Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1929

(1929)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– rechtenstatus

Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vergadering van 17 Juli 1929.

Waren aanwezig, de heeren: Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder, Prof. Dr. J. Persyn, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig Secretaris;

de heeren Dr. L. Simons, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. L. Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. M. Sabbe en J. Salsmans, S.I., werkende leden;

de heeren Dr. J. Cuvelier, Mr. J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere en Al. Walgrave, briefwisselende leden.

Lieten zich verontschuldigen: de heeren G. Segers, Prof. Dr. L. van Puyvelde, J. Jacobs en Prof. Dr. A. van Hoonacker, werkende leden; Prof. Dr. Frans Daels en Dr. J. van Mierlo S.J., briefwisselende leden.

_**_*

De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Junivergadering; het wordt goedgekeurd.

Aangeboden boeken.

Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:

Door het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant:

Helmond in het verleden, door A.M. Frenken, Pr. Deel II.

Door de Universiteit van Rijsel:

Travaux et mémoires: Sorre M., L'Industrie extractive: 1) Le Bassin houiller; 2) Les carrières.

Door de ‘Université d'Aix’:

Annales de la Faculté de Droit. Nouvelle Série, n^os 16-17. - Annales de la Faculté des Lettres. T. XIV, n^o 1, 1923-1928.

Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid:

De katholieken van het Britsche Rijk en de Oorlog. Dr. Joseph Sauer, La destruction d'églises et de monuments d'art sur le front ouest.

Unter dem Banner der Versöhnung. Die Flamen in Belgien und die Flamen in Deutschland. Ein Brudergruss von Otto Bölke, Pastor in Blönsdorf auf dem Fläming.

Door Dr. J. Cuvelier, briefwisselend lid der Academie:

Een zestigtal boeken en brochures door hem op uiteenloopend gebied uitgegeven.

Aangekochte boeken.

Untersuchungen über das antwerpener Liederbuch vom Jahre 1544, von Johannes Koepp.

De Werken van Vondel. Volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen. Levensbeschrijving, geschied- en boekkundige toelichting, literatuuropgave enz., door Dr. J.F.M. Sterck; taalkundige bewerking door Dr. H.W.E. Moller; letterkundige inleidingen van C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, Prof. Dr. J. Prinsen Jlzn, en L. Simons. Bandteekening van Prof. R.N. Roland Holst. Deel II, 1620-1627.

Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.

1^o) Telegram van Z.M. den Koning. - Als antwoord op het telegram van 30 Juni, ter gelegenheid der Plechtige Vergadering en van het jaarlijksch feestmaal aan Z.M. den Koning gezonden, ontving de Bestendige Secretaris op 5 Juli het volgende antwoord:

‘Het minzaam telegram dat Gij ter gelegenheid van uw feestmaal tot hem hebt gericht heeft den Koning zeer getroffen en Zijne Majesteit heeft mij gelast aan U alsmede aan al degenen tot wier tolk Gij U gemaakt hebt zijne levendige dankbetuigingen over te maken.

's Konings Kabinetsoverste.’

2^o) Te Deum op 21 Juli. - Brief van 8 Juli, waarbij de Weled. Heer Gouverneur der Provincie Oost-Vlaanderen de heeren Voorzitter en Leden der Academie uitnoodigt het Te Deum bij te wonen, dat op Zondag 21 Juli, te elf uur, in de hoofdkerk van Sint Baafs zal gezongen worden, ter gelegenheid van den verjaardag der inhuldiging van den Doorluchtigen Stichter van het Koninklijk Stamhuis. - Hebben de plechtigheid bijgewoond, de heeren: Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris, en Mr. Leonard Willems, werkend lid.

3^o) Palfijnhulde. - Brief van 24 Juli, uitgaande van de Vereeniging Het Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres, waarbij de Academie verzocht wordt een afgevaardigde te willen aanduiden om de Academie te vertegenwoordigen in het Comiteit van de Palfijnhulde. De heer Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder, wordt aangeduid.

Mededeelingen namens commissien.

1^o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De wn. secretaris legt verslag ter tafel over de Commissie-vergadering in den voormiddag gehouden.

Waren aanwezig, de heeren: Prof. Dr. M. Sabbe, ondervoorzitter, Dr. L. Simons, Is. Teirlinck, Mr. Leonard Willems, Dr. L. Goemans, Dr. J. Cuvelier, leden.

