| |
| |
| |
III
Vak- en Kunstwoorden: Een vakwoordenlijst van de Garenspinnerij (met inbegrip van den Garenbleek enz., met opgave van de Fransche, Duitsche en Engelsche benamingen).
Prijs: 1200 fr.
Een antwoord is ingekomen, getiteld: Verklarend Nederlandsch en vertalend Vakwoordenboek der Nijverheid van het vlas en de andere Bastvezelplanten. Tweede deel: Spinnerij, weverij, wasscherij, bleek enz.
Kenspreuk: Vlasnijverheid II.
Worden tot leden van den Keurraad aangesteld: Prof. J. Vercoullie, Prof. L. Scharpé en Frank Lateur.
| |
Verslag van den Heer L. Claeys, die, op aanvraag van het Bestuur der Academie, welwillend op zich nam over het ingezonden prijsantwoord als vakkundige advies uit te brengen. Namens de Academie brengt het Bestuur hier nogmaals hulde aan de zorg welke de H. Claeys aan het werk heeft besteed, en zegt hem bij herhaling dank voor den dienst aan de Academie bewezen.
Bij een eerst overlezen van 't ingezonden werk, schijnt het wel, als zou de inzender min vertrouwd zijn met de vlasnijverheid (techniek) dan met de taalleer.
Zoo moeten we de leemte aanstippen van een aantal technische bewoordingen: de werktuigen en bijzonderlijk dezer onderdeelen aanduidende, - zooals zij bij de opeenvolgende nijverheidsbehandelingen en vervormingen van het vlas gebruikt worden.
Het schijnt ons eenigszins de samenstelling te zijn van eene bijeengebrachte reeks vakwoorden en benamingen, opgezocht in de verschillende opgesomde geraadpleegde ‘Idioticons’ en ‘Woordenboeken’. We denken hier even te moeten doen opmerken dat we, in deze opgesomde reeks, boeken en werken ontmoeten, over vele jaren uitgegeven.
Ze kunnen dus niet heel en al in aanmerking komen, om de technische benamingen weder te geven, van de zich steeds meer uitbreidende en vervormende tuigen, onderdeelen en werkwijzen, naar de zich immer meer uitbreidende opvattingen der moderne textielnijverheid en mechaniek-bouw opgevat.
De verklarende beschouwingen over de opgegeven techni- | |
| |
sche woorden, blijken ons ook eenigszins gegeven te zijn buiten eene grondige technische kennis.
Als voorbeeld zullen we letter A nemen en ‘woord na woord’ overzien, met de noodige aanmerkingen er neven:
Aanblauwen. |
= Blauwen. |
|
Men zou het even kunnen omkeeren en stellen: Blauwen = aanblauwen, doch daarmede zou een raadplegende lezer niets verder gevorderd wezen. Er zou moeten staan: |
|
‘De grauwe tint van ‘vezel’, ‘garen’ of ‘weefsel’ wegnemen, door ze te doordrenken met een ‘blauw-azuurachtig’ vocht. - |
|
Aandraaien. |
‘Beginnen te draaien’,... ‘nog meer draaien’... enz. is heel en al mis. |
|
Aandraaien is een technisch woord enkel bij spinnerij of weverij gebruikt om de ‘aanwribbeling’ (aanéénhechten door samen te draaien) van twee of meerdere draden, te beduiden. |
|
De Fransche vertaling hier aangegeven als; ‘attacher en tordant’ (en niet ‘en tournant’) is ongeveer juist. |
|
Doch er zou moeten staan: ‘rattacher’ voor de spinnerij. |
|
Voor de weverij gebruiken de Fransche technici bijna algemeen het woord ‘nouer’, - bijzonderlijk wanneer deze bewerking het aaneenwribbelen van 2 draden der ketting beduidt. De Engelsche vertaling: ‘twist to’ kan hier niet gelden, daar ze betrek heeft op het ‘twijnen’ der draden. - |
|
Er zou moeten staan: ‘to Knot’, zooals overigens de Engelsche technici het woord: ‘Knoter’ gebruiken, voor het toestel dat zelfwerkend deze bewerking uitvoert. |
|
Ook de Duitsche zeggen niet ‘Andrehen’, nog min ‘Anschnellen’ - dat technisch van geener waarde is - doch wel ‘Anknüpfen’. - |
|
Bovenstaande is ook toe te passen op de even daarop volgende woorden: |
|
‘Aandraaing’, - ‘Aaneendraaien’, - ‘Aaneendraaierij’, enz. - |
|
Aaneenfribbelen. |
Kennen we niet, doch wel: ‘Aaneenwribbelen’. - |
| |
| |
Aaneenleggen. |
Kan niet overeenstemmen met ‘Aanleggen’, van eene heel andere beteekenis. |
|
Zelfde aanmerking voor wat betreft: ‘Aaneenspinnen’, ‘aangieten’, ‘aangladden’, ‘aangommen’, ‘aanhaspelen’ enz. enz. |
|
Deze bewoordingen zijn feitelijk van geen gebruik, en technisch niet gekend. - |
|
Aanheften. |
beduidende ‘aanhechten’ blijkt me - als technische uitdrukking - onbekend. |
|
Aankaarden. |
Kan moeilijk te gelijk beduiden: ‘beginnen te kaarden’ of wel ‘vlijtig doorkaarden’. - |
|
Het woord op zichzelf genomen, is technisch van geen gebruik. |
|
Aankloppen. |
Immer zelfde opmerking: is technisch van geen gebruik. |
|
Wel wordt er gezgd: ‘het vlas kloppen’ doch niet ‘aankloppen’. |
|
De Engelsche vertaling ‘tawing’ is technisch niet heel juist. Men zegt gewoonlijk: ‘to beat’ of ‘to scutch’. |
|
Aanklossen. |
Even als: ‘klossen’ of ‘beginnen te klossen’ is van geen gebruik. |
|
Wel gebruikt men het naamwoord ‘klos’ als beduidende eene ‘kleine bobijn’ doch het werkwoord is onbekend. |
|
Nog immer zelfde opmerking over het zonderling overeenbrengen van dit woord met: |
