Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1928
(1928)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 411]
| |||||||||||||||||
Francesco Redi en de zelfwording (Bij den driehonderdsten verjaardag van de geboorte van Fr. Redi)
| |||||||||||||||||
[pagina 412]
| |||||||||||||||||
men onwetend bleef, en het gezond verstand de geesten nog niet verlichtte, was men eenvoudig de meening toegedaan dat de vleeschdeeltjes, onder den invloed van een gepaste gisting, zich tot het voortbrengen van insecten schikten. Met het ontstaan van zulke lage wezens, welke zelf den naam van dieren met verdienden, moest de natuur zich niet bemoeien; hunne voortteeling moest ook zoo volledig en zoo regelmatig niet zijn als bij de hoogere dieren, waarvan het merkwaardig maaksel in twijfel niet kon getrokken worden, alsof de insecten van zenuwstof, hart, bloedvaten, maag, luchtpijpen, oogen beroofd waren. Dan verscheen Redi: hij bedekte het vleesch met een gaas waardoor de vliegen niet konden dringen: het vleesch bedierf, doch bracht geen enkelen worm voort’. De mazen van het gaas waren voor de vliegen klein genoeg, voor de microben daarentegen niet! Schroeder en Dusch in 1854, en Louis Pasteur in 1861 gebruikten katoen als een filter waardoor de microben niet, de lucht wel trekken kon, en aldus werd ook het bewijs geleverd dat voor de kleinste wezens, zooals de microben, de zelfwording niet bestaat.
Francesco Redi werd te Arezzo op 18 Februari 1626 geboren, aldus juist 302 jaren geleden. Die verjaardag mag niet onopgemerkt voorbij gaan; het is eene gelegenheid om over het werk van den weinig gekenden, doch niet minder vernuftigen Iraliaanschen onderzoeker te spreken. Die natuuronderzoeker is ook een dichter: hij schreef talrijke sonnetten en verscheidene gedichten, namelijk Bacco in Toscano, Arianna inferma. Die natuuronderzoeker en dichter is ook een taalkundige: van hem kwam Etimologie italiene, in alphabetische orde bewerkt, in 1685 in het licht; hij verleende een werkzame medewerking aan het woordenboek van la Crusca; in zijn boek over den oorsprong van de Italiaansche taal erkent Menage dat hij talrijke inlichtingen aan Redi verschuldigd is. Hij verkreeg te Pisa de graden van doctor in de geneeskunde en van doctor in de wijsbegeerte, en kwam zich te Florentië vestigen, waar hij de eerste arts werd van Groot-hertog Ferdinand II, en daarna van diens opvolger Cosmo III. Zijn groote ervaring in de geneeskunde bracht hem tot de toepassing van het gebruik van waterige dranken. Alhoewel zeer zwak van gezondheid, werkte en studeerde hij met ijver en volharding, gansch onder den invloed der school van Galilaeus. | |||||||||||||||||
[pagina 413]
| |||||||||||||||||
Zijn hoofdwerken bedragen het onderzoek van het gift der adder, waarvan de werkzaamheid van het dier onafhankelijk van den toestand van gramschap bevonden werd. Het gift uit een gedoode adder toonde zich even gevaarlijk als bij de levende, - en de studie van het ontstaan der insecten door de verrotting, waarover hij talrijke zeer wel ingerichte wetenschappelijke proeven nam, bewees dat die insecten hun oorsprong hebben in de eieren die op bederfbare stoffen worden neergelegd. Redi behoorde tot de Academie del Cimento, tot deze van la Crusca van Florentië, tot deze van de Geiati van Bolonia en tot deze van de Arcadi te Rome. Hij overleed te Pisa den 1 Maart 1698; zijn lijk werd overgebracht naar Arezzo, waar hij in de kerk van St-Franciscus werd begiaven; op zijn graf werden deze eenvoudige woorden neergelegd Francisco Redi Patritio Aretino Op order van den groot hertog Cosmo III werd een penning te zijner eere geslagen. Deze penning werd om tot de levensschets van Redi door Salvini in de Italiaansche uitgave der volledige werken, Venezië 1712, gevoegd te worden, door Ant. Luciani van Venezië geteekend. Aan den veelzijdigen geest van den natuuronderzoeker, geneeskundige en dichter Francesco Redi wordt deze verhandeling gewijd. | |||||||||||||||||
Bibliographisch overzicht der werken van Francesco Redi.A. - Volledige uitgaven.Opuscoli vari di F. Redi. Firenze 1684-1691 in 4, 9 deelen (Brit. Mus.). Volledige werken: Drie uitgaven zagen het licht, de eene te Venezia tusschen 1712 en 1730, in 7 deelen, de andere te Milaan tusschen 1809 en 1814 in 9 deelen. Van de uitgave van Venezia geeft NiceronGa naar voetnoot(2) alleen de opsomming der verhandelingen die in de drie eerste boekdeelen aanwezig zijn; Michaud en Hoefer noemen van deze uitgave de drie boekdeelen | |||||||||||||||||
