in Esmoreit en Gloriant. - Lezing door Prof. Dr. R. Verdeyen, werkend lid.
Prof. Verdeyen heeft het over de phonetiek van Esmoreit en Gloriant: welke uitspraak mag geacht worden te beantwoorden aan de verschillende klankverbeeldingen? Hem bleek, bij het rijmonderzoek, dat de uitspraak haast normaal overeenstemt met den tegenwoordigen toestand van het gesproken algemeen Nederlandsch.
Er moet dus reeds in de 14e eeuw een historische traditie in zake uitspraak hebben bestaan, zoodat het rijm niet altijd uitslag kan geven voor het lokaliseeren van de teksten. Alleen de afwijkende rijmen kunnen daarvoor dienen, zooals weelt/zeelt, die wijzen op Oostelijke dialekten; - zooals u/-tu, wat wijst op uitspraak du met denzelfden klank als u, tegenover de uitspraak du als in het Duitsch. Het onderzoek van de tegenwoordige Brabantsche dialekten wijst op neiging tot palatalisatie van den Nl. oe-klank. Op de Brabantsch-Limburgsche grens is die overgang niet zoo aleenstaand.
2o Een nieuw fragment van den Spieghel Historiael. - Lezing door Dr. L. Goemans, werkende lid.
Dr. Goemans was verhinderd deze lezing te houden.
II. Bestendige Commissie voor nieuwere Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: F. Lateur, voorzitter, Prof. Dr. L. Scharpé, ondervoorzitter, O. Wattez, Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, Prof. J. Salsmans, en Herman Teirlinck, leden, L. Baekelmans, hospiteerend lid en Prof. Dr. M. Sabbe, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o De ‘Corporis Humani Anatomia’ van Filip Verheyen, alsmede een critisch historische bijdrage tot de anatomie van het urogenitaal stelsel, door Dr. Leon Elaut, ter opneming in de