Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1929
(1929)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 857]
| ||||||||||||||||||
Helmontiana III
| ||||||||||||||||||
[pagina 858]
| ||||||||||||||||||
Wij zouden ook geld moeten hebben; er is geld, maar om het werk van een grooten Belg van de vernieling te redden, om den Dageraad, het meesterstuk waarvan ik tot nu toe slechts vier exemplaren heb kunnen ontdekken, opnieuw in het licht te brengen, kunnen van officiëele zijde geen hulpmiddelen ter beschikking gesteld worden. Uit het werk van Joan Baptista van Helmont kunnen wij daarvoor eene uitlegging afleiden; in zijn Dageraad lezen wij onder meer: ‘Indien ick bewijse d'onwetentheydt, de duysterheydt, d'onachtsaemheydt, ende onbermhertigheydt des werelts, in de dingen die het hooghste staen te achten, en daer 't verlies het schadelijckste is, en der ziele het aldergevaerlijckste, en soo verre mij 't selve met spot en ondanck betaelt worde, van nu af verblijde ick my met de hope van sulcken loon, en segge met David, die goet met quaet vergelden, hebben my gelastert.’Ga naar voetnoot(1) En verder:Ga naar voetnoot(2) ‘Het voornemen der Scholen is dat Godt den mensche geenen kostelijckeren schat en heeft gegeven dan de reden. Ick geloofden 't oock van joncks af; maer soo korts in mijnen wasdom de reden verkreegh haer leven, soo vertoonde sy haer aen mijne ziele en hielt voor dat sy 't roer van den loop des levens was, haere voedster, leydster, en van Godt haer toegeschickt om alle goet te krygen. Mijne ziele sagt haer met een welbehagen aen, doch niet willende lichtveerdigh gelooven,verweerde haer met der redenen eygen rustinge, en wapentuygh, haer seggende: soo zijt ghy dan ghy redene tot mijnen dienste. Dus en moet ick niet u, maer ghy my volgen. Ghy en bewyst noch en beregelt my niet, ten zy dat ick u 't selve eerst hebbe ingeboren, en by my soo maecke ick u selve: hoe! sal nu een kint wesen boven sijnen vader? eenen leerjongen boven sijnen meester? Daer op de reden betoonde, dat sonder haer bewys geene saligheyt gewracht en worde: mijne ziele seyde haer; deser dingen kennis hebbe ick by genaede boven natuere, door den geloove, en geensins door u. Hondert verscheyden scheuren, spleten, en klievingen zijnder in den geloove door u bedrogh opgeresen: elck een heeft sijne waenrede, en volgers. Vernufte, redenrijcke mannen verleydt ghy, die op u steunen. Eyndelijck, dewijl de waerheyt maer een enckele gedaente en kan wesen, soo begreep mijn ziel | ||||||||||||||||||
[pagina 859]
| ||||||||||||||||||
dat de reden een schalcke verleydster en een vleyster moeste wesen, die soo veel verscheyde gelooven baerde, en soo menigh man dwalende onderhieldt: elck een door reden wanende dat sijn geloof goet en oprecht was’ Ik was bijna bereid een bezoek aan het standbeeld van van Helmont te brengen, (beter natuurlijk nog aan zijn graf, maar zijne rustplaats is niet gekend), om den grooten man een officieële verontschuldiging voor zooveel onverschilligheid aan te bieden, toen ik aan bovenstaande woorden van hem dacht. En ik ben te huis gebleven, omdat ik had begrepen dat hij toch zoo goed den menschengeest aan waarde had kunnen schatten. Ik heb de overtuiging dat er nooit hulpmiddelen zullen te vinden zijn om den Dageraad te herdrukken; ik heb echter de gewoonte niet los te laten, als ik eens besloten heb iets uit te voeren; daarom zal ik, met geduld, alles inspannen om het werk van den grooten Belg op de verdiende plaats in zijn eigen land te stellen. ***
Hier volgt de aanduiding der werken der beiden van Helmont die in mijne twee eerste bijdragen niet werden opgegeven. Met deze werken staan eenige verhandelingen van andere schrijvers in nauwe betrekking, en ik meende dat het noodig was deze ook op te nemen. [1650] J.B. van Helmont. A ternary of paradoxes. The magnetick cure of wounds. The nativity of tartar in wine. The image of God in Man. Translated and ampliated by Walter Charleton. 2-nd impression, enlarged with additions. London 1650, with engr. titre-vellum, in-4o. (Brit. Mus.) | ||||||||||||||||||
[pagina 860]
| ||||||||||||||||||
intelligant, sed et ipsi ad sermonis usum perveniant. Sulzbaci 1667, 24o, 36 platen, front. ‘Curieux et rare’ volgens Brunet. ‘One of the earliest treatiser on the physiology of phonetics, and on lip-language’, zegt Bibliotheca chemico-mathematica van Sotheran, 1921, blz. 93. Vander Aa (VIII, blz. 497) zegt daarover: ‘Met 36 platen, dont les 33 premières représentant les mouvements de la langue dans la bouche, pour l'articulation de chaque consonne. C'est dans ce livre dont il existe des traductions en Allemand et en Hollandais, qu'il cherche à prouver que l'Hebreu est une langue si naturelle aux hommes, que les caractères en sont comme nés avec eux, puisque la forme de chaque lettre, dans l'alphabet Hébreu, n'est selon lui, que la représentation de la position des organes vocaux nécessaires pour la prononcer. On a reproduit de nos jours (1816) l'idée bizarre de chercher dans la langue hebraïque et dans la Genèse l'art de faire parler les sourds muets.’