1^o) Dr. L. Goemans geeft lezing van een stuk uitgaande van de Société des Nations en de oprichting aankondigende van een Office central de collaboration scientifique internationale. De commissie neemt nota van deze mededeeling en besluit aan de Société des Nations te laten weten, dat zij haar medewerking voorbehoudt tot er in België een afdeeling van dit office opgericht wordt.

2^o) Een 17^de eeuwsche Antwerpsche verzamelaar van oude Vlaamsche handschriften, Peter Oris. - Lezing door Mr. L. Willems.

Toen bij de Renaissance-beweging onze oude Middeleeuwsche literatuur de gunst der geleerden verloor, werden vele Middelnederlandsche handschriften vernietigd. In dit tijdvak van vernieling heeft Peter Oris verschillende handschriften gered, en voor onze literatuur in zekere mate gedaan wat de President Fauchet voor de Fransche heeft gedaan. Mr. L. Willems deelt allerlei belangwekkende bijzonderheden mede over de handschriften door P. Oris verzameld en over de persoonlijkheid van dien verdienstelijken man.

11^o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Wattez, wn. secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.

Waren aanwezig, de heeren: Prof. Dr. J. Persyn, ondervoorzitter, Kan. Am. Joos, Dr. L. Goemans, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Prof. Dr. J. Vercoullie, leden, en O. Wattez, wn. secretaris.

Aan de dagorde staat:

1^o) Het programma der lagere normaalscholen. - Lezing door Kan. Am. Joos.

Kan. Joos is van meening dat het laatste programma van de Normaalschool nog meer overladen is dan dat van 1923, reeds als te zwaar bestempeld.

1^o	omdat het de leerstof van 1923 nog vermeerdert;
2^o	omdat het de leerstof die vroeger over 4 jaar verdeeld was, op 3 jaar doet verwerken;
3^o	omdat, ten gevolge daarvan, de normalisten één, soms 2 jaar jonger zijn, en men dus geen rekening heeft gehouden met den ouderdom, die een belangrijke factor is in de ontwikkeling, niet alleen van het lichaam, maar ook van den geest.

Dat het programma overladen is, blijkt nog uit de volgende bevindingen die wij haalden uit den tekst zelf van het programma.

1^o	De opstellers zelf zijn er van overtuigd. Want zij noemen het programma zwaar beladen, zij waarschuwen herhaaldelijk de leeraars het niet uit te breiden, maar noemen het hun plicht het te

	verlichten. 't Is zooveel alsof zij zeiden: Doet er niets bij, want er is al stof te veel; doet er liever af!

2^o	Men vraagt, zonder voldoende reden, van den normalist uit het 3^e studiejaar dezelfde kennis als die men van een leerling uit de rhetorika verwachten mag.

3^o	De uitgebreidheid van de leerstof vereischt zoo buitengewoon veel klassen dat er de leerlingen veel te weinig tijd overblijft om zelfstandig te werken en de noodige herhalingen te doen.

4^o	De leeraars die de goede methodes volgen, kunnen, niettegenstaande hun menigvuldige klassen, in veel vakken hun programma niet afwerken.

Kan. Am. Joos vraagt dat de Overheid wat medelijden zou hebben èn met de leeraars, èn met de leerlingen die dagelijks zulke overzware karre vooruit te trekken hebben.

Want wat zal het gevolg zijn van zulk programma?

1^o	De ernstige leerlingen, die zich alle dagen toeleggen en zich op menigen avond vermoeid en suf voelen, krijgen stilaan, bij gebrek aan voldoende verstandelijk genot, een afkeer van de studie en van het leven aan de normaalschool.

2^o	De minder ernstige door het vele dat zij gezien en gehoord hebben, denken dat zij groote geleerden zijn, en zullen zich in de wereld bespottelijk maken door hun waanwijsheid.

De Academie besluit de lezing van Kan. Joos zoo gauw mogelijk te laten drukken en die aan den heer Minister van Kunsten en Wetenschappen te zenden, met de verklaring dat het programma der Lagere Normaalscholen overladen is en er maatregelen dienen genomen te worden om den toestand te verbeteren.

Dagorde.

1^o) Commissie tot vaststelling van Prijsvragen. - Worden benoemd om samen met het Bestuur de Commissie voor Prijsvragen uit te maken: de heeren Prof. Dr. A Vermeylen en J. Jacobs.

De Commissie zal zoo spoedig mogelijk bijeenkomen en in de Augustus-vergadering verslag uitbrengen.

11^o) Lezing door O. Wattez, werkend lid. - Congoleesche Folklore. De Fabel van den Kabundji.

Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de vergadering dat de lezing van den heer Wattez in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.