Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1932
(1932)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Helmontiana IV
|
1621 De Magnetica vulnerum curatione: BA. |
1624 Supplementum de Spadanis fontibus: B Lg. |
1634 Propositiones notatu dignae: B Lg. |
1648 Ortus medicinae: B Lg. |
1652 Ortus medicinae: B Lg, BA. |
1655 Ortus medicinae: BA. |
1660 Dageraed, Rott.: B Lg, BA. |
1667 Ortus medicinae: B Lg. |
1670 OEuvres, Lyon: B Lg. |
1682 Opera omnia: BG. |
1683 Aufgang der Artzney-Kunst: BG. |
1707 Opera omnia: B Lg, BA. |
1916 Kurtzer Entwurff des eigentlichenNaturalphabets der Heiligen Sprache 1667: Zentralbl. Experim. Phonetik 1916. |
In deze vierde Helmontiana beschrijf ik de werken van van Helmont 1621, 1624, 1634, 1652, 1682, 1683, 1707 en 1916/1667.
[1621 Helmont] Joan. Bapt. Helmontii, De Magnetiea vulnerum curatione. Disputatio, Contra opinionem D. Joan Roberti, Presbyteri de Societate Jesu, Doctoris Theologi, in brevi sua anatome sub censurae specie exaratam. Parasiis, Apud Victorem le Roy, in area Palatii e regione Controrolatus Cancellariae. MDCXXI. (16.2 × 10.3 cm., 8 lim + 138 blzz., Hoofdbibl. Stad Antwerpen)Ga naar voetnoot(2).
In Ortus Medicinae en in Opera omnia maakt dit stuk deel uit als tractaat nr 15, van het Supplementum en behelst 174 paragrafen. Alhoewel uit Leuven 1620 gedagteekend, verscheen het boek in 1621 te Parijs, waarschijnlijk zonder voorkennis van den schrijver. Alzoo kon men hem voor de door hem uitgesprokene denkbeelden gemakkelijker vervolgen.
Het boekje van 1621 begint met een voorrede van den drukker tot den lezer, en een voorrede van den schrijver.
Onder de verhandelingen van den schrijver is het zeker een der zwakste, en men mag veronderstellen dat hij het zelf voelde, daar hij er niet aan dacht het in het licht te zenden. Daar ontwikkelt hij zijne meening dat de dierlijke magnetismus de verklaring verstrekt van al de buitengewone verschijnselen, zooals de genezing door de relikwieën, de invloed van de heksen.
[1624 Helmont] Supplementum de Spadanis fontibus. Authore Joanne Baptista Helmontio Belga, Medico Hippocratico et Hermetico. Leodii, Excudebat Leonardus Streel, Typographus juratus. Anno MDCXXIIII. (15 × 9.4 cm., 64 blzz., Bibl. Univ. Luik)Ga naar voetnoot(3).
J.B. Helmontius, die zich ‘Belga,Medicus’ en ‘Philosophus per ignem’ noemt, aldus Vlaamsche geneeskundige en scheikundige, draagt zijn boekje op aan den aartsbisschop van Keulen, keurprins Ferdinand. De tekst, met zijne 6 paradoxa en zijn paradoxum numerocriticum, werd later door de verschillende uitgaven van Ortus medicinae en van Opera Omnia, in het Supplementum letterlijk opgenomen, waar het overzicht met nummers volledigd werd.
[1634 Helmont] Joannis Baptistae Helmontii medici et philosophi per ignem propositiones notatu dignae, depromptae. Ex ejus disputatione de Mag: Vulnerum curatione. Parisiis edita. Additae sunt censurae celeberrimorum, totâ Europâ, Theologorum, et Medicorum ex Autographis optimâ fide descriptae. Leodii, Typis Joannis Tournay, sub signo Sancti Augustini 1634. Superiorum permissu. (18 × 14 cm., 20 blzz., Bibl. Univ. Luik)Ga naar voetnoot(4).
Opsomming der 24 stellingen die door de vijanden van J.B. van Helmont werden opgesteld om vervolgingen tegen hem te kunnen inspannen. Het stuk draagt de lijst der uitgesproken oordeelen vanwege theologen en medici uit België, Frankrijk, Duitschland, Spanje, Italië, Leuven, Lotharingen. Het is na het verschijnen van dit stuk dat het geding tegen van Helmont in zijn scherpe periode trad, en dat hij op 4 Maart 1634 in de gevangenis werd geworpen. Het dient herinnerd te worden dat de aartsbisschop van Mechelen de strengheid van het gevangenschap zocht te verminderen, met van Helmont de toelating te geven, vanaf 6 Maart 1634, in het klooster der Minderbroeders te Brussel te verblijven, en vanaf 17 Maart 1634 tot 1636 in zijn eigen huis, dat hij niet zonder toelating mocht verlaten.
