Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1933

[p. 371]

Karel Boury-prijs 1933.

De Keurraad was samengesteld als volgt, wat de teksten betreft: de hh. Sabbe en Goemans; wat de muziek aangaat: de heer A. Meulemans.

Werden ingezonden vier reeksen van liederen, zoo schoolals volksliederen.

I^o Veertien liederen op teksten van Willem Gyssels:

1.	Rondedans.
2.	Avondpraatje.
3.	Kersliedje.
4.	Onze Henne.
5.	De Cijfers.
6.	Din en Daan.
7.	Daar is mijn land.
8.	Morgen.
9.	Moedertje.
10.	Het Klokje.
11.	De Wijzers.
12.	Smidjeslied.
13.	De Groote Kuisch.
14.	Des Zondags.

II^o Zeven liederen op teksten van W. Gijssels:

1.	Dokus.
2.	Kinderdeuntje.
3.	Smidje Smee.
4.	Het Klokje.
5.	Kikkertje.
6.	De Koekoek.
7.	Pic-nic.

III^o Twaalf liederen op teksten van L. Lambrechts (9), J. Grietens (2) en W. Gyssels (1):

1.	Zaailied.
2.	Het zingend Gezin.
3.	Nieuwjaarwensch.
4.	Goudbrem.
5.	Achter 't gordijntje.
6.	Gelukkig maken.
7.	Requiem.
8.	Hulde aan Gezelle.
9.	De Heidezangers.
10.	Onze oogen.
11.	Vlaanderen.
12.	Studentenlied.

IV^o Vijf liederen op teksten van H. Muyldermans:

1.	De Sneeuwman.
2.	De Winkelier van 't Hoekske.
3.	Kijk eens goed.
4.	Een zoete bede.
5.	De dierste Schat.

Na de schifting van de teksten werd overgegaan tot het beoordeelen van de muziek der liederen.

[p. 372]

Volgt het verslag:

Reeks I.

a)	Rondedans: de herhaling ‘zoude zijn, zoude zijn’ is zwak, niet kloppend met de muziek. Heel de finaal klopt trouwens niet rythmisch met den tekst.
b)	Onze henne: de melodie is te veel uit de harmonie, niet melodie genoeg op zich zelf.
c)	Din en Daan: banale melodie, zwakke harmonisatie op sommige punten.
d)	Des Zondags: gewone koraal-melodie zonder originaliteit, niet typisch genoeg. De 11^e-12^e maten zouden logisch naar ut moeten moduleeren.
e)	Avondpraatje: is het beste. Goed qua harmonisatie. Qua schoollied, zonder begeleiding niet practisch om zingen.

Reeks II.

a)	Dokus: de toon is volksch, doch de harmonisatie laat te wenschen over.
b)	Kinderliedje: id. met mislukte finaal.
c)	Smidje: de harmonisatie is meer correct, doch het lied blijft te gewoon.
d)	Kikkertje: gebrekkige harmonisatie.
e)	Het Klokje: is het beste met een minder gelukte melodiefinaal en slecht geharmoniseerd slot.
f)	De Koekkoek: banale melodie, banale harmonisatie.
	Al die liederen draaien te veel om de akkoorden I-V-I.

Reeks III.

a)	Nieuwjaarwensch: geen kinderliedje; zonder oorspronkelijkheid. Een zwak punt, qua melodie en qua harmonisatie is er 15^e-16^e maat.
b)	Requiem: de tekst die geestig-koddig bedoeld is, werd niet zoo opgevat door den toondichter. Het is een gewoon, droevig mineurlied geworden, met een te lang interludium tusschen de strofen.

Reeks IV.

a)	De Sneeuwman: de melodie kan er door, alhoewel zeer gewoon. Harmonisatie idem, met een zwakke verbinding, 7^e naar 8^e maat.

[p. 373]

b)	De Winkelier: de melodie met de middenmodulatie naar si ♭ is noch schoollied noch volkslied (fa ♮ en wat later fa ♯ niet voor kinderen).
c)	De dierste Schat is een gewoon harmonisatie-‘devoir’.

_* * _*

De ingezonden liederen zijn niet schitterend. Gebrek aan oorspronkelijkheid en zwakke harmonisatie met gebrekkige verbindingen in REEKS II vooral.

De liederen van Reeks I. zijn beter geschreven, doch niet gaaf genoeg om bekroond te worden door de Koninklijke Vlaamsche Academie.

Reeks III komt niet in aanmerking voor de schoolliederen; de volksliederen zijn niet typeerend genoeg.

Reeks IV, zeer gewoon en banaal.

Besluit: niet toekenning van den prijs.

(Get.) L. Goemans.

A. Meulemans.

M. Sabbe.