, robinic, False acacia): Hv hout.
Glycine soja (soya, soya, soya, Soya): Fm sojameel, Gv vette olie in de boonen; Hv sojaboonen.
Glycyrhiza glabra (zoethout, réglisse liquorice, Süssholz: P de gedroogde wortels zijn zoethout, radix, liquiritiae, zoetmakendmiddel.
Physostigma venenosum (calabar, calabar, calabar, Kalabar): P Calabarzaden met eserine, fabae calabaricae of semen Physostigmatis, verlamt het hart. | |
[pagina 88]
| |
Caelsalpineeën: bloemkroon onvolledig, Boomen of heesters, warme streken.
Apuleia ferrea: Kh ijzerhout.
Caesalpinia ferrea: Kh ijzerhout.
Caesalpinia echinata (Fernamboek, fernambouc, Fernambuco, Fernambuk): K fernamboekhout of Braziliaansch hout, lignum Fernambuce (rood kernhout).
Haematoxylon campechianum (Campechehout, campêche, logwood, Blauholz): K campechehout, met blauwpaar haematoxyline, lignum campechianum.
Guibourtia copallina (Kopal, copal, copal, Kopal): K kopalhars uit den stam.
Cassia-soorten (Cassia, cassia, cassia, Zimt): P bladen en bloemen als purgeerend middel, flores cassiae.
Ceratonia siliqua (Johannesbrood, cératonie, Johnsbread, Johannisbrot): Fs suiker in de vruchten; Hv de vrucht is carobe of Johannesbrood, fructus Ceratoniae.
Mimoseeën: boomen of kruiden, warme streken.
Acacia verek: K de stam levert arabische gom.
Acacia catechu (cauchon, cachon, catechu, Katechu): K catechu of Gambir, geel sap uit den stam.
Ericaceeën: kruiden of heesters: koude, gematigde en warme streken.
Vaccinium myrtillus (mirtebezie, myrtille, Heidelbeere, blueberry): Hv vruchten.
Calluna vulgaris (struikheide, bruyère, Heidekrant, common heather): Kh bezems.
Gaulteria procumbens (Gaulteria, gaultéria, wintergreen, Gaulteria): P bladen met methylsalicylaat, V essentie uit de bladen, wintergroenolie, oleum Gaultheriae, afleidingsmiddel.
Arctophylos uva-ursi (beerendruif, busserole, bearberry, Bärentrauben): P bladen met arbutine als waterloozend, folia uvae ursi.
Sapotaceeën: tropische boomen met melksap, tropische gewesten.
Isonandra gutta (getah pertja, gutta-percha, gutta-perche, Gutta-percha): K gutta percha, getah pertja of balata, gedroogd melksap. | |
[pagina 89]
| |
Bassia Parkii: Gv Shea butter uit de zaden.
Bassia latifolia: Gv Illipevet uit de zaden.
Ebenaceeën: boomen met hard donker kernhout: warme streken.
Diospyros ebenum (ebbenboom, ébénier, ebonytree, Ebenbaum): Kh ebbenhout.
Styraceeën: boomen met behaarde bladen, warme en tropische streken.
Styrax benzoin (benzoë, benjoin, benzoin, Benzoë): P benzoë, K benzoehars uit den stam, antiseptische stof der ademhalingsorganen.
Styrax officinalis (storax): P storax, balsem uit de schors, afleidingsmiddel.
Convolvulaceeën: links omwindende planten met melksap: koude, gematigde en warme streken.
Ipomaea purgo (jalappe, jalap, jalap, Jalapen): P wortels purgeerend, radix jalapae.
Batatas edulis (batatenplant,): Hv knollen.
Convolvulus scammonia (Scammonia, Scammonée, Scammony, Skammonia): P wortels purgeerend.
Solaneeën: kruiden met kelkvormige bloem, koude, gematigde en warme streken.
Datura stramonium (doornappel, stramoine, stramonium, Stechappel): P bladen en zaden met hyoscyamine en atropine, folia et semina Stramonii hartprikkelend en pijnstillend.
Hyoscyamas niger (bilzenkruid, jusquiame, henbane, Bilsenkraut): P bladen en zaden met hyoscyamine, folia et semina hyoscyami.
Solanum tuberosum (aardappelplant, pomme de terre, potatoe, Kartoffel): Hv knollen.