Abusief door Haller in zijne Bibliotheca medicinae III p. 58, met jaartal 1657 aangegeven (volgens Broeckx). Nederlandsche uitgave in 1697 door Amman. De Catalogus van het Britisch museum vermeldt 1657. [1697] F.M. van Helmont. Een zeer korte afbeelding van het ware natuerlyke Hebreeuwse A.B.C., welcke tegelyck de wyze vertoont volgens de welcke die doof geboren syn, soodanig konnen onderwesen werden dat sy niet alleenig andere, die spreken konnen, verstaan, maer selfs tot het gebruik van spreken komen. Als mede eene verhandeling om de doof geboorene te leren spreken. Door J.C. Amman. Amsterdam 1697 in 8. (volgens Broeckx 1838). Zeldzaam. Vertaling uit het Latijnsch 1667. Over dat werk zegt Groshans in zijne Historische aanteekeningen (1869, blz. 29): ‘Dat de uvula (=de keellel) werkelijk bij de spraak dient, vooral bij de eigenaardige keelletters der semitische talen, is tegenwoordig, ook door laryngoscopisch onderzoek algemeen bekend. Het was dus wel een bewijs van groote scherpzinnigheid bij M. van Helmont, dat hij de medewerking der uvula bij het uitspreken van sommige letters reeds ingezien had.’ [1679 Massard] Panacee ou discours sur les effets singuliers d'un remede experimenté, & commode pour la guerison de la plupart des longues | ||||||||||||||||||
[pagina 861]
| ||||||||||||||||||
maladies; même de celles qui semblent incurables. Par Jaques Massard, Docteur en Medicine, aggregé au College des Medecins de Grenoble. Avec un Traité d'Hypocrate de la cause des maladies, & de l'ancienne Medecine, traduit en François par l'Auteur. A Grenoble, chez l'Auteur, rue Brocherie, 1679. Avec permission. (Bibl. Kon. Brussel III 17542, 22 lim + 202 blzz., 14.5 × 8 cm.) Het boek, opgedragen aan La Conseillere de la Martelerie, dame de Laval, bevat een brief van den heelkundige De Blegny, gedagteekend Parijs 3 Augustus 1681 (!) en een uittreksel van de Journal de Medecine van Augustus 1681 (!) Op talrijke plaatsen wordt van Helmont genoemd: blz. 22, bepaling van de ziekte; blz. 39, de rol der fermenten in het leven en de dood; blz. 44, de oorspronkelijke fermenten; blz. 65, overeenkomst in de gedachten van Hippocraten en van Helmont; blz. 68, het stremmen door eene gisting; blz. 79, beter dan Aristoteles legt van Helmont de bedervingen uit; blz. 84, onderscheid tusschen een ferment en een zaad; blz. 87, oorsprong der fermenten; blz. 89, het koud maanlicht; blz. 97-98, warm en koud; blz. 117-119, de giststoffen in de maag; blz. 123, de koude; blz. 140, weinig giststof kan reeds zeer werkzaam zijn; blz. 143, de minerale geneesmiddelen; blz. 148, de genezing door het regelen der gistingen. Als 2e deel van het werk en mede gebonden: [1680 Massard] Seconde partie du traité des panacées ou des remèdes universels. Avec un traité des abus de la medecine ordinaire. Par Jaques Massard, Docteur en Medecine, aggregé au College des medecins de Grenoble. Et les avis de Vanhelmont sur la composition des remedes, traduits en François par l'Auteur. A Grenoble, chez P. Fremon, Imprimeur du Roy; Pour Monseigneur le Duc, & Et se vendent chez Louis Nicolas, Marchand Libraire, rue du Palais. MDCLXXX. Avec permission. (Kon. Bibl. Brussel III 17542, 18 lim. + 115 blzz., 14.5 × 8 cm.). Dit gedeelte wordt opgedragen aan Messeigneurs du Parlement de Dauphiné, en in de voorrede spreekt zich de schrijver op hevige wijze tegen de slechte geneesheeren uit: ‘qui sont assez ignorâs et malheureux pour faire mourir leur malade dans l'effet d'un Purgatif, de l'Emetique, d'une Saignée, ou d'un Somnifère.’ Van Helmont wordt op de volgende plaatsen genoemd: blz. 7, gevaar van koude of van warmte; blz. 24, van Helmont spreekt zich onduidelijk uit over de venerische ziekten; blz. 30, gebruik van staal; blz. 65, draagt een titel: ‘Avis de van Helmont sur la composition des remëdes’. Het werkje over de | ||||||||||||||||||
[pagina 862]
| ||||||||||||||||||
samenstelling der geneesmiddelen bedraagt de blzz. 71 tot 115.
De Catalogus van het Britisch Museum vermeldt de uitgave van 1679, en noemt nog van Massard: Divers traitez sur les panacées 1686. [1685] F.M. van Helmont. Paradoxal discourses, concerning the macrocosm and microcosm, or the Greater and Lesser World, and their Union, set down in writing by J.B. and now published. 1685 in 8. (Brit. Mus.). Genoemd door Haller in Bibl. med. III blz. 58, door Biographie nationale VIII, 1884, door Lowndes, Bibliographic Manual of english literature, London 1839. Broeckx (1870) zegt dat het boek waarschijnlijk de vertaling is van een Latijnsche uitgave; hij noemt ook een Duitsche uitgave te Hamburg 1691 in 8, en een Nederlandsche uitgave in 1693. Deze Nederlandsche uitgave van 1693 wordt ook door Vander Aa aangegeven. Van dat boek zegt de Bibliotheca chemico-mathematica van Sotheran, 1921, II, blz. 459, het volgende: ‘The author believes that gold is made out of red and white arsenic, and after being killed by the arsenic, is made alive again to bring forth other creatures, as vegetables and animals, from whence we may conclude that gold is not onely in the earth for to be digged thence, and made into coin and plate. There is an appendix on the education of children.’ [1693 Helmont] Francisci Mercurii van Helmonts Paradoxale discoursen ofte ongemeene meeningen van de groote en kleyne wereld, En desselfs Vereeniging in alle Natuurlijke en Boven natuurlijke Saken, en Speciaal van de Wederkeering der menschelijke zielen. Uit het Engels vertaald door C.K. t' Amsterdam, By Hendrik Janssen, 1693. (10 lim.+ 201 + 80 blzz., 15.7 × 9.5 cm., Bibl. Univ. Gent Acc 6961). Na een voorrede waarin de schrijver vertelt dat hij zijne gedachten over de natuur heeft neergeschreven, als gevolg van een verzoek van een Deenschen edelman die hem in Engeland kwam bezoeken, komt het volgend verzenstuk: Een philosophis Gesang van Adam Boreel
't Welk hy voor desen den Autheur gegeven heeft.
I Trekt myn geest; ô, treft myn sinnen,
Hemels licht! Straalt sterk van binnen,
Schiet de pijlen dyner min,
Diep in 't hert, ô, neemt het in.
| ||||||||||||||||||
[pagina 863]
| ||||||||||||||||||
II Laat dyn soetheit der soetheden,
Dalen tot mijn siel beneden;
Soo sal al het soet vergaan.
Dat niet onder dy wil staan.
III Neemt gevangen al mijn trachten,
Stiert mijn poogen, mijn naar trachten,
Laat mijn vryheit sijn dyn slaaf:
Dit 's eerst vryheit, 't is dyn gaaf.
IV Ghy syt 't aldersoetste leven,
Daar dyn schepselen in leven;
Gy sijt 't eenig recht vermaak:
Sonder dy! al sonder smaak.
V O, ghy oorspronk aller deugden;
O, Springader warer vreugden;
O, ghy Alvernoegend goed;
Vult mijn herte, mijn gemoed.
VI Dat ik net een willig scheiden
Van 't geen niet is een van beiden,
Blijv' in dyn verborgen aart
Innerlijk met dy gepaart.
VII Laat dan, bidd' ik, al mijn wesen
Met dyn soon vervullet wesen;
Dyn verborgen aard verbreid,
Glans van dyne heerlijheid.
VIII Soo sal ik door dyn inwerken
Sonder middel, sonder perken,
Syn een voorwerp heel bequaam..
Tot grootmaking van dyn naam.