[1652 Helmont] Ortus medicinae. Id. est initia physicae inaudita. Progressus medicinae novus, in morborum ultionem, ad vitam longam. Authore Joanne Baptista van Helmont, Toparcha in Merode, Royenborch, Oorschot, Pellines, etc. Edente Authoris Filio, Francisco Mercurio van Helmont, Cum ejus Praefatione ex Belgico translata. Editio nova, cumque locupletiori Rerum et Verborum Indice, pro illa Venetiis nuper excusa, multam partem adauctior reddita et excornatior. Amsterodami, apud Ludovicum Elzevirium, cIɔ Iɔc LII (19,5 × 14,8 cm., 32 lim + 891 blzz. + index, Bibl. Univ. Luik, Hoofdbibl. Stad Antwerpen)Ga naar voetnoot(5).
Het boek, versierd met dezelfde portrettenplaat als de Dageraad, wordt als volgt verdeeld:
Verbo ineffabili... (inleiding van J.B.v. Helmont). Amico lectori... (inleiding van F.M.v. Helmont). Index tractatuum. Reeks van 67 verhandelingen, blzz. 1 tot 422. Tractatus de morbis, met 27 deelen, blzz. 423 tot 544. Supplementum met 20 verhandelingen, waaronder De Spadanis fontibus en De magnetica vulnerum curatione, blzz. 545 tot 648. Opuscula medica inaudita, vier stukken, blzz. 649 tot 894, Index rerum et verborum.
Het exemplaar van de Hoofdbibliotheek der Stad Antwerpen draagt de inlichtingen dat het H.J. Rega heeft toebehoord, en dat de tekst verscheidene aanteekeningen van zijn hand bevat. Onder die aanteekeningen heeft Rega op blz. 14 geschreven dat J.B. van Helmont op 30 Dec. 1644 overleed op 70-jarig leeftijd, en dat hij geboren werd in 1578. Ik herinner hier dat ik in mijne 1e mededeelingGa naar voetnoot(6) zeide: ‘geboren, volgens zijn eigen getuigenis
in 1577, en volgens de doopregisters van de parochie St Gudula te Brussel in 1580’. In zijne studie over van Helmont komt onze Collega J. CuvelierGa naar voetnoot(7), na eene reeks geschiedkundige veronderstellingen, tot het besluit dat de geboortetijd 12 Januari 1759 moet zijn.
H.J. Rega leefde tusschen 1690 en 1754, was medicus en hoogleeraar te Leuven. De tekst op blz. 14 van Ortus medicinae schijnt hem getroffen te hebben: ‘Anno autem 1594, cursum Philosophiae absolveram qui erat mihi decimus septimus’; indien Rega op dezelfde wijze berekent, en indien decimus septimus het jaar (annus) bedoelt, dan besluit ik zooals hij, 1577 oude stijl, of 1578 nieuwe stijl. Maar waarom schrijft Rega, niet alleen op blz. 14, doch ook op de 1e blz. van de voorrede van Fr. M. van Helmont: ‘obiit anno aetatis 70’, na op de twee plaatsen het getal 67 uitgeschrapt te hebben?
Wist Rega dat in 1644 J.B. van Helmont bij zijn overlijden 70 jaren oud was? Dan zou J.B. Van Helmont in 1574 moeten geboren zijn, en dan zou kunnen begrepen worden dat in 1594, niet zijn ‘decimus septimus’ annus was verloopen, maar wel zijn dito cursus. Verder zou het ook te begrijpen zijn dat hij in hetzelfde jaar 1594, als hij niet 17, maar 20 jaren oud was, een leergang van chirurgie te Leuven gaf of misschien herhaalde; men leest. op blz. 833 in Tumulus pestis: ‘Anno 17 meae adolescentiae praelegebam lectiones chirurgicas in Collegio Medicorum Lovanii, a Professoribus Thoma Fyeno, Gerardo de Villeers, et Stornio constitutus. Eheu praesumsi docere, quae ipse nesciebam.’