Nicotiana tabacum (tabak, tabac, tobacco, Tabak): H bladen.
Lycopersicum esculentum (tomaat, tomate, tomato, Tomat): Hv vruchten. | |
[pagina 90]
| |
Capsicum annuum (Spaansche peper, piment rouge, capsicum, Paprika): H vruchten zijn scherpe Spaansche peper, fructus capsici.
Capsicum frutescens (Spaansche peper, piment rouge, capsicum, Paprika): H vruchten zijn zoete Spaansche peper, fructus capsici.
Capsicum fastigiatum (Cayenne peper, poivre de Cayenne): H vruchten zijn Cayenne peper.
Atropa belladona (wolfkers, belladone, belladonna, Tollkraut): P bladen met atropine en hyoscyamine, folia belladonnae, hartprikkelend en pijnstillend.
Scrophularineën: kruiden, tweelipvormige bloemen, stengel niet vierkantig, koude, gematigde en warme streken.
Digitalis purpurea (vingerhoedskruid, digitale, foxglove, Fingerhutkraut): P bladen met digitaline en digitoxine, folia digitalis, hartregelend.
Labiaten: kruiden, tweelipvormige bloemen, stengel vierkantig, koude, gematigde en warme streken.
Lavandula vera (Lavendel, lavande, lavender, Lavendel): P bloemen met linalylacetaat, flores lavandulae: maagversterkend.
Mentha piperata (pepermuntkruid, menthe poivreé, peppermint, Pfefferminz): P bladen met menthol, folia menthae piperatae, maagversterkend en krampweerend.
Salvia officinalis (Salie, sauge, garden-sage, Salbei): P bladen met aetherische olie, fabia salviae, opwekkende eigenschappen.
Origanum vulgare (orego, origan, origan, Wohlgemutkraut): H marjoleinkruid, P kruid met aetherische olie, herba origani,, prikkelende eigenschappen.
Thymus vulgaris (tymkruid, thym, garden thyme, Thymiankraut): H thymkruid; P kruid met thymol, herba thymi, wor mafdrijvend.
Melissa officinalis (melisse, mélisse, balm-leaves, Melissenblätter): P bladen met aetherische olie, folia melissae, maagversterkend. | |
[pagina 91]
| |
Pogostemon patschouly (patchouly, patchouly, patchouly, Patschuli): K patschouly uit de bladen.
Satureja hortensis (boonkruid, sarriette, savory, Bohnenkraut): H boonenkruid, herba saturejae.
Bignoniaceeën: tropische boomen met slingerende stengels.
Sesamum indicum (sesam, sesame, seseme, Sesam): Gv sesaamolie uit de zaden, oleum sesami.
Sesamum orientale (sesam, sesame, sesame, Sesam): Gv olie uit de zaden.
Verbenaceeën: kruiden of boomen, gematigde en warme streken.
Tectona grandis (teakboom, bois de teck, teak wood, Teakholz): Kh teakboomhout.
Oleaceeën: boomen, koude, gematigde en warme streken.
Olea europaea (olijfboom, olivier, olive-tree, Olivenbaum): Gv olijfolie uit de vruchten; Hv vruchten.
Ornus europaea (grootbloemige esch, ornier, manna-ash, Buchesche): P manna uit stamsap, laxeermiddel.
Fraxinus excelsior (esch, frêne, ash-tree, Esche): Kh esschenhout.
Gentianeeën: kruiden met vierdeelige bloemen, koude gematigde en warme streken.
Gentiana lutea (gentiaan, gentiane, gentian, Enzian): P wortel met bitterstoffen, radix gentianae, maagversterkend.
Erythraea centaurium (duizendguldenkruid, centaureé, centaury, Tausend güldenkraut): P bladen met bitterstoffen, herba centaurii, maagversterkend.
Loganiaceeën: tropische kruiden.
Strychnos nux vomicae (braaknoot, noix vomique, nux vomica, Brechnüsse): P zaden met strychnine en brucine, nuces vomicae, prikkelt, maag, zenuwen en ademhaling.
Strychnos Ignatii: P zaden met strychine, prikkelt maag, zenuwen en ademhaling. | |
[pagina 92]
| |
Apocyneeën: zaden met een harige kuif, boomen, heesters of kruiden, gematigde en warme streken.
Aspidosperma quebracho (quebracho, québrache, quebracho, Quebracho): K quebracho als looistof, extract van het hout.