IX Soo sal 't niet mijn maar mijns Heere
Werking wesen, in 't toekeeren
Tot het gene scheplik is,
Met een toekeer sonder mis.
X Soo sal ik met al dyn kind'ren
Sonder dyn werk te verhind'ren,
Een fijn, en volmaakt tot een;
In dy, in dyn' soon' met een.
| ||||||||||||||||||
[pagina 864]
| ||||||||||||||||||
XI Tot dat eindelijk, met het scheiden
Van de ikheyds, tweeheids, beiden;
Zy, het een-Al, al-en-een;
't rechte ik; een, al; alleen.
XII Hier is ruste, hier is vrede,
Hier is vreugde, liefde mede;
Hier heeft plaats gelatenheidt,
Rechte wijsheit, recht bescheidt.
XIII Hier kan geest, siel, lichaam, ruste
In den oorspronk warer lusten;
Daar de volheit, daar het fris,
Van 't sien-en-'t onsienlik, is
XIV Komt dan wilt nu hier toetreden;
Laat 't vergankelik heel beneden;
Vliegt na 't een en al het goed,
Met hert, geest; met al 't gemoed.
XV En met een, tot een sult wesen;
Daar nooit tweeheit is gerezen;
Daar d'een-Alheyts over vloed
Eewig dy vernoegt, dy voed
XVI Laat, ô, mensch, dy overreden
Wykt van 't quaad lieft goede seden
Kiest dan 't best; terwijl gy zyt;
Laat u raden; 't is hoog tyd.
Het werk wordt als volgt verdeeld: Eerste deel: van de groote wereld: Van de Hemelen, van de Hemelsche Lichten, van de Lucht, van het Water en Welsand, fonteinen, beeken, rivieren, stroomen, meiren en zeen, Van de steenen, aarde, mineralen, metalen en sout. Tweede deel: van den Oorsprong en het wesen van den mensch en van sijne vereeniging met de groote werelt; van de geestelijke en lichamelijke ontfankenis en Geboorte des Mensche. Het werk dat een aantal wetenschappelijke onderwerpen aanraakt, vooral natuur- en scheikundig, heeft vooral een godsdienstige strekking, zooals de gewoonte van den tijd. Het vervolg der gedachten rakende de wederkeering der | ||||||||||||||||||
[pagina 865]
| ||||||||||||||||||
Menschen Ziele, uit het Engels overgezet door C.K.. bedraagt 80 blzz. en is eene bespreking over het Heilig-Schrift. [1688]. J.B. van Helmont. Praecipiolum, of het immaturum minerale electrum. Uitgegeven door J. Vande Velde, Amsterdam 1688 onder den titel: Eenige philosophisch en medicinaale Tractaatjes (Bibl. Univ. Leiden). In zijne aanmerkingen over den mens, 1692 of 1694, zegt in de voorrede F.M. van Helmont over zijn boek van 1690: ‘In verscheidene plaatsen van dit boexken zult gy aangetogen sien myne Gedachten over de natuurkunde, in den jare 1690 in 't licht gekomen zijnde: maar dien aangaande hebbe ik iets te seggen, namentlijk, dat het selve boek sodanig is geschreven dat het dienstiger is voor eenen die myne gronden en stellingen de philosophie reets verstaat, als dat ymand daarvan onkundig zynde, deselve daaruit soude kunnen leeren, also ik daarna bevonden heb, vele zaken daar in begrepen met hare bewysredenen sodanig niet syn betoogt, als het hadde kunnen geschieden, behalven mede dat verscheide dingen niet wel uitgedrukt en ook eenige daarin overgeslagen zyn.’ Daaruit meent Broeckx (1870) te mogen besluiten dat er nog andere uitgaven bestaan. [1690] Opuscula philosophica quibus continentur principia philosophiae antiquissimae et recentissimae, item philosophiae vulgaris refutatae; quibus subjecta sunt CC problemata de resolutione animarum humanarum. Amsterdam 1690, in 12. (Brit. Mus.). Het werk is naamloos, niet van F.M. van Helmont maar van een Engelschen geleerde: ‘De oorzake, waarom dat het eerste boek, rakende de twee honderd vragen der Heilige Schrift van de wederkeer der menschen zielen aan het licht is gekomen, en waarom ik myn naam daarin heb verzwegen, is deze omdat een eerwaardig persoon in Engelandt, naar dat de zelve my menigmaal verscheyde vrage had gedaan, aangaande den wederkeer der menschen zielen, zoo badt dezelve my, als zynde hoognoodig voor de menschen, dat ik, ten deele het zelvige zoude willen mondeling vertellen, aan een geleerd theologant die het zoude brengen in schrift, omdat die wist dat ik was ongewoon te schrijven; hetwelk ik dadelijk toestond, en als dezelve | ||||||||||||||||||
[pagina 866]
| ||||||||||||||||||
theologant quam te verstaan den waren grond der wederkeer der menschen ziel, zoo was hy verheugd met groote blydschap, omdat hy daar door uyt vele vorige zwarigheid was gered, en zoo ist gebeurd, dat hy in het Schryven daar by voegde verscheyde zyne meyningen, die hem doen invielen; zoodat men niet kan zeggen, dat hetzelve boek een manswerk is, hetwelk de oorzaak is, dat myn naam daar in verswegen is.’ Te lezen in Aanhang of mondeling gesprek raakende onder andere de wederkeering der menschen zielen, blz. 5 en 6. [1692 F.M. van Helmont.] Aanmerkingen van Franciscus Mercurius van Helmont, Over den Mens, en desselfs siektens; alles op gewisse en onfeilbare gronden, so van de natuerlijke reden als ervarentheid gevestigd. Het eerste deel. t' Amsterdam, by Pieter Rotterdam, Boekverkoper op de Vygendam, 1692. (12 lim. + 237 blzz. + Bladwyser, 13.7 × 6.8 cm., Bibl. Univ. Gent, Acc 6479). De voorrede waarin de Amsterdamsche geneeskundige Paulus Buchius wordt genoemd, kondigt een 2e deel aan, later te verschijnen, waarin zal gehandeld worden van de kracht, de eigenschappen en het gebruik der geneesmiddelen. De strekking van het werk is vooral geneeskunde; schrijver zoekt te bewijzen dat het leven de eenige oorzaak is van alle ziekten: ‘De siektens... ontstaan uit een ongeregelde manier van leven, 't zy dat men te veel eet, drinkt, etc, of wanneer men al te sterk op een saak denkt, of sig selfs, een vrees of inbeelding maakt...,’. Galenus, Hippocrates, de oude medici worden niet eens genoemd, hetgeen bewijst hoe het werk onder den invloed van Helmont vader staat. Abusief door Vander Aa 1694 gedagteekend. Dit werk dat met de medewerking van Buchius werd opgesteld kreeg een Latijnsche vertaling: [1692] Fr. M. ab Helmont, observationes circa hominem ejusque morbos per Paulum Buchium, e Belgico in lat. sermonem translatae per J.C. Amman, Amsterdam, J. Wolters, 1692, 2 vol. in 12. In zijn Catalogus van 1923 zegt Nourry-Paris van dat boek: ‘Petit volume rarissine, que ni Caillet, ni Guaita n'ont connu. | ||||||||||||||||||
[pagina 867]
| ||||||||||||||||||
Cet exemplaire porte sur le titre, d'une ecriture du temps: Rarissimus libellus, auctore Franc. Mercure de Helmont.’