|
‘Beginnen te klossen’ - ‘vlijtig doorklossen’ - ‘toeklossen’ - ‘doorklossen’ enz. Deze bewoordingen zijn in de technische taal van geener waarde, noch beteekenis. |
|
Aanlegschoot. |
Kan niet overeenstemmen met ‘aanlegband’ noch ‘aanlegdoek’. |
|
‘Aanlegschoot’ vertaalt men: ‘Façure d'amorce’ in 't Fransch, - ‘Einlasstück’ in 't Duitsch - ‘Feedcloth’ in 't Engelsch; - (Weverij). |
|
terwijl |
|
Aanlegband in de zin van ‘aanvoerdoek’ vertaald wordt als: ‘Tablier Alimentaire’, ‘Toile sans fin’ in 't Fransch, ‘Vorlegetuch’ in 't Duitsch, ‘Feed-cloth’ in 't Engelsch. - (Spinnerij). |
| |
| |
Aanlijmen. |
Immer dezelfde opmerking als voor: ‘Aanklossen’, ‘Aankloppen’, ‘Aankoorden’ enz. - Het is overigens zeer moeilijk ‘commencer à coller’ te doen overeenstemmen met: ‘se dépêcher en collant’ enz. |
|
Aanlikken. |
Zelfde opmerking. - Daarbij ‘lisser’ is in 't Engelsch niet te vertalen als: ‘to begin smoothing’ doch wel als ‘to glaze’. - |
|
Aanmangelen. |
Immer zelfde opmerking als voor: ‘Aanklossen’, ‘Aanlijmen’, ‘Aanlikken’,... enz. |
|
‘Mangelen’ is ook niet te vertalen door: ‘calandrer’ of ‘cylindrer’, welke heel andere bewerkingen beduiden, maar wel door: ‘mangler’ naar het Engelsche woord ‘to mangle’. |
|
Aanpappen. |
Is niet ‘sterker pappen’ maar wel: ‘sterken’ of ‘pappen’. - |
|
De Fransche vertaling is ‘encoller’ en niet ‘empeser’ dat ‘stijven’ beduidt. |
|
De Duitsche vertaling is: ‘Slichten oder Leimen’. - |
|
De Engelsche vertaling is: ‘to Size’, ‘to Dress’ en niet ‘to starch’ dat ‘amidonner’ beduidt. |
|
Aanstichten. |
Naar 't Duitsche woord ‘slichten’ bestaat niet als technisch woord, en is even stellig niet te vertalen als: ‘commencer à baser(?)’ - een technisch onbekend woord! Is het misschien ‘bassiner’? in 't Nederlandsch: ‘baden’. - |
|
Voor: ‘Aanspinnen’, - ‘Aanspoelen’, - ‘Aansterken’, - ‘Aanstijfselen’ enz. enz. moeten we immer verwijzen naar de bemerkingen reeds gedaan voor de voorgaande werkwoorden gevormd met het voorzetsel ‘aan’... |
|
Aanstrijken. |
Kan niet vertaald worden in den zin van: ‘Beginnen te strijken’ maar wel door wat de Franschen noemen: ‘enduire’. |
|
De mededinger heeft hier eene reeks aanduidingen overgeschreven betreffende het... strijksterbedrijf! wat, ons dunkens, niets te zien heeft met de vlas- noch textielnijverheid. |
|
Antwijnen. |
‘Toetwijnen’ enz... vallen onder zelfde aanmerking dan: ‘aanklossen’ - ‘aanlijmen’ - ‘aanlikken’ - enz. |
| |
| |
Aanvoer. |
is niet te nemen in den zin van: ‘transport’, ‘fourniture’, ‘adduction’ zooals de woordenboeken opgeven, maar wel als eene technische bewoording uit 't spinprocessus. - De vertaling moet zijn: |
|
‘Alimentation’ in 't Fransch; - ‘Vorlegen’ in 't Duitsch; - ‘Feeding’ in 't Engelsch. |
|
Aanvoerband. |
Is te vertalen als: ‘ruban d'alimentation’ en niet als: ‘ruban nourricier’! |
|
‘Aanvoerschoot’ is het echt technisch woord, te vertalen als: ‘Tablier alimentaire’ - ‘Vorlegentuch’ - ‘Feed-cloth’ or ‘Lap-table’. |
|
Aanvoerdoek. |
Zelfde opmerking als voor bovenstaande woord. Te vertalen: ‘Toile sans fin de l'alimentation’, - en niet ‘tablier nourricier’! - |
|
Aanvoerregulateur |
Is te vertalen: ‘Modérateur’ in 't Fransch; - ‘Abstellhahn’ in 't Duitsch; - ‘Regulatortap’ in 't Engelsch. - |
|
Aanvoerriem. |
Immer de zelfde opmerking: ‘Lanière d'alimentation’ en niet: - ‘nourricière’. - |
|
Aanvoertafel. |
Zooals hierboven: ‘Table alimentaire’; - ‘Einfuhrtisch’; - ‘Feed-table’. - |
|
Aanvoertoestel. |
De opvatting: ‘aanvoerbanden en aanvoerrollen zijn aanvoertoestellen’, is eene verkeerde opvatting. |
|
Het zijn enkel gedeeltelijke organen van heel een stel of tuig. |
|
Aanvoerwals. |
Is niet juist. ‘Walze’ is eene ‘Duitsche’ benaming. |
|
De Nederlandsche is ‘rol’, dus: ‘aanvoerrol’ ook nog ‘kalanderrol’ genaamd. |
|
‘Cylindre d'appel’ in 't Fransch. |
|
‘Einführ- oder Zugwalze’ in 't Duitsch. |
|
‘Calender - or Take-off roller’ in 't Engelsch. |
|
Aanvoerzijde. |
In 't Fransch: ‘Côté de l'alimentation’ en niet ‘Côté d'entrée’, in 't Duitsch: ‘Vorlegeseite’, in 't Engelsch: ‘Feed- or Lapside’. - |
|
Aanwasschen. |
Zie de bemerkingen over: ‘Aantwijnen’, ‘Aanklossen’, enz. |
| |
| |
Aanweeken. |
Immer dezelfde opmerking als voor ‘aanwasschen’ enz. |
|
De Fransche vertalingen: ‘commencer à tremper’ ‘tremper plus fort’ - ‘se dépêcher à tremper’ zijn niet overeentestemmen. |
|
Er zou moeten staan: ‘Activer le trempage’. |
|
Aanwinden. |
Zelfde opmerking als voor ‘aanweeken’, - |
|
De Fransche vertaling: ‘Attacher en enroulant’ is onjuist, er zou moeten staan: ‘Activer l'enroulage’ of ‘- l'enroulement’. |
|
Aanwribbelen. Aanwribbeling. |
Zie de aanmerking over: ‘aandraaien’. - |
|
Aanzeepen. |
Zie de aanmerkingen over: ‘aanwasschen’ - ‘aantwijnen’ - ‘aanklossen’ enz. |
|
Abaca garen. |