[pagina 414]
| |||||||||||||||||
in 1712 verschenen. De uitgave van Napels in-4 heb ik niet gezien: Chalmers en het British Museum vermelden 7 deelen in 1781, terwijl Michaud en Hoefer van 6 deelen in 1741-1742 spreken. | |||||||||||||||||
Uitgave van Venezia, 1712-1730.[1712 Redi] Opere di Francesco Redi gentiluomo Aretino, e Accademico della Crusca. In questa mova Edizione accresciute, e migliorate. Tomo primo, dedicate All' Illustriss. e Reverendiss. Monsig. Girolamo Mattei, De Duchi di Paganica, ec. E Nunzio Apostolico appresso la Sereniss. Republica di Venezia. In Venezia, MDCCXII. Per Gio, Gabbriello Ertz. Con licenza de superiori, e privilegio. (Kon. Bibl. Brussel S II 6254, 20,4 × 13,5 cm., 26 + 39 + 204 + 223 + 54 blzz., figuren). Bevat de levensschets van Redi door Salvino Salvini voor de Academie der Arcadi te Rome geschreven en voor de eerste maal in 1708 te Roma door Antonio Rossi gedrukt: de schets van een penning in 1684 door Massimiliano Saldani op last van den groot hertog Cosimo III vervaardigd; - de doodrede op Redi, van Antonio Salvini, (39 blzz.); - Onderzoekingen over het ontstaan der insecten (204 blzz.); - Waarnemingen over levende dieren die zich in levende dieren bevinden (223 blzz.); - Waarnemingen over de zieren van de huid van het menschenlichaam, een brief van Cestoniaan Vallisnieri uit Livorno van 15 Gennojo 1710, verbeteringen door Vallisnieri (54 blzz.) [1712 Redi] Ibid. Tomo secondo. (Ibid., 132 + 144 + 221 + 51 blzz.) Bevat: Onderzoekingen over voortbrengselen uit Indië (132 blzz); - Onderzoekingen over de adder (2 mededeelingen, 96 blzz.); - Waarnemingen over glasblaasjes en glasdraden (97-107); - Onderzoekingen over het water dat evenals het bloed plotseling ophoudt te vloeien (109-118); - Brief over de uitvinding der oogbrillen (119-128); - Onderzoekingen over kunstmatige zouten (129-138); - Brief van Tommaso Platt over het gift van de adder (139-144); - Verscheidene brieven (221 blzz.); - Italiaansche etymologie (51 blzz.). [1712 Redi] Ibid. Tomo Terzo. (Ibid., 336 + 151 blzz.) Bevat gedichtwerk, namelijk Bacchus in Toscana (336 blzz.), 112 Sonnetten (1-118), verscheidene gedichten (119-151). [1728 Redi] Opere di Francesco Redi gentiluomo Aretino, Tomo Quarto. Arricchito di un Indice delle cose notabili. All' Illustrissimo Signore Antonio Vallisnieri de' Nobili di Vallisniera Publico Primaria Professore di Medicina Teorica hell' Universita di Padova e Medico di | |||||||||||||||||
[pagina 415]
| |||||||||||||||||
Camera di S.M. Cattolica Cesarea. In Venezia, MDCCXXVIII. Appresso Gio Gabbriello Hertz. Con licenza de' superiori. (Kon. Bibl. Brussel S. II 6254, 20,4 × 13,5 cm., 18 lim. + 467 blzz.) Bevat een portret van Francesco Redi ‘filosofo medico e poeta’ en van Antonio Vallisnieri, professor van theoretische geneeskunde in de Universiteit van Padova, een voorrede van den uitgever, en een 1e bundel brieven. [1728 Redi]. Ibid., Tomo Quinto. (Ibid., 22 lim. + 319 blzz.). Bevat een 2e bundel brieven. [1728 Redi]. Opere di Francesco Redi Gentiluomo Aretino. Tomo Sesto. All' Illustrissimo Signor Pierantonio Michelotti, Medico Collegiato, e Socio dell' Accademia Cesareo Leopoldina Carolina, e delle Reali Accademie di Londra, e di Berlino, ec. In Venezia, MDCCXXVIII, Apresso Gio: Gabbriello Hertz. Con licenza de' Superiori. (Kon. Bibl. Brussel S II 6254, 20,4 × 13,5 cm., titelplaat, 26 lim. + 339 blzz.) Bevat het 1e bundel der geneeskundige raadgevingen. [1730 Redi]. Opere di Francesco Redi Gentiluomo Aretino. Tomo-Settimo accrescinto. In Venezia, MDCCXXX. Appresso Gio: Gabriello Hertz. Con Licenza de' Superiori. (Kon. Bibl. Brussel S II 6254, 20,4 × 13,5 cm., 10 lim., titelplaat, 148 blzz., 2e titelplaat, 64 blzz.) Dit 7e en laatste stuk bevat een 2e bundel geneeskundige raadgevingen, daarna een gedicht getiteld Arianna inferma met zeer uitgebreide aanteekeningen van Anton Maria Salvini en Giuseppe Bianchini, - en eenige mindere gedichten. | |||||||||||||||||
Uitgave van Milaan, 1809-1811.[1809 Redi]. Opere di Francesco Redi Gentiluomo Aretino e Accademico della Crusca. Milano, Della Societa Tipografica de' Classici Italiani, contrada di S. Margherita, no 1118. Anno 1809. Volume primo. (Bibl. Univ. Gent Ar 2148, 20,6 × 12,6 cm., LIII + 370 blzz.) Portret door G. Benaglia, levensschets door Salvini. Bacco in Toscano (Bacchus in Toscaan) met zeer uitgebreide aanteekeningen, en een tafel van namen en van zaken. [1809 Redi]. Ibid., 1809. Volume secondo. (Ibid., 285 blzz.) Bevat: 112 Sonnetten, Giunta di varie poesie, Arianna inferma ditirambo met aanteekeningen, Altra giunta di varie poesie; etimologie italiane; lettera & sonetto, Lettera all' invenzione degli occhiali, indice. [1810 Redi]. Ibid., Anno 1810. Volume terzo. (Ibid., VIII + 492 blzz., platen.) Bevat: Esperienze generazione degl'insetti; osservazioni | |||||||||||||||||
