Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1931
(1931)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 171]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Letterkundigen, Geleerden en Kunstenaars in de Rekeningen der stad Antwerpen 1576-1650
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit tweerlei hoofdoorzaken zijn deze weerklanken hier in bewaard gebleven: eenerzijds doordien kunstenaars van allen aard, van boekbinders en tapissiers tot musici en poëten, hunne diensten aan de stad hebben verleend en de vergelding dezer diensten hier is geboekt; anderzijds doordien de stad zelf, minstens sinds de tijden van het humanisme, het als een gebruik van goeden huize aanzag, humanisten, kunstenaars en geleerden 't zij met een geschenk te vereeren, 't zij met een beurs te ondersteunen bij passende gelegenheid, welke vereering ook telkens haar weerklank hebben moest binnen de muren van de rekenkamer. Maar de eene beleefdheid noopt tot de andere. En zoo ontwikkelde zich de gewoonte, - gansch bijzonder bij letterkundigen, humanisten vooral, en musici, - de uitgave van nieuwe werken, met een lofrede op stad en magistraat als voorwoord, aan deze te dediceeren. De geschenken geraakten daardoor vermenigvuldigd, en zeker kapittel uit de rekeningen krijgt het aanzien van een catalogus van boeken, met zeer hooge prijzen naast de titels, - want het zijn eere-prijzen. Deze hoofsche zijde van het oude cultuurleven heeft echter ook, na een hoogtij, een ebbe gekend; wanneer de stadsrekeningen jaarlijks een immer grooter tekort boeken, verminderen en verdwijnen ten slotte de inschrijvingen in het kapittel der ‘recompensen ende vereeringhen’. Dit is namelijk het geval rond de veertiger jaren van de XVIIde eeuw. En dit rechtvaardigt den ‘terminus ad quem’ dien we gekozen hebben. Nog wel komen er de volgende jaren geschenken voor, nog wel worden er kunstenaars in den dienst der stad aangetroffen, maar sinds de hoogtij voorbij is van het economische leven, is toch ook het zenith overschreden van kunst- en letterglorie, en het eene taant met het andere, zoodanig dat onze opzoekingen uit de jaren na 1650 door hun armoedigen uitslag, de waarde en de beteekenis riskeerden te schaden van die uit de groote voorgaande periode. Na 1650 is het humanisme nog slechts een herinnering, is de Rubensperiode ten einde, is de geleerdheid in deze stad niet meer voor de wereld berekend zooals men het aandierf te voren, en is de stad niet meer bij machte de vergulde kopschalen met de stadswapens, bij tientallen uit te deelen. Tusschen beide datums 1576 en 1650, ondanks het nooit geheel geweerde spookbeeld van den oorlog, is Antwerpen een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
centrum van humanisme, van kunst en geleerdheid, dat zich koestert in een renaissancistische religie van de Faam. En gansch bijzonder zal daar aan offeren ons magistraat met zijn Mecenen in de burgemeesterszetels of op de schepenbanken, met zijn humanisten voor secretarissen of pensionarissen. Het is een cultus-verschijnsel dat sociologisch ware in te studeeren door de historici. Doch eer de geschiedenis die vlucht neemt, zal zij het ongetwijfeld wel aanvaarden dat wij het hielden bij het ophalen uit de vermelde folianders, van alle de namen die met de cultuur in verband staan, zonder meer. Vóór ons werden de rekeningen gedeeltelijk geexcerpeerd door de Burbure, maar het bleef bij handschriftelijke nota's en het betrof slechts enkele jaren, door Genard, die in deze academie in 1896 zijn Sprokkelingen van biographischen aard voordroeg, een twintigtal opteekeningen waarbij enkele verdere nota's gevoegd werden, door wijlen E. Dilis wiens manuscript ons ook is te stade gekomen bij het doorbladeren van de groote boeken. Anderen zochten bepaaldelijk de geneesheeren, de schoolmeesters, de turfaccijnsen op, of wat weet ik nog, maar een systematisch doorwerken van de geheele stof bleef ons overgelaten. Nu is hier wel een tweede gedeelte aan toe te voegen; het werk immers ware door te zetten voor de jaren 1650-1795. We hopen dit ook eenmaal te doen. Liefst echter hielden we de twee perioden uiteen, zoozeer verschillen ze van beteekenisGa naar voetnoot(1). Onze teksten deelen we mede in chronologische volgorde. Maar we hebben alle de citaten genummerd en er een alphabetisch register op aangelegd dat de opzoekingen vergemakkelijkt. Ook copieerden we telkens den datum van acte collegiaal of apostille op de rekweste, waar de rekening naar verwees, daar de geschiedkundige die ons materiaal gebruiken wil, te dier plaatse allicht meer bijzonderheden zal ontdekken. Meermalen heeft ons nu wel de bekoring bekropen aan te duiden bij elk dier namen van welke beteekenis het nieuw-gevonden citaat is, om daarbij dan, voor een aantal der vermelde personen, de physionomie dezer nader uit te teekenen. We heb- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ben het ons ontzegd. Aan de specialisten, het hier archivalisch aangeboden materiaal ter verrijking onzer algemeene historische kennissen te verwerken. Aan ons te laten zien welk innig verband er geweest is tusschen Vlaamsche kunst en cultuur en het Antwerpsche stadhuis. Is er wel een andere stad in ons land die ons de weerga bieden kan van dit verschijnsel? En waarschijnlijk treedt het uit geen ander Antwerpsch Archieffonds beter naar voren dan uit dit. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Teksten uit de stadsrekeningen.Rekening 1576-1578.1. F. 344. - Matheus Valck, L. 40.6. ter saken van een silveren schuyfflette daermede men van der stadtwegen beschoncken heeft Gillis Wiggers, hoochbootsman van den schepe van Gillis Hoffman, vuyt dien hij ierst alhier vuyt Spaengien nae de pacifficatie is gearriveert geweest (acte coll. 14 Mei 1577). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1579-1580.2. 281 vo. - Christoffel Plantyn, opperdrucker van Syne Majesteyt L. 200 (acte 24 Maart 1579) voor een gratuiteyt van diversche costelycke boecken daer mede hy de stadt beschoncken heeft, ende waeraff hy noch onvoldaen was. 3. F. 282. - Hieronimus Mannacker, ysersnyder van der munten alhier, L. 134 12 ter zaecken van silveren penningen by hem gelevert ende gesneden aen het buffet, by deser stadt aen syne hoochheyt geschoncken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1580-1581.4. F. 232 vo. - Melchior van Ymmerseel, stadtboeckbinder, voor tbinden van diversche boecken tot behoeve deser stadt, L. art. 83. 17. 5. F. 245. - Jan van den Warcke, pensionaris deser stadt, over een gratuiteyt in recompense van een geschoncken Caerte van Brabant metter hant geschreven ende gemaeckt, L. art. 60. 6. F. 247 vo. - Ludovico Guicciardini, L. art. 200, de welcke hem vander stadt wegen toegevuecht zijn voor eene vereeringe in plaetse van een goude keten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. F. 267 vo. - Michiel Coignet, voor tmaecken van twee sonnewysers aen onser liever Vrouwen thoren met twee steenen daertoe dienende, L. art. 12. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1581-1582.8. - Peeter de Moor, boeckbinder ter saken van het binden van diversche boecken die gebruyckt worden inder stadt zaecken, L. art. 11.6. 9. - Melchior van Ymmerseel, stadtboeckbinder, voor tbinden van sekere boecken by Christoffel Plantyn deser stadt geschoncken, L. art. 9.1. 10. - Jaques Floris, gelaesmaecker, voor dmaecken van twee geschreven gelasen by der stadt der Schermersgulde geschoncken om in heure huysinghe te stellen, L. art. 50. (Acte colleg. van 19 Mei 1581). 11. - Philips Nutius, 100 L. art. hem... toegevuecht voor eene gratuiteyt, in recompense ende vergeldinge van de dedicatie van het Corpus juris civilis by hem gedruckt (Acte van de Weth, 31 Meert 81). 12. - Doctor Mathias de Lobel, medecijn van zijne Excellentie, 600 L. art. de welcke hem by acte collegiael (van 28 Aug. 1581) zyn toegevuecht in recompense ende vergeldinge van de dedicacie die hy gedaen heeft van synen Herbarius in de Nederlantsche tale aen de leden deser stadt. 13. - Ludovico Guicciardini, L. 50 over een jaer pensions, verschenen 1 December 1581. 14. - Christoffel Plantyn, L. art. 300 over een jaer pensions, verschenen 1 Januari 1581. 15. - Otmaer van Ommele, antycksnyder, L. 35.4. voor cardousen die hy gemaeckt ende gelevert heeft aen de winckels gemaeckt aent waeckhuys op de Groote Merct. 