Over Yperman, aanvullende aanteekening,
Door Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie.
Als gevolg op mijne lezing over Yperman (1931, blz. 867) ontving ik van den heer Burgemeester van Yperen een brief, waaruit ik de volgende regels wensch mede te deelen: ‘Ik meen U aangenaam te zijn U te laten weten dat de stad Yperen in 1874 haren geleerden verdienstelijken poorter-heelmeester der 12e en 13e eeuw een standbeeld opgericht heeft op den noordmuur der eeuwenoude Lakenhalle, en dat dat beeld gemaakt werd door den Yperschen beeldhouwer Eduard Fiers; zie Les Halles d'Ypres van Alfons Vandenpeereboom, blz. 208. Zoo kreeg Dr. Broeckx zijn wensch van 1867.’
‘Ik ware gelukkig dat de Staat onze platgeschotene Halle herstelde met al de beelden onzer vroegere graven en groote mannen. Kunnen de edelmoedige bewonderaars van Jan Yperman niet wachten den grooten man hunne genegenheid, bewondering en erkentelijkheid uit te drukken, Yperen ware gelukkig daarover met hen te spreken.’
Uit dezen brief blijkt dus dat de Stad Yperen haren plicht van rechtvaardigheid en erkentelijkheid in 1874 had begrepen.
In Ypriana, van Alfons Vanden Peereboom, deel I, Les Halles d'Ypres, Brugge 1878, vindt men over Yperman de volgende inlichtingen:
Blz. 208: Au commencement du XIVe siècle, (le siège) avait son prétoire spécial ‘en le Zuutstraete, dans une cambre de la Belle’, nommée parfois ‘la maison Jehan Yperman’, parce que maître Jehan d'Ypres, le père de la chirurgie flamande habitait cet hospice.
Voetnoot; ‘Voyez les remarquables travaux de Mr. I.L.A. Diegerick, qui le premier a tiré de l'oubli le nom de ce grand chirurgien Yprois. Voyez aussi les publications de MM. Carolus, Snellaert, Broeckx et De Wachter. La statue de maître Jehan Yperman, trop longtemps oublié par sa ville natale, est aujourd'hui placée dans une des fenêtres murées de notre Halle aux Draps (face Nord).’