Het British Museum bezit: [1694] Seder olam, or the order of ages translated by Clark. London 1694 in 8. (Brit. Mus.) Dat boek dat Keimmann in zijne Historia atheismi het gekste werk sedert de uitvinding der drukkunst noemt, moet volgens BroeckxGa naar voetnoot(1) (1870) van van Helmont niet zijn, omdat 1o het boek niet geteekend is, 2o omdat van Helmont in geen enkel zijner andere geschriften dit boek noemt, zooals hij de gewoonte heeft te doen, 3o omdat gedurende zijn leven hij het vaderschap van dit boek nooit heeft willen bekennen. In het Algemeen historisch woordenboek (V, blz. 350) zegt ook Luiscius: ‘Het boek Ceder olam heeft hij zich nooit aangematigd.’ [1694] Buchius. Het goddelyk weezen en deszelfs eygenschappen, philosophischer wyze gedemonstreerd uyt de Heylige Schriftuure en de oorspronkelyke natuure der zaaken. Naar de gronden van Franciscus Mercurius van Helmont, in het nederduitsch geschreven door Paulus Buchius, med. doctor, nu in den voorleden jare 1693, uit last van den voornoemden heere van Helmont in 't engels vertaalt, en met publyque authorisatie tot Londen uitgegeven. T'Amsterdam gedrukt voor den heere van Helmont en zyn te bekomen by Pieter Rotterdam 1694, in 12, 335 blzz. Overzicht der gedachten van F.M. van Helmont, samengebracht door den geneeskundige Paul Buchius. Engelsche uitgave London 1693. (Uit Broekcx 1870). [1694] F.M. van Helmont. Aanhang of mondeling gesprek van Franciscus Mercurius van Helmont raakende onder andere de wederkeeringe der menschen zielen. Alsook de uytvindinge der getaalen van een, twee, dry, en hoe de Dryeenheyt daar zekerlyk uyt te vinden is. Amsterdam, by Pieter Rotterdam, 1694 in 12, 60 blzz. Genoemd door Haller in Bibl. medic., door Broeckx (1870). | ||||||||||||||||||
[pagina 868]
| ||||||||||||||||||
[1697 F.M. van Helmont.] Quaedam praemeditatae & consideratae cogitationes super quatuor priora capita Libri primi Moysis, Genesis nominati. Prolatae a Fransisco Mercurio ab Helmont. Amstelodami. Prostant apud Henr. Wetstenium. clɔ lɔc xcvii. (8 lim. + 127 blzz., 15.7 × 9.5 cm., Bibl. Univ. Gent Acc 696; Brit. Mus.) Uitlegging van de vier hoofdstukken van den Genesis. Daarvan verscheen een Nederlandsche uitgave: [1698] Eenige voorbedagte en overwogene bedenkingen over de vier eerste kapittelen der eersten boeks Moyses, Genesis genaamt. Voortgebragt van Franciscus Mercurius van Helmont. Amsterdam, Pieter Rotterdam, 1698 in 12, 284 blzz. In den voorrede: ‘Want volgens het seggen des geleerden Hr. J.B. van Helmont, heeft Aristoteles maar alleen sijn eygen ondervindingen beschreven; daar integendeel Galenus, als om den Circul lopende, door het opvissen der redenen van anderen, waar van hy selfs geen kennisse, en veel minder ervarentheyd hadde, hier in mis gelopen heeft’. De oententien bevinden zich op blz. 92-128, en geven een algemeen gedacht van de theorieën van v.H.; op blz. 96 treft men deze regels die den wetenschappelijken geest van v.H. wel teruggeeft: ‘Het soude seer goed sijn, dat in plaats van Syllosgimii, de Rekenkonst, Mathematica, Scheepvaard, gewoontens der Volkeren, 't bewegen der Rivieren, Planten, 't gebruyk der Instrumenten, desselfs begin, voortgang, en werkinge, de beginselen der Zaden, Fermentatien, en Tincturen daar uyt voortkomende, en derselver veranderingen geleerd wierden.’ Van dit werk zou een 2e druk in 1707 verschenen zijn: [1707] Vande Velde J. Quisque sibi medicus, zynde eene beschrijving van verscheyde huis medicynen. Neffens tententien van J.B. van Helmont, 2e druk, Amsterdam 1707, klein in 8. *** | ||||||||||||||||||
[pagina 869]
| ||||||||||||||||||
Dr. C. Broeckx, aan wien wij een zeer verdienstelijke reeks studieën over van Helmont verschuldigd zijn, heeft eenige onuitgegeven stukken van den geleerde chemicus-geneeskundige laten verschijnen. Ik kan namelijk de 5 volgende noemen die als posthume werken moeten beschouwd worden. [1849 Helmont.] Commentaire de J.B. van Helmont, seigneur de Merode, Royenborch, Oirschot, Pellines, etc, sur le premier livre du regime d'Hippocrate: πεϱι Διαιτης, publié par C. Broeckx, Membre titulaire de l' Académie royale de Medecine de Belgique. Anvers, Imprimerie de J.E. Buschman, Marché-aux-boeufs, 1849. (Extrait des Ann. de la Soc. de medec. d'Anvers, 38 blzz., Bibl. A.J.J.V., Bibl. Univ. Gent A 10400, Kon. Bibl. Brussel II 30590 no 5). Het handschrift in het Latijnsch geschreven, onder den titel In primum de dieta divi Hippocratis, wellicht door Helmont met den Griekschen tekst geschreven, werd door De Ram, archivaris van den aartsbisdom Mechelen, gered. Toen J.B. van Helmont in 1634 gevangen werd, werd dat handschrift in beslag genomen en noch aan den schrijver, noch aan diens zoon terug gegeven. Het stuk, gansch door de hand van J.B. van Helmont, bedraagt 10 1/2 bladen in folio, en laat, volgens Broeckx, op menige plaatsen ten opzichte van duidelijkheid en nauwkeurigheid te wenschen. In het werk wordt een algemeen overzicht gegeven van de oorspronkelijke samenstelling der levende wezens, over ouderdom en geslacht, over de gezondheid van het lichaam en van den geest. De lichamen hebben allen als oorsprong eene verbinding tusschen het water en het vuur: niets wordt geboren; evenmin sterft niets; voor alles is er een bestendige verwisseling. [1851 Helmont.] Commentaire de J.B. van Helmont, seigneur de Merode, Royenborch, Oirschot, Pellines, etc, sur un livre d'Hippocrate, intitulé πεϱι γϱοϕης, publié pour la première fois par le docteur C. Broeckx. Ann. Acad. Archeol. Belg., 1851, 8, 399-433 (Bibl. Univ. Gent P 2004). Het stuk, niet in de Opera omnia door Frans-Mercurius Helmont gepubliceerd, bestaat in handschrift in het archief van den Aarstbisdom van Mechelen. In dat werk brengt J.B. Helmont het boek van het voedsel onder de echte werken van Hippocrates; het handschrift draagt als titel: ‘Jani Baptistae Commentarius in librum Divi Hippocratis de nutricatu Dietave sive alimentis quem male Galenus putat Thessali vil Herophili.’ | ||||||||||||||||||