Kennen we als een soort: ‘Manilla-hennep’ garen, doch niet als: ‘Banaangaren’. |
|
Abaca doek. |
De ‘Abaca’ vezel wordt enkel tot heel grove draden versponnen, welke bij ‘mat’- en ‘vlecht’-werk gebruikt worden. |
|
Er kan hier geen spraak zijn van ‘doek’ opgevat volgens de Fransche benaming ‘toile’. |
|
Achtdraadsch. |
Uit acht draden ‘samengedraaid’ of ‘getwijnd’ en niet... ‘ineengedraaid’. |
|
De Franschen zeggen ‘8 bouts’, en niet: ‘8 fils’. De Engelschen ‘8 ends’ ook soms: ‘8 fold’. |
|
Afbinding. |
Te vertalen als ‘Ligature’ en niet: ‘Liage’ waarvan ‘Abschnur’ 't Duitsch en 't Nederlandsche woord: ‘Kruising’ is; ‘Teasband’ in 't Engelsch. - |
|
Afbleeken. |
Is enkel te verstaan als: ‘het bleeken te eindigen’, ‘achever de blanchir’, en niet: ‘opbleeken’, ‘uitbleeken’, ‘zeer veel bleeken’ enz. ‘se hâter de blanchir tout’ enz. |
|
In 't Duitsch: ‘Abbleichen’. |
|
In 't Engelsch: ‘to finish’, ‘to end the bleaching’. |
|
Afgladden. |
Kennen we niet als technisch woord. |
Afgladding. |
Kennen we niet als technisch woord. |
Afhaspelaar. ster |
Kennen we niet als technisch woord. |
| |
| |
Afhaspelen. |
Kunnen we aannemen als beduidende: ‘achever le devidage’ doch niet als: ‘finir de devider’. In 't Duitsch: ‘Abhaspeln’. |
|
In 't Engelsch: ‘to end the reeling’. |
|
Afhaspen. |
Is onjuist. - Dit werkwoord bestaat niet. |
Afhasping. |
Is onjuist. - Dit naamwoord bestaat niet. |
|
Afhechten. |
Technisch kennen we deze uitdrukking niet. |
|
Afjagen. |
Technisch kennen we: ‘stoom afblazen’; doch niet: ‘water afjagen’ beduidende ‘afwateren’. Men zegt: het water ‘aflaten’, ook nog: ‘Stoom aflaten’. |
|
Afkaarden. |
Kan verstaan worden als: ‘achever, finir de carder’ doch niet als: ‘carder tout’ of ‘carder beaucoup’. |
|
‘Sich(!) abkrempeln’ is niet aan te nemen, ‘Abkrempeln’ is voldoende. |
|
In 't Engelsch: ‘To finish, to end the carding’, en niet: ‘to fatigue one's self by carding’! |
|
Afkammen. |
Kunnen we aannemen als: ‘achever de peigner’, doch niet als ‘peigner tout’,.... beaucoup! |
|
Afkloppen. |
‘.... ook als ‘uitkloppen’ is onjuist, en niet aan te nemen; dit bedoelt twee zeer verschillende bewerkingen. |
|
In 't Fransch: ‘achever de battre’. |
|
In 't Engelsch: ‘to end the beating’ en niet: ‘Tawing’. - |
|
In 't Duitsch: ‘Abklopfen’ en niet ‘Sich Abklopfen!’ |
|
Afklopping. |
Zelfde aanmerking als hierboven. |
|
Afklossen. |
Zie onze aanmerking over ‘afhaspelen’. |
|
Afkloenen. Afkluwenen. |
Zijn ‘gewest-bewoordingen’, doch niet als technische uitdrukkingen aan te nemen. |
|
Aflevering. |
‘Débit’ in 't Fransch = ‘Ablieferung’ in 't Duitsch, ‘Spreading’ in 't Engelsch. |
|
Afleveringscylinder. |
Gelijk gesteld met afvoerrol, is niet heel en al juist. |
|
In de spinnerij gebruikt men immer het woord cylinder voor kleiner ronde organen, terwijl men ‘rol’ gebruikt voor zwaarder organen. |
| |
| |
|
Te vertalen als: ‘Cylindres débiteurs-réunisseurs’, in 't Fransch; - ‘Ablieferungwalze’ in 't Duitsch, - ‘Front boss cilinder’ in 't Engelsch. |
|
Aflijmen. |
Immer zelfde aanmerking als voor: ‘afklossen’, ‘afhaspelen’, enz. |
|
Aflikken. |
Is geen technische uitdrukking. Door het Fransche woord ‘lisser’ verstaat men immer: ‘glanzen’. - B.v.B. De ‘glansmachien’ heeft als Fransche benaming: ‘Lissoir’. - In 't Duitsch: ‘Glattmaschine’, - in 't Engelsch: ‘Glazing-machine’. |
|
Afloogen. |
Immer zelfde bemerking als voor: ‘Aflijmen’, ‘Afklossen’, enz. enz. |
|
Afloop |
De Duitsche benaming is: ‘Abflus’ en niet: ‘Ablauf’; in 't Engelsch ‘Sink or Sewagedrain’, - ‘To run down’ en ‘flowing down’ is hier niet toe te passen, en wordt meest gebruikt bij het afloopen van een riem, kabel enz. b.v.b. ‘the belt runs down’. |
|
Afloopkraan. |
Is als technisch woord in 't Fransch over te brengen door: ‘Robinet de Vidange’, en niet ‘Pissotte’ dat waarschijnlijk een ‘gewest-woord’ is. |
|
De Engelsche vertaling ‘Outlet-cock’ kennen we niet, doch wel ‘Delivery-tap’, - ‘Outletlap’. |
|
Afmangelen. |
is niet te vertalen als: ‘finir - achever de calandrer’ maar wel als ‘achever de mangler’. Mangelen is te vertalen: ‘Mangler’ in 't Fransch, - ‘to Mangle’ in 't Engelsch, - ‘Mangeln’ in 't Duitsch. - |
|
Afneemcylinder. |
is 't echt technisch woord niet. Gewoonlijk zegt men: ‘Afvoercylinder’, te vertalen als:
‘cylindre-délivreur’ in 't Fransch,
‘Abzug-walze’ in 't Duitsch,
‘Delivery-roller’ in 't Engelsch. |
|
Men heeft echter ook bij den kleinenkaardtrommel: de ‘Afnemer’ of ‘Voortrommel’, te vertalen:
‘Peigneur-déchargeur’ in 't Fransch;
‘Streichtrommel’ in 't Duitsch; |
| |
| |
|
‘Doffing-roller’ in 't Engelsch. |
|
Afneemtrommel. |
Zie bovenstaande aanteekeningen. |
|
Afneemwals. |
‘Wals’ is geen Nederlandsch’, doch een verbasterd Duitsch woord. |
|
Afpappen. |
Immer zelfde opmerking als voor ‘Afklossen’ ‘Aflijmen’, ‘Afloogen’ enz. |
|
