Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1932
(1932)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
De oorspronkelijke Taal der Plaatsnamen tusschen de Somme en de Canche
| |
[pagina 124]
| |
en niet Somma-briva, genoemd werd. Dit geeft stof tot nadenken. Besluiten durven wij alleen, dat de Somme in dien tijd Sommer-A hiet. Andere plaatsnamen in het zeegewest, dat al vroeg Pontivium, Pontiu, en Pontif (Ponthieu) geheeten werd, zijn evenzeer van vreemdsoortig voorkomen. De stad Rue, eertijds Roue, en door de Gentsche magistraten der XVIe eeuw, nog steeds op zijn Vlaamsch Rouwe geheeten, ja tot in de XIXe eeuw door hare meestbejaarde ingezetenen, Roue uitgesproken, doet ons aan Rouwe = Ruwagie = woeste grond denken, zooals de streek metterdaad en tot heden gebleven isGa naar voetnoot(1). De namen van stroomen en rivieren mogen hier ook wel voor oogen gebracht worden. De Ingond is eene kleine rivier, wier naam ons dadelijk gond- uit Gontrode bij Gent te binnen brengt. - La Germaine is ook zonderling, en een liefhebber van etymologie kan er gemakkelijk iets als eene * Germ-enne in bespeuren. - De waterloop, die den naam van Avre draagt, lijkt al even Germaansch van oorsprong te wezen, en komt in elk geval met de vele Havre's en Haven's of Aven's uit meer noordelijke gewesten overeen. - De Liger, eene andere rivier van maar 13 kilometer loop, die door de geschiedschrijvers vaak met de Loire verward is geworden, schijnt wel tot Lege of Legge, den oudsten naamvorm van de Leie, te kunnen teruggebracht worden. Nu nog is een legge een vloeiend water tusschen twee barmen.
* * *
Er staan, benoorden de Somme nogal eenige dorpsnamen op de kaart, die op -i of -y uitgaan en met die uit het Pas-de-Calais mogen vergeleken worden, schoon, bij gemis aan documenteering, de zaak thans niet te ondernemen is. Andere kunnen met vrucht die vergelijking doorstaan: Bavelincourt heeft een familietrek gemeen met Bavichove (Kortrijk) en Bavinchove (Cassel). - In Beaumetz herkent men licht het beau = bouw = slijkgrond en het tweede lid metz, dat voor mersc kan getuigen, ofschoon de ligging der plaats zulk een uitleg niet bevestigt! - Behen kan Behem geweest zijn. - De naam der stad Bray wordt door de ligging gedekt. - Buire is met zijn | |
[pagina 125]
| |
homoniem uit het Pas-de-Calais te confronteeren, terwijl bij Bus, Bussu en Bussus naar Bossuyt (Wvla.) en Boussu (Henegouwen) kan verwezen worden. - Ten N. van de Somme: Boisbergues ligt op en tegen heuvels. - Doudelinville, ten zuiden van de Somme is verwant met Doudeauville en ook met Dudzeele (Wvl.) waar de mansnaam Dudo het stamwoord van is. - Een wijk Colincamp, Z.-O. van Courcelles-au-Bois, brengt onze gedachten naar Coolscamp in West-Vlaanderen. - Eppeville: eppe (waterloop) en ville, wellicht voor fil (ook een waterloop) kan een dubbelnaam geweest zijn. In elk geval ligt Eppeville tegenaan eene beek, die in de Somme uitmondt. - Etinehem, wellicht een ouder * Stiënehem, ligt tegen de Somme. - Flers (vgl. Fliers en Rang-du-Fliers) is daarentegen aan den voet van eene heuvelenreeks gelegen, en zelfs door andere hoogten omringd. - Flesselles zou in ons Vlaamsch Vliszeele luiden: het ligt echter bij geen waterloop. - Frettemeule en Frettemole zijn twee plaatsjes nabij malkander en ze hebben beide een Germaansch uitzicht. - Frohen, dat op de Authie ligt, heeft dat ook: zijn eind-hen lijkt op een verbasterd -hem. - Frise lijkt nog meer een woord uit onze taal. Eene vries is immers een vijver of waterpoel, en nu wil het geval, dat Frise juist gelegen is tegen meerschen van de Somme en in de nabijheid van eene reeks kleine vijvers. - De oude stad Ham is ook op de Somme gelegen en draagt voor vast geen Romaanschen naam. - Hem, van zijnen kant, ligt eveneens aan de Somme-meerschen, en is daarin geographisch gelijk aan de vele Hems uit Vlaanderen en Artesië. - Nog een ander Hem, met den bijnaam van Hem-Monacu, ligt ook alweêr in de waterlanden door de Somme, nabij Péronne bespoeld. - Hocquincourt, ten