Met goede reden zegt Cuvelier dat die zeventien jaren meer dan eens op onbegrijpelijke wijze van Helmont hebben geplaagd en hij herinnertGa naar voetnoot(8) dat nog aan eene andere plaats van de Ortus waar er weder spraak is van 17 of 18 jaren. Ik ben het volkomen eens met Cuvelier, als hij zegt dat ‘van Helmont met de jaartallen een beetje overloop ligt,’ maar ik begin te twijfelen, na de aanteekeningen van de hand van Rega gezien te hebben, of wij de zekere overtuigigng kunnen behouden dat het geboortedatum ‘voortaan op 11 of 12 Januari 1579 vastgesteld moet zijn.’
[1682 Helmont] Joannis Baptistae van Helmont, Toparchae in Merode, Royenborch, Oorschot, Pellines &. Opera Omnia. Additis his de novo Trac-
tatibus aliquot posthumis ejusdem authoris, maxime curiosis pariter ac perutilissimis, antehac non in lucem editis; una cum indicibus rerum ac verborum ut locupletissimis, ita et accuratissimis. Francofurti, Sumtibus Johannis Justi Erythropili. Typis Johannis Philippi Andreae. MDCLXXXII. (19 × 15,1 cm., 38 lim + 765 blzz. + index verum et verborum + 16 lim × 275 blzz. + index rerum, Bibl. Univ. Gent Me 64881).
Op eene titelplaat rechtover den titel treft men de gelaatsbeelden der beide Helmont's met de 8 schilden van Helmont, Bauw, Stassart, Renialme, Ranst, Vilain, Halmale en Merode; in het midden der bladzijde: ‘Johannis Baptistae van Helmont Toparchae in Merode, Royenborch, Oorschot, Pellines, etc. Opera omnia tam antehac prodita, quam jam prodeunda adornata judicibus accuratissimis ac loeupletissimis Francofurti apud joh. justum Erythropilum; onderaan een prentje met een natuurzicht waarop planten, een meer met dolphijnen, een dorp, een vulkaan en de zon, met een alchemist rechts en drie kleine mijnwerkers aan de opening van een bergholte werkende.
Het boek bevat de reeks der gewone verhandelingen van J.B. van Helmont, de Tractatus de morbis, het Supplementum, waaronder de Spadanis fontibus, daarna met afzonderlijke pagineering: Opuscula medica inaudita, waaronder De lithiasi, De febribus, Scholarum humoristarum passiva deceptio ac ignorantia, Tumulus pestis.
In Helmontiana IIGa naar voetnoot(9) heb ik Ortus medicinae 1655 beschreven, waarvan ik vaststelde dat de tekst gansch dezelfde is als in de eerste uitgave van Ortus medicinae in 1648. Tusschen Opera Omnia en Ortus medicinae bestaan er slechts enkele verschillen.
Tusschen de voorrede aan Amico lectori en het Index tractuum, bevindt zich in de Opera een Explicatio verborum, op 2 blzz., waarin de volgende uitdrukkingen worden uitgelegd: liquor alkahest, archeus, blas, duelech, gas, magnale, magnum, oportet, leffas, zenexton, pulvis vigonis, elementum ignis Veneris, aqua chrysulca, aurum horizontale, diaceltatesson, relolleum. Dezelfde lijst komt echter voor in [1644 Helmont] Opuscula medica inauditaGa naar voetnoot(10) en op de laatste bladzijde van Ortus medicinae 1655.
De verhandeling De Magnetica vulnerum curatione die voor J.B. van Helmont tot zulke groote moeilijkheden, tot vervol-
gingen en opsluitingen, aanleiding gafGa naar voetnoot(11) bevindt zich in zijn geheel in de Opera 1682, blzz. 700 tot 733, evenals in Ortus 1655, blzz. 454 tot 475. De twee teksten zijn dezellde; het eenig verschil dat ik treffen kon is de indeeling aan het hoofd der verhandeling, 174 deelen in Opera, 173 in Ortus; het verschil bestaat alleen in het nummeren tusschen 59 en 63 in Opera (blzz. 714 en 715), en in Ortus (blzz. 463 en 464).
Aldus geraken wij tot Arbor vitae, het laatste der stukjes, eindigende op blz. 487 in Ortus, op blz. 752 in Opera. Doch in Opera komt nog, blzz. 753-765 het volgend stukje:
Sequitur Tractatus novus posthumus, communicatus ab authoris filio, Francisco Mercurio van Helmont; de Virtute magna verborum ac rerum.
dat op mijne lijst der Helmont's werken niet voorkomtGa naar voetnoot(12).