[pagina 416]
| |||||||||||||||||
animali viventi; osservazioni pullicelli corpo umano; miglioramenti e correzioni. [1811 Redi]. Ibid., Anno 1811. Volume quarto. (Ibid., 491 blzz., platen). Bevat: Esperienze diverse cose naturali; osservazioni vipere; osservazioni Gocciole e fili di vitro; esperienze acqua; esperienze sali fattizi; esperienze vipere; lettere. [1811 Redi]. Ibid., Contrada del Cappuccio, Anno 1811. Volume quinto. (Ibid., 474 blzz.) Brieven. [1811 Redi]. Ibid., Anno 1811, volumo sesto. (Ibid., 408 blzz.) Brieven. [1811 Redi]. Ibid., anno 1811, volumo settimo. (Ibid., 484 blzz.) Brieven. [1811 Redi]. Ibid., anno 1811, volumo ottavo, (Ibid., 450 blzz.) Brieven. [1811 Redi]. Ibid, anno 1811, volumo nono. (Ibid, 507 blzz.) Consulti medici. | |||||||||||||||||
Uitgave van Florentië 1858.De verhandelingen op het gebied der natuurwetenschappen werden vereenigd in 1858 in een boekje te Firenze in 1858 verschenen: [1858 Redi]. Opuscoli di Storia naturale di Francesco Redi. Con un discorso e note di Carlo Livi. Fireuze, Felice Le Monnier, 1858. (Kon. Bibl. Brussel II 26416, 17,3 × 10,8 cm., XXXV + 479 blzz.) Deze hedendaagsche uitgave van de belangrijkste biologische verhandelingen van Redi bedraagt een opdracht gedagteekend Prato 29 maggio 1858 van Carlo Livi aan Antonio Bartolini, hoogleeraar te Pisa, eene voorrede, en de volgende verhandelingen: Waarnemingen over de adder (1-76), opzoekingen over het ontstaan der insecten, aan Carlo Dati (77-208), opzoekingen over verscheidene natuurlijke voorwerpen, aan Atanio Chircher (209-296), waarnemingen over levende diertjes die in levende diertjes zich bevinden (297-432), waarnemingen over de zieren van het menschelijk lichaam (433-452), en van de | |||||||||||||||||
[pagina 417]
| |||||||||||||||||
hand van Carlo Livi een geschiedkundige verhandeling getiteld Sull' Acaro della rogna (453-468). Eene lijst van zaken en van namen (469-478) eindigt de verzameling. | |||||||||||||||||
B. - Letterkundige werken.Bacco in Toscano, Ditirambo di Fr. Redi con le annotationi. Firenze 1685 in 4 (Niceron, Michaud, Hoefer, British Museum), Napoli 1687 in-8, 3e uitgave Firenze 1691 in 4, Roma 1716 in 8, 4e uitgave. Lucca 1728 in 8, Bologna 1748 in 8, ? 1784 in 8, Londra 1804 in 12, ? 1890 in 8 (Brit. Museum). In Opere 1712 III 336 blzz. met aanteekeningen en register. In Opere 1809 I 1-13 annotazioni et indice 35-370. Engelsche vertaling: Bacchus in Tuscany, a dithyrambic poem, from the Italian of F. Redi, by Leigh Hunt, London 1825 in 8 (British Museum). In dit gedicht wordt de beschrijving gegeven en de lof gemaakt van de wijnsoorten, die in Toscano worden bereid; in de aanteekeningen wordt, op zeer volledige wijze, alles wat andere schrijvers over het onderwerp geschreven hebben, vereenigd. Sonetti. Firenze 1702 in fo en in 12 (Niceron, Michaud, Hoefer, British Museum), Firenze 1705 in 12 (British Museum). Sonetti amorosi, Arezzo 1887 in 8 (British Museum). In Opere 1712 III 1-118. In Opere 1809 II 1-68, 241-243, 248-258. Onder de talrijke sonnetten die Redi na zijn dood heeft achtergelaten, heeft de groot hertog van Toscana een zestigtal laten verschijnen. In zijn boek over de Italiaansche dichtkunst spreekt zich Muratori zeer gunstig over deze sonnetten. Gedichten. Nizza 1781 in 8 (British Museum). Raccolta delle poesie, Londra, sivende in Livorno 1781 in 12 (British Museum). In Opere 1712 III, 119-151; 1730 VII, 64 blzz. In Opere 1809 II, 71-175. Brieven. De Lettere verschenen te Firenze in 1670 (Michaud, Hoefer), te Firenze 1724-1727, 2 boekdeelen, en 1779-1795, 3 boekdeelen (Michaud, Hoefer). In Opere 1712 II 221 blzz.; 1728 IV 467 blzz.; 1728 V 319 blzz. In Opere 1809 II 237-240, 244-247; 1811 IV 301-486; 1811 V 474 blzz.; 1811 VI 408 blzz.; 1811 VII 484 blzz.; 1811 VIII 450 blzz. Lettere non piu stampata a cose di lingua, 1758 in 4, 1768 in 12, 1770 in 4 (British Museum). Lettere, seconda edizione fiorentina accresciata, 3 tom. Firenze 1779-1795; uit het Latijnsch vertaald van A. Fabronius door P. Cianfagni (British Museum). Lettere, uitgegeven door D. Moreni, Firenze 1825 (British Museum). Lettere di vario argomento, 1841 in 4 (British Museum). | |||||||||||||||||