[pagina 870]
| ||||||||||||||||||
[1852 Broeckx.] Notice sur le manuscrit Causa J.B. Helmontii, déposé aux Archives Archiépiscopales de Malines, par C. Broeckx. Ann. Acad. Archeol. Belg., 1852, (Bibl. Univ. Gent P 2004 en 174 H 320) 277-327, 341-367). J.B. van Helmont, geboren te Brussel in 1577, was de zoon van Chr. van Helmont, raad der rekenkamer van Brabant, en van Marie de Stassart; hij trad in het huwelijk met Marguerite van Ranst die hem drie kinderen schonk: Frans-Mercurius, Pelagie-Lucie, en Olympia-Claire die met Ambroos Floris de Megem huwde. Door het uitgeven van de Magnetica vulnerum naturali et legitima curatione, contra Johannem Roberti, Soc. Jesu theologum, Paris (Leroy) 1621, waarin hij de gedachten van zijn tijd bestreed en waarvoor hij door de aartsbisschoppelijke rechtbank van Mechelen werd vervolgd. Broeckx geeft in zijne mededeeling een volledige beschrijving van de stukken der geding. [1853-1854 Helmont.] Le premier ouvrage (Eisagoge in artem medicam 1607) de J.B. Van Helmont, seigneur de Merode, Royenborch, Oirschot Pellines, etc. publié pour la première fois par C. Broeckx. Ann. Acad. Archeol Belg., 1853, 327-392; 1854, 119-191. (Bibl. Univ. Gent P 2004 en 174 L 1316) In het begin van deze studie, herinnert Broeckx hetgeenzekere geschiedkundigen over Helmont hebben gezeid; aldus leest men in de Dictionnaire historique van Feller: ‘van Helmont n'était guère au dessus d'un empirique et donna tête baissée dans les rêveries de Paracelse.’’ Broeckx zegt daarentegen over hem: ‘Ce hardi reformateur de l'art médical a passé tantôt pour un génie d'élite, tantôt pour un enthousiaste ignorant. Ce n'est guère que dans ces derniers temps qu'on a commencé à lui rendre la justice due à ses mérites.’ Broeckx geeft een lijvige lijst van schrijvers die over J.B. Helmont hebben geschreven: Valeri Andreae, Bibliotheca Belgica, Lovanii 1643; Almeloveen, Inventa nov-antiqua, Amst. 1684; Manget, Bibliotheca, Genev. 1731; Joan. Andreae Schmidi, i Dissertatio de Helmontii doctrina, Helmstadii 1696; Fren. Vehr, Dissertatio de Diaceltotesson Helmontii, Francof. 1698; J.C. Barchusen, Historia medecinae, Amstelodami 1710; Foppens, Bibliotheca belgica, Brux. 1739; Geret, Noevi medicorum theologici, Weissenburgi 1728; Kestner, Gelehrtenlexicon, Jena, 1740. Kestner Bibliotheca medica, Jenae 1746; H. Boerhaeve, Methodus studii | ||||||||||||||||||
[pagina 871]
| ||||||||||||||||||
medici, Amst. 1751; A. Haller, Bibliotheca medicinae, Bâle 1776-1778; Eloy, Dictionnaire, Mons 1778; Mezler, Versuch einer Geschichte des Aderlasses, Ulm 1793; Hecker, Medicinae omnis oevi fata, Erfordiae 1790; Kurt Sprengel, Versuch einer Geschichte der Arzneikunde, Halle 1792, fransche vertaling door Jourdan en Bosquillon, Paris, 1815-1820; Knebel, Uebersicht, Breslau 1799; Aikin en Nicholson, General biography, London 1800; Tour telle, Histoire, Paris 1804; Cabanis, oeuvres, Paris 1823-1825; A. Ypey, De praecipuis, Leovardia, 1805; Barthez, Elements, Paris 1906; J.J. Loos, biographie de van Helmont, Heidelberg 1807; De Mercy, considérations, Paris 1816; J. Marie Caillau, Mémoire sur van Helmont, Bordeaux 1819, Rixner en Siber, Leben berühmter Physiker, Sulzbach 1819-1826; D'Elmotte, Essai sur van Helmont, Bruxelles, 1821; De Feller, Dictionnaire, Paris 1821-1824; Choulant, Geschichte, Leipzig 1822, trad. franc de Broussais, Paris 1834; Constanceau, Dictionnaire Paris 1822; Pariset Dictionnaire Paris 1812-1822; Leupoldt, Geschichte, Erlangen 1825; Augustin, Geschichte, Berlin 1825; Dezeimeris, Dictionnaire, Paris 1828-1839 Delvenne, Biographie, Bruxelles 1829; Broussais, Examen, Paris 1829-1834; Buisson, Sur van Helmont, Paris 1829; Rouzet, Notice sur van Helmont, Paris 1829; Littré, Système de van Helmont, Paris 1830; Lordat Leçons, Montpellier, 1833; Gasté, Histoire, Paris 1835; Oustalet, Histoire, Paris 1835; Fränkel, vita Helmontü Lipsiae 1837; Kuhnholtz Cours d'histoire Montpellier, 1837; Lessing, Geschichte, Berlin 1838; Dezeimeris, Lettres, Paris 1838; Parchappe, Histoire, Rouen 1833; Cunier, Sur quelques points historiques relatifs à van Helmont, Paris 1838; Friedländer, Vorlesungen, Leipzig 1839; Spies, Helmont's System der Medecin, Frankfurt 1840; Goethals, Notice sur van Helmont, Bruxelles. 1840; Isensee, Geschichte, Berlin 1840; Kruger, Geschichte, Berlin 1840; Pruys vander Hoeven, Historia, Leyde 1842; De Losen de Seltenhof, Les Belges illustres, Bruxelles 1844; Raspail, Histoire de la Santé, Paris 1844; Levy, Traité d'hygiéne, Paris 1845; Haeser, Lehrbuch, Jena 1845; Guislain La nature considérée comme force instinctive des organes, Gand 1846; Renouard, Histoire, Paris 1846; Michae, van Helmont, Paris 1847; Bordes Pagés, van Helmont, Rev. indépendante, 1847; Marinus, Eloge de van Helmont, Bruxelles 1851; Farrat, Etudes, Revue therep. du Midi 1852; Cap, van Helmont, | ||||||||||||||||||