zuiden van de Somme, doet ons denken aan den meer Vlaamschen naam van Hocquinghem uit het Land van Boulogne. - Mametz, bij Aire-sur-la-Lys, heeft een naamgenoot Mametz in het kanton Albert: misschien schuilt hier migratie achter, doch in welke richting? - Merville-au-bois brengt ons Merville, alias Mereghem, uit het Noorder-Departement, in den zin. - Schuilt er al of niet eene zeele in Morisel? - En is Piennes niet soms met Peene uit het Noorder-Departement verwant, dat in Fransche oorkonden ook wel eens als Piennes geschreven staat? - Ponthoile ligt tegen eene beek in lage meerschen: hoile kan hier zoowel hole als heule verbeelden. - Van Quend werd, door een Franschman nogal, beweerd dat die naam Vlaamsch is en kant, zeekant beteekend; dat is echter maar uit de lucht gegrepen. - La Quillienne, rivier, kan tot kille-enne herleid worden. - Het stadje Rue ligt langs het riviertje de Maye. - Sailly-Bray ligt in eene | |
[pagina 126]
| |
vallei en daarnaast vindt men Sailly-le-Sec, aan den voet van een heuvel, als zijn tegenhanger, gelegen.- Een heuvel die Witermont heet kan bezwaarlijk een Romaanschen naam dragen. - Vaire-sous-Corbie, Oost bij Corbie, ligt aan den boord van een weerd (waarde) aan den zuidoever van de Somme. - De kleine gemeente Ytres, die niets bijzonders vertoont, brengt ons evenwel Ittre, Itterbeek en Etterbeek uit Zuid-Brabant in de gedachte. - Yvrench en zijn tegenhanger Yvrencheux zeggen ons niets, maar de uitgang -ench brengt ons -inghe en -enghe te binnen. - Yzengremer, verre Zuidwaarts van de Somme, heeft ook weer geen Romaansch uitzicht, meenen wij. - Dat Caubert een Cauwberg verbeeldt, is mogelijk: Caubert ligt aan den voet van een grooten heuvel, die le Mont de Caubert heet. - Caumont ligt even bezuiden de Somme en heeft onloochenbaar een familietrek met Caubert gemeen. * * *
De zooëven opgenoemde plaats- en riviernamen zijn, behalve een drietal, ten Noorden van de Somme gelegen en kunnen dus als uitgangspunt genomen worden voor eene aanvankelijke studie over de toponiemen van het noordelijk deel van het departement der Somme. Eerst zou men zich te documenteeren hebben uit de archiefdepots van het Sommegebied om eene schifting tusschen waarlijk oude en tamelijk jongere benamingen te kunnen doen. Het is immers klaar dat er, in Caesar's tijd, en nog lang daarna, geen dertigste gedeelte van de plaatsen bestonden, die nu kunnen geboekt worden. Enkele der toenmalige namen zullen ook wel spoorloos verdwenen zijn, terwijl andere van over lang namen dragen, die aan het Romaansch, bepaaldelijk aan het Picardisch dialect, ontleend zijn geworden. Vele anderen zijn eerst in den laatsten tijd der middeneeuwen, ja in het modern tijdvak, ontstaan met, heel natuurlijk, Fransche benamingen. Dat er, met de steeds vooruitzettende Romaniseering der Somme-streek, oudgermaansche namen weggevallen zijn of in het nieuwere dialect overgezet, achten wij als van zelf te spreken; dit verschijnsel heeft zich immers ook meer noordwaarts geregeld voorgedaan: Saint-Venant, Merville, La Gorgue, Nieppe, Douxlieu, Kienville, Godefroycamp, Sercus, enz. getuigen dat.
* * *
Men kan dus tot het besluit komen, dat Caesar zich weinig, of in 't geheel niet, vergist heeft, en dat de thans bestaande plaats- | |
[pagina 127]
| |
namen, vooral de oudste daarvan, Germaansch geweest zijn. Doch hoe er dat Germaansch uitzag, zal nog wel voor langen tijd een raadsel blijven. Het geval zal zich mede kunnen voordoen dat zekere namen, waar niemand nu acht op geeft, met tijd van jaren als oudgermaansch zullen kunnen herkend worden, - iets wat meer gebeurd is.
* * *
Intusschen blijft het gebied ten noorden van de Somme een, in toponymisch opzicht, geheel braakliggend veld, waar het gemakkelijk vallen zou tal van hypothesen te zaaien, en waar liefhebbers van etymologiën vooral, eene ware lustwarande zouden doorwandelen, - tot op den te duchten dag, dat de wetenschappelijke navorschers genoegzaam zullen gedocumenteerd zijn om betere verklaringen te kunnen geven.