[pagina 418]
| |||||||||||||||||
De Lettere van Redi, waarvan eenige in de Mescolanze van Menage verschenen zijn, bevatten merkwaardige inlichtingen over natuur- en letterkunde. De Collection AcadémiqueGa naar voetnoot(3) geeft de Fransche vertaling van een zeker aantal brieven van Redi en van geleerden die met hem in briefwisseling waren, namelijk Platt, Cestoni, Lanzoni, Marchetti, Del Lapo, Nati, Steno. Le vite di Dante e del Petrarca scritte da Lionardo Aretino, cavate da un Manuscritto antico della Libreria di Fr. Redi, e confrontate con altri Testa a penna, Firenze 1672 in 12 (Niceron, Hoefer). De levenschetsen van Dante en van Petrarca, door Aretino opgesteld, werden aldus in 1672 door Redi in het licht gezonden. Etimologie italiane. Genova 1685 in fo (volgens Opere 1809 II). In Opere 1712 II 51 blzz. In Opere 1809 II 179-236. In alphabetische orde bewerkt, vinden wij hier de bijdragen van Redi aan het groot werk van Menage over den oorsprong van de Italiaansche taal. | |||||||||||||||||
C. - Wetenschappelijke werken.De wetenschappelijke werken van Redi hebben betrekking op de volgende onderwerpen:
| |||||||||||||||||
1. De uitvinding der oogbrillen.Lettera intorno all' invenzione degli occhiali scritta da Francesco Redi all' illustrissimo signor Paolo Falconieri. Con aggiunta in quaesta nuova Impressione. (Brief over de uitvinding der oogbrillen, geschreven door Fr. Redi aan den doorluchtigen heer Paolo Falconieri. Met een bijvoegsel over deze nieuwe uitvinding). Firenze 1678 in 4 (Niceron, Michaud, Hoefer, British Museum). In Opere 1712 II 119-128. In Opere 1809 II 257-265. In Philosophical Trans. 1683, 392. Fransche vertaling door Spon (Lyon) in Recherches curieuses d'antiquité. | |||||||||||||||||
[pagina 419]
| |||||||||||||||||
Het zou Spina van Pisa, overleden in 1313, die de oogbrillen zou gevonden hebben: ‘Frater Alexander de Spina vir modestus, et bonus quaecumque vidit, aut audivit facta, scivit et facere. Ocularia ab aliquo primo facta, et comunicare nolonte ipse fecit, et comunicavit corde ilari et violente.’ De ontdekking wordt gesteld tusschen 1280 en 1311. | |||||||||||||||||
2. De waarnemingen over de adder.Osservazioni intorno alle vipere, fatte dal signor Francesco Redi. Rivedute dall' Autore, e da lui scritte in una Lettera al signor conte Lorenze Magalotti, Firenze 1664 (Niceron, Michaud, Hoefer, British Museum). Paris 1666 (Niceron, Hoefer). Firenze 1686 (Niceron, Hoefer, British Museum). Napoli 1687 (British Museum). In Opere 1712 II, 1-61. In Opere 1811 IV 149-219. In Opere 1858, 1-51. [1685 Redi]. Ibid. (Na Experimenta, Amstelaedami 1685, blz. 153 248, Bibl. Univ. Gent HN 7692). In dat werk over waarnemingen over de adder, gedaan door den heer F. Redi, opnieuw bewerkt door den schrijver en geschreven in een brief aan graaf L. Magalotti, wordt bewezen dat het speeksel van de adder een vergift bevat dat ook werkzaam is als het dier dood is. Deze bewering werd in Frankrijk aangevallen door CharasGa naar voetnoot(4); het antwoord van Redi verscheen in 1670 in het volgende werk: Lettera sopra alcune opposizioni fatte alle Osservazioni intorno alle Vipere, Scritta alli signori Alessandro Moro e Abate Bourdelot sig. di Conde e di S. Leger. Firenze 1670 (Niceron, British Museum). Firenze 1685 (British Museum). In Opere 1712 II 67-96. In opere 1811 IV 223-256. In Opere 1858, 53-76. Latijnsche vertaling: [1675 Redi] Francisci Redi, Nobilis Aretini, Epistola ad aliquas Oppositiones factes in suas Observationes circa Viperas: Scripta ad D. Alexandrum Morum, & D. Abbatem Bourdelot, Dominum de Condé & de S. Leger. Ex Italica in Latinam translata. (Volgt op Experimenta circa res diversas naturales, Amsterdam 1675, Kon Bibl. Brussel M 3599, 52 blzz). | |||||||||||||||||
[pagina 420]
| |||||||||||||||||
[1865 Redi] Francisci Redi, Nobilis Aretini, Epistola de quibusdam Objectionibus contra suas De Viperis Observationes. Scripta ad Eruditiss. Viros Alexandrum Morum & Abbatem Bourdelot. (In Experimenta Amsterdam 1685, Bibl. Gent HN 7692, Blzz. 249-293). Brief met eenige opmerkingen over de waarnemingen over de adder, geschreven aan de heeren A. Moro en Bourdelot, heer de Condé en St-Leger. Redi antwoordt, met de aanhaling van zijne proefnemingen, op de aanvallen gericht tegen zijne Osservazioni intorno alle vipere van 1664.