[pagina 872]
| ||||||||||||||||||
Journ. pharm. 1852; Chevreul, Notice sur van Helmont, Paris 1851. Broeckx brengt in het licht een handschrift berustende in het archief van den Aartsbisdom van Mechelen, getiteld: Helmontii eisagoge in artem medicam, geschreven in 1607. Het is een werk vol geestdrift, van een man die vurig weetgierig is. Bij deze gelegenheid zegt Broeckx dat de Dageraet te Leyden in 1615, in 4, werd gedrukt. Aan de lange biographische lijst van Broeckx kunnen wij de volgende titels voegen: Thomas Pope Blount, Censura celebriorum Authorum, Londini 1690 (blz. 670. Bibl. Univ. Gent Bl.91); Jean le Pelletier, L'alkaest ou le dissolvant universel de van Helmont, Rouen 1704; Dan. Geor. Morhofi Polyhistor litterarius philosophicus, Lubecae 1714 (vol II blz. 70, 201, 373, 413, Bibl. Univ, Gent Ac 8855); Anonymus, De Hollandsche spectator, elfde deel Amsterdam 1734 blz. 190, Bibl. Univ. Gent H 759); Anonymus, Levensbeschrijving van eenige voorname meest Nederlandsche mannen en vrouwen, vijfde deel, Amsterdam 1778. (Bibl. Univ. Gent Hist. 1007); Homfrede Davy, Elemens de philosophie chimique, trad. par J.B. van Mons, Paris vol I, 1813. (Bibl. A.J.J.V.); Fred. de Reiffenberg, J.B. van Helmont, Arch. philologiques, 1827, blz. 148 en 1832 blz. 155; C. Broeckx, Essai sur l'histoire de la medecine belge avant le 19e siècle, Gand 1837 en Paris 1838 (Bibl. Univ. Gent Acc 18232 G 9992, Med 254, Ac 15425, Bibl. A.J.J.V.); C. Broeckx, Notice sur les illustrations médicales belges, Bull. Acad. Archeol. Belg. 1843, blz. 65 (Bibl. Univ. Gent P 2004, Acc 10219); A. Baron et Al., Pantheon national, les Belges illustres, Bruxelles, 3e partie, 1845 (Bibl. Univ. Gent Hist. 1341); Melsens, Extrait d'une leçon professée à l'Ecole de medecine vétérinaire, Bruxelles 1848. (Bibl. Univ. Gent Acc. 10398); Anonymus, Biographies, vol. I nr 6, s.l., s.d. (Kon. Bibl. Brussel, II 89640 A); Henri Masson, Essai sur la vie et les ouvrages de J.B. van Helmont, Rev. trimest. 1885, 17, 5-33 (Bibl. Univ. Gent Hi 9570); C. Broeckx, Dissertation sur les medecins poetes belges, Ann. Soc. Med. Anvers 1858 (Bibl. Univ. Gent 10220); A. Beduvez, J.B. van Helmont, Bruxelles s.d. (Bibl. Univ. Gent Ac. 568002); L. Figuier, L'alchimie et les Alchimistes, Paris 1860 (Bibl. A.J.J.V.); Poggendorff, Biogr. Liter. Handw. 1863, I, blz. 1062; Snellaert, Rapport sur | ||||||||||||||||||
[pagina 873]
| ||||||||||||||||||
un mémoire sur van Helmont, Bull. Acad. roy. Belg., 2e série, t. 17. (Bibl. Univ. Gent 183 c104); Mandon, J.B. van Helmont, Acad. Belg. 1866 of 1867, blzz. 553-729; Chevreul, Les ferments d'après van Helmont, C.R. Paris, 1872, 74, blz. 409; Chevreul, Histoire de la matière, Paris 1878. (Bibl. A.J.J.V.); Beyerinck, Gistingsorganismen, 1e Ned. Nat. en Gen. Congres Amsterdam 1887, blzz. 34-45; Vander Horn, J.B. van Helmont, album der natuur, 1888; Anonymus, Monument J.B. van Helmont, Bull. Acad. Medec. 1889, (Bibl. Univ. Gent 138 c 933); Schaedler, Handwörterbuch der Chemiker Berlin 1891, blz. 49; Fr. Strunz J.B. van Helmont Chem. Zeit. 1902, blz. 552 en 580; Ibid. Leipzig und Wien 1907; H. Bauer, Geschichte der Chemie, Leipzig 1905, I; Rommelaere W. Etudes sur van Helmont, Acad. Medic. Bruxelles 1868; M. Melsen, Note historique sur van Helmont, Acad. Sciences Bruxelles 1875; J. Tallois J.B. van Helmont, Acad. Medec. Bruxelles 1866; G. Desmarez, L'état-civil de J.B. van Helmont, Ann. Soc. Archeol Bruxelles 1907, 21, 107-123; Darmstaedter Handbuch zur Geschichte der Naturwissenschaften, Berlin 1908; Ferd. Hoefer, Histoire de la chimie, Paris, 1842 (Bibl. A.J.J.V.); Fr. Giesecke, Die Mystik J.B. van Helmonts, Leitmeritz 1908 (Bibl. Univ. Gent D 49); E. von Meyer, Geschichte der Chemie, Leipzig 1914 (Bibl. A.J.J.V.); F.M. Jaeger, Elementen en atomen eens en thans, Groningen 1918; F.M. Jaeger, Historische studiën, Groningen 1919 (Bibl. A.J.J.V.); M. Delacre Histoire de la chimie Paris 1820 (Bibl. A.J.J.V.); Redgrove, J.B. van Helmont, Alchemist, phycisian and philosopher, London 1922; A. Van Schierbeek, Van Aristoteles tot Pasteur, Amsterdam, 1923 (Bibl. A.J.J.V.); Fr. Wittemans, Geschiedenis der Rozenkruisers, Den Haag 1924 (Bibl. A.J.J.V.); C.M. van Deventer, Grepen uit de historie der chemie, Haarlem 1924 (Bibl. A.J.J.V.); T. L. Davis, Boerhaave's account of Paracelsus and van Helmont, Journ. Chem. Educ. 1928, 5, 671-681; C. Broeckx, Le baron Fr. Merc. van Helmont, Ann. Soc. Med. Anvers 1870, (Bibl. Univ. Gent Bl. 216560). [1856 Broeckx.] Interrogatoires du docteur J.B. van Helmont sur le magnetisme animal, publiés pour la première fois par C. Broeckx. Ann. Acad. Archeol. Belg., 1856, 306-350 (Bibl. Univ. Gent P 2004 en 170 K 131; Brit. Mus.). Studie van de geding die begon in 1627 en eindigde alleen | ||||||||||||||||||
[pagina 874]
| ||||||||||||||||||