16. - Jan van der Noot, L. 50, denselven by apostille collegiael van den 1 Aug. 1581 toegevuecht tot onderstant van seker syn begonst poeticq werckGa naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. - Geeraert de Rasières, L. 39 voor tvergulden van 26 teeckenen oft passeerpenninghen onder den heeren ende eenige officieren gedistribueert (acte coll. 28 July 1581). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1582-1583.18. F. 241 vo. - Jaspar van der Heyden, minister des Christelycx Woorts, L. art. 60, (naar acte coll. 6 April 1586) voor een ame wyns waermede myn heeren hem beschoncken hebben, voor dat deselve thunder begheerte gemaeckt heeft seker boeck geintituleert cort ende claer bewys van den heyligen doop etc. 19. F. 241 vo. - Boudewyn van Berlecom, secretaris van syn Excellentie, L. 32 (acte coll. 2 April 1582) in plaetse van een silveren schale, ter causen van dat hy alle de. poincten ende bediedinghen van den wagenen, lanneelen ende andere ciraten ter aencomstte van syne hoocheyt bynnen deser stadt vuyt de Nederlantsche tale int Franchois heeft overgeset...Ga naar voetnoot(1) 20. F. 242 vo. - Jan van der Noot, oudtschepen, L. 50 hem boven de 50 L. den selven by der stadt tanderen tyden geleent, toegevuecht voor een gratuiteyt ende tot volvueringe van sekere poeticq werck (acte coll. 28 Juli 1582)Ga naar voetnoot(2). 21. F. 244. Rembertus Dodoneus, doctor in der medicynen, L. 400 (acte coll. 1 Oct. 1582) voor eenen schenck ende vereeringe vuyt consideratie dat hy seker zyn opus oft boeck geintituleert Stirpium historiae pemptades sex etc. deser stadt gedediceert ende de presentacie daeraff aen deselve gedaen hadde. 22. F. 244 vo. - Geeraert Rasiers, silversmit, L. 1299.6 ter saecken van negen silvere vergulde schalen wegende 34 marck 7 onc 8 eng. tot 4 gdn 13 st. d'once gepresenteert aen de negen goede mannen tertyde gecommitteert tot onderhoudt van den religionsvreden... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1583-1584.23. F. 245. Peeter de Moor, boeckbinder, L. 69.7. voor tbinden van verscheyde boecken, soe tot behoeve van de Tresoriers ende Rentmeesterscamer als ander diverse cameren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. F. 247. - Jan Vredeman de Vriese, scilder, L. 281 van verscheyde stucken scilderyen gemaect ende gelevert op de camer van de Tresoriers mitsgaders voor het scilderen van de vs. cameren ende anderssins. 25. F. 250 vo. - Nicolaes Bloemsteyn, gelaesmaecker, L. 60 van dat hy in de Scipperscamer alhier gemaect ende gelevert heeft dry gelasen vensters mette wapenen van der stadt... 26. F. 250 vo. - Peeter van Gheelkercken, L. 308.8. van dat hy op de tresoriers camer gemaect ende gelevert heeft een schoon antyck portael met schoon breede lyste rontomme de vs. camere. 27. F. 263 vo. - Voor een ame Renschen wyns (L. 37.16) daermede men beschoncken heeft Abraham Ortelius, voer de dedicatie van syn Theatrum aen dese stadt (Acte 17 Januari 1582). 28. F. 265 vo. - Doctor Petrus de Villiers. (Zie Genard, V. en M. 1890, blz. 331 en volgende, waar nog andere teksten die we hier niet herhalen zijn samengebracht. Vermelden we hier nog giften aan Thomas Thillius en Jan Taffin, beiden aangeduid als ‘minister des goddelycken woordts’ fo 263 vo en 264.) 29. F. 268. Geeraert Rasiers, silversmidt, L. 158 ter saecken van een silveren vergulden schale waer mede men geschonken heeft van stadtswegen ende vereert doctor Jeronimus Sachius voer dat hy der selver eenen boeck gedediceert hadde (Acte 9 Maart 1583). 30. F. 268 vo. - Jan Florean, predikant, L. 60 (acte 10 Augusti 1583) voer een vereeringe van dat hy gemaeckt heeft seker boecxken ende deser stadt gedediceert. 31. F. 269 vo. - David van Mauden, L. 120, als gesworen deser stadt medicyn ende lecteur in de chirurgie, toegevuecht voor een gratuiteyt ende recognitie van dat hy deser stadt heeft gedediceert zekeren synen boeck geintituleert synde Bedieninghe der Anathomie (Acte 19 Sept. 1583). 32. F. 271. - Doctor Petrus de Villiers minister des godlycx woorts, L. 60 (Acte 30 April 1583) van dat hy by geschrifte gestelt heeft den aenslach ende assasinat by Jan de Jaureguy door Jasp. Annastro opden persoon van syn Excellentie aengeleet. 33. F. Deselve L. 60 van dat hy by geschrifte gestelt heeft de historie van de incompste van syn hoocheyt binnen desen landen ende namentlyck binnen deser stadt ende de triumphe daer over geschiet. (Acte 30 April 1583). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
34. F. 272. Den jegenwoordigen rentmeester (Barth. Pels) L. 166.13 by hem verscoten voer een vergulde copschale die men van der stadtwege gepresenteert heeft aen Mr Jan van Asseliers audiencier, voor een gratuiteyt voor dat hy der stadt gesconken heeft seker stuck schildery inhoudende het Oordeel van Salomon (Acte 29 Februari 1584). 35. F. 272 bis,... L. 60 aen een vergulde schale van der stadt wegen geschoncken voer een gratuiteyt ende danckbaerheyt aen de huysvrouwe van doctor Justus Lipsius, professeur in de stadt van Leyde. (Acte 28 November 1563). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1584-1585.36. 280 vo F. - Engel Pit, silversmit, L. 47.14 voor een silveren schruyfflet waermede men beschoncken heeft den capt op tschip van orlogen van Dermonde, genaempt den Breeden Heyn (Acte 20 Aug. 1584). 37. F. 281 vo, L. 100 voor een vergulde copschale welcke men van der stadtswegen gepresenteert heeft aen doctor Justus Lipsius, professeur tot Leyden voor de dedicatie van syn Boeck de Constantia (Acte 3 Nov. 1584) 38. F. 286 vo. Doctor Hugo Savolia, L. 100 in plaetse van eenen cop waer mede men den selven heeft beschoncken voor de dedicatie van sekeren boeck van de Cosmographie (Acte 9 Maart 1585). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1586Ga naar voetnoot(1).39. F. 202 vo. - Ludovico Guicciardini, L. 200 in recompense van diensten deser stadt gedaen (Acte coll. 3 Aug. 1586). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1588.40. F. 275 vo. - Engelbert Masius, L. 75 ter saecke van vele ende extraordinarisse diensten by denselven deser stadt gedaen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1589.41. F. 259 (Soortgelijke gift als vorige aan den pensionaris Masius). 42. F. 259 en 259 vo (Soortgelijke giften aan pensionaris Philips de Ayala en secretaris Henrick de Moy). 43. F. 259 vo. - Jan Fredericus Livinius, prochiaen van den begijnhove alhier L. 100 waermede mijne heeren den selven vereert hebben voor een recompense van den grooten arbeyt bij hem gedaen in seker boeck geintituleert Van een gereformeert Christelijck leven te leyden etc. ende welck boeck aen mijne vs. heeren gedediceert ende oock daermede beschoncken heeft (Acte coll. 19 Sept. 1589). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1590.44. F.... De Weduwe van Mr Adriaen Bosch, deser stadt meester metser was, L. 100 soo voor tmaecken van diversche patroonen ende chaerten van den gedestruweerde cloosters alhier alsoock voor het teeckenen ende maecken van de patroons van diversche deser stadt wercken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1591.45. F. 252. - Andries Pevernaige, sangmeester van onser Vrouwen kercke alhier, L. 50 voor een vereeringe ende recompense van dat hy ter eeren deser stadt gemaeckt heeft zekeren musyckboeck met ses, seven ende acht partyen, waer aff hy oock der vs. stadt een exemplaer ryckelyck gebonden geschoncken heeft (Acte coll. 1 Febr. 1591). (Nota in margine:) zynde gestelt in den inventaris van de meubelen in de librarye deser stadt. 46. F. 259. Den prochiaen van den gasthuyse alhier, L. 25 voor een vereeringhe van den arbeydt by hem gedaen int translateren van zeker boecxken (Acte coll. 6 November 1591). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1592.47. F. 265. Artus de Rasiers, zilversmidt, L. 160.15. voor twee zilvere schalen met een peperbusse, wegende tsaemen 46 oncen een quaert... ende voor tvergulden van de stadtswaepenen in de vs. schalen, ende de boorden ende de voeten van de vs. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schalen, alle dwelck geschonken is van der stadt weghen aen den conchierge alhier... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1593.48. F. 274. Bernaerdin de Montgaillard, L. 300 voor den dienst ende arbeydt by hem binnen dese stadt gedaen int predicken ende vercondighen van dwoordt Godts, zoo in den vasten als in den vasten over twee jaren int convent van Sinte Franciscus. (Acte coll. 22 April 1593). 49. F. 275 vo. - Hendrick Adriani, priester ende pastoor in Sinte Elisabethen gasthuys alhier, L. 50 ter saecken ende in recompense van zeecker boeck by hem gemaeckt ende int licht gebracht tot voorderinghe stichtinge ende onderwys van alle catholycke devote christen menschen geintituleert Catholyck Sermoon ofte verclaringe op alle de epistelen ende evangelien van den sondaghen ende heylighe daghen van den geheelen jaere (Acte coll. 21 Mei 1593). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1594.50. F. 277 vo. - Jan Boghe, secretaris deser stadt, L. 300 van dat hy geconcipieert ende geinventeert heeft verscheyden puncten ende representacien gedient hebbende tot vereeringhe der incompste des Eertshertogen Ernestus binnen deser stadt... 51. F. 278 vo. - Jan Turnoudt, meester van de capelle van synder Hoocheyt L. 50, voor den dienst by hem gedaen int componeren van eene misse welcke hij der stadt gepresenteert heeft ter memorien van de incompste van synder hoocheyt (Acte coll. 5 Juli 1594). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1595.52. F. 320. - Bernart de Montgaillard, 100 goude sonne croone (voor zelfde diensten als in rekening 1593). 53. F. 322 vo. - Aert Rasiers, L. 168.5 wesende de prys van sekere zilvere schalen by hem gelevert om daermede van der stadt wegen te vereeren doctor Alvaro Nunez voor sekere diensten by hem gedaen int visiteren van der apothecarissen winckels. 54. F. 328. - Cornelis Pruynen, L. 133.4 voor een silveren vergulde coupetasse wegende 37 oncen à raison van 12 sch. vlems donce, waermede mijn heeren vereert ende beschonken | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben meester Abraham Ortelius voor ende in recompense van seker caertboeck by hem deser stadt geschoncken ende ander diensten (Acte coll. 4 October 1595). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1597.55. F. 321 vo. - Bernardyn de Montgaillart (zelfde belooning voor zelfde diensten als in rekening 1596). 56. F. 322. - Broeder Anastasius Cochelet, vrouwenbroeder ende doctor inde Godtheyt, oick prior geweest hebbende van de vrouwenbroeders tot Parys, L. 150 ter zaecken van zekere diensten by hem gedaen ende die hy alnoch is doende int predicken int franchois des sondaechs ende Heyligendaechs binnen den cloostere ende convente van den Vrouwenbroeders alhier (Acte coll. 18 Febr. 1597). 57. F. 322. - Jan Bernaerts van Vuytrecht, vice-pastor van onser Liever Vrouwen kercke alhier, L. 50 van een gratuyteyt van de diensten die hy der gemeynte in desen tegenwoordighen siecken tyt doende is. 58. F. 322. - Justus Blancwalt, canonick van onser liever Vrouwen kercke alhier, L. 20 voor een vereeringe van dat hy mynen heeren beschoncken heeft met sekere gedruckte gebedekens om te lesen ten tyde van de haestige sieckte. 59. F. 329 vo. - Artus de Rasieres, L. 319 van een vergulde coupetasse waermede myn heeren vereert... hebben Mr Charles Malmiers... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1598.60. F. 288 vo. - Artus van Uden, deser stadt schilder, L. 15 hem competerende van dat hy van weghen dezer stadt onder de Westpoorte in de Borchtkercke geschildert ende met engelen verciert heeft seker capelle oft oratorio van St Walburgh. 61. F. 289 vo. - Barthelmees de Momper ende Cornelis Floris schilder L. 170 midts welcke somme wy met hen overcommen zyn nopende tschilderen in den Besnydenischoor in onser Vrouwen kercke alhier, achter ende aen beyde zyden den altaer daer de Dry Coninghen op staen, alwaer zylieden geschildert hebben een Bethleem in syn perspective metten treyn zoo van volck als peerden, kemels ende anderssins der vs. Coninghen, mitsgaders vier historien ende marbre parcken ende tussche de pilaren aldaer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by hun oock respective gemarbert ende gemaeckt ende anderssins. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1599.62. F. 293 vo. - Aen mynheer Lipsius, L. 36 ende dat in plaetse van een halve ame wyns waermede myn heeren den selven vereert hebben ende beschoncken (Acte coll. 14 Juni 1599). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1599.63. F. 289 vo. - Henrick Franckx, tappissier, L. 3671.5 waerop compt te beloopen een camer tapisserye wesende de historie van Hannibal in acht stucken houdende in alles 222 ellen een halff ten pryse van 16 g. 10 st. delle by hem tot behoeve deser stadt vercocht ende gelevert, ende welcke tapisserye van vs. stadt wegen gepresenteert ende geschoncken is aen de Hoocheyt van den Cardinael Andreas (Acte coll. 5 Mei 1599). 64. F. 289 vo. - Balthasar de Robiano, L. 570 ter saecken van een stuck tapisserye wesende de Bootschap, van goudt en silver groot 12 ellen à raison van 47 gdn. 10 st. delle. om daermede syn hoocheyt van der stadt wegen te vereeren ende te beschencken (Acte coll. 15 Maart 1599). 65. F. 291. De weduwe van Willem van den Heuvel, L. 357.15 voor den prys van een vergulden copschale 79 oncen ende een halven tot 4 g. 10 st. donce, aen de stadt vercocht en gelevert ende waermede myn heeren vereert ende beschoncken hebben don Sancho de Leva voor de goede diensten by hem gedaen int accorderen van de gealtereerde soldaten binnen tcasteel (Acte coll. 25 Febr. 1599). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1600.66. F. 260. - Melchior Christoffels, L. 30 waermede myn heeren vereert ende beschoncken hebben heer Dionisius synen sone, wesende alhier canonicus parvae mensae op de celebratie van syne licentiaetsfeeste in de Godtheyt tot Loven (Acte coll. 29 Aug. 1600). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1601.67. F. 263. - Anastasius Cochelet, vrouwenbroeder, doctoir in de godtheyt, L. 60 den selven by mynen heeren toegevuecht, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vuyt consideratie dat hy de gemeynte ende ingesetenen alhier instruerende is met syn Fransche sermoonen. 68. F. 263. De selve, L. 200 voor een vereeringe van dat hy sekeren boeck geintituleert Repetitions du sainct sacrifice de la Messe en forme d'homélies contre du Plessy-Mornay gemaeckt heeft, ende den heeren gedediceert (Acte coll. 22 December 1601). 69. F. 265. - Artus de Rasiers, L. 327.18 waerop comen te beloopen vier silveren candeleers ende eenen keerssnutter wegende 109 oncen ende ses engelschen tot dry gulden donce, van wegen deser stadt gepresenteert aen de Eerwt van mynen heere den bisschop deser stadt, int vertrecken ende afscheydt vuyten vs. bisdomme (Acte coll. 21 Nov. 1601). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1602.70. F. 241 vo. - Artus de Rasieres, L. 173.14 waerop compt te beloopen een vergulde copschale daer mynheeren mede vereert ende beschoncken hebben Doctor Justus Lipsius tot Loven professeur, over de dedicatie van sekeren boeck ende andere diensten der stadt gedaen (Acte coll. 26 April 1602). 71. F. 242. - Jacques Domus, zilversmidt, L. 87.14 ter saken van een silveren vergulden cop, waermede myn heer Sterck, commis van de financien van hare Hoocheden, vereert ende geschoncken is voor seekere diensten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1603.72. F. 283 vo. - Arthus de Rasieres, L. 310.16 waerop comen te beloopen de vier silvere candeleers wegende 103 oncen 12 engelschen, tot 3 g. donce, by hem gemaeckt ende gelevert, waermede myn heeren vereert hebben in syn vertrek myn heere den Choordeken van de Cathedraele Chaerles Maes... (Acte coll. 31 Mei 1603). 73. F. 284. vo. - Arthus Rasieres, L. 62 17, wesende de weerde van een silveren schale metten fatsoen van dyer, waermede myn heeren begift hebben Emanuel Gomesius, doctor in de medicyne, van dat hy aen de stadt gedediceert hadde seker tractaet oft boecxken van de peste ende van de remedien waermede die soude moghen geprecaveert ende ghecureert worden (Acte coll. 24 November 1603). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