In verband met de opzoekingen van Redi komt het volgend werk van Platt, dat in de volledige werken van Redi werd opgenomen en in 1673 verscheen: Lettera, d'alcune Esperienze intorno al veleno delle Vipere, Scritta al signor Arrigo Oldenburg, Segretario della Societa Reale di Londra, dal signor Tommaso Platt, gentiluomo inglese, Segretario della medesima lingua del Serenissimo Granduca di Toscana, etc. Es tratta dal 12 Giornale de Letterati di Roma dell' anno 1673. Hetgeen beteekent: Brief over eenige onderzoekingen betreffende het vergift van de adder, geschreven aan den heer A. Oldenburg, secretaris van de Royal Society of London, door den heer T. Platt, Engelschen edelman, secretaris in dezelfde taal van den doorluchtigen groothertog van Toscano, enz. Getrokken uit de 12 Giornale de Letterati di Roma van het jaar 1673. | |||||||||||||||||
3. Het ontstaan der insecten.Esperienze intorno alla generazone degl' insetti fatte dal signor Francesco Redi, e da lui scritte in una lettere al signor Carlo Dati. Firenze 1668 (Niceton, Michaud, Hoefer, British Museum), 3e uitgave 1674 in 4 (British Museum), Napoli 1687 in 8 (British Museum), 5e uitgave Firenze 1688 (Niceron, Hoefer). In Opere 1712 I, 204 blzz. In opere 1810 III 1-201. In Opere 1858, 77-208. Latijnsche vertaling: Amsterdam 1671 1686. Onderzoekingen betreffende het ontstaan der insecten gedaan door den heer Fr. Redi, en door hem geschreven in een brief aan den heer Carlo Dati. Deze verhandeling werd door Bonanni hevig aangevallen. [1671 Redi] Francisci Redi Patritii Aretini Experimenta circa generationen insectorum ad nobilissimum virum Carolum Dati. Amsterlodami, Sumptibus Andreae Frisii MDCLXXI. (Bibl. A.J.J.V., Kon. Bibl. Brussel M 3600, 8 lim. + 330 blzz. + elenhcus authorum + index rerum + 28 platen, 13,3 × 7,6 cm.). | |||||||||||||||||
[pagina 421]
| |||||||||||||||||
Dit stuk is waarschijnlijk de 1e uitgave; de 2e verscheen ook te Amsterdam, maar bij Wetstenius in 1686, en met een bijvoegsel van Lachmund. De inhoud der Experimenta en de figuren zijn dezelfde als in het werk van 1686. De titelprent is dezelfde als in de uitgave van 1686. Het boek wordt door den uitgever Frisius aan Petrus Coenissen opgedragen. [1686 Redi] Francisci Redi, Patricii Aretini, Opusculorum pars prior, sive Experimenta circa generationem insectorum. Ad Illustrem Virum Carolum Dati. Accedit J. Frid. Lachmund De ave diomedea Dissertatio. Amstelaedami apud Henricum Weststenium, M.D. CLXXXVI. (Bibl. Univ. Gent HN 769, 8 lim, + 216 blzz, + 28 platen 4 Elenchus Authorum + index rerum + 40 blzz. + index, 13,2 × 7,5 cm.). Vóór het titelblad bevindt zich een mooie titelprent verbeeldende het onderzoek der insecten: bovenaan ziet men de moeder natuur onder den vorm van een op kruiden zittende vrouw, die engeltjes bezig met vlinders te vangen bekijkt; onderaan onderzoekt eene zittende vrouw verscheidene voorwerpen met een miscroscoop. Rechtover de prent heeft een bewonderaar van het boekie met de pen geschreven: ‘In dit werkje vindt men een groot aantal van luizen door 't microscoop gezien en naar het leven afgebeeld zoo van menschen als beesten, welke afbeeldingen nergens zoo veelvuldig bijeen te vinden zijn. S. De Wind M. Dr., 1799’. Het boek, opgedragen door den uitgever Hendrik Wetstenius aan den Hollandschen hoogleeraar Paul Hermann, geeft de beschrijvingen van een aantal Pulexsoorten, met een vergrootglas onderzocht. Redi heeft door de proef bewezen dat de wormen die in de lijken ontstaan, niets anders zijn dan vliegenwormen, uit de eieren van vliegen gebroed; belet men de vliegen het vleesch te geraken, b.v. door een neteldoek, dan blijft bij de bederving liet vleesch van wormen gespaard. Redi herinnert zelfs die belangrijke verzen uit het Ilias (boek 19) als Achilleus het lijk van Patrocles bedekt ten einde te beletten dat de vliegen de kwetsuren bereiken, en aldus wormen doen ontstaan, die de verrotting begunstigen. De 4 bedoelde verzen worden in het Latijnsch overgebracht, als volgt: Timeo, ne mihi interea Mencetii fortem filium | |||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||