in 1642; in de studie wordt het handschrift in het archief van den Aartsbisdom van Mechelen bewaard in het licht gegeven. Uit de studie blijkt dat er van wege den Aartsbisdom van Mechelen zeker geen vervolgingen tegen Helmont zouden ingespannen worden, moesten de aanhangers der oude gedachten en aldus vijanden der nieuwe geneeskundige opvattingen daartoe geweldig en herhaaldelijk niet aangedrongen hebben. [1869 Broeckx]. Academie d'archéologie de Belgique. Joannes Baptista Van Helmont Toparcha in Merode, Oirschot, Pellines et Royenborch, etc. Ad judicem neutrum causam appellat suam et suorum philadelphus ou Apologie du magnetisme animal, publiée pour la première fois par C. Broeckx. Anvers, Imprimerie J.E. Buschmann. MDCCCLXIX (78 blzz., Bibl. Univ. Gent BL 320210). Het boek van Goclenius-Marburg over het magnetisme in 1608 te Marburg verschenen werd door Roberti in 1615 bestreden, en de discussie werd voortgezet in verhandelingen van Goclenius, Marpurgi 1617, Francfurt 1625, en van Roberti, Luxemburg 1618, Luik 1618 en Douay 1619. Het was in deze discussie dat J.B. van Helmont een verhandeling liet verschijnen: De magnetica vulnerum naturali et le7itima curatione, disputatio contra Johannem Roberti, Soc. J. Theologum, Paris 1621 in 12. waarop Roberti hetzelfde jaar nog op hevige wijze antwoordde met: Curationis magneticae et unguenti armarii magica impostura, clare demonstrata a Johanne Roberti. Modesta responsio ad perniciosam disputationem J.B. ab Helmont Bruxellensis medici pyrotechnici, contra eumdem Roberti acerbe conscriptam. Luxemburg 1621 in 12, 100 blzz. In het aartsbisschoppelijk archief berust een handschrift in 1618 door J.B. van Helmont geschreven bestaande uit zes bladen in folio-magno, aldus 24 bladzijden. Dat handschrift werd namelijk in zijn huis ontdekt op 4 maart 1634 in zijne papieren en diende bij het geding van 21 maart 1634. Dat handschrift, waaraan van Helmont weinig belang schijnt gehecht te hebben, omdat hij het niet noodig achtte in het licht te brengen, en dat volgens Broeckx van mindere waarde is, wordt in de verhandeling van Broeckx uitgegeven; het heeft voor titel: | ||||||||||||||||||
[pagina 875]
| ||||||||||||||||||
Ad judicem neutrum causam appelat suam et suorum philadelphus, met het jaartal 1618. ***
In den beschrijvenden Catalogus van gegraveerde portretten van Nederlanders bewerkt door J.F. van Someren, Amsterdam 1890, 1e deel, blz. 319. (Bibl. Univ. Gent, Cab. 15 E2) wordt de lijst gegeven van eenige beelden der beide van Helmont: Helmont (Fr. Merc. van), Med. Dr. te Amsterdam, 1618-1699. Borstbeeld van voren en links, in mantel; met 5 reg. Lat. onderschr. Znd. nm. v. grav. 4o. Op ouderen leeftijd. Borstb. v. voren en links. In eenvoud. randw. Door Ch. Ongena, 4o. Helmont (J. Bapt. van), alchimist en beroemd med. Dr. 1577 † 1644. Te halver lijve, staande, in gebloemde kleed, een retort in de rechterhand, die op een stoelleuning rust. In vers. ov. met randschr. en 4 reg. Duitsch. vers. Door J. Alex. Roemer. fol. Hetz. portret., alleen borstb. In ov. omgeven door zijn 8 kwartierwapens. Met 2 reg. naams onderschr. Gem.: vol. VIII Door G.P. Busch 8o. In ouderen leeftijd. Borstb. v. voren en links, met knevel ringbaard, in opstaanden ringkraag. In ov. 8o. Alleen het hoofd, links, als buste met dat van zijn zoon (?) Fr. Merc. Omgeven door 8 kwartierwapens. Znd. non. v. grav. [door C. de Man]. In zijne: Ortus Medicinae; later verkleind op den titel van J.B.v.H. Opera omnia. Frf. in 4. Borstbeeld van voren en links. Naar een titelpunt van zijne werken 1682. Door B. Cooper met adres van Ch. en Hnr. Baldwyn. fol. Kluyskens in zijn boek van 1859, Les hommes célèbres dans les sciences et les arts (Gent, blz. 531) vermeldt blz. 538 het slaan van een zilveren penning, van 4 cm. diameter, dragende het zelfde beeld van J.B. van Helmont als dit in Broeckx 1838, blz. 85, en aan de keerzijde:, ‘Jean Baptiste van Helmont, né à Bruxelles en MDLXXVII,y mourut le XXX Dec MDCXXXXIV’. Deze penning werd door Ch. Onghena geëtst.
*** | ||||||||||||||||||
[pagina 876]
| ||||||||||||||||||
In de volgende werken waarin Helmond en Helmont als plaats of familienaam worden vermeld, vond ik niets betreffende J.B. van Helmont en zijn zoon Fr. M. van Helmont: Oorkonden betreffende Helmond, uitgegeven door Mr. C.C.N. Krom, archivaris in Noordbrabant, en Aug. Sassen, archivaris van Helmond. 's Hertogenbosch, Muller, 1884. (Bibl. Univ. Gent 122 C 3.) Les seigneuries du pays de Malines. Keerbergen et ses seigneurs, par J. Th. de Raadt, secrétaire et membre fondateur de la Société d'archeologie de Bruxelles. Gand, Vanderhaeghen, 1889. (Bibl. Univ. Gent Acc. 15058). Die historien ende Miraculen van Aerlen, van Joh. Beuckelius van Helmondt, 1614. (Kon. Bibl. Brussel III 28541 A). La musique aux Pays-Bas, XV Charles Joseph van Helmont, par Edm. vander Straeten, Messager Sciences historiques, 1864, p. 209 (Bibl. Univ. Gent Acc 32639). Het nagt-gevegt of de leevende doode, Opera in een deel, door.... Het muzyk gecomponeert door den Heer H.J. van Helmont. Gedrukt voor den auteur (Bibl. Univ. Gent Bl. 8120). De gulde Schoole des Vreeds, door Heer Jan Bueckelius van Helmont, priester tot 's Hertogenbosch, 1613 (Kon. Bibl. Brussel II 25874). Er wordt melding gemaakt van M. Joannes Helmontanus, bij gelegenheid van een geneeskundige bespreking op blz. Cv. van het in 1543 verschenen boekje: Hieremiae Thriveri Brachely super natura partium solidarum cum Aristotele et Galeno disceptatio. Antverpiae, ex officina Martini Nutij, MDXLIII. (Bibl. Univ. Gent Acc. 8603). Helmond in het verleden door A.M. Frenken, Pr.; Uitgave van het Provinciaal Genootschap van kunsten en wetenschappen in Noordbrabant, Deel I 1928, Deel II 1929 (335 en 384 blz. Bibl. Kon. Vlaamsche Acad.) De naam der stad Helmond beteekent een sterkte gelegen in een lage streek. Het oudste bekende document, waarin de naam Helmond voorkomt, is van 13 Aug. 1108. ***