Afpapping. Afraffelen. |
Immer zelfde opmerking. Kunnen niet als technische woorden aanschouwd worden. |
|
Afrekken. |
Immer dezelfde opmerking, bijzonderlijk voor wat de aanduiding betreft: ‘Alles rekken wat te rekken valt!’ - ‘Oprekken’ enz. |
|
Afschiften. |
Kennen we niet als technisch woord, 't is waarschijnlijk een gewest-woord’. |
|
Ook ‘Afslooven’ ‘Afslooveren’ kennen we niet als technisch woord. Misschien is 't eene vervorming van ‘afsloopen’ - ‘démantibuler’ une époule, une bobine. |
|
Afsloven is, ons dunkens, eerder te nemen in den zin van ‘zich uitputten’, - ‘zijn werk- of denkvermogen uitputten’. |
|
Afslaan. |
Is niet te vertalen als: ‘détourner’, maar wel als ‘dépointer’. |
|
Afslagdraad. |
Is niet een ‘afgeslagen draad!’ doch bij 't spinnen een over 't spintuig gespannen stalen draad, welke de gesponnen draden ‘af’ of ‘naar omlaag’ slaat of drukt. |
|
Afslichten. |
Is eene vervorming van 't Duitsche woord ‘Schlichten’, doch 't is ons als Nederlandsch technisch woord, onbekend. Het technisch woord is ‘sterken’ d.w.z. de draden, door 't inwrijven of ‘indrenken’ met pap ‘sterker’ maken. |
|
Afslichting. |
Zelfde aanmerking als hierboven. |
|
Afslooveren. Afsloovering. |
Zie onze aanmerking over ‘afschuiven’. |
|
Afsluiven. Afsluwen. |
Zijn ons niet bekend als technische woorden. |
|
Afspinnen. |
Het ‘4o’ ‘Ook uitspinnen’ is niet aan te nemen |
|
Afspoelen. |
Immer zelfde opmerking voor: ‘gedaan maken met spoelen’. |
| |
| |
|
‘Ook uitspoelen’ is niet aan te nemen. |
|
De Fransche uitdrukking: ‘achever de bobiner’ is niet juist, daar ‘spoelen’ als ‘épouler’ vertaald moet worden. |
|
De Engelsche: 4o ‘spool very much’ is niet aan te nemen. |
|
In 't algemeen zeggen de Engelschen: ‘to cop’, ‘to pirn’ en niet ‘to spool’. |
|
Afspoelen. |
In den zin van ‘rincer’ is het juist hierboven opgegeven woord ‘uitspoelen’, nu aan te stippen. |
|
Afstijfselen. |
Immer zelfde opmerking als voor: ‘Afklossen’, ‘Aflijmen’ enz. |
|
Afstroopen. |
In den zin van ‘reinigen’, ‘kuischen’ - ‘débourrer’, is te vertalen: ‘Nettoyer’, -
‘débourrer’ in 't Fransch;
‘To clean, to stripp off’ in 't Engelsch; ‘Pützen, Aùsstossen’ in 't Duitsch. - ‘Abstreifen’ is geen technisch woord. |
|
Afstroopborstel. |
Zelfde opmerking als hierboven. |
|
Afstroppen. Afstropping. |
Zijnde: ‘gelijk aan ‘afstroopen’ en ‘afstrooping’, - is eenigszins moeilijk om aan te nemen als hebbende: eene gelijkvormige beteekenis. |
|
Aftappen |
In 't Fransch vertaald als: ‘saigner’, kennen we technisch niet. |
|
Aftapventil. |
Is technisch onbekend. - ‘Ventil’ is de Duitsche benaming voor: ‘klep’ in 't Nederlandsch; ‘soupape’ in 't Fransch; ‘valve’ in 't Engelsch. |
|
Aftrekrol. |
‘Gelijk aan ‘afvoerrol’. We kennen enkel de benaming ‘afvoerrol’ als de goede. |
|
Aftweernen. |
‘Gelijk aan aftwijnen’, is technisch niet bekend. |
|
We vinden er echter het vervormde woord ‘Zwirnen’ (Duitsch) in terug. |
|
Aftwijnen. |
Immer zelfde opmerking evenals bij voorgaande gevormde woorden met het voorzetsel: ‘af’. De verschillende beduidingen als: ‘gedaan maken met twijnen’, - ‘alles afdoen wat te twijnen valt’, - ‘zeer veel twijnen’, kunnen |
| |
| |
|
niet samengaan, als hebbende ééne zelfde en gelijke beteekenis. |
|
Aftwijning. |
Ook ‘aftweerning’. - Zelfde aanmerking als hierboven. Overigens technisch: onbekend. |
|
Afval. |
In de ‘Textiel-nijverheid’, immer in een algemeenen zin aangenomen. |
|
‘Voorbereidingsafval’, ‘twijnafval’ enz. zijn even, naar de omstandigheden, gevormde samengestelde woorden. |
|
‘Bourre’ is te vertalen door ‘Vlok’ of ‘Pluk’ en niet door afval. Bijzonderlijk is dit woord van gebruik in de zijdespinnerij: ‘Bourre de soie’, in 't Nederlandsch: ‘Vlok-zijde’, en ‘Flocksseide’ in 't Duitsch. |
|
Afvalrijk. |
Kennen we technisch niet. |
|
Afvalspinnerij. |
In 't Fransch immer aangeduid als: ‘Filature de carde-fileuse’ en het van afval’ bekomen garen: |
|
‘Carde-fileuse (fil de -)’. |
|
In 't Engelsch: ‘condenser carding’; |
|
In 't Duitsch: ‘Vorspinnkrempeln’; |
|
In 't Nederlandsch: ‘Spinkaarden’. |
|
Afvalwerk. |
Afval: ‘heede’, is te vertalen als: Déchet d'étoupes’, - ‘Tow’ in 't Engelsch, - ‘Hede’ in 't Duitsch. |
|
Afvezelen. |
Kennen we niet, doch wel: ‘uitvezelen’ (b.v.b. een weefsel uitvezelen), en beter nog: ‘ontvezelen’. - B.v.b. een schorsschil ontvezelen. |
|
In 't Fransch: ‘défibrer’; |
|
In 't Duitsch: ‘Zerfasern’, ‘Entschalen’; |
|
In 't Engelsch: ‘to decorticate’. |
|
|
We denken dat bovenstaande aanmerkingen betreffende letter A (verklarend en vertalend gedeelte) voldoende zullen wezen om het - bij de inleiding - gegeven oordeel te staven en te rechtvaardigen. |
| |
| |
Wat nu de ontbrekende bewoordingen betreft, zoo laten we hieronder eene volledige reeks benamingen volgen bijzonderlijk betreffende de: ‘plant’, ‘vezel’ en ‘vlasbouw’.