Redi besluit tot het niet bestaan van de zelfwording, hetgeen, voor zijn tijd, zeer vooruitstrevend is. Fransche vertaling: Expériences sur la génération des insectes. Collection Acad. partie étrang.,Ga naar voetnoot(5) tome 4, 1757, 415-463. In deze studie, herinnert Redi dat volgens de oudste wijsbegeerte de aarde de gemeenschappelijke moeder is van alles wat leeft: volgens Democrites was de mensch oorspronkelijk een kleine worm die door een trage ontwikkeling den menschenvoim kon nemen; de insecten waren door de aarde gevormd, die zelf uit de bederving was ontstaan, ofwel zij waren uit bedervende stoffen ontstaan, met de vereeniging met de universeele ziel, de ziel der elementen, de gedachten, het licht, de warmte, den invloed van hoogere lichamen, uit atomen samengestelde kiemen, enz. Harvey kwam tot het denkbeeld dat alles uit een ei ontstaat: ‘omne vivum ex ovo’. De aanteekeningen van Harvey werden ongelukkiglijk in de wantoestanden der burgeroorlogen verloren; vele belangrijke feiten, door Harvey vastgesteld, zijn aldus onbekend gebleven. ‘Ik zal de beweringen der philosophen niet bespreken, zegt Redi, ik zal alleen mijne gedachten eenvoudig uiteenzetten, met een overzicht der feiten waarop deze gedachten moeten gesteund zijn, een oordeel aan de geleerden overlatende’. Na een groot aantal proeven gedaan te hebben heeft Redi vastgesteld dat de aarde rechtstreeks noch plant, noch dier, noch insect heeft gevormd; de levende wezens vermenigvul- | |||||||||||||||||
[pagina 423]
| |||||||||||||||||
digen zich door middel van een echt zaad: ziet men dagelijks insecten uit bedorven vleesch, uit bedorven bloemen en vruchten ontstaan, dat is eenvoudig omdat de moeders een geschikte plaats gevonden hebben om de eieren of andere kiemen erin te leggen en dat het aanwezig materiaal het noodig voedsel aan de kleinen die uit die eieren of kiemen zijn ontstaan, verstrekt. Op zeer volledige wijze beschrijft Redi de ontwikkeling van de kleine wormpjes van de verrotting, hun vervorming tot poppen, en eindelijk tot vliegen. Door de voorzorgen welke jagers, slachters, kokken nemen om het vleesch tegen de vliegen te beschutten werd Redi sterk getroffen; dit gaf hem het grondgedacht zijne historische proeven te ondernemen. En aldus werden een aantal gezegden van geleerden tot het rijk der fabelen gebracht, namelijk dat, zooals Kircherus in zijn Mundus Subteranneus (lib. 12) vertelt, doode vliegen met een mengsel van water en honing besproeid en op warme asch verwarmd, aanleiding geven tot kleine wormen en vliegen, - dat volgens Scaliger de vliegen levendbarend het leven schenken aan kleine wormen, - dat in de Dierkunde van Sperlingius, de wormen niet uit vliegen, maar wel uit de uitwerpsels dezer vliegen die het zaad van vliegen als voedsel hebben genuttigd, ontstaan, - dat in de Gammarologie van Sachs en in de Afgoderij (boek XIV) van Vossius, de insecten van het Wurtembergsch gebied zich niet kunnen ontwikkelen, omdat de temperatuur te laag is, - dat volgens Kircherus wormen door zelfwording uit rundermest ontstaan, - dat Albergotti een bijenzwerm uit een paardeschedel heeft zien ontstaan, - dat Moufet in zijn Schouwburg der insecten vertelt dat men eens een horsel eene musch heeft zien vervolgen, deze kwetsen, dooden, en dan het bloed zuigen, hetgeen laat veronderstellen dat vleesch en bloed een bijzondere beteekenis hebben in de ontwikkeling der insecten. Een aantal proeven die de zelfwording moesten bevestigen werden opnieuw, in goede wetenschappelijke voorwaarden door Redi genomen, en werden verkeerd uitgelegd gevonden: de doode schorpioenen die opnieuw in het leven worden geroepen als de lijken met een uittreksel van koningskruid worden be vochtigd (Kircher), de eenden in toestand van verrotting onder mest die aanleiding geven tot padden (Porta), de tuinhagedissen die door bederven in adders zich omzetten (Theocrites), enz. | |||||||||||||||||
[pagina 424]
| |||||||||||||||||
Aldus besluit Redi letterlijk: ‘In een woord, al de waarnemingen door mij over dat onderwerp gedaan, hebben mij overtuigd dat het ontstaan van wormen in grassen, boomen en vruchten, niet een toevallig verschijnsel is, maar wel regelmatig en voortdurend, en dat de verschillende soorten wormen zich bijna alle in vliegende insecten veranderen, volgens de soorten’. En daarna beschrijft hij zeer nauwkeurig de geboortewijze en de gedachtenverwisselingen van de insecten die in vruchten woekeren, van de vlinders, van gallenbewoners, van leverwormen, van vliegende mieren. Aan het einde van zijne verhandeling meent Redi te moeten verklaren dat indien men vindt dat hij op sommige plaatsen op te vrije wijze de denkbeelden der groote geleerden van zijn tijd en van vroegere eeuwen heeft besproken, zijne openhartigheid geenszins van aard is om den eerbied voor deze geleerden te verminderen: het streven naar waarheid geeft aan eenieder het recht de gedachten te onderzoeken en te betwisten. | |||||||||||||||||
