Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1927
(1927)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1061]
| |
Over de beteekenis van ‘Spel’ en ‘Spelen’ in de Middeleeuwen
| |
[pagina 1062]
| |
‘Item des voirscr. Dinxdages tot eenen spele op eenen zolre, dat min here ghinc sien, 8 sc.’
2/ Rekeningen van de graven van Holland. s. Jansdag nat. 1388-89
‘Item des sonnend. na Aghate, doe mijn here van Oesterwant, mijn vrouwe van Oesterwant ende mijn joncfrouwe tot sproefst huys aten, 2 sanghers, die daar voir minen here songhen, 2 gl. Item eenen anderen, die een speelkijn voir minen here seyde, 1 gl.’
3/ Rekeningen van de graven van Holland. Allerheiligen 1395. - Allerheiligen 1396. ‘Item mijns heren pertriseere bi mijns heren bevelens geg. 2 sc. Ende den gesellen uten... Hage die een spil gehadt hadden upter plaatsen, te hulpe te horen costen 4 nye gl.’
4/ Rekeningen van de graven van Holland. ao 1398-99
‘Op den vastenavont de ghesellen die in den Haghe voir miinre Here ende miire Vrouwen een spel gespeelt hadden in der zale, bi horen bevelen, gegeven, te verdrinken xx nije gulden.’
5/ Stadsrekeningen van Kortrijk. ao 1401-02
‘In 'shelich Sacramentsdaghe, ghesent Willemme van Senay en sinen ghesellen die ommeghinghen metten Sacramente en daar spelden een spel, vj cannen roets wijns, iix s. de canne, valent mits draghens lvj s.’
6/ Stadsrekeningen van Tielt. ao 1403-04
‘Den ghesellen die gespeelt hadden Groot-Vasten-avonde, up de Halle, anno xiiijc ende twee, 3 1. 18 s.’
7/ Stadsrekeningen van Dendermonde. ao 1403-04
‘Item gheschinct den ghesellen die de spele speelden up de Groet-Vastenavond ende de goede lieden verblijdden dats | |
[pagina 1063]
| |
te wetene den ghesellen van der Scelstraten ij cannen wijns, desghelike den ghesellen van der Savaenstraten ij cannen, den ghesellen van Keyzerlke ij cannen ende den kinderen van Greffeninghen ij cannen coste de stoep ij d. gr.’
8/ Rekeningen van Tielt. ao 1404
‘Den balliu, scoutheeten, scepenen ende meer andren ghesellen, vastenavonde up de Halle; ende ghesellen hadden gespeelt...’
9/ Audenaerde. Schuttersfeest ao 1408
‘Item zo wat ghezelscepe van eenre stede ghelijc vorseid es tscoenste, friste, solaeselijcste esbatement feeste spel ende solaes maken zullen binen der vorseide feeste gheduerende sonder dorperheit, zalmen gheven een zelverin semincle weghende een marck.’
B 1/ Rekeningen der Graven van Blois. ao 1363-64
‘Item omtrent den selven tijt te Bruesel, bi Willem, enen tumelaer, die voor mijns heren tafel speelde met eenen glase wijns, 4 sc...’
2/ Stadsrekeningen van Brugge. ao 1392-93
‘Item ghegheven eenen tumelare van Ingheland dewelke speilde voor de wet daer zij te gader aten ende andere diversen zangers ende menestruels in hovescheden te verdrincken, vj lb. xij s.’
3/ Rekeningen van de Graven van Holland. S. Nicolaesd. 1392. - Nieuwjaard. 1393
‘Item aan iij speelmannen, die voor mijn Heere speelden: d'een met een zwt, dat ander met een ghet'nc ende dat derde sanc, ij gulden.’
| |
[pagina 1064]
| |
4/ ibid. Allerheil. 1397 - id. 1398.
‘Item up St. Jansdach decoll., eenen knecht die voir mynenhere ende mire vrouwen up die tafel gespeelt hadde, geg. 1 Rijnsce guld.’
5/ ibid. S. Victorsdag 1399 - id. 1400.
‘Item upten eersten dach in Decembri, gegeven bi mijns heren bevelen, den twie speluden, die mitten glazen upten naze speelden, bi Berthelmeus, sproefts knechts, 2 gl.’.
6/ Stadsrekeningen van Brugge. ao 1405-1406
‘Ghegheven den ghezellen die up den groten vastenavond speilden achter de stede met zwerden’.
7/ ibid. - ao 1406-1407.