Deze lijst is, tot nader begrip, in overeenstemming te brengen met wat het mededingend werk enkel daarover opgeeft.
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
A |
|
|
B. |
|
|
Bast. |
Ecorce, Gousse. |
Hülse. |
Pod, Rind, Bark. |
Bastcel. |
Cellule de l'écorce. |
Bastzelle. |
Bark-cell. |
Bastvezel. |
Fibre de l'écorce. |
Bastfäser. |
Bark-fibre, -bundle. |
Bevezeld. |
Fibreux, Garni de fibres. |
Befasert, Mit Fäser. |
Fibrillous, Filamented, Fibrillated. |
Bladvorm. |
Feuillé. |
Blättchenartig. |
Leafy, Lamelliform. |
Bovenste zuilcel, zaadvlies. |
Cellule supérieure, Epiderme. |
Epithelzelle. |
Epithelial cel. |
Buigzaamheid. |
Flexibilité. |
Biegsamkeit, Gesmeidigkeit. |
Flexibility. |
Buisvorming. |
Tubulaire, Tubuleux. |
Röhrenförmig. |
Tubular. |
Buisvorming. |
Structure tubulaire. |
Röhrenstruktur. |
Tubularstructure. |
Buitenhout. |
Bois extérieur, Epiderme. |
Oberhaut |
Epidermalwood. |
Bijvormig. |
Forme asciteuse. |
Flaschenförmig. |
Ascidiformous. |
Buitenhoutachtig. |
Epidermique. |
Epidermisartig, Oberhautartig. |
Epidermoïdal. |
|
C. |
|
|
Celaardig. |
Cellulaire. |
Zellenartig. |
Cellular. |
Celachtig. |
Celluleuse. |
Zellänlich. |
Cellulosity, Celloïd. |
Cellen voorzien (Met) |
Cellulé. |
Mit Zellen verschen. |
Cellulated. |
Cellulose. |
Cellulose. |
Cellulose. |
Cellulose. |
Celvormig. |
Celluliforme. |
Zellenform. |
Cellularform. |
Celvormige afval. |
Déchets ou dépôts cellulaires. |
Zellige Ablagerungen. |
Cellular deposits. |
Celvorming. |
Formation celluleuse. |
Zellbildung. |
Cellformation. |
|
D. |
|
|
Darmvormig. |
Forme de boyau. |
Schlauchform. |
Gutform, Ascidiform. |
Doorschijnende zelfstandigheid. |
Matière transparente. |
Durchscheinende Substanz. |
Tranparent substance. |
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
Doorsnede (Dwars). |
Coupe transversale. |
Querschnitt. |
Transverse section |
Doorsnede (Lengte). |
Coupe longitidunale. |
Langdurchschnitt. |
Longitidunal section. |
|
E. |
|
|
F. |
|
|
Fijn vezelachtig. |
Finesse fibreuse. |
Feinfäserig. |
Fibrine. |
|
G. |
|
|
Garf, Schoof. |
Gerbe. |
Garve. |
Sheaf. |
Gekerfde uiteinden. |
Bouts déchiquetés. |
Ausgezackte Enden. |
Jagged ends. |
Gekruld. |
Frisé. |
Gekräufelt. |
Crisped, Curled. |
Gelijkvormigheid. |
Uniformité. |
Gleichförmigkeit. |
Uniformity. |
Gerimpeld uitzicht. |
Apparence ridée. |
Eingeschrumpftes oder Runzeliges ausschen. |
Shrivellend Appearance. |
Glans. |
Lustre. |
Glanz. |
Gloss. |
Grof vezelachtig. |
Fibres rugueuses. |
Grobfäserig. |
Roughfibrous. |
Groot vezelig. |
Fibres longues (à...). |
Grossfäserig. |
Large fibre. |
|
H. |
|
|
Houtachtig. |
Ligneux. |
Hölzern. |
Ligneous. |
Houtachtige zelfstandigheid. |
Substance ligneuse. |
Verholzte substanz. |
Lignified substance. |
Hout-cellulose. |
Cellulose du bois. |
Holzzellstof. |
Wood-cellulose. |
Hulsel, Scheede. |
Gaîne. |
Scheide. |
Sheath. |
|
I. |
|
|
Innerlijke cel. |
Cellule interne. |
Innenzelle. |
Inner cell. |
|
J. |
|
|
K |
|
|
Kern. |
Noyan. |
Kern. |
Pith. |
Knolvormige aanwas. |
Gonflement bulbeux. |
Zwiebelförmige Anschwellung. |
Bulb-shaped entasis. |
Korte wortelvezels. |
Fibres courtes de la racine. |
Kurze Wurzelfäserchen. |
Short fibrilla. |
Kruidaardig. |
Herbacé. |
Krautartig. |
Herbaceous. |
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
M. |
|
|
Mergachtige cel. |
Cellule médulaire. |
Markartige Zelle. |
Medulary cell. |
Microscopisch uitzicht. |
Apparence microscopique. |
Mikroskopisches Ausschen. |
Appearence under the microscope. |
|
N. |
|
|
Netvormig weefsel. |
Tissu à mailles. |
Nessförmiges Gewebe. |
Reticulum tissue. |
|
O. |
|
|
Omhulsel. |
Enveloppe. |
Ueberzug. |
Wrapper. |
Omkleedsel. |
Gaîne. |
Futteral, Scheide. |
Sheath. |
Omkorste cel. |
Cellule incrustée. |
Inkrustierte Zelle. |
Incrustated cell. |
Omkorstende zelfstandigheid. |
Matière incrustante. |
Inkrustierende Substanz. |
Incrustaceous. substance. |
Ondoordringbaar. |
Imperméable. |
Undurchdringlich. |
Impervious. |
Opgeloste vezel. |
Fibre dissoute. |
Aufgelöste Faser. |
Lignified fibre. |
|
P. |
|
|
Pelletje. |
Pellicule. |
Häutchen. |
Pellicle. |
Plantencel. |
Cellule de la plante. |