74. F. 285. - Paulo Bollognino, L. 25 voor sekeren geperfumeerden colder by myn heeren naer Bruessel gesonden ende aldaer geschoncken (Acte coll. 16 July 1603). 75. F. 289. - Joos de Mompere, schilder, L. 48.19 hem competerende van dat hy van wegen deser stadt geschildert heeft eenen grooten doeck wesende eenen Orpheus ende dwelcke die stadt voorts gepresenteert heeft aen myn heer den Casteleyn Don Augustyn Messia (Acte coll. 10 Febr. 1607). 76. F. 290. - Arthus Rasiers, silversmidt, L. 787.11, ende dat over de weerde van twee silveren candeleers metten fatsoene, die men van wegen deser stadt presenteren soude in de capelle van onser Vrouwe op den scherpenheuvel gelegen by Sychene, ten eynde dat door dintercessie ende bede van de heylige Moeder Goidts binnen dese stadt soude cesseren die peste die in vele plaetsen verbreyt is (Acte coll. 24 Nov. 1603). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1604.77. F. 324 vo. - Jaspar Vernyen, gelaesmaecker, L. 78, ter saecken van seker nieuw gelaesen vensteren soo mette waepenen van het marquysaet als van de stadt, ende noch andere by hem gelevert int convent van de predicaren alhier in hunnen nyeuwen refter (Acte coll. 15 Mei 1604). 78. F. 328 vo. - Romboudt van der Vekene, gelaesmaecker, L. 53 hem by moderatie competerende van gerepareert ende verloyt te hebben twee groote gelaesen vensters in St-Andries kercke, deen boven den wyser metten wapenen deser stadt ende dander in de suytsyde. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1605.79. F. 276. - Jan Vel... van seker stuck schilderyen wesende tconterfeytsel van den ouden craen, by hem aen de stadt overgelaeten. 80. F. 302. - Cornelis Floris, L. 72 waerop comen te beloopen twee Marienbeelden by hem aengenomen te snyden ende te stofferen om gestelt te worden boven de twee poorten van de nyeuwe pesthuysen in de nyeuwstadt, ende waeraff den steen hem by der stadt gelevert is. 81. F. 307 vo. - Nicolaes de Formestreaulx, priester, L. 40 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den selven by myn heeren toegevuecht van dat hy aen deselve gepresenteert heeft sekeren boeck by hem gemaeckt. 82. F. 307 vo. - Abraham de Lisson, L. 225 van tot behoeve deser stadt gemaeckt ende gelevert te hebben een silveren vergulde schale wegende 56 oncen... 83. F. 313. - Abraham Lissone, silversmidt, L. 73.16 van dat hy gemaeckt heeft ende de stadt gelevert twee Fransche silvere bekers... waermede de stadt beschoncken heeft mr Philips van der Noot. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1606.84. F. 279. - Raymondus Walrans, organist tonser lieven Vrouwen alhier, L. 12.12, daer op comen te beloopen de ses stadt stoopen wyn, daer mede mynheeren hem hebben vereert ende beschoncken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1607.85. F. 311. - Johannes Torrentius, L. 12 voor een vereeringe ende tot assistentie van de oncosten van syne feeste van licentiaetschap. 86. F. 311. - Meester Rombout Verdonck, L. 36 hem by myn heeren toegevuecht voor de oncosten by hem gesupporteert ter saken van de comedie by syne studenten ende jongers gespeeltGa naar voetnoot(1). 87. F. 310. - Meester Jan Brandt, greffier deser stadt, L. 200 daermede myn heeren hem hebben vereert ende beschoncken voor ende ter saecken van dat hy aen de vs. heeren heeft gedediceert notas suas politicas et criticas by hem gemaeckt ende in druck vuytgegeven in commentarios Julii Caesaris. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1608.88. F. 288 vo. - Jacques Fourmenoir de Jonge, L. 48 voor twee stucken blauwen steen waer inne hy heeft gehouden de borcht van Antwerpen met sekere inscriptie ende namen, dewelcke syn gestelt op den muer van t bolwerck achter St-Michiels. 89. F. 339 vo. - Artus van Uden, schilder, L. 26 ter saken | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van het schilderen van 308 blecken vaenkens die men is stellende op de haerincktonnen. 90. F. 339. - Deselve, L. 17 van het schilderen van de stocxkens van den ommeganck. 91. F. 339. - Jan van Breugel, L. 92.10 ter saken van een crucifix van ebben hout daer aen hangende een beelt van eenen gekruysten Christus van bronse, gemaeckt by Jan de Bolonie, by hem deser stadt vercocht ende gelevert. 92. F. 386 vo. - Pater Carolus Scribanius, rector van de societeyt Jesu binnen deser stadt, L. 120 voor eene vereeringe ter saken van sekeren boeck by hem gemaeckt ende daermede hy de stadt heeft vereert ende beschoncken. 93. F. 387. - Antonius Sanders, L. 60 tot subventie van de oncosten van sekeren boeck die deselve heeft geloeft de stadt te dediceren. 94. F. 388 vo. - Abraham Lessaut, L. 125.2 ter saken van eene vergulde scale wegende 31 oncen 5 ende een halff engelsen, tot 4 g. donce, daer mede myne heeren hebben vereert Balthasare Moerentorff voor dat hy aen myne heeren vs, gedediceert ende beschoncken met d'exemplarie van Horatius cum commentario Loevinii Torrentii... 95. F. 390. - Peeter Meulemans, L. 66.10 voor een ame Renschen wyn daermede myne heeren tcollegie van de Jesuiten hebben vereert ten tyde als sy mette scholen syn vertrocken int Engels huys ende aldaer gespelt hebben dierste comedie. 96. F. 397. - Rombout van der Vekene, gelaesmaker, L. 55.10 ter saken van het scryven ende maecken van zekere gelasen by hem gemaeckt in den choor van het Minrebroeders clooster alhier (rekweste-apostille 27 Maart 1606). 97. F. 403 vo. - Rombout van der Vekene, gelaesmaker, L. 25 ter saken van sekere gelasen by hem ten laste van de heeren metter stadt wapenen in de kercke van de Augustynen gemaeckt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1609.98. F. - Jan de Nole, L. 60 waer vore men van der stadt wegen met hem is overcomen voor twee marbre pilaeren by hem gelevert in de Staetcamer voor de schouwe. 99. F. 281 vo. - Rombout van der Vekene, gelaesmaker, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L. 68 ter saken van het scryven van de panden in het glas by de stadt in de vrouwenbroeders gegeven, wesende de bootschap, met de wapene van de stadt, groot tsamen 68 voeten. 100. F. 293. - Robert de Nole, L. 108 die hem syn geloeft voor het repareren ende versien van de Leeuwen, wapenen ende andere siraten aen sint Jorispoorte te landewaerts daer inne begrepen de materialen by hem daer toe verbesicht. 101. F. 293 vo. - Hans ende Robert de Nole, L. 50 ter saken van het repareren van den Brabon staende op de Werffpoorte. 102. F. 293 vo. - David Remeeus, schilder, L. 17 daer vore men hem heeft aenbesteedt het schilderen met olieverwe ende stofferen van de leeuwen, wapene ende andere vercierselen boven de keyserspoorte te landewaerts. 103. F. 337. - Abraham Lessau, L. 105.16 ter saecken van een vergulde schale weghende 25 oncen ende 16 engelsen, tot 4 g. st. d'once, by hem voor dese stadt gemaeckt ende daer mede van stadts wegen heer Aubertus Miraeus canonick is vereert ende beschoncken. 104. F. 337 vo. - Arnoldus Florentius van Langren, L. 120 daer mede myn heeren hem hebben beschoncken voor dat hy de stad heeft dediceert ende geschoncken eene Sphera Mundi. 105. F. 338. - Mr Joos de Weerdt, raedt ende pensionaris deser stadt, L. 72 voor een ame wyns hem by myne heeren toegevuecht voor eene vereeringe ter saecken dat hy de heeren heeft vereert met sekeren boeck by hem gemaeckt ter memorien van tbestandt binnen deser stadt geslotenGa naar voetnoot(1). 106. F. 338 vo. - D'erfgenamen van wylen mr Jehan Boghe, secretaris deser stadt, L. 150 hem by myne heeren toegevuecht in recompense van sekeren boeck genaempt den Psalterium by den vs. Boghe aen dese stadt gedediceert. 107. F. 339 vo. - Henrick Janss. van dWout, L. 32 hem by myne heeren toegevuecht voor dat hy de stadt heeft gedediceert ende de heeren vereert met seker caerten gemaeckt ter memorien van t'Bestant tusschen de Nederlanden... 108. F. 341 vo. - Jan van Werchter, L. 48.19 ter saecken van den bancquette by hem gelevert ende daer mede de princesse | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Orangien comende tstadthuys besien is vereert ende beschoncken geweest. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1610.109. F. 318 vo. - Heer ende meester Jan Baptista Gramaye, L. 150 voor eene vereeringe ende gratuiteyt ter saecken dat hy heeft gemaect ende aen de stadt gedediceert sekeren boeck van dese stadt ende quartier van Antwerpen. 110. F. 320. - Abraham Lissau, L. 82.18.6 ter saecken van een silveren schale wegende 26 oncen 15 engelsen, tot 3 g. 2 st. donce, by hem dese stadt gelevert ende daer mede myne heeren hebben vereert Peeteren Rubbens, schilder, ter saecken van diensten by hem de stadt gedaen... 111. F. 320 vo. - Meester Oliverius van Hattem, L. 100 voor eene vereeringe ende recompense van sekeren boeck by hem deser stadt gedediceert. 112. F. 320 vo. - De Weduwe des vs. Oliverius Hattem, L. 50 voor een gratuiteyt volgende de requeste ende apostille van 16 Decembris 1610. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1611.113. F. 330. - Pater Andreas Schot, priester van de societeyt Jesu, L. 125 hem by myn heeren toegevuecht voor sekeren boeck by hem gemaeckt ende aen de stadt gedediceert, geintituleert Tullianae questiones. 114. F. 330 vo. - Franchois Sweerts de Jonge, L. 60 voor eene silvere schale daer mede myne heeren hem hebben vereert ende beschoncken in recompense van sekeren boeck by hem gemaeckt ende aen de stadt gedediceert. 115. F. 330 vo. - Dominicus Custodis, alias Baltens, L. 25 daer mede myn heeren hem hebben beschoncken voor eenen boeck geintituleert Principum Christianorum stemmata by hem deser stadt geschoncken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1612.116. F. 309. - Heer Nicolaes de Robbe prothonotaris, doctor in de godtheyt, L. 50 daer mede myn heeren hem hebben vereert voor sekeren boeck aen de vs. heeren gedediceert, geintituleert Tractatus theologicus et legalis de injustitia personali in corpus proximi. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