Daarna komt een zeer uitvoerige alphabetische lijst van zaken, op 72 ongepagineerde bladzijden die in Ortus ook voorkomt, doch na de Opuscula medica inaudita.
De Opuscula verschijnen in de Opera zonder bijzondere nummering van uitgave:
[1682 Helmont] Joannis Baptistae van Helmont, Toparchae in Merode, Royenborch, Oorschot, Pellines &. Opuscula medica inaudita. 1. De lithiasi. II. De febribus. III. De humoribus Galeni. IV. De peste. Editio omnium accuratissima. Adornata pariter indice rerum ac verborum copiosissimo. Francofurti, Sumptibus Johannis Justi Erythrophi. Typis Johannis Philippi Andreae. MDCLXXXII. (19 × 15,1 cm., 16 lim. + 275 blzz. + index, in Opera omnia 1682, Bibl. Univ. Gent Mc 64881).
Evenals in Ortus, treft men hier opvolgentlijk het Latijnsch antigalenisch gedicht van Doctor Jan WalhornGa naar voetnoot(13), de opdracht aan Casparus Uldaricus van Hoensbroeck geteekend J. Baptista van Helmont, Bruxellae, 6 kal. Octobr. 1643Ga naar voetnoot(14), en een voorrede aan den lezer.
De verhandeling De Lithiasi met zijne 9 hoofdstukken behelst bladz. 1 tot 92 en krijgt een bijzonder titelblad, in Ortus ook aanwezig:
Doctrina inaudita, De causis, modo fiendi, contentis, radice, & resolutione Lithiasis. Itemque De sensu, sensatione, dolore, insensibilitate, stu-
pore, motu, immobilitate. Prout De morbis hujus classis, Caduco, Apoplexia, Paralysi, Spasmo, Comate, &, Nova & paradoxa hactenus omnia. Tractatus tam Physico, & Medico, quam Spagyro utilis; miseris autem utilissimus. Autore Johan, Baptista van Helmont, Bruxellense.
In Ortus 1655 heeft Febrium doctrina een bijzonder titelblad met de melding van een 5e uitgave, in Opera 1682 geen bijzonder titelblad; de verhandeling met zijne 17 hoofdstukken bedraagt de blzz. 93 tot 154.
Noch in Ortus 1655, noch in Opera 1682 krijgt Scholarum humoristarum passiva deceptio atque ignorantia een bijzonder titelblad; de verhandeling bedraagt blzz. 155 tot 200 en eindigt met het volgend gedicht:
En eindelijk het belangrijk stuk over de pestziekte op blzz. 201 tot 275 met het titelblad:
Tumulus pestis. Lector, titulus quem legis, terror lugubris, foribus affixus, intus mortem, mortis genus, & hominum nunciat flagrum. Sta: & inquire, quid hoc? Mirare. Quid sibi vult Tumuli epigraphe Pestis. Sub anatome abii, non obii: quam diu malesuada, invidia Momi, & hominum ignara cupido, me fovebunt. Ergo heic Non funus, non cadaver, non mors, non sceleton, non luctus, non contagium. Aeterno da gloriam. Quod Pestis jam desiit, sub Anatomes proprio supplicio.
In Ortus 1655 komt Tumulus pestis als 5e uitgave voor, in Opera 1682 zonder aanduiding daaromtrent.
Een Index rerum betreffende de 4 verhandelingen, op 43 ongenummerde bladzijden, eindigt het boek.
De Opera omnia 1682 bevatten aldus de uitgaven van de volgende werken, ook in 1682 te Frankfurt afzonderlijk verschenen:
De magnetica vulnerum curatione, blz. 700. |
Supplementum de spadanis fontibus, blz. 644. |
Opuscula medica inaudita, blz. 1. |
[1683 Helmont] Aufgang der Artzney-Kunst. Das ist: Noch wie erhòrte Grund-Lehren von der Natur, zu einer neuen Beforderung der Artzney-Sachen so wol die Krancheiten zu vertreiben alsein langes Leben zu erlangen. Geschrieben von Johann Baptista von Helmont, auf Merode, Royenborch, Oorschot, Pellines, u. Erbherzn. Anitzo auf Beyrahten dessen Herrn Sohnes, Herrn H. Francisci Mercurii Freyherrn von Helmont. In die Hochteutsche Sprache ùbersetzt in seine rechte Ordnung gebracht mit Beyfùgung dessen was inder Ersten auf Niederlàndisch gedructen Edition genannt Die Morgen-Röhte. Mehr, oder auch anders als in der Lateinischen durchgehends, wie auch mit einem ehmals ausgelassenen Tractat von der grossen Krafft der Worte und Dinge, aus dem geschribenen vermehret, von allen in allen Editionen eingeschlichenen Fehlern gereiniget, und mit deutlichen Anmerckungen, so zu einem gnugsamen Schlùssel aller dunckeln Orte dienen können, erlàutert: Samt einer neuen Vorrede, darinnen ein kurzer Entwurff aller Helmontischen Kranckheiten und Artzenyen: wie auch einem vollstàndigen Register. Sulzbach, In Verlegung Johann Andreae Endters Sel. Sòhne. Gedruckt bey Johann Holst. Anno MDCLXXXIII (33 × 20,7 cm, 2 titelprenten, 32 lim + 1270 blzz. + Register in 59 ongepagineerde blzz., Bibl. Univ. Gent Mc 65001).