Pflanzenzelle. |
Vegetable cell. |
Plantenslijm. |
Mucilage. Gluten. |
Schleimartig. Pflanzenleim. |
Mucoîd. Gloy. |
Plantensap. |
Suc de plante. |
Pflanzensap. |
Vegetable sap. |
Plantaardige vezel. |
Fibre végétale. |
Vegetabilischer Faser. |
Vegetable fibrin. |
|
Q. |
|
|
R. |
|
|
Roedevormig. |
Vergé. |
Stabformig. |
Rod-shaped |
Ruigharige granen. |
Graines velues. |
Samenhaar. |
Seed-hair. |
|
S. |
|
|
Salpeterachtige zelfstandigheid. |
Matière nitreuse. |
Stickstoffhaltige Substanz. |
Nitrogenous substance. |
Schoof, garf. |
Gerbe. |
Garve. |
Sheaf. |
Schors. |
Ecorce. |
Rinde. |
Rind, Corticle, Bark. |
Schorsachtige zelfstandigheid. |
Matière corticale. |
Rindenartige Substanz. |
Cortical substance. |
Schorscel. |
Cellule corticale. |
Rindenzelle. |
Cortexcell. |
Schorshout. |
Charrion. |
Schalenhaut. |
Charion. |
Schorslaag. |
Couche Corticale. |
Rindenschicht. |
Cortex. |
Schorsvormig. |
Cortical. |
Rinderförmig. |
Corticiform. |
Schil. |
Ecale, Cosse. |
Schale, Schote. |
Pod, Shell. |
Slijmvezel. |
Fibre mucilagineuse. |
Schleimcellulose. |
Mucous fibre. |
Slijmhout. |
Bois mucilagineux |
Schleimhaut, Schleimfasser. |
Muco-cellulose. |
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
Spilvormig. |
Fuselé. |
Spindelförmig. |
Fusiform. |
Spleet. |
Fissure. |
Spalte. |
Fissure. |
Soort, Verscheidenheid. |
Variété. |
Abart. |
Variety. |
Stengel. |
Tige. |
Stengel. |
Vascular. |
Stengelrijk. |
Tiges touffues. |
Gefässreichtùm. |
Vascularity. |
Stengelvezel. |
Fibre de la tige. |
Stengelfäser. |
Vascularfibre. |
Stengelvormig. |
Forme de tige. |
Gefässbildung. |
Vasculiform. |
Stroo-cellulose. |
Cellulose de la paille. |
Strohzellstoff. |
Strawcellulose. |
Stijfselachtig. |
Amylacé. |
Starkeärtig. |
Amyloïd. |
|
T. |
|
|
Tandige randen. |
Bords dentelés. |
Zackige Ränder. |
Ragged edges. |
Tandvormig. |
Dentelure. |
Sägeformig. |
Serration. |
Tusschenruimte. |
Interstice. |
Zwischenräume. |
Interstice. |
|
U. |
|
|
Uitgestrekt. |
Allongé. |
Langgestrekt. |
Elongated. |
Uitzetbaarheid. |
Dilatabilité. |
Dehnbarkeit. |
Tensibility. |
|
V. |
|
|
Vastheid. |
Fermeté. |
Festigkeit. |
Strength. |
Veerkracht. |
Elasticité. |
Elasticität. |
Elasticity. |
Verbrokkelbaar. |
Friable. |
Zerbröckelnd. |
Friable. |
Vetwasachtig. |
Adipeux. |
Fettwachsartig. |
Adipocerous. |
Vezel. |
Fibre. |
Faser. |
Fibre, Staple. |
Vezelachtig. |
Fibreux. |
Faserartig. |
Fibrous, Filamentary. |
Vezelaardigheid. |
Qualité fibreuse. |
Faserige Beschaffenheit. |
Fibrousness. |
Vezelcel. |
Cellule fibreuse. |
Faserzelle. |
Fibrocellule. |
Vezelcelachtig. |
Fibre cellulaire. |
Faserzellartig. |
Fibrocellular. |
Vezeling. |
Filamentation. |
Faserung. |
Fibrillation. |
Vezelloos. |
Sans fibre, Nonfibreux. |
Faserlos. |
Fibreless. |
Vezelstofachtig. |
Filamenteux. |
Faserstoffartig. Faserhaltig. |
Fibrinous. |
Vezeltje. |
Fibrille, Filament, Brin. |
Fäserchen. |
Fibril, Filament. |
Vezelvlies. |
Membrane fibreuse. |
Faserhaut. |
Fibrous-membrane. |
Vezelvormig. |
Filamenteux. |
Faserförmig. |
Fibriform. |
Vezelwortel. |
Racine fibreuse. |
Faserwurzel. |
Fibrillated-root. |
Vezelweefsel, Vezelstof. |
Tissu filamenteux. |
Fasergewebe. |
Fibrous-tissue. |
Vlasvezel. |
Fibre lineuse. |
Flachsfaser. |
Flax-harl, Flaxstaple, Flax-fibre. |
Vlechtsel. |
Tresse. |
Flechte. |
Weed |
|
Vochtmeetbaarheid. |
Hygroscopique. |
Hygroskopicität. |
Hygroscopicity. |
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
W. |
|
|
Wasdom. |
Croissance, Structure. |
Struktur. |
Structure. |
Wasloos. |
Sans structure. |
Strukturlos. |
Structureless. |
Weefselvormig. |
Tissure. |
Gewebe-änlich. |
Web-like. |
Werkelooze zelfstandigheid. |
Substance inerte. |
Untätige Substanz. |
Inert substance. |
Wortel-vezeltje. |
Fibrille de la racine. |
Fäserchen der Wurzel. |
Fibrilla. |
|
Z. |
|
|
Zaadhuisje. |
Capsule. |
Kapsel. |
Capsule. |
Zaadstengel. |
Tige grenue. |
Narbiges Gefäss. |
Pitted vessel. |
Zaadvezel. |
Fibre graineuse. |
Samenfaser. |
Seed-fibre. |
| |
| |
Wat nu betreft: het ‘roten’ alsook de eerste bewerkingen dat het vlas, ten velde en bij de vlasbouwers zelf ondergaat, - zoo geven we hieronder - nogmaals voor vergelijking - de algemeene technische en, bij de verschillende behandelingen, meest gebruikte benamingen:
