Het nieuwe Hoogeschoolprogramma
door Prof. Dr. J. Vercoullie, werkend lid
Er is, zooals u wellicht bekend, een nieuw Hoogeschoolprogramma in de maak. Het komt na 37 jaar niet te vroeg. Het is ontworpen door Minister P. Nolf en, als ik het wel heb, reeds door den Senaat aangenomen. Maar Minister C. Huysmans schijnt een ander ontwerp in zijn portefeuille te hebben, zoodat alles weer van voren af aan te beginnen is.
Voor velen tegenwoordig, en ik reken me daar ook bij, moet een hoogeschoolprogramma steunen op de grondstelling van de vrije studiën, wel niet voor de candidatuur maar toch voor het doctoraat.
Dat is in Duitschland en Engeland altijd zoo geweest, en is, sedert het nieuwe statuut, in Nederland nu ook zoo. In Frankri daarentegen, het classieke land van de administratieve reglementeering, is alles tot in de puntjes vastgesteld.
In de candidatuur, waar aan de studenten de nieuwe weg moet gewezen worden dien ze opgaan, moet er een vast programma zijn, maar in de fac. van wijsbegeerte hebben ze veel te veel lesuren, vaak om te komen luisteren naar handboeken die zich zelf opzeggen. Men late hen die handboeken zelf bestudeeren, en men bespreke met hen den inhoud er van of hoe ze ontstaan zijn.
In het doctoraat moeten ze meer gelegenheid hebben om hun neigingen te volgen, en meer vrijen tijd voor eigen studie.
Het ontwerp Nolf beantwoordt aan die opvattingen niet. Het brengt een verzwaarde reglementeering. In het doctoraat blijven een reeks verplichtende vakken; wel heeft in sommige gevallen de student een vrije keus, maar wat is een keus van 4 vakken onder zes aangeduide anders dan een vermomde dwang.
Het stelsel Huysmans voldoet mij nog minder.
Het zou de programma's door de Universiteiten laten opmaken. Nu er zoo vele specialisten zijn, ieder met een klein leergangetje, en hun eigenliefde meebrengt dat ze willen dat hun leergang gevolgd wordt, zou het programma opgemaakt worden naar een spelletje van geven en nemen, waarbij de student het kind van de rekening zou zijn.