Dit zeer merkwaardig boek werd, als gevolg van den wensch in Helmontiana III uitgedruktGa naar voetnoot(15), tot mijn groote vreugde door de Gentsche Universiteitsbibliotheek op mijn voorstel aangeschaft. Het begint met een schoone titelprent van Joh. Jacob de Sandrari, dat door de volgende verzen wordt uitgelegd:
Bij het graf van de geneeskunde vallen Galenus, Avicenna, Theophrastus, de mannen van de verouderde gedachten neer, terwijl Helmont van omhoog, waar proefondervindelijk wordt gewerkt, het licht ontvangt.
De tweede titelprent is een schoon portret van J.B. van Helmont, met de melding: ‘geboh. Ao 1578, gestorben 30 Dec. Ao 1644’.Ga naar voetnoot(16)
De vertaler noemt zich niet; in zijne voorrede, die op 2 blzz. het werk begint, verwittigt hij dat J.B. van Helmont eerst had gedacht zijn volledig werk in het Nederlandsch te schrijven en dat reeds een groot gedeelte was gereed. Toen had hij een werk van minder omvang opgesteld, dat in 1659 en 1660 onder den titel DageraadGa naar voetnoot(17) verscheen.
De Duitsche uitgave is geen eenvoudige vertaling van de verhandelingen in Ortus medicinae of in Opera omnia, doch wel eene bewerking waarin deze tractaten met den tekst van den Dageraad op de gepaste plaatsen verschijnen. Aldus vindt men b.v. op blz. 259, bij het begin van de 29e verhandeling, dezelfde woorden als in den Dageraad over de verteering in het menschenlichaam; op blz. 671 komt over den wijnsteen de vertaling van den overeenstemmenden tekst uit den Dageraad, blz. 143; de vertaler duidt zorgvuldig de bronnen aan, door de vermelding Niederl.
Op de 2 volgende bladzijden komt in het Duitsch, dezelfde opdracht aan God, als deze in het Vlaamsch in den Dageraad en deze van de Opera omnia 1682, waarop nu een 2e voorrede,
‘Andere Vorrede’ op 12 blz. volgt: de vertaler, nog altijd ongenoemd, geeft daar een volledig tabellarisch overzicht van het geneeskundig stelsel van J.B. van Helmont.
De Verzeichniss der Tractaten bedraagt de zes volgende bladzijden met verwijzing naar de teksten: 32 verhandelingen, daarna de 4 verhandelingen over de koortsen, de onwetendheid der scholen, den steen en de pest, waarna de 32e verhandeling wordt voortgezet tot de laatste, de 55e over het lang leven.
Daarna op 4 blzz. treft men een alphabetische Latijnsche lijst aan van de titels der verhandelingen niet de Duitsche vertaling, en op de 2 volgende blzz. eene 3e voorrede, de letterlijke Duitsche vertaling van het stukje dat J.B. van Helmont onder den titel ‘Aen de Oeffenaers der Geneeskonst’ aan de lezers van den Dageraad toericht.
De pagineering met blz. 1 begint met een lang Duitsch gedicht in 15 stukken, waarin Jan Baptiste van Helmont als de verlosser der geneeskunde tegenover Hippocrates, Galenus en de anderen wordt gesteld. Dit gedicht wordt geteekend D.S.v.A., wellicht de vertaler zelf.