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
A. |
|
|
Afspoeling in water. |
Rinçage à l'eau. |
Abschwenken in Wasser. |
Rinsing in water. |
Afval bij 't breken (Leemen). |
Déchets du broyage. |
Schäbe. |
Awn, Chaff-Boon. |
|
B. |
|
|
Bevochtigen, Dampen. |
Humidifier. |
Batschen, Einweichen. |
To damp. |
Breken. |
Broyer. |
Brechen, Botten. |
To Beat, to Break. |
Breker. |
Broie, Machoire, Brisoir, Chevalet, Tillotte. |
Brecher, Handbrecher, Brechbank. |
Breaker, Softener, Beater, Brake. |
|
C. |
|
|
D. |
|
|
Dauwroting. |
Rouissage à la rosée. |
Tauröste. |
Dewretting. |
Dubbele roting. |
Double rouissage. |
Doppelröste. |
Double-retting. |
|
E. |
|
|
F. |
|
|
G. |
|
|
Gehekeld vlas. |
Lin serancé. |
Gehechelter Flachs. |
Hackled flax. |
Geknobbeld vlas. |
Lin noueux. |
Flachsknoten. |
Flax-bolls. |
Gemeen vlas. |
Lin commun. |
Schlieschlein. |
Common flax. |
Gesneden vlas. |
Lin coupé. |
Geschnitter Flachs. |
Cutled flax. |
Gezuiverd vlas. |
Lin expurgé. |
Purgierlein. |
Purging flax. |
|
H. |
|
|
I. |
|
|
In bundels binden. |
Ligature, Lier en bottes. |
Aufdocken. |
Bundling. |
|
K. |
|
|
Kort vlas |
Lin court. |
Kurzflachs. |
Cutflax. |
Koud-water roting. |
Rouissage à l'eau froide. |
Kaltwasserröste. |
Cold-water retting. |
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
L. |
|
|
Laat vlas. |
Lin tardif. |
Spätflachs. |
Late flax. |
Landroting. |
Rouissage à terre. |
Landröste. |
Land-retting. |
Langvlas. |
Lin long. |
Langflachs. |
Long flax. |
Lange en fijne vezeling. |
Fibre fine et longue. |
Lang- und feinfäseriger. |
Long and fine fibrous. |
Leie roting. |
Rouissage en Lys. |
Leiröste. |
Lys-retting. |
Lente of vroeg vlas. |
Lin printannier. |
Lenzlein. |
Spring or early flax. |
Lucht gedroogd. vlas (In de). |
Lin séché à Pair. |
Lufttrockner. Flachs. |
Air dried line or flax. |
Luchtroting. |
Rouissage à l'air. |
Luftröste. |
Air-retting. |
|
M. |
|
|
Meerschroting. |
Rouissage sur pré. |
Grunröste. |
Grass-retting. |
|
N. |
|
|
O. |
|
|
Opgeschoten vlas. |
Lin élancé. |
Klanglein. |
Spring-flax. |
Ongedorscht vlas |
Lin non battu. |
Dreschlein. |
Unthrashed flax. |
|
P. |
|
|
Put- of stilstaand water-roting. |
Rouissage à l'eau stagnante ou de puits. |
Röste in stehender Wasser oder Schlam. |
Pond-retting. |
|
Q. |
|
|
R. |
|
|
Roten (Ook wel rotten in sommige vakboeken)? |
Rouir. |
Rotten. |
To ret. |
Roten (Het) |
Rouissage. |
Das Rotten. |
Retting. |
Rotingput. |
Fosse de rouissage, Routoir. |
Röstegrube. |
Retting pit. |
Roting-stelsels. |
Méthodes de rouissage. |
Röste- oder Rottearten. |
Steeping or retting-methods. |
Ruwvlas. |
Lin brut. |
Roher Flachs. |
Rawflax. |
Ruwvlas (In stroo). |
Lin en paille. |
Strohflachs. |
Straw-flax. |
|
S. |
|
|
Scheikundige roting. |
Rouissage accéléré. |
Schnellröste. |
Chemical retting. |
Stoomroting. |
Rouissage à la vapeur. |
Dampfröste. |
Steam-retting. |
|
T. |
|
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
U. |
|
|
Uitgespreide vlaslaag. |
Couche de lin étendu. |
Hingebreite Flachs. |
Couch of flax. |
Uitspreiden voor 't drogen. |
Etendre pour sécher. |
Liegen auf der Breite. |
To spread for drying. |
V. |
|
|
Vlasachtig. |
Lineux. |
Flachsartig. |
Flaxen. |
Vlasbalen. |
Sacs à lin. |
Flachs-ballen. |
Flax-kirtles. |
Vlasband. |
Ligature du lin. |
Flachsverband. |
Flax-ligature. |
Vlasbereider. |
Préparateur du lin. |
Flachsbereiter. |
Flax-dresser. |
Vlasbereiding. |
Préparation du lin |
Flachsbereitung. |
Flax-dressing. |
Vlas binden. |
Lier le lin. |
Flachs binden. |
To bind flax. |
Vlas bouwen. |
Cultiver le lin. |
Flachs bauen. |
To raise flax. |
Vlasbouw, Het vlasbouwen. |
Culture du lin. |
Flachsbaù. |
Flax-growing, -cultivation or -raising. |
Vlasbreker. |
Broie à lin, Brisoir. |
Flachsbrecher. |
Flax-breaker. |
Vlasbreken, -zwingelen. |
Broyer, Ecanguer le lin. |
Flachsbrechen, -riffeln. |
To brake, to peel flax. |
Vlashekelaar. |
Seranceur de lin. |
Flachshechelner. |
Flax dresser or rippler. |
Vlas hekelen. |
Serancer le lin. |
Flachs hecheln. |