In de volgende bibliographische lijst geef ik een algemeen overzicht der inlichtingen waarover ik thans beschik, betreffende bibliotheken waar de boeken berusten en bibliographieën waarin | ||||||||||||||||||
[pagina 877]
| ||||||||||||||||||
de boeken worden genoemd. Daaruit blijkt dat de bibliographie van Helmont met de oorspronkelijke bronnen dient volledig hermaakt te worden. De volgende verkortingen worden gebruikt:
1621 De Magnetica Vulnerum curatione. BM 1662. F Paris 1621. J s.d. . Ha Paris 1621. E Paris 1621. C Paris 1621. B Paris 1621, Leodii 1634, Norimb 1662. G Paris 1621. M Paris 1621. H Paris 1621, Colon. 1624. V Paris 1621. R Paris 1621, Liege 1634, Nuremb 1662. BN Paris 1621. 1624 Supplementum de spadanis fontibus. BM Leodii 1624. B Leodii 1624. R Liege 1624. T sl, sd. F Leodii 1628. H Col 1624, BN Liège 1624. C Liège 1624, Ha 1624, E Leodii 1624. 1642 Febrium doctrina inaudita; 2e uitgave 1648 in Ortus medicinae 1648; 3e en 4e uitgave?; 5e uitgave 1655 in Ortus medicinae 1655. BG, BB, BM, B, R, BL, Antv. 1642. J sd.. F Antv. 1642. H Antv. 1642, Fransche uitgave door Bauda, | ||||||||||||||||||
[pagina 878]
| ||||||||||||||||||
Paris 1653. BN Colon 1642 en 1644. V, M, C, G, S, E Antv. 1642. Ha Antv. 1652. 1644 Opuscula medici inaudita. BB, BM, B, R, BL, H, C, Ha, G, S, E, Col. 1644; J s.d. - 2e uitgave Amst. 1648, BG, BM, F, V, M, Ha,; Amst. 1648 in Ortus medicinae S. - Venet. 1651 in Ortus medicinae S. - Amst. 1652 B. - 5e uitgave 1655 Lugd. in Ortus medicinae S. - 6e uitgave 1667 Lugd. in Ortus medicinae S. - Francof 1707 BM, B, BL, - Francof. 1682 in opera omnia S. 1648 Ortus medicinae. Amst. 1648 BG, BB, BM, B, R, BL, H, V, M, C, Ha, G, S, E;; J sd; Amst. 1644 BN. - Venet 1651, B, R, H, V, M, Ha, S, E; 1652 Venise BN. - Amst. 1652, B, R, H, BN, V, M, E; 1652, Ha. - Lugd 1655, BG, BB, B, R, H, Ha, S. - Lugd Bat. 1667, BB, B, R, BL, H, F, S, - Francof 1682, B, R, H; Francof 1661 en 1681, Ha; BN 1682. - Hafniae 1707, B, R, H, BN, Ha; Francof 1707, J, F, H, - Engelsch London 1662, B, R, H; London 1664 BN. - Fransch Lyon 1671, B, H; Lyon 1670 R; Lyon sd 2e édition, BN. - Duitsch Sulzbach 1683, H, BN, Ha. 1650 Deliramenta catarrhi. London 1650, BM, S. 1650 Ternary of paradoxes. London 1650, BM, S. 1652 Opera obiter botanicem. V, Ha. 1655 Apologia adversus doctrinae novitatum praetendentes Lugd 1655, BL. 1655 Opera omnia. Lugd 1655 E; Amst. 1652 C. - Lugd 1667, E. - Francof 1682, S, E, Francof 1707 BM; Hafniae 1707 BL, E. - Engelsch London 1664, BM; Londres 1662 E; sl 1664 BN. - Fransch Lyon 1670 BB, BN, H; Lyon 1671, H, E, B, sl 1671 H. 1659 Dageraed. Amst. 1659 BG, BM, B, V; Bibl. Nederl. M. Geneesk. Amsterdam. - Rotterdam 1660 BG, B, R, H, BN, Ha, E; sd J. Eloy spreekt van Dageraed niet, Rott 1660 is voor hem de Nederlandsche vertaling van Opera omnia! - Leiden 1615 B, R, BN (bestaat niet!). 1660 Theatrum sympatheticum. sl. BM. 1662 Oriatrike. London 1662 BN, S, Ha. 1667 Alphabeti vere naturalis Hebraici delineatio. Sulzbach 1667 H, BN, V, M, S; Sulzbach 1657 Ha, BM, BL; sd C, E, J.-Nederl. onder den titel Afbeelding van het Hebreeuwse, Amst. 1697 B, V, S. | ||||||||||||||||||
[pagina 879]
| ||||||||||||||||||
1678 Helmontius enormis tripartitus. Erfurti 1678 BM. 1680 Fundamenta medicinae. Ulm 1680 BM, S, Ulm 1681 Ha; sd J. 1684 Praecipiolum. sl 1684 BM. 1685 Paradoxal discourses. London 1685 BM, BN, Ha; sd. J. - Nederl.: Paradoxale discoursen, Amst. 1693, BG, BL, V, Ha. - Duitsch Hamburg 1691 Ha. 1688 Eenige philosophische en medische tractaatjes. Amsterdam 1688 BL. 1690 Eenige gedagten rakende de natuurkunde. Amsterdam 1690 BL. 1690 Opuscula philosophica. Amsterdam 1690 H, BN, V, M, sd. BM. 1692 Observationes circa hominem. Amsterdam 1692 BM, BN, Ha. - Aanmerkingen over den mens. Amsterdam 1692 BG; Amst. 1694 V. 1693 Seder olam. Amst 1693 BN; sl. 1693 H, V, M, sd J; London 1694. 1694 Spirit of diseases. London 1694 BM, Ha. 1697 Quaedam praemeditae cogitationes. Amst. 1697 BG, H, BN, V, M, C; sl 1697 BM; sd J, E. 1698 Tratactus de receptio injecti. 1698 BM; 1715 BM. 1699 Elk zyn eygen doctor. Amst. 1699 BG; sl 1699 BM. - Quisque sibi medicus 1707 Amsterdam. 1702 Kurtze Vorstellung der chymie. 1702 sl. BM. 1704 Arcana Paracelsi. 1704 sl F. 1704 L'Alkaest ou discours.... sl. 1704 BM. ? Geheimniss der Schöpfung. J. 1851 Commentaire πεϱι τϱοϕης. Anvers 1851 R, BG. 1849 Commentaire sur le 1er livre d'Hippocrate. Anvers 1849. BG, BB, R; sd. BN. 1853-1854 Eisagoge. Anvers 1854 R; sd BN. 1856 Interrogatoires sur le magnetisme. BG, BM. 1869 Ad judicem neutrum. Anvers 1869 BG, BB. |
|