Over Vertaalwoordenboeken
door Prof. Dr. J. Vercoullie, werkend lid
Prof. J. Vercoullie begint zijn lezing als volgt:
‘Ik heb de uitgave ondernomen van een Algemeen Ndl.-Fr. en Fr.-Ndl. Woordenboek, geraamd op 2 dl. van ± 1400 blz. ieder. Daarvan is reeds een vierde afgedrukt nl. de helft van het Ndl.-Fr. gedeelte (A-N of 672 blz.).
Uit het Alg. Wdbk. heb ik een Groot Wdbk. opgemaakt voor den “general reader” (570 + 714 blz.) en hieruit heeft een Gentsch schoolman een Zakwoordenboek getrokken. Beide zijn reeds in den handel.
Wegens de hooge kosten brengt de Uitgever het Alg. Wdbk. in afl. op de markt. Dit stelt me in de noodzakelijkheid om zoo spoedig mogelijk met mijn Voorrede voor den dag te komen.
Gewoonlijk schrijft men zijn voorrede als het boek af is.
Doch wat gebruikelijk is bij een werk dat in eens volledig verschijnt, past minder bij een werk dat in afl. verschijnt. Wie een boek in handen neemt, wordt toch geacht de Voorrede te lezen eer hij het boek inziet.
Over deze Voorrede nu wil ik het hier hebben.’
Hij zet dan met behulp van deze Voorrede uiteen, wat hij door een Vertaalwoordenboek verstaat, hoe hij zijn taak van lexicograaf heeft opgevat, en toont door talrijke voorbeelden hoe hij getracht heeft ze ten uitvoer te brengen.