Op verscheidene plaatsen, b.v. op blzz. 107, 146, 190, geeft de vertaler zijn eigene opmerkingen; op blz. 124 wordt een nieuw figuur gebracht, dat in de Opera niet voorkomt. Dit alles belet niet dat de vertaler de gedachten van van Helmont aanneemt en verdedigt, namelijk de Logica inutilis, de ijdelheid van de natuurkunde van Aristoteles en Galenus, ‘dass Aristoteles in der Lehre von der Natur bissweilen lachenswerth sey, bissweilen sich auch wiederspreche’.
Wij hebben gezien dat zekere verhandelingen niet stelselmatig in dezelfde orde verschijnen als in de Opera en in de Ortus. Aldus treffen wij blzz. 75 tot 94 de Zugabe von den Sauer-Brunnen zu Spaa, terwijl het Supplementum De Spadanis fontibus in de Opera op blzz. 644 tot 663 zich bevindt.
In het midden van de 32e verhandeling, over wijnsteen, treft men, van blzz. 293 tot 664 de Duitsche vertaling der Opuscula medica inaudita, met het volgend bijzonder titelblad:
Johann Baptista von Helmont auf Royenborch, Pellines, u. Erb-Herrn. Vortrab, Das ist Etliche vor aus gegangene eintzele Wercklein, ehe er das grosse Haupt-Werck von der Artzney-Kunst vollendet. Nemlich: I. Von den Fiebern, II. Von den Humoren oder Leibes-Feuchtigkeiten des Galeni, III.Von dem Stein, IV. Von der Pest. Welche umb der Orduung der darinnen enthaltenen Materien willen; nach Gutbefinden des Authoris selbst dem Leser zum besten hier eingeschoben worden.
Daarop komt tot aan het einde de verhandelingen over dên wijnsteen.
Op blz. 699, wordt de volgorde opnieuw gewijzigd; de vertaler slaat de volgende hoofdstukken in de Opera tusschen blz. 245 en 384 gelegen over: Custos errans, Imago mentis, Demens idea, Sedes animae, A sede animae ad morbos, Jus duumviratus, Mentis Complementum, Scabies et ulcera Scholarum, Ignati actio regiminis, Duumviratus, Tractatus de anima, Distinctio mentis a sensitiva anima, De animae nostrae immortalitate, Nexus sensitivae et mentis, Asthma et Tussis, Latex humor neglectus, Cauterium, Volupe viventium morbus antiquitus putatus, et Pleura furens. Op blz. 699 wordt aldus overgegaan tot de drie beginselen der Alchymisten, welke verhandeling in de Opera op blz. 384 voorkomt. Daarop volgt de verhandeling De flatibus van Opera blz. 398 als von den Blàhungen, en dan blz. 738 herneemt de vertaler de volgorde der Opera blz. 247 met Custos errans, of Der irrende Wàchter. De orde van de Opera wordt nu niet meer gevolgd, zooals uit volgend overzicht blijkt:
Aufgang der Artzney-Kunst. | Opera. | ||||
---|---|---|---|---|---|
35. | Irrende Wächter | blz. 738 | 38. | Custos errans | p. 245 |
36. | Feuchtigkeit des Geblutes | blz. 747 | 53. | Latex humor | p. 358 |
37. | Thorheit des Catarrhen | blz. 754 | 59. | Catarrhi deliramenta | p. 410 |
38. | Engbrustigkeit und | 52. | Asthma en tussis | p. 342 | |
Husten | blz. 781 | 54. | Cauterium | p. 365 | |
39. | Fontanellen | blz. 797 | 55. | Volupe | p. 370 |
40. | Zipperlein | blz. 802 | 56. | Pleurafurens | p. 376 |
41. | Steitenstechen | blz. 808 | 46. | Ignota actio | p. 313 |
42. | Eignen Herrschaft | blz. 815 | 41. | Sedes Animae | p. 272 |
43. | Seele | blz. 829 | 42. | A sede animae | p. 278 |
44. | Sitz der Seelen | blz. 835 | 43. | Jus duumviratus | p. 284 |
45. | Zweyherrige Regiment | blz. 841 | 47. | Duumviratus | p. 325 |
46. | id. | blz. 853 | 48. | 50, 51 39, De anima, enz. | p. 329 |
47. | Seelen oder Gemuth | blz. 857 | 40. | Demens Idea | p. 262 |
48. | Unsinnigkeit | blz. 883 | 60. | Victus ratio | p. 430 |
49. | Essen und Trincken | blz. 893 | 45. | Scabies Scholarum | p. 303 |
50. | Kràtze der Schulen | blz. 897 | 63. | 64, Praefatio, enz. | p. 460 |
51. | Kranckheit | blz. 904 | 65. | Ignotus hydrops | p. 482 |
52. | Wassersucht | blz. 925 | 66, 67. | Humoristarum vindicta. enz. | p. 496 |
53. | Rache der Humoristen | blz. 933 | |||
54. | Von den Kranckheiten | blz. 943 | - | Tractatus de morbis | p. 502 |
Op gelijke wijze worden de boeken Von den Kranckheiten, blzz. 943 tot 1140 in 24 hoofdstukken en Vom langen Leben, blzz. 1141 tot 1261, in 22 hoofdstukken, met de hoofdstukken van de Opera in een nieuwe, ja zelfs verbeterde volgorde gebracht, zoodanig dat men mag zeggen dat de Duitsche uitgave een rationeele bewerking der verhandelingen uitmaakt die in de Latijnsche uitgaven wat wild en soms ongepast op elkander volgen.