117. F. 309. - De prior ende conventualen van de Augustynen, L. 50 tot assistentie van de oncosten van het spel dat by de studenten in hun clooster is gespeelt, ende tot behoef van de prysen voor de studenten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1613.118. F. 282. - Den eerw. heere pater rector van den collegie der societeyt Jesu, L. 200, tvs. collegie by myne heeren toegevuecht voor eene vereeringe, ter saecken van sekeren boeck gemaeckt by pater Franciscus Aguillon genaempt Optica, etc. 119. F. 283 vo. - Richart Verstegen, L. 50 voor een vereeringe ter saecken van seker boecxken aen myne heeren gedediceert, geintituleert De Nederlandsche antiquiteyten. 120. F. 285. - Franchois Sweerts, L. 60 voor een ame Renschen wyn daermede myne heeren hem hebben vereert voor seker boeck geintituleert Monumenta Brabantiae by hem aen de stadt gedediceert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1614.121. F. 304. - Abraham Lissau, L. 171 ter saken van een silvere vergulde schale... daermede van der stadt wegen is vereert ende beschoncken Jan Cachiopin voor de goede diensten by hem als bouwmeester badt als twee jaren gedaen. 122. F. 304 vo. - Josephus Barbatus, L. 70 ter saken van 7 maenden dienst by hem gedaen om verscheyde religieusen ende andere geestelycke persoonen binnen dese stadt te leeren de hebreeusche tale tegens 10 gdn ter maent (Rekweste-apostille 23 sept. 1613.) 123. F. - Deselve als professeur van de hebreeusche tale tsedert prima May tot ultima Decembris ao 1614. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1615.124. F. 172. - Heer Matthias Pottier, priester, sangmeester van onser lieve Vrouwenkercke, L. 16.4 voor syn tabbaertlaeken. 125. F. 172. - Raymundus Waelrant, organist in onser lieve Vrouwen kercke, L. 12 voor syn tabbaertlaeken. 126. F. 172. - Jan Moermans, schoolmeester tonser lieve Vrouwen, L. 11 voor syn tabbaertlaeken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
127. F. 299. - Josephus Barbatus, L. 160 soo voor vier maenden salaris als voor de dedicatie aen myne heeren gedaen van sekeren boeck geintituleert Lexicon Hebraicum (Rekweste-apostille 8 April 1615). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1616.128. F. 147 vo. - Doctor Lazarus Marcquis, deser stadt medecyn, L. 50 ter saecken van een jaar gagien... als prelecteur der chirurgie. 129. F. 171. - Mr Wibrant Andries Stessens, sangmeester van Onse lieve vrouwen kercke, L. 16.4 voor syn tabbaertlaeken. 130. F. 171. - Raymundus Waelrant, organist in O.L.V., L. 12 voor zyn tabbaertlaeken. 131. F. 269 vo. - Jan de Nole, beeltsnyder, L. 17.19 ter saken van oncosten gedaen int stellen van een Mariebeelt aen Bylkensbrugge. 132. F. 295. - Heer Anastasius Cochelet, doctoir inde godtheyt, vrouwenbroeder, Frans predicant, L. 290 in danckbaerheyt van den dienst die dese stadt ende gemeynte derselver van hem heeft genoten, ende tot onderstandt van syne aenstaende reyse na Vranckryck alwaer hy is gecosen provinciael van de orde der Carmelieten. 133. F. 310 vo. - Den professor Puteanus, L. 50 tot het maken ende stellen van een glasen venster met deser stadt wapene in de groote sale van de Borcht tot Loven. 134. F. 310. - Jan Bol, musicien van de Engelsche natie, L. 50 tot assistentie van syne sware siecte ende de redenen in syne requeste geruert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1617.135. F. 301 vo. - Heer Franciscus van der Haer, licentiaet in der godtheyt, ende pater des godshuys van de Witzusters binnen dese stadt, L. 200 in vergeldinge ende recompense van de dedicatie ofte toescryvinge gedaen aen de heeren ende aen de gemeynte der stadt van synen cleynen Globus geographicus. 136. F. 302. - Petrus Koerius, L. 25 daer mede myn heeren hem hebben vereert ende beschoncken voor sekeren Caertboeck van de Nederlantsche provincien daer mede hy de stadt heeft vereert ende beschoncken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
137. F. 302 vo. - Philips Trigout, L. 300 gegunt aen pater Nicolaes Trigout priester van de societeyt Jesu, synen broeder, tot het vervallen van de reysconsten van eenen van de vs. societeyt by hem mede te leyden na tConinckryck van China, om aldaer te bekeeren de ongeloovigen. 138. F. 303 vo. - Heer Henricus Lancelottus, provinciael van de ordre van de Augustynen, L. 60 voor een ame wyn daermede myn heeren hem hebben vereert op syn doctoraetschap. 139. F. 304 vo. - Abraham Lissau, L. 123.12.6 ter saken van een silvere vergulde schale wegende 28 oncen 15 engelsen, daermede heer Nicolaes Tuldenus van de stadtswegen is vereert ende beschoncken voor het dediceren van sekeren boeck, geintituleert Praxis Rerum Civilium. 140. F. 306 vo. - Jan de Ram, rentmeester generael deser stadt, L. 50.8 by hem betaelt aen den duytschen secretaris van hunne hoocheden Buspodius, daer mede myn heeren hem hebben vereert ende beschoncken ter saken van sekeren boeck van de Genealogie van de Eertshertogen van Oostenryck, aen dese stadt gedediceert. 141. F. 315 vo. - Jan Jorion, sanger in O.L.V. kercke, voor een aelmoesse volgens requeste ende apostille. 142. F. 325 vo. - De vrouwe priorinne van Shertoginnendale tot Ouwergem, L. 72 tot ciraet van haere capelle ende maecken van de schilderye aldaer. 143. F. 326. - George Cauler, hoochduytscher, L. 12 voor reyscosten van dat hy alhier is gecomen om aen de stadt te dediceren sekeren boeck die de heeren hebben gerefuseert. 144. F. 326 vo. - Anthonis van Deynse, lakencooper, L. 36 voor het behangen met root laecken den tyt van dry dagen int Engels huys als die van de scholen het spel speelden in Septembri ao 1617. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1618.145. F. 300. - Den eerw. heere van de Predicaren ordre gepredict hebbende den geheelen vasten in de droochscheerderscapelle in de Italiaensche tale, L. 50. 146. F. 301. - Pater Nicasius Bacx, supprior van tclooster van de Augustynen alhier, L. 282 ter saecken van twee gelasen mette stadtswapene metten yserwercke van der stadtsweghen gestelt in de kercke van tvs. cloooster. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
147. F. 302. - Jacques de Bie, L. 100 hem by myn heeren toegevuecht voor dat hy aen myne heeren heeft gedediceert Fastes consulares, mette platen van Goltius. 148. F. 302. - Oratio del Strado, L. 15 hem by myn heeren toegevuecht voor eenen boeck aen myne heeren gepresenteert ende by hem gedirigeert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1619.149. F. 311 vo. - Gillis de Kimpe, notaris, L. 54 voor eenen boeck van hem gecocht genaempt Vita Christi mette figueren in fyn printe, van wegen dese stadt geschoncken aen den pater confessor van hunne doorluchtige hoocheden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1620.150. F. 314. - Merten Janssens, L. 33 voor een quarteel wyn daer mede van der stadt weghen beschoncken is Pater Henricus de Greve, doctoir in theologie. 151. F. 318 vo. - Heer ende meester Joris Uwens, Raedt van hunne hoocheden in den rade van Brabant, L. 250 in voldoeninge van extraordinarisse diensten int maken ende disponeren van den inventaris van deser stadt privilegien. 152. F. 320. - Den eerw. heere Augustino Barretti, Italiaen van sinte Dominicus orde, L. 50 ten respecte van syne predicatien ende sermoonen in de Italiaensche tale in den vasten ao 1620. 153. F. 321. - Meester Adriaen van Meerbeke, L. 200 voor de dedicatie van de Nederduytsche Cronycke van alle de geschiedenissen van de gantsche werelt. 154. F. 321 vo. - Abraham Verhoeven, drucker, L. 24 voor dat hy aen de heeren ten verscheyde reysen heeft overgebrocht de exemplaren van de Nyeuwe Tydingen van Duytslant. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1621.155. F. 181 vo. - Jan Rieulin, klockspeelder op onser Liever Vrouwen toren, L. 40 over een jaer gagien... 156. F. 355 vo. - De patres der societeyt Jesu, L. 250 tot het maecken van een stellagie om daerop te ageren sekere comedie (XIII Septembri 1621). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