‘Item den xxvj sten dach van sporkele, up papen ende nonnen vastenavond, ghegheven den ghezellen van den Brouke ende ‘den ghezellen van Sinte Lauwereins spelende met zwerden, elken gheselscepe te verdrincken, iij s. gr.’
C 1/ Stadsrekeningen van Kortrijk. ao 1401-1402
‘In 'shelich Sacramentsdaghe, ghesent Willemme van Senaij en sinen ghesellen, die ommeghingen metten Sacramente en daar speelden een spel, vj cannen roets wijns, iix, s. de canne, valent mits draghene lvj, s.’
2/ Stadsrekeningen van Dendermonde. ao 1403-1404
‘Item vertheert op scepenen huus, ghelijc ghecostumeert es, bi mijnen here, de bailliu, bi scepenen ende hare dieneeren, up Groet Vastenavond, dewijle dat de jonghe lieden van der poort van Denremonde upde merci speelden, xxv den gr.’
3/ ‘Item gescinct den ghesellen die de spele speelden up de Groet Vastenavond ende de goede lieden verblijdden dats te wetene den ghesellen van der Scelstraten ij cannen wijns desghelike den ghesellen van der Savaenstraten ij cannen, den ghesellen van Keyserike ij cannen, ende de kinderen van Greffeningen. j eanne coste de stroep ij dgr...’
4/ Rekeningen van Gistel. ao 1403-04
‘Matthijs Barsin ende sijn ghesellen, van dat sij speelden | |
[pagina 1065]
| |
op ten Sacramentsdach voor thelich Sacrament, xij s.’
5/ Stadsrekeningen van Dendermonde. ao 1407-1408
‘Item, also ghecostumeert es van oudts dat te Vastenavond ende daervoren de jonghe lieden van der poort pleghen te speelne goede solacelike ghedichte spele omme de goede lieden van der poort te verblidene, elc wijc bi hem selven ende so zij best connen, omme den prijs te hebbene.’
6/ Stadsrekeningen van Kortrijk. ao 1413-1414
‘Den xxij- en dach in wedemaent, ghepresenteert den ghesellen van over Leye, van over Beke ende van binder stede die ter ordonnancen ghinghen ende speelden voor 't Sacrament up den Sacramentsdach, xij cannen wijns mits den draghene, vij 1; xij d.’
7/ Stadsrekeningen van Oudenaarde. ao 1413-1414
‘Item den Freren te hulpen tharen coste waert die sij hadden vanden spele ende habatement, die sij maecten ter eere vanden heleghen Sacramente, vj. 1; x s. pars... Item oec de goede lieden van Pamele, die met haren spele ende habatementen de processie verchierden, x stope wijns.’
8/ Stadsrekeningen van Aalst. ao 1451.
‘Item (op den zelven dag van der processie) speelden de ghesellen vander Pontstraten ende vander Soutstraten, elc op hen selven, zuverlike spelen met levende personaigen van diverssche santen en santinnen, hem-lieden ghegheven in hulpe tharen costen, iij 1.’
9/ ibid. ao 1455.
‘Op den dach vander voorseide processie, zo speelden de ghesellen vander steden diverssche spelen ende monstranchen op stellingen van gheestelïke materien ende met zuverlike levende personagen in elke straten, ghegheven hemlieden in hoofdscheden in hulpen thueren costen, te wetene den ghesellen vander Molenstraten xl s., item vander Pontstraeten xx s, item | |
[pagina 1066]
| |
vander Nieustraten xx s., item vander Capellestrate xx s., ende vander Cattestrate xl s., comt al te zamen vij p.p.’
10/ ibid. ao 1464.
‘Ghegheven den ghesellen vander stede van diversschen zuverliken figuren die sij toochden in huere straten op den heijlighen Sacramentsdach ende opden dach vander processien, xxxvij s.’
| |
Aanteekeningen.A 2/ Graven van Holland 1388-89
Deze vermelding is in zoover van bizonderen aard dat er maar van een persoon spraak is, ‘die een speelkijn... seijde’. Toch vinden we er geen bezwaar in dit ‘speelkijn’ voor een wezenlijk ‘spel’ te nemen dat dan als monoloog zou zijn voorgedragen, gelijk het lang het gebruik was voor de spelen van ‘Terentius’. Met dat voorbehoud nemen we de vermelding in de eerste reeks op.Ga naar voetnoot(1) A 6-8/ Tielt, 1402-1404
Deze twee posten vinden we wel de zwakste om wille van het alleen vage ‘ghesellen hadden gespeelt’.