Het lijvig boek eindigt met een zeer uitvoerig alphabetisch register van zaken.
Evenals voor Opera omnia kunnen wij hier, als verschenen te Sulzbach in 1683, de Duitsche uitgaven van afzonderlijk verschenen verhandelingen noemen:
Von der Magnetischen Cur der Wunden, blz. 1003.
Von den Sauerbrunnen zu Spaa, blz. 75.
Von den Fiebern, von dem Irrthum der Schulen von den vier Humoren, vom Stein, das Grab der Pest, blz. 299.
[1707 Helmont] Johannis Baptistae van Helmont, Toparchae in Merode, Royenburg, etc. Opera omnia, novissima hac editione ab innumeris mendis repurgata, et indice rerum ac verborum locupletiori instructa, Una cum introductione atque clavi Michaelis Bernhardi Valentini, Haereditarii in Dirshrot. Phil. et Med. Prof. P. Gisseni, Archiatri Hasso-Darmstatini, Praesidis in S.R.I. Acad. Nat. Cur. Adjuncti, Regiae Prussiacae Societ. Scientiarum & Recup. in Italiâ Collega. Cum Gratia & privil. Potentiss. Reg. Poloniae & Elect. Saxoniae. Ex Bibliopolio Hafniensi Hieronymi Christiani Paulli, Anno 1707. (20,1 × 16 cm., 54 lim. + 765 blzz. + index rerum et verborum + 16 lim. + index rerum. Bibl. Univ. Luik.)
Rechtover den titel dezelfde titelplaat als in de uitgave van 1682, alleen met de vervanging van ‘Apud Joh. justum Erythropilum’ door ‘Apud Hier. Christ. Paulli’ onder de gebleven aanduiding ‘Francofurti’.
Het werk bedraagt eene Introductio, een Latijnsch gedicht van Justus Fridericus Dillenius, gedagteekend Giessen 1706, een tweede Latijnsch gedicht van Joh. Melchior Verdris uit Giessen, de rede Verbo ineffabili, de voorrede aan den lezer van Fr. Mercurius van Helmont onder den vorm van de levensschets van J.B. van Helmont, eene uitlegging van woorde op 6 blzz.
De verhandelingen bevinden zich in dezelfde orde als in de uitgave van 1683, en op dezelfde blzz. gebracht, aldus:
De reeks van 67 tractaten, op blzz. 1 tot 501.
De tractatus de morbis met 27 deelen, op blzz. 502 tot 643.
Het supplementum met 21 deelen, op blzz. 644 tot 753.
De opuscula medica inaudita, op blzz. 1 tot 275.
Het eenig verschil met de uitgave van 1682 berust dus in de inleiding van het werk.
[1916 Helmont] Franz Mercurius van Helmont, Kurtzer Entwurff des eigentlichen Naturalphabets der Heiligen Sprache (1667). Neudruck besorgt von Wilhelm Viëtor, Fischer's Medicinische Buchhandlung Berlin W62. L. Friederichsen & Co Hamburg 1916. (23,8 × 15,4 cm., Uit Phonetische Bibliothek herausgegeben von Prof. Dr. Wilhelm Viëtor. In Intern. Zentralbl. Experim. Phonetik Vox, 1916, Heft 3 (1-32 blzz.), Heft 4/5 (blzz. 32-48), Heft 6 (blzz. 48-64); 1917, Heft I (blzz. 65-86).
Deze herdruk werd mij door Prof. Scharpé vriendelijk medegedeeld.
