als Petrus hun meester verloochenen, Hem als Judas verraden. Hij wordt er dan ook om geworgd. Hoe werkelijk is ook Judas. hier en in het slottafereel waar hij de penningen de schrapige rechters voor de voeten gooit. Petrus, in zijn verloochening. valt daarentegen zwak, en zijn wroeging vond geen plaats in de gesloten ontwikkeling van het drama. De blanke, serene verschijning van den Godmensch, rijst, statig en onbewogen, in zijn algeheele verlatenheid, zwijgzaam boven het menschelijke driften gewoel uit.
Tegenover het in zekeren zin bij-den-grondsché van de drie eerste tafereelen, stijgen, felkleurig en plastisch, het zwoele Herodes-bedrijf, en dat van de Veroordeeling, en bovenal het ontzettende slottafereel in de voorhalle van Pilatus' paleis. wanneer de duisternis over de aarde zinkt en de bodem schokt en splijt, en de Sanhedrinraad, en Pilatus en Herodes, en Salome en de vrouw van Pilatus bij elkaar de voltooiing van het Kruisoffer verbeiden. Salome stort ter aarde met een doodsgil. Gamaliël, de zwakke, begrijpt. Pilatus, onbewegelijk. ingekrompen als een oude man, ziet den Romeinschen Adelaar voor zijn voeten neergesmakt; en van op Golgotha bazuint het in alle richtingen den uittocht van de Nieuwe Leer.
De hoofdkarakteristiek van dit stuk is zijn strakke bouwen de levensvolle uitbeelding van de figuren: niet hoogste lyrische wijding, niet het diepe trillen van meewarige aandoening. We blijven toeschouwers, en op afstand, geprangd door het tragische mysterie, en vereenzelvigen ons niet met een van de optredenden. En toch wordt heel onze ziel doorhuiverd met afkeer niet voor de slechtheid alleen, maar evenzeer voor de schuldige zwakheid. en gaat naar het Kruis op de rots, dat ons de Liefde predikt als grondslag van alle menschenrecht en kern van alle levenswijsheid.
Door zijn vroegere stukken reeds had Paul De Mont zich een eervolle plaats veroverd onder onze beste tooneelschrijvers. Van den schepper van een werk als dit, mogen zeker hooge verwachtingen gekoesterd worden.
De Voorzitter, O. Wattez.
De Leden, Frank Lateur, Maurits Sabbe; Herman Teirlinck.
De Schrijver, L. Scharpé.