* * *
Tusschen de rivieren de Authie en de Canche, in het land dat Marquenterre genoemd wordt, zijn de taaltoestanden van voorheen, in zake van plaatsbenamingen, gemakkelijker na te gaan. Laat ons dan ook de plaatsnamen dier streek in oogenschouw nemen: Dat Aix-en Issart in 1042 Ascia voor Asche geschreven werd, om van 1143 voort als Ays te gelden, is te meer te verstaan als men uit allerlei oude teksten heeft kunnen opmerken dat Asc- steeds met Aix en Aigue, uit aqua gelijkloopend geweest is. Naast dat dorp vloeit de beek die le Bras de Bronne heet. Het Beaurainville van heden, was, nog in 1054, Belrem geheeten, en de gelatiniseerde schrijfwijzen Belrinium en Bellum ramum maken den naam daarom niet latijnscher, te min daar Belraim, nog ongelatiniseerd, in 1131 dienst deed. Van Bois-Jean is te zeggen, dat het, nog in 1763 Bosjean hiet, na in de XIIIe veelal Jan Bos geschreven te zijn geweest, wat op een Vlaamschen vorm terugwijst. Boubers-les-Hesmond, verbergt het woord berch. Maintenay, Menteka in 1107. Daarna begint de latiniseering: Mentenaium, 1197; Menteniacum, 1207; Menteneium in 1224 en ten slotte Montenoyum in 1626. De eene latinist schijnt hier van den andere niet geweten te hebben. Intusschen was 't oorspronkelijk Menteka, dat met de Menten, als plaatsnaam in geheel | |
[pagina 128]
| |
Nederland te vinden, in verband te brengen is, zoowel als zijn uitgang eke. Les Mousans, eene wijk van Mentenay, was in de XIIIe eeuw het bosch van Mosench geheeten. Ench lijkt hier op -enghe, inghe. Marant was eertijds Maranch (1291) en Marang (1650). Vgl. Mousans hierboven. Een weg aldaar beet le chemin des Flamands (Vlamingweg) en loopt door eene moerassige streek. Marenla is te vergelijken met Vlaamsche namen, die ook op -la uitgaan: Honela (Houlle), Monela (Moulle) en Beila. Deze naam was er al in 637. Een bosch aldaar heet nu nog tautologisch le Bois du Bus! Maresquel werd in 1135 gelatiniseerd tot Maraculum, en in 1156 tot Maresquellium! De schrijfwijzen Mareskel (1244) en Mareskiel (1250) schijnen wel de rechte te wezen. Marles was Marla in 1127 en Marle in 1237. Le Bus de Marle, een bosch aldaar, bewijst genoeg, dat men bus in stede van bois of bus gezegd heeft.Ga naar voetnoot(1) Roussent. In 1140 Rossem, in 1207 en nog in 1311 Roussem. Saulchoy: latiniseeringen: Sauciacum (1217), Salceium (1226), Salcetum (1244), Salceyum (1245). Schoon voorbeeld van fantaisie! Sempy: Simpiacum (818), Senpi (1311), Sempy (1355), Saint Py (1415)! Attin: 1042, Atiniacum. Beutin: Botinum (1042), Buetin (1259), Bueting (1290), Boeting (1328). Brexent: Brescelessen (1182), Brekelessent (1290). - Hodicq is eene wijk aldaar. Camiers: XIIe eeuw Camier en Camyer. Cormont: Corminium (Malbrancq), met een wijk Fernehem, een edel leen. Estrée: 857 Strata. Recques: Reka (857), Reke (1311), Recke (1328); Fordres is een wijk aldaar. Tubersent: Thorbodashem (857), Turbodeshem (1093). - Courteville, is een wijk en een waterloop aldaar, Zelucques, ook een wijk aldaar. Widehem: 1311 Widehem en altijd nog zóó | |
[pagina 129]
| |
Airon-Notre-Dame: Airo (1123), Hiro (1210), Ayron (1311). Airon-St-Vaast: 1311 Ayron Saint-Vaast. Berck-sur-Mer: 1235 Berck. Calloterie: de wijken: Vis-es-Marest (Vicus è Mariscis) en Monthuis (Montawicus), vgl. Quentowicus. Cucq: 1173 Cucq, 1311 Cuk; wijk: Le Touquet ('t Hoekske). Groffliers: Grofflies (1301), Grosflie (1311), Grofflers (1495), Groffliers-lez-Waben (1510). Lépine: wijken Abihem, Collem, en Bus-Beraut (1311). Merlimont: Mellimont (1318), Merlimont (1476). Het dorp is uit de duinen verhuisd (XVIe eeuw) naar de plaats waar het nu is. - Wijken: la Capelle, la Hollande. Montreuil: Brayon, Braye. Rang du Fliers: 1512 Le Rencq-du-Fliez; wijk: la Folie. Waben: 1199 Waben, 1199 WabentGa naar voetnoot(1). |
|