In zijne inleiding vermeldt Viëtor de vroegere opzoekingen van Broeckx over Fr. Merc. van Helmont. Broeckx spreekt echter niet van een Duitsche vertaling van het Latijnsch werk dat ook in 1667 te Sulzbach onder formaat in-12 verscheen. Twee Duitsche exemplaren en een Latijnsche tekst bevinden zich in de Stadsbibliotheek te Hamburg.
Met een titelplaat en den volgenden titel begint de herdruk: ‘Kurzer Entwurff der Eigentlichen Natur-Alphabets der Heiligen Sprache: Nach dessen Anleitung man auch Taubgebohrne verstehend und redend machen kan. Aus Liecht gegeben durch F.M.B.V. Helmont. Sultzbach. Bey Abraham Lichtenthaler, Anno MDCLXVII.’
Het boek wordt aan Pfaltzgraaf Christiaan August opgedragen. Na een lange voorrede vindt men het overzicht van den inhoud ‘des ganzen Büchleins’: het 1e deel is eene voorbereiding in 5 gesprekken, het 2e deel is de verklaring van het natuuralphabet in het 6e gesprek, het 3e deel handelt over de volmaaktheid van de heilige Spraak in het 7e gesprek. Het werk eindigt met 36 figuren met doorsneden van het hoofd waarop de ligging en de vorm van de tong en de lippen bij het uitspreken der klanken en letters duidelijk wordt gemaakt.
In zijn Essai sur l'histoire de la Médecine belge zegt BroeckxGa naar voetnoot(18) dat Fr. Merc. van Helmont de eerste is geweest die zich met
de geestesopvoeding der doofstommen bezig heeft gehouden. Door zijne methode zoekt hij deze ongelukkigen niet alleen in de mogelijkheid te stellen te kunnen begrijpen wat andere menschen zeggen, doch ook hun het vermogen tot spreken te schenken; daarom moest men hun ‘figurer la parole’. Door middel van de 36 figuren, waarop de bewegingen van de gorgelspleet, de tong, de kakebeenen en de lippen bij het uitspreken van de letters en de lettergrepen, die in verheven werk waren uitgewerkt, en met de hulp van een spiegel, konden de doofstommen leeren de geluiden zelf uit te spreken, door hunne eigene organen volgens de modellen die zij onder het oog kregen, te plaatsen en te bewegen.
- voetnoot(1)
- Verslagen en Meded. Kon. Vl. Acad. 1929, 857-879. Cf. Ook: Helmontiana I en II, Ibid., 1929, blz. 453-476 en 715-737.
- voetnoot(2)
- Cf. Helmontiana II, blz. 720.
- voetnoot(3)
- Cf. Helmontiana II, blz. 722.
- voetnoot(4)
- Cf. Helmontiana II, olz. 722.
- voetnoot(5)
- Cf. Helmontiana II, blz. 734.
- voetnoot(6)
- A.J.J. Vandevelde, Helmontiana I, Versl. en Meded. Kon. Vl. Academie 1929, bl. 453.
- voetnoot(7)
- J. Cuvelier, Rond J.B. van Helmont's burgelijken stand, Ibid., 1930, blz. 101.
- voetnoot(8)
- Cuvelier, Op. citat., blz. 104.
- voetnoot(9)
- Verslagen en Meded. Kon. Vl. Acad. 1929, blz. 734.
- voetnoot(10)
- Coloniae Agrippinae. Zie lijst: Helmontiana II, Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad. 1929, blz. 726.
- voetnoot(11)
- Zie Helmontiana II, Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad., 1929, blz. 720; - Helmontiana III, Ibid., 1929, blz. 877.
- voetnoot(12)
- Helmontiana III, Op. citat., blz. 877.
- voetnoot(13)
- Zie Helmontiana II, Op. citat., blz. 725.
- voetnoot(14)
- Hetgeen wel overeenkomt met de vaststellingen van J. Cuvelier, dat J.B. van Helmont in dien tijd in Brussel leefde en aldaar overleed, Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad., 1930, blz. 101.
- voetnoot(15)
- Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad., 1929, blz. 857.
- voetnoot(16)
- Over het geboortejaar, vermeldt van Helmont zelf in Ortus medicinae, 1655, blz. 11: ‘Anno 1594.... qui erat mihi decimus septimus.’ (Helmontiana I, Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad., 1929, blz. 453). Cuvelier bewijst (Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad. 1930, blz. 101) dat van Helmont op 11 of 12 Januari 1579 geboren werd.
- voetnoot(17)
- Helmontiana I, Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad., 1929, blz. 453.
- voetnoot(18)
- Bruxelles, 1838, blz. 100.