157. F. 357. - Martin de Bourgeois, L. 18 voor sekere caerten innehoudende de genealogie van hare doorluchtige hoocheden aen myne heeren gepresenteert. 158. F. 358. - Joncker Arnout van Rinckvelt, L. 26 tot assistentie van het doen snyden in coperen platen den staet van den lande van Brabant ende Overmase (requeste-apostille). 159. F. 358. - Jan van de Wouwere, oudschepene, over soo vele by hem is betaelt voort Epitaphium van wegen deser stadt gestelt in de kercke van de minrebroeders tot Loven, ter memorien van den hoochgeleerden heere Justus Lipsius. 160. F. 359 vo. - Mr Michiel Coignet, L. 40 ter saken van 5 groote caerten by hem doen maecken om te thoonen het graven van de vaert van de cleyne Nete. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1622.161. F. 342. - Broeder Dominicus ab Arbore, predicheer, L. 36 voor goede diensten by hem binnen dese stadt nu 18 jaren gedaen ende tot assistentie van de oncosten van syne reyse na Jerusalem (requeste-apostille). 162. F. 352. - Jan van Meurs, L. 100 voor eenen Latynschen Ortelius ende diversche andere boecken daer mede men van stadtswegen heeft vereert den heere ambassadeur van de con. Majt van Spaengne tot Bruessel. 163. F. 374. - De patres van de ordre van sint Augustyn, L. 50 tot subsidie van de oncosten van de stellagie by hem gemaeckt om te exhiberen sekere comedie in Latyn. 164. F. 374. - Abraham Verhoeven, boeckdrucker, L. 50 in voldoeninge van syne rekeninge voor de exemplaren van alle de nyeuwigheden ende innemen van steden by hem gedruckt (requeste-apostille). 165. F. 376. - Adriaen Schut, schilder, L. 96 voor een groot wapen van den hertoch van Brabant (ende daer onder een geschrift met goude letteren met een schoreesel daer onder) met oock het schoon maecken van dry oude wapenen in den hoogen choor van O.L.V. kercke. 166. F. 379. - Joncker Richard van der Stegen, L. 36 voor de dedicatie van sekeren boeck aen de stadt gedaen. 167. F. 288. - Henrick van Baelen, Jacques de Maude, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Everart van Eyck, Adriaen van Rottum ende Hans van Utrecht tsamen, L. 600 ter saecken van een glas metten toebehoorten, gemaeckt in den gevel van de kercke van de Annunciaten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1623.168. F. 322 vo. - Pater Heribertus Rosweydus der societeyt Jesu alhier, L. 600 daer mede hy van der stadts wegen is vereert voor de generale ende nederlantsche Kerckelycke Historien aen de magistraet deser stadt gedistribueert. 169. F. 324 vo. - Christoforus Chamberlinus, L. 24 voor de dedicatie van seker boecxken aen myn heeren gedediceert. 170. F. 345. - Den Eerw. heere pater Gualterus Clericus, rector van tcollegie der societeyt Jesu, L. 80 tot subsidie van het maecken van den amphitheatre ende theatrum, tot de actie desselfs collegie. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1624.171. F. 299. - Huybrecht van den Eynde, beeltsnyder, L. 700 ter saecken van het maken ende snyden de figure Schaldus liggende buyten na de Schelde boven de nyeuwe poorte van Mayersgat, met noch modellen van leeuwen nae te maken, mitsgaders een Lieve Vrouwe beelt om te stellen ontrent de halle om tsavonts licht voor te stellen in den Winter, om te mogen sien by de ghene die tsavonts spade op de rentmeesterscamer besoigneren. 172. F. 301. - Adriaen Denbri, beeltsnyder, L. 30 ter saken dat hy heeft gemaect ende gesneden eenen houten arent die gestelt is in de Vierschaer. 173. F. 301. vo - Abraham van Diepenbeke, gelaesschilder, L. 184 ter saken van 4 gelasen by hem gemaect in de heeren camer in de vierschare, daer inne geschildert de stadtswapens. 174. F. 302. - Huybrecht van den Eynde, beelthouwer, L. 60 daer vore hy heeft aengenomen het maken ende stellen van de stellinge tot het stellen van de figure den Schaldis, met de dolphyns tegens de nyeu poorte aent Maeyersgat. 175. F. 378. - Meester Henricus Kilianus, L. 12 voor een vereeringe, dat hy heeft aen de heeren gedediceert ende gedistribueert eenige almanacken ende pronosticatien (requeste-apostille). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
176. F. 374. - Joncker Arnout van Rinckvelt, L. 50 tot assistentie van de oncosten by hem gedaen int doen snyden ende drucken de Caerte figuratif van de dry leden slants van Brabant (requeste-apostille). 177. F. 393. - Peeter van der Goes, L. 164.11 voor het behangen van 1097 ellen fyn tapisserye int huys van Ximenez in de Meire, gedurende den tyt dat den prince van Polen aldaer logeerde (Met omstandige rekeningen over de ontvangst van den prins van Polen). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1625.178. F. 328. - Christophorus Chamberlinus, L. 12 na luydt der requeste. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1626.179. F. 262. - Hans van Mildert, beeltsnyder, L. 1400 ter saken van twee groote leeuwen met de wapen van den coninck van Spaengien van steen by hem gemaeckt ende gestelt voor de nyeuwe poort die men nu noempt de Conincxpoorte. 180. F. 262. - David De Decker, grofschilder, L. 134.5 ter saken dat hy met synen compaignon geschildert heeft het groot voorwerck der beeltsnyderye, soo de leeuwen mette wapenen met de fruyterye rontsomme aen de poorte van Mayersgat nu de conincxpoorte, met de olie, saruys, lootwit ende andere materialen daertoe verbesicht. 181. F. 262 vo. - De selve, L. 79.9 ter saken dat hy met synen compaignon geschildert heeft het groot buytenwerck van den Schaldus met de dolphynen aen de poorte van Mayersgat. 182. F. 264. - Artus van Uden, schilder, L. 53 ter saken van het schilderen ende vercieren met gout twee beelden van O.L.V. voor de camer van de Lakenhalle ende de Weescamer. 183. F. 264. - Erasmus Quellien, beeltsnyder, L. 72 ter saken dat hy gemaect ende gelevert heeft tot behoeff der stadt, een beelt van O.L.V. ende tselve gestelt op de policiecamer. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1627.184. F. 337. - Den sone van doctor Lazarus Marcquis, medicus, L. 72 voor een silvere vergulde schale met stadtswapen daermede myne heeren hem hebben vereert ten regarde van den boeck van de peste aen de heeren gedediceert (acte coll). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
185. F. 337 vo. - Mathias Fourmenoir, L. 50 ter saken van sekere theses by hem aen dese stadt gedediceert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1628.186. F. 262 vo. - Abraham Grapheus, L. 800 ter saken van het vergulden, soo aen den gevel van het stadthuys, den haen ende appel op den toren van O.L.V. als anderssins. 187. F. 262. - Huybrecht van den Eynde, beeltsnyder, ter saken van gemaeckten wercke soe op O.L.V. toren aen den ghevel van het stadthuys, aen de Borsse ende achter Sint-Michiels. 188. F. 346. - De dekens van het ambacht van de Cuypers, L. 60 tot onderstant van het opmaecken van den opperghevel van haerlieder huysinge op de Groote Merct genaempt de Gulde Mouwe. 189. F. 350 vo. - Jwe Anna Carpentier alhier gecomen van Bruessel om de dochterkens te instrueren inde Franchoise tale, haer toegevuecht tot een vereeringe, L. 24. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1629.190. F. 321 vo. - Adriaen van der Borcht, L. 100 voor een silveren schale, daermede hy van der stadt wegen is vereert van dat hy in de rivier voor dese stadt doen stueren heeft syn schip van Sinte-Lucas vuyt Spaengien. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1630.191. F. 264 vo. - Matthieus Grossart, beeltsnyder, L. 78.18 ter saken van het repareren van het crucifix op de Faconspleyn, ende den Brabon op de Werfpoorte. 192. F. 357. - Franchois Snyers, schilder, L. 300 ter saken van een schilderye by hem gemaeckt ende aen dese stadt vercocht, staende op den stadthuyse in Champaignierscamere (acte coll.). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1631.193. F. 330. - Den heere pastoir van Sint-Joris (Willem Bolognino), L. 100 in recompense van seker boecxken aen dese stadt gedediceert geintituleert Claer wederlegh van den versierden ouderdom des Calvinisten geloove. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