4. Het onderzoek van Indische natuurlijke voorwerpen.Experienze intorno a diverse cose Naturali, e particolarmente a quelle che ci son portate dall' Indie, fatte dal Signor Francesco Redi e scritte in una lettera al P. Atanasio Chircher Della Compagnia di Gesu. Firenze 1671 in 4 (Niceron, Michaud, Hoefer, Brit. Museum). Firenze 1686 in 4, Napoh 1687 in 8 (Brit. Museum). In Opere 1712, II, 132 blzz. In Opere 1858, 209-296. Onderzoekingen over verscheidene natuurlijke voortbrengselen, vooral over deze die uit Indië werden medegebracht, gedaan door den heer F. Redi, en medegedeeld in een brief aan Pater Atanasio Chircher, S.J. Fransche vertaling: Observations sur diverses choses naturelles, et particulièrement sur celles qu'on apporte des Indes. Coll. Acad. partie étrang., IV, 1757, 541-571. In deze verhandeling worden de meest uiteenloopende producten bestudeerd: steenen uit het hoofd van zekere slangen, tabak, krampvisschen, vruchten, hagedissen, vogels, spinnen, wortels, zaden. Telkens als het hem mogelijk is, zoekt Redi de vertelsels over deze producten aan een streng onderzoek te onderwerpen, in het belang van de waarheid. Aldus bewijst hij de nutteloosheid van een aantal vreemde geneesmiddelen. | |||||||||||||||||
[pagina 425]
| |||||||||||||||||
Deze producten waren door paters Franciscanen uit Oost-Indië aan het hof van Toscaan in 1662 medegebracht. Redi heeft in deze verhandeling op verscheidene plaatsen de vergissingen van Kircher aangaande Indische producten bewezen. De verdediging van Kircher verscheen in 1677 te Amsterdam onder den titel: [1677 Chircher] Prodomo Apologetico alli studie Chircheriam. Opere di Gioseffo Petrucci Romano, nella quale con un apparato di saggi diversi, si da prova dell'esquisito studio ha tenuto il Celebratissimo Padre Atanasio Chircher, circa il credere all'opinioni degli scrittori, si de tempi andati, come de presenti, e particolarmente intorno a quelle cose naturali dell' India, che gli furon portate, o referte da quei, che abitarons quelle parti. In Amsterdam, Presso li Janssonio-Waesbergi MDCLXXVII (Bibl. A.J.J.V., Titelplaat. 12 + 200 blzz., fig. 22,3 × 18,4 cm. Voorloopige rechtvaardiging van de werken van Kircher. Verhandeling van Joseph Petrucci van Roma, waarin, in medewerking van verscheidene geleerden, het bewijs wordt gegeven van de waarde der studie van den zeer beroemden Pater Atanas:o Kircher, betreffende het geloof en de gedachten der Schrijvers, van vroeger en van heden, en in 't bijzonder de natuurlijke voorwerpen die uit Indië werden medegebracht, of waarover door dezen die in deze streken gewoond hebben bijzonderheden werden verteld. Latijnsche vertaling: Amsterdam 1675, 1685; ook in Appendix 2e deel Ephem. Cur. Nat. 1675 (British Museum). In Niceron, Michaud en Hoefer leest men letterlijk: ‘Observations d'histoire naturelle, traduction latine, 3 vol. in 12, Amsterdam 1670-1688; in 12. Amsterdam 1686-1688; 3 vol. in 12 Leyde 1729. [1675 Redi] Francisci Redi, Nobilis Aretini, Experimenta circa res diverses naturales, speciatim illas, quae ex Indiis adferunter. Ex Italico Latinitate donata. Amstelodami, Sumptibus Andreae Frisii. MDCLXXV. (Kon. Bibl Brussel M 3599, 13,1 × 7,4 cm., 193 blzz. + index). Titelplaat verbeeldende eene vrouw bezig met een microscopisch onderzoek over natuurlijke voorwerpen haar door eene negerin aangeboden. Deze verhandeling wordt gevolgd door Observationes de viperis (111 blzz. + index), Epistola ad Morum et Bourdelot (52 blzz.), Observationes circa guttulas et fila ex vitro (blzz. 53-72). | |||||||||||||||||
[pagina 426]
| |||||||||||||||||
[1685 Redi]. Francisci Redi, Nobilis Aretini, Experimenta circa varias res naturales, speciatim illas Quae ex Indiis afferuntur. Ut & alia ejusdem opuscula, quae pagina sequenti narrantur. Amstelaedami apudr Henr. Weststenium. M.D. CLXXXV. (Bibl. Univ Gent H N 769, 151 blzz., 13,2 × 7,5 cm.). Dit 2e gedeelte bevat dezelfde titelprent als in het vorig boek. De inhoud bedraagt 4 mededeelingen, namelijk een brief aan Kircher over merkwaardigheden uit Indië, 2 brieven aan Magalotti en aan Morus en Bourdelot over de adder, eene verhandeling over glazen druppels en draden, en eene lijst van zaken, te samen 312 + 32 blzz. Hoe het komt dat het 2e gedeelte het jaartal 1685 draagt, en het 1e 1686, wordt uitgelegd door een paar regels onder den inhoud van het werk, rechtover de 1e blz. van het 1e deel: ‘Secunda hac editione ita emendata, ut nova plane versio dici mereatur’. | |||||||||||||||||
5. De waarnemingen over levende woekerdieren.Osservazioni intorno agli animali viventi che si trovano negli animali viventi. Firenze 1684 in 4 (Niceron, Michaud, Hoefer, Brit. Mus., Acta Lipsiae V 1686); Napoli 1687 in 8 (Brit. Mus.). In Opere 1712, I, 223 blzz. In Opere 1810, III, 203-435. In Opere 1858, 297-432. In de waarnemingen omtrent levende wezens die zich in levende dieren bevinden wordt de studie gemaakt van de wormen die in de spijsbuis van Microscosmus marinus woekeren.