A 9/ Andenaerde 1408
Eigenlijk bevat deze post geen enkele aanduiding die ons rechtstreeks aanbelangt. We halen hem alleen aan omdat hij wonderwel illustreert hoe de Middeleeuwer, ook bij louter spel en leute, op degelijker kost bedacht was. De uitnoodiging tot Let Audenaerdsch Schuttersfeest was overigens tweetalig ‘Item est assavoir que quele compagnie qui vienra de cité, de bonne ville fermée ou prévilégée comme dessus dit est, et | |
[pagina 1067]
| |
fera le plus bel jeu et esbatement sans vilonnie, aura un singe d'argent pesant vij marc.’ Prof. van Puyvelde (t.a.p./ 924) rangschikt den tekst onder de loutere verlustiging. Mogelijk. Echter zal het niemand verwonderen dat we niet noodzakelijke tegenstelling zien tusschen verlustiging en tooneelspel. C 1/ Kortrijk 1401-1402 We geven dezen post al onder A 5 omwille van de koppeling ‘ghesellen...; speelden...; eenspel’. Prof. van Puyvelde ziet daarin 'n gewone muziekuitvoering, en maakt dan vooral beroep op den post dien we verder onder C 6 geven, omdat 't daar heet ‘speelden voor 't sacrament’. Er moet echter aangemerkt dat bij C. 6 ‘speelden’ alleen staat. In den post die ons hier bezighoudt, zou ‘daer’ als plaatsaanduiding misschien wel op de geheele gemeente kunnen slaan, niet op de processie als zoodanig, t.t.z.: ‘daer’ kon wel iets van 'n stoplap hebben. C 3/ Dendermonde 1402-04 Komt voor onder A 7. - We herhalen hier den post omwille van het ‘ghesellen van der Straeten’ enz Dat aanduiden van straat en wijk geldt voor C 2. C 5. We geven toe dat die nadere bepalingen eenigszins op bloote verlustiging terugwijzen. Absoluut zeker is 't daarom nog niet... Nu nog spreken we van wijkpatronaten die ‘spelen’ zonder daarom ‘Vertooning’ te willen uitsluiten: wel integendeel.Ga naar voetnoot(1) C 5/ Dendermonde 1407-08 Wat voor sommigen een reden kon zijn om dezen post onder A te brengen: ‘te speelne... goede solacelike ghedichte spele’ heeft er ons juist van weerhouden; we voelden er anders zelf ook veel voor. Toch scheen het woord ‘ghedichte’ ons al te beperkend, omdat we de bepaling ‘ghedichte spele’ | |
[pagina 1068]
| |
in den zin ‘spel in verzen’ voor dit tijdstip min aannemelijk vinden. De verdere aangehaalde posten staan min of meer in verband met de Sacramentsprocessie. Van blz. 926 tot 935 geeft prof. van Puyvelde nog heel wat bij. Hij meent dat ‘dit spelen voor het H. Sacrament bezwaarlijk iets anders kan geweest zijn dan muziekspelen.’? Dat wil er bij ons zoo maar niet in. Zoo heel onbetamelijk is het nu toch niet dat er een mimographische, een choregraphische uitbeelding mee gepaard ga. Nu nog wordt in de H. Bloedprocessie te Brugge ‘geacteerd’ met het woord en met de daad. Overigens is het niet zoo duidelijk dat het ‘spelende’ optreden in de eigenlijke processie gebeurde. Wel integendeel meenen we dat er hier veel teksten kunnen (of: moeten) worden geïnterpreteerd zóó, dat ze ter hoogste als processie-tooghen - langs de straten - kunnen worden opgenomen. C̄ 7 en 10 zijn zelfs uitdrukkelijk op dat punt. Niets belet dan ten slotte er wagenspelen in te zien, levende tafereelen, met gesproken woord. Het mag dan alles op loutere ‘tooghen’ terugslaan; er mogen geschilderde tafereelen daarbij gebruikt zijn: voor ons schijnt het hoofdzaak dat al die processie-bedrijven vertooning waren in mindere of meerdere mate. We treffen er ‘verschierden, -speelden, -togheden...’ aan; nu eens één term afzonderlijk, dan weer samengekoppeld, als wou men er den nadruk op leggen dat het met eenige ‘aktie’ gepaard ging. Zelfs de wagen-toogen, het zij dan binnen of buiten de processie, langs de straten opgesteld, konden mimographisch opgevat en dan is allicht geen bezwaar dat de ‘tooghers’ mettertijd - wat al heel gauw kon gebeuren - het rolletje gingen aflezen dat ze tot dan toe als ‘scild’ hadden gedragen. En hoe losser de wagenvertooningen van de processie af waren, hoe gereeder ook het procédé kon aangepast. Eindelijk willen we nog eens wijzen op een paar bizonderheden die tot algemeene conclusies kunnen leiden. Alvast kunnen we op grond van de aangehaalde posten, een groot onderscheid maken tusschen spelen ‘tot verblidene’ en ‘stichtelike ende salaecelike spelen’, omwille van de telkens wederkeerende tijdsbepaling: Vastenavond eenerzijds; - H. Sacramentsdag en processie, anderzijds. 't Eerste geval, meer op verlustiging aangewezen, zal gereedelijk langs vastenavond-spelen om, tot gewoon tooneel leiden; 't tweede leidt | |
[pagina 1069]
| |
ons langs de processietooghen, wagenspelen en dies meer, tot een bepaald geestelijk spel: het Sacramentspel van Calderen, bij ons ‘'t Spel van den Sacramente vander Nieuwervaart’. Een betrekkelijk groot aantal gaan binnenshuis; andere doen dat terecht veronderstellen: bij deze laatste zouden we misschien best op tafelspeelkens, - dikwijls althans - kunnen denken. Als de rekenpost van Blois A 1 ‘upe eenen zoldre’ aanteekent moet daar niet noodzakelijk ‘binnen’ maar evenmin noodzakelijk ‘buiten’ worden gedacht: ‘zolre’ mag telkens zijn beteekenis ‘verheven plankenvloer’ behouden. De twee uitleggingen houden steek. Wij voelen nochtans meest voor ‘binnen’. Evenzoo voor de posten uit Tielt herkomstig: A 6 en 8, ‘Up de Halle’ kan zoowel op een binnenkoer als op een zaal terugslaan. Denken we er nu aan dat de Duitschers ook gewoon van ‘Spiele’ gewagen als ze ‘tooneel’ bedoelen; dat ons eigen spraakgebruk van nu, ondanks de veelzijdige beteekenis van het woord ‘spel’ - (spel houden, en spel gaan: voor dans, spel maken, voor rumoer en stoornis; spel, kortweg voor gewoon verzet) - en al zooveel voor ‘spelen’ - (immers kinderdoening, jokken, muziek maken) - daarom nog niet aan dubbelzinnigheid lijdt, integendeel, vrij vaste beteekenissen in den kontekst, en bij de koppeling van ‘spel - spelen’ algemeen ‘tooneel’, vooropzet, in zeer uitzonderlijke, en dan niet te betwijfelen gevallen, alleen op kinderpret zal slaan; dat veel van onze Middeleeuwsche teksten, die geen twijfel laten dat het over tooneel gaat - titels van wereldlijke spelen worden schier nooit gegeven - zich meestal vergenoegen met de vermelding ‘ghesellen’ (van der konste, van den spele, van der stede) en ‘spel’ zonder meer; dat de teksten onder A stelselmatig dezelfde koppeling ‘ghesellen’ met ‘spel’ en ‘spelen’ vertoonen zonder andere beperkende bepaling; dat die teksten eindelijk, over hetzelfde tijdperk voorkomen als gelijk welk andere die dan min duidelijk zouden zijn, of zelfs in ruimeren zin moeten geïnterpreteerd worden omwille van een of andere bepalingGa naar voetnoot(1); dan meenen we met recht te mogen | |
[pagina 1070]
| |
besluiten: dat het begrip ‘spel’ niet zoo heel dubbelzinnig is, maar dat de Middeleeuwen van meet af wel wisten te onderscheiden tusschen tooneel- en andere voorstellingen; de loutere koppeling ‘ghesellen’ - spelen - spel’ zou dan met recht mogen veronderstellen als aanduiding van wezenlijk tooneel. We hebben zorgvuldig de verschillende teksten van Prof. van Puyvelde getoetst. De meest representatieve, naar onze bescheiden meening, hebben we trachten te klasseeren, en we meenen dat misschienGa naar voetnoot(1) niet één van de door hem voorgebrachte posten aan onze schifting zou weerstaan. De vraag zou dan alleen zijn of zijn lijst een tamelijk volledig beeld geeft van wat ons is bewaard gebleven. | |
[pagina *1]
| |
Samenvattende Tafelvan Rekening posten.
|
|