194. F. 333. - Den professeur Tuldenus tot Loven, L. 100 daer mede deselve vereert is voor den boeck geintituleert De cognitione sui aen dese stadt gedediceert (Acte coll. 28 April 1631). 195. F. 333. - Monsieur de la Serre, gemaeckt hebbende sekeren boeck van de incompste van de coninginne, moeder van Vranckryck..., L. 100 daer mede hy van der stadt wegen is vereert ter saken vs. sonder dat nochtans van weghen dese stadt eenige boecken syn aenveerdt (Acte coll. 2 Jan. 1632). 196. F. 333 vo. - Balthasar Moretus, L. 285.6 daer oppe beloopen de boecken met de oncosten van packen ende vrachtloon tot Rouaen by don Francisco de Calataine, secretaris van syne Majt, van den vs. Moretus gecocht daermede van der stadt wegen den vs. secretaris is vereert (Acte coll. 29 April 1631). 197. F. 369. - Michiel Florentius van Langren, L. 50 voor de caerten van Brabant aen myne heeren gedistribueert (Acte coll. 23 Dec. 1630). 198. F. 374. - Lambrecht van der Heyden, stadtsbode, L. 32 die myne heeren hem hebben toegevuecht voor ende ter saken dat hy in den Somer ao 1630 hem heeft geemployeert drymael ter weken in het bestieren van de instrumenten ende gereetschappen tot assistentie van den advocaet Martens ten tyde als hy verscheyde leeringen heeft gegeven der mathematische conste tot dienst van myne heeren ende het gemeyn (Requeste-apostille). 199. F. 380. - De patres der societeyt Jesu alhier, L. 240 om daer mede te vervallen doncosten van het maken van het toneel daer op zy ter eeren van de moeder coninginne van Franckryk eene comedie hebben gespeelt (Acte coll. 29 Augusti 1631). 200. F. 378. - Thomas Maes, schilder tot Bruessel, L. 30 ter saken van twee conterfeytsels op doeck van den coninck ende coninginne van Spaengien van hem gecocht tot behoef deser stadt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1632.201. F. 265. - Peeter de Witte, L. 14 ter saken van het schilderen van eenen waterdoeck van Ons Heer int Hofken, voor den autaer in collegio, alsoo geaccordeert met pater Johannes Ascanius vrouwenbroeder. 202. F. 296 vo. - Hans van Mildert, L. 60 voor dat hy heeft gemaeckt de teeckeninge van den autaer in collegio den selven | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doen schilderen op syn steens ende vermaeckt de schouwe in de Staten camer. 209. F. 400. - Peeter Verbiest, L. 35.16 ter saken van eenighe lantcaerten daermede van der stadtswegen is vereert den Eerw. heere Aertsbisschop van Mechelen enden den heere prelaet van Perck. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1633.204. F. 272 vo. - Cornelis van Arenborch, L. 15 van het schoonmaken ende repareren van de gouden leyren in de audientiecamer neffens tcollegie. 205. F. 322 vo. - Abraham Lissau, zilversmit, L. 172 ter saken van een silvere vergulde schale daer mede van der stadtswegen is vereert den heere Oudtschepene Mr Jan Brandt, voor dat hy aen de stadt heeft gedediceert sekeren boeck geintituleert Senator, by hem gemaeckt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1634.206. F. 272 vo. - Jan van Mildert, beltsnyder, L. 247 ter saken van het maecken van eenen sinte Norbertus in de abdye van sinte Michiels ende een engelsche tronie als anderssins (Acte coll.). 207. F. 277. - Hans Floris, L. 100 soo vele hem is aenbesteedt het repareren van den walvisch ende den hoet van den reuse. 208. F. 277 vo. - Adriaen Flerewyns, gelaesmaker, L. 182.7 voor 121 voet nieuw glas voor maken van het glas in den ghevel van de predickheeren kercke... 209. F. 335. - Heer Peeter Stockmans, doctor in de rechten, sconinx professeur der selve rechten ende van de griecxsche tale geweest, rector magnificus der Universiteyt van Loven, om daer mede te becostigen een silvere vergulde schale daermede hy van deser stadtswegen is vereert. 210. F. 370 vo. - Jan Clové sangher, L. 12 voor eene recreatie oft courtoisie voor hem ende dandere musiciens die op den dagh van de vieringe hebben de hoochmisse ende in de processie gesonghen (requeste-apostille). (Vieringe van de victorie van Duytslant). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
211. F. 373. - Christoffel van Paeffenrode, L. 59.7 ter saken van laken voor de twee oude lieden die in den ommeganck tusschen den reusens beenen saten ende witten bay, midtsgaders voor het behangen van de brugge met root laken wanneer den principe Thomas binnen dese stadt is gecomen. 212. F. 373. - Servaes Winnen, deken van de passementiers, L. 12 voor twee geschilderde glasen van syne Mjt ende de wapen deser stadt gestelt op de camer van den vs ambachte int huys genaempt de Swaen achter het stadthuys (Requeste-apostille 5 Jan. 1634). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1635.129. F. 264. - Abraham van Diepenbeeck, L. 300 ter saken van het glas dat hy heeft gemaeckt ende geschildert met de stadtswapen ende gestelt is in de predickheeren kercke met den patroon daer aff gelevert, soo men van stadtswegen met hem is geaccordeert. 214. F. 267 vo. - Andries van Eertvlt, L. 300 voor het schilderen van het cleedt rontsom den walvisch, ende den zegewaghen by hem daervore aengenomen. 215. F. 268. - Abraham van Diepenbeke, gelaesscryver, L. 72 ter saken van twee nyeuwe gelasen by hem gemaeckt in de camer van de Vierschare ende de andere gerepareert al in den jare 1634. 216. F. 269 vo. - Huybrecht van den Eynde, beltsneyder, L. 720 daer op syn gemodereert de wercken by hem ende syn knechts gemaect soo aen sint Joris poorte aen de Borsse, ende aen de poorte van Mayersgat, den Schaldus ende de dolphyns. 217. F. 270 vo. - Jan Veldeman, L. 18 ter saken van het maken van eenen nyeuwen term aen den bornput in den Dryhoeck, ende het maken van de dry enghels ende wapens ende de Marienbeelden van plaester soo hem tselve alles is aenbesteedt. 218. F. 331. - Jan Anthonio Vincart, L. 12 in recompense dat hy aen de heeren heeft gepresenteert seker boeck van tsucces van de wapenen van den Coninck tsedert de compste van den prince cardinael in dese landen die aen hem weder is gerestitueertGa naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
219. F. 366. - Jan Wildens, L. 600 voor twee groote doecken schilderye wesende beyde de water- ende de lantsyde deser stadt, by hem deser stadt vercocht (Acte coll. 23 May 1635). 220. F. 370. - Jan Wildens, L. 40 voor een schilderye by hem gemaect (Acte coll.). 221. F. 375 vo. - Dierick Verbruggen, borduerwercker, L. 120 ter saken van het borduren van sesse wapens daer inne gerekent het gout, silver laken, zyde ende lynwaet midtsgaders arbeytsloon. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1636.222 F. 263. - Franchois Matthyssen, keteler, L. 30 voor het maken van den titel aent cruys op de Merebrugge. 223. F. 354 vo. - Joan Carlo Smissaert, L. 112.2 voor twee caertboecken by de stadt van hem gecocht met tbinden ende andere oncosten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1637.224. F. 186 vo en volgende: gagien der stadtsmedecynen: Lazarus Marcquis, Emmanuel Gomez, Diego de Villegas, Guilielmus Marcquis, Anthonio Spinossa ende Joannes Andriessens. Chirurgyns, Henrick Freris ende Jan de Raedt. 225. F. 280. - Sebastiaen Neeff, beltsnyder, L. 50 ter saken van het maken van een Lieve Vrouwen beelt, gestelt boven de poort van het godshuys van de capelle van gratie. 226. F. 283. - Erasmus Quellien, L. 96 voor dat hy tot behoef deser stadt heeft getekent eene teeckeninge van den voet van het cruys op de Facons pleyn ende oock het cruys ende eenen Christus met noch verscheyde teeckeningen van waghens tot den ommeganck die van oudtheyt seer vervallen ende vergaen waren. 227. F. 364 vo. - Peeter Verbiest, L. 18 te weten 15 gdn. voor tmaken van een teekeninge op parquement van tquartier van Antwerpen ende de 3 gdn. voor een stuck van een teeckeninge om boven op dander te placken. 228. F. 365 vo. - Peeter Verbiest, L. 24 ter saken van twee caerten van het verdroncken lant by hem aen de stadt vercocht. 229. F. 367. - Jean de Labaer, L. 180 voor dry geschilderde gelasen voor de colveniers gulden hoff by hem gemaect ende by de stadt hun gegeven (Requeste-apostille 18 Juni 1636). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1638.230. F. 275 vo. - Guilliame Wortelmans, L. 114 over tschilderen van de bollen ende tvergulden van de copere vlammen op sint Laureys fort ende bronseren van tcruys op de Faconspleyn met het schilderen van de engelshooffden aldaer ende anderssins. 231. F. 276. - Andries van Mal, geelgieter, L. 60 voor tmaken van de model soo van tcruys op de Meire, als de leeuwen beneden tstadthuys voor de pilaeren ende andere diensten. 232 F. 276 vo. - Gerardt van Opstal, L. 320 voor tmaecken van den Christus ende ander werck aen tcruys op de Faconspleyn, volghende den accoorde met hem gemaekt op de tresorierscamer 20 December 1638. 233. F. 309. - Hans Floris, L. 450.6 voor tmaken van 8 reuzen hooffden tot den ommeganck van onser lieven vrouwen halfoogst, ao 1638, mitsgaders het peerdt tot den parnassusberg met de twee famen daer oppe... 234. F. 309. - Derfgenamen van wylen Hans van Mildert, L. 523.16 ter saken van verscheyde wercken by den vs. Hans van Mildert als beltsnyder voor dese stadt gemaeckt soo tot onser lieven vrouwen ommeganck ao 1638 als tot den Christus op de Faconspleyn. 235. F. 348. - Peeter Verbiest, L. 78 ter saeken van eene groote caerte van der Schelde by hem gemaect ende by de heeren tresoriers alsoo geaccordeert. 236. F. 348 vo. - Jean de Labaer, gelaesschilder, L. 180 dat beloopen dry gelaesen by dese stadt aen de gulde van de schermers vereert ende gestelt op henne caemer in de huysinge nu onlancxs by hun gecocht op de Groote Merct behelsende de wapene van syne Con Majt den prince Cardinael, ende deser stadt, elck glas alsoo geschildert ende gelevert tot 60 gdn. gelyck gecost hebben die van de Colveniers (Requeste-apostille 18 Juni 1636). 237. F. 351. - Jacob Lorenzo van Langren, L. 12 voor een caerte van de belegeringe van sint Omer aen de stadt gegeven. 238. F. 352. - Guilliame Verdussen, L. 9.12 voor het overbrengen van de wekelycke nyeuwe tydingen op de tresorierscamer. 239. F. 353. - Bonaventura Petri (Peeters), L. 13.4 ter | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