Lobeliaceeën: kruiden met melksap, koude, gematigde warme streken.
Lobelia inflata (lobelia, Indian tobacco): P bladen, fluimmiddel en urineloozend.
Cucurbitaceeën: Kalabasvruchten, koude, gematigde en warme streken.
Cucumis melo (meloen, melon, melon, Melone): Hv meloen.
Cucumis sativa (Komkommer, concombre, cucumber, Gurke): Hv komkommers.
Cucurbita pepo: Hv kalebas.
Citrullus vulgaris (watermeloen, citrouille): Hv watermeloen.
Citrullus colocynthus (kolokwint, coloquinte, bitter-apple) Coloquinte: P fructus colocynthidis.
Rubiaceeën: boomen of heesters, bloemen in de oksels van de bladen, koude, warme en gematigde streken.
Rubia tinctorum (meekrap, garance, madder, Krapp): K wortels met alizarine, radix rubiae; meekrap uit de wortels.
Cinchona officinalis (kina, quinquina, cinchona, China): P Schors met chinine, cortex peruvianus, koortsbreker.
Asperula adorata (meikruid, aspérule, woodward, Waldmeister): H meiwijnkruid.
Coffea arabica (koffieplant, cafféier, coffee, Kaffee) H koffieboonen met caffeïne.
Cephaelis Ipecuanha (Ipecacuanha, ipécacuanha, ipecacuanha, Ipecacuanhaf: P wortels met alcaloïden, fluimmiddel en braakmiddel.
Caprifoliaceeën: valsche schermvormige bloeiwijzen, boomen of heesters, koude en gematigde streken.
Sambucus nigra (vlier, sureau, eider, Flieder): P vruchten, fructus sambuci, zweetmiddel; Kh hout. | |
[pagina 93]
| |
Valerianeeën: bloemen pluimvormig vereenigd, kruiden, koude en gematigde streken.
Valeriana officinalis (valeriaan, valeriane, valerian, Baldrian): P wortels met aetherische olie, radix valerianae, zenuwstillend.
Dipsaceeën: bloemwijzen als hoofdjes, kruiden, koude streken.
Dipsacus fullorum (kaardebol, cardère): V de rijpe hoofdjes zijn de kaardebollen.
Compositen: bloemen tot hoofdjes vereenigd, kruiden, koude, gematigde en warme streken.
Arnica montana (Arnica, arnica, arnica, Arnika): P bloemen met bittere stoffen, flores arnicae, zenuwprikkelend.
Artemisia absynthium (bijvoet, armoise, wormwood, Wermuth): P bloeiende kruiden met bittere stoffen, herba absinthii, maagversterkend en maandstondenmiddel.
Artemisia cinea (zeven zaad, Armoise): P bloemknoppen met santonine, wormenafdrijvend.
Anacyclus pyrethrum (bertram, pyrèthre, pellitory of Spain): V de droge bloemen dienen om insekten te bestrijden.
Matricaria chamomilla (echte kamille, camomille, camomile, Camillen): P bloemen, flores chamomillae, maagversterkend.
Cynara scolymus (artisjok, artichaut, artichoke, Artischocke): Hv Artisjok.
Lactuca sativa (latuwe, romaine, Gartensalat, lettuce): Hv sla.
Scorzonera hispanica (schorseneer, salsifis, salsify, Schwarzwurzel): Hv Schorseneer.
Cichorium intybus (suikerij, chicoreé, succory, Cichorie): Hv suikerijloof, cichorei uit gebrande wortels.
Cichorium endivia (endivie, endive, Winter Endivie, common endive): Hv andijvie.
Taraxacum officinale (paardebloem, pissenlit, gemeiner Löwenzahn, lionstooth): Hv molsla. | |
[pagina 94]
| |
Helianthus tuberosus (topinambour, topinambour, Erdbirne, topinambur): Hv knollen.
Helianthus annuus (zonnebloem soleil, Sonnenblume, sunflower): Gv olie uit de zaden.
Carthamus tinctorius (saffloor, carthame, safflower, Saflor): K rood saffloor uit de bloemen.
Santalaceeën boomen en kruiden: halfparasieten, warme streken.
Santalum album (sandel, santal, sandol, Sandel): sandelhout met bittere stoffen en essentie. P olie, tegen druiper.
Rijksuniversiteit te Gent.
Januari 1934. |
|