Benevens talrijke waarnemingen van anatomischen en biologischen aard, onderneemt Redi in deze verhandeling eene reeks stelselmatige wetenschappelijke proeven om te bepalen welke stoffen voor aardwormen schadelijk zijn; aldus werkt hij met oliën, theriak, water, aloëuittreksel, kruidenuittreksels, suiker, zouten, kwikzilver, wijn, wijngeest, citroensap, druivensap, bloemenuittreksels, tabak, enz. Als geneesmiddel tegen woekerwormen noemt Redi de kwikzilververbindingen als de beste. | |||||||||||||||||
[pagina 427]
| |||||||||||||||||
In een andere mededeeling bestudeert Redi de zieren: Osservazioni intorno a pellicelli del corpo umano, altre volte publicate sotto'l nome del signor dottor Giorancosimo Bonomo. Met: Lettera del Sig. Diacinto Cestoni al Sig. Antonio Vallisnerieri. In Opere 1712, I, 28 blzz. In Opere 1810, III, 439-468. In Opere 1858, 433-452. De waarnemingen over de zieren van het menschelijk lichaam, vroeger in het licht gegeven onder den naam van den heer doctor G. Bonomo, zijn bevat in twee brieven, gedagteekend Livorno 18 Juli 1687 en Livorno 15 Januari 1710. In de Opere 1858 vindt men alleen den brief van 1687 van Redi die onder den deknaam van Bonomo schrijft. De Collection AcadémiqueGa naar voetnoot(6) bevat de Fransche vertaling van den brief van 18 Juli 1687 uit Livorno: Observations sur les cirons ou insectes de la peau des galeux, publiées sous le nom du Docteur Giovan-Cosimo Bonomo, dans une lettre adressée à Redi. Volgens een voetnoot van den vertaler werd de brief geschreven door Cestoni Miglioramenti e correzioni D'alcune Sperienze ed osservazioni del Signor Redi, fatte dal Signor Antonio Vallisnieri, e registrate dal Signor Dottor Girolamo Gaspari Veronese In Opere 1712, I, 19-54. In Opere 1810, III, 471-492. Deze aanvullingen en verbeteringen van eenige onderzoekingen en waarnemingen van den heer Redi, gedaan door den heer A. Vallisnieri, en met aanteekeningen voorzien door den heer Dr. G. Gaspari van Verona, volgen op de Osservazioni intorno a pellicelli. | |||||||||||||||||
6. De waarnemingen over het glas.Osservazioni intorno a quelle gocciole e fili di vitro, che rotte in qualsisia parte, tutte quante si stritolano. In Opere 1712, II, 97-107. In Opere 1811, IV, 259-268. De waarnemingen over de druppels en de draden in glas, die, als zij op een punt breken, gansch in brokjes uiteenvallen, werden in het Latijnsch vertaald: [1675 Redi]. Francisci Redi, Nobilis Aretini, Observationes, Circa illas Guttulas & fila ex vitro, quae, rupta in quacunque sui parte, peni tus atque penitus comminuuntur. Ex Ms. Italico Latinitate donatae. (Volgt op Experimenta circa res diversas naturales, Amsterdam 1675, Kon. Bibl. Brussel M 3599, blzz. 53-72). | |||||||||||||||||
[pagina 428]
| |||||||||||||||||
[1685 Redi]. Ibid. (Volgt op Experimenta 1685, Bibl. Univ. Gent HN 7692, blzz. 295-312.). Dat stuk is getrokken uit Esperienze intorno a diverse cose naturali van 1671, en werd opgenomen in het bijvoegsel van het 2e boekdeel der Ephemerides des Curieux de la Nature. | |||||||||||||||||
7. De waarnemingen over de zouten.Experienze intorno a Sali fattizi Firenze 1690 in 4 (Brit. Mus.), In Opere 1712, II, 129-138. In Opere 1811, IV, 281-290. In de onderzoekingen over de kunstmatige zouten beschrijft Redi de methoden om zouten uit kruiden, bloemen en vruchten te bereiden. | |||||||||||||||||
8. De geneeskundige aanteekeningen.Consulti medici di Francesco Redi. Firenze, 1726-1729, 2 vol. (Michaud, Moefer). Firenze 1726 in 4, Capolago 1831 in 8 (Brit. Museum). Consulti e opuscoli minori sceltic annotati da C. Livi, Firenze 1863 in 12 (Brit. Museum). In Opere 1728, VI, 339 blzz.; 1730, VII, 148 blzz. In Opere, 1811, IX, 507 blzz. Onderzoekingen betreffende het water dat men beweert plotseling ophouden te vloeien, evenals de bloedstroomen die uit een welkdanig deel van het lichaam worden gestort. Redi veroordeelt de styptische waters, welke men in dien tijd gebruikte om de wonden te verplegen; hij gaf het bewijs dat het benuttigen van zuiver water juist dezelfde uitslagen geeft. |
|