saken van 22 caerten van de afteeckeninge van Calloo by hem deur ordre deser stadt op den 16 July ende naervolghende daghen ao 1638 gelevert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1639.240. F. 278 vo. - Servatius Cardon, L. 80 voor het maken van een Mariebeelt van steen, gestelt by de Vischmerct voor de Palinckbrugge. 241. F. 278. - Gillis ende Bonaventura Peeters, L. 480 voor een stuck schilderye ende teeckeninge van de belegeringhe van Calloo by hen gemaeckt. 242. F. 278 vo. - Abraham de Coster, L. 72 ter saken van het maken van de coorden ende quispels tot de vs schilderye van Calloo, hangende in de Statencamer opt stadthuys. 243 F.. 278 vo. - Nicolaus Vrindt, L. 26 dat beloopt een lyst tot de belegeringe van Calloo. 244. F. 279 vo. - Erasmus Quellien, beltsnyder, L. 162 ter saken van het werck by hem gemaeckt soo aen het nyeuwe contrepoix van de roode poorte, als aen het recht staen van sint Joris poorte ende boven den kelder van tstadthuys. 245. F. 337 vo. - Joachim Trognesius, L. 150 voor een silvere vergulde schale daer mede hy van stadstswegen vereert is, voor de dedicatie van den Dictionarium van Spaensch, Frans ende Duyts, aen dese stadt gedediceert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1640.246. F. 272. - Huybrecht van den Eynden, beldtsnyder, L. 271 ter saken van wercken by hem voor dese stadt gemaect. 247. F. 304. - Heer Georgio Mendes d'Aldrada, auditeur van den casteele... soo vele hunlieden is verdient int houden ende voorderen van de acten van recht van wegen der stadt tegens Pieter de Schut aengenomen hebbende het verlichten van de gedruckte figuren in den boeck van syne Hoocheyts blyde incompste. 248. F. 318 vo Meester Jacob Edelheer, raedt pensionaris deser stadt, oft wel aen Franchois Vivien, L.L. 100 voor de boecken Concilia generalia daer mede is vereert den raedtsheer Laurin. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
249. F. 353. - Henrick Goesseels, L. 9.15 voor een coffer daer inne den boeck is gedaen van de Incompste van syne Hoocheyt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1641.250. F. 324 vo. - Heer Francisco Donghens, doctoir in beyde rechten, protonotaris apostolicq, choordeken der cathedrale kercke van onser Vrouwen, alhier, heer van Westdorp, enz., L. 300 voor een vergulde schale daer mede deselve heer van deser stadt wegen is vereert. 251. F. 324 vo. - Abraham Lissau, L. 325.18 voor twee vergulde schalen, geschoncken aen den heere archidiaken Franciscus van den Zype. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1643.252. F. 361. - Abraham Lissau, silversmit, L. 265.11 dat beloopt een silvere ende vergulde schale van wegen deser stadt vereert aen den afgaenden bouwmestre Michiel Hugens. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1644.253. F. 383 vo. - Abraham Lissau, L. 156.16 dat beloopt een silvere vergulde schale, daer mede joffr. Anna de Roomer Visschers is vereert van stadtswegen (Acte coll. 14 Nov. 1643). 254. F. 384. Nicolaes Somers, silversmit, L. 257.6. ter saecken van twee vergulde schalen by hem gemaect met stadts wapen daermede zyn vereert jouffr. Roomers ende doctor Vendelinus van stadts wegen (Acte coll. 8 Aug. 1644). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1645.255. F. 332 vo. - Heer Godefridus Wendelinus, doctor in beyde de rechten, L. 89.13.6 reste van 200 L. daer mede hy is vereert van wegen deser stadt met een vergulde schale ende dat midts sekeren boeck die hy heeft gedediceert aen de heeren vant collegie (Acte coll. 11 Jan. 1644). 256. F. 359 vo. - Den eerw. pater Andreas de Boy, priester jubilaris der societeyt Jesu, L. 100 voor de dedicatie van sekeren boeck aen de heeren van het magistraet (Acte coll. 24 Mei 1645). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
257. F. 361. - Jean de la Barre, L. 60 voor dat hy de heeren van het magistraet heeft gedistribueert diversche exemplare van de frontespice van de Jesuiten kercke (Requeste-apost. 12 Mei 1645). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1646.258. F. 351 vo. - Abraham Lesauw, silversmit, L. 265.8 soo vele beloopt eene vergulde schale met de wapen van deser stadt daermede vereert is Pedro Janssen de Bisthoven, voor den dryjaerigen dienst by denselven gedaen als bouwmeester... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1647.259. F. 390 vo. - Abraham Lissau, silversmit, L. 162.15 ter saecken van een silvere schale daermede van stadtswegen is vereert joncker Philips Schoyte, schepene, voor syn sone voor de dedicatie van syne theses aen de heeren van de magistraat gedediceert (Acte coll. 5 Mei 1646). 260. F. 442 vo. - Aen Wenceslaus Hollaert, plaetsnyder, L. 60 op rekeninge van L. 150 daervoor den selven is geaccordeert voort etsen van de tombe oft chapelle ardente van syne Co Majt den overleden prince van Spaengien. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1648.261. F. 472 vo. - Aen Jan Lescornet, silversmit, L. 267.15 soo vele beloopt een silvere vergulde schale, daermede van stadtswegen is vereert den eerw. heere Gregorio Maximiliano Happart, van het oratoire van syne Hoocheyt ende canoninck der cathedrale kercke, ter oirsaecken van twee oratien by hem gedaen op de solemnele vuytvaert van syne hoocheyt den prince cardinael ende den prince van Spaengien waervan de leste aen myne heeren vs. is gedediceert (Acte coll. 30 Sept. 1647). 262. F. 555. - Aen ErasmusQuellinus, L. 600 voor het schilderen van den theatrum, gedient hebbende totte publicatie van den vrede mette oncosten van dien by hem daertoe gedaen (Acte coll. 3 Juli 1648). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1649.263. F. 443 vo. - Aen Peeter Verbiest, L. 18 voor de teekeninge by hem gemaect van de veranderinge van de stadserven in de Nieuwstadt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
264. F. 446. - Aen Gerardo Zegers, constschilder, L. 500 daerop men metten selven van stadtswegen overcomen ende veraccordeert is, voort maecken ende schilderen vant Marienbelt metten crans van blommen hangende in de staeten camer. 265. F. 449. - Aen meester Gaspar Gevaerts, greffier deser stadt, L. 24.15 soo vele dat beloepen de Goltii Caesares by hem tot Brussel in folio gebonden in root fluweel gepresenteert aen den eertshertoge Leopoldus (28 April 1647). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rekening 1650.266. F. 629. - Aen den eerw. pater Franciscus de Smit, priester der societeyt Jesu int professiehuys deser stadt, L. 240 over soovele dat beloopt 100 pattacons daermede den selven van der stadt wegen is vereert, ter oorsaecken van sekeren boeck by den selven pater aen de heeren van het magistraet gedediceert (Acte coll. 3 Jan. 1650). 267. F. 737. - Aen Erasmus Quellinus, L. 1500 daerop men metten selven geaccordeert is voort teeckenen, schilderen ende doen van eenige oncosten van de inscriptien gemaect op de blyde incomste van syne doorluchtige hoocheyt, den eertshertoghe Leopoldus (Acte coll. 2 Mei 1648). 268. F. 737 vo. - Aen meester Gaspar Gevaerts, greffier deser stadt, L. 400 over soo vele hem van stadtswegen is vereert soo voort stellen van de inscriptien op de tombe gemaeckt ter eeren van syne hoocheyt den prince van Spaignien saligher memorie, als voort stellen van de inscriptien bij hem gemaect ter eeren van syne hoocheyt, den eertshertoge Leopoldus. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Register op de PersoonsnamenGa naar voetnoot(1).
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|