To dress or to ripple the flax. |
Vlashekeling. |
Serançage du lin. |
Flachsriffelnung, -hechelnung. |
Flax dressing or rippling. |
Vlas kloppen. |
Battre le lin. |
Flachs schlagen. |
To scutch flax. |
Vlaskwaliteiten. |
Qualités de lin. |
Flachs- oder Leinqualitäten. |
Line-qualities. |
Vlaslint. |
Filasse de lin. |
Flachslint. |
Flaxlint. |
Vlasroote. |
Rouissage du lin. |
Flachsröste. |
Flaxretting. |
Vlassenwerk. |
Etoupes de lin. |
Flachsheede. |
Flax-tow. |
Vlasstreng. |
Tresse de lin. |
Flachssträhn. |
Flax-tress. |
Vlas ter meersch. |
Lin sur pré. |
Wiesen Flachs. |
Purging flax. |
Vlasveld, Vlasgaard, -akker. |
Champ ou culture de lin. |
Flachsacker, -land. |
Flax field, -plot, -land. |
Vlietend-water roting. |
Rouissage à l'eau courante. |
Röste in fliessendem Wasser. |
Flowing-water-retting. |
Voorbereid vlas. |
Lin préparé. |
Zubereiter Flachs. |
First crop flax. |
|
W. |
|
|
Warmwater roting. |
Rouissage à l'eau chaude. |
Warmwasserröste. |
Warm-water-retting. |
Watt'sche roting. |
Rouissage de Watt (Procédé). |
Watt'sche röste. |
Watt's retting. |
Wintervlas. |
Lin hivernal ou tardif. |
Winterlein. |
African or Winterflax. |
|
X. |
|
|
Y. |
|
|
Z. |
|
|
Zwingelen. |
Ecanguer. |
Brechen, Riffeln. |
To brake, to peel. |
Zwingelaar. |
Ecangueur. |
Flachsriffelner, -brecher. |
Flax peeler. |
| |
| |
Ten slotte zullen we nog de bij de werktuigkundige en technische behandelingen gebruikte bewoordingen onderzoeken en nogmaals als proefletter: ‘A’ nemen.
De ontbrekende technische en werktuigkundige bewoordingen laten we hieronder volgen:
Voor de andere overige letters stellen we graag het (in handschrift) door ons opgemaakt technisch woordenboek ter beschikking, dit tot nadere beoordeeling.
A
|
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
Aa. |
|
|
Aangeven (Draden). |
Remettre les fils. |
Zureichen (Garn-). |
To serve the threads. |
Aangever. |
Remetteur. |
Zureicher |
Server. |
Aangroeiende gaap. |
Foule progressive, Pas progressif. |
Zunehmendes Fach. |
Gaining shed. |
Aanlaadsel, Bekorsting. |
Incrustation, Tartre, Sédiment. |
Kesselstein, Ueberzug. |
Incrustation, Lining, Sediment. |
Aanleg-, Drijfkant van de riemschijf. |
Côté de commande. |
Antriebseite. |
Gearing-end. |
Aanvoerarm. |
Levier de l'alimentation. |
Zuführ-hebel. |
Feed-lever. |
Aanvoerkraan. |
Modérateur. |
Abstellhahn. |
Regulator-tap. |
Aanvulling. |
Emplissage. |
Anfüllung. |
Filling-in. |
Aanwijzer. |
Indicateur. |
Anzeiger. |
Indicator. |
Aanzetten van een kracht (Het-) |
Impulsion d'une force. |
Antrieb einer Kraft. |
Impulsion of a power. |
Aardappelmeel. |
Farine- ou Fécule de pommes de terre. |
Kartoffelmehl. |
Potato-flour. |
Aardappelstijfsel. |
Fécule pour apprêts. |
Kartoffelstärcke. |
Potato-starch. |
Achterperscilinder. |
Cylindre de pression d'arrière. |
Hintere Drückcylinder. |
Back pressing-roller. |
Achterriet. |
Peigne d'arrière. |
Hinterrieth. |
Back-reed. |
Achterroede. |
Barre d'arrière. |
Hinterstange. |
Back-bar. |
Achterrol. |
Cylindre d'arrière. |
Hinterwalze. |
Back-roller. |
Achterste cylinderdrager. |
Support pour le cylindre d'arrière. |
Hintere cylinderlagerung. |
Back-roller bearing. |
Achterste leirol. |
Rouleau porte-fils. |
Streichrolle. |
Back conductingroller. |
Achterste lintaanvoerroede. |
Tige ‘guide-ruban’ d'arrière. |
Hintere Bandeinfuhrstange. |
Back sliver-rod. |
Achtertang. |
Presse d'arrière. |
Hinterzange. |
End-screw. |
Achteruitrijden - (des wagens). |
Sortie (du chariot). |
Ausfahren. |
Drawing-out. |
Afbandsel. |
Ligature, Pienne. |
Abschnur. |
Tease-band. |
Afkammer (voortrommel). |
Peigneur de la carde. |
Abnechmer-walze. |
Doffer, Doffingroller. |
| |
| |
Nederlandsch |
Fransch |
Duitsch |
Engelsch |
Afk. |
|
|
Afkamstelsel met schuif. |
Mouvement d'enlèvement à ‘glissière’. |
Gleitung, Abnehmvorrichtung. |
Slide-doffing motion. |
Afkoeler. |
Réfrigérant, Condenseur. |
Kühlapparat, Condensator. |
Cooling-vat, Condenser. |
Afkoelhevel. |
Siphon condenseur, Purgeur. |
Condenstopf. |
Steamtrap. |
Aflevering-cylinders, -rollen der aanlegmachien |
Débiteurs-réunisseurs de l'étaleur. |
Ablieferungs-Abzugwalzen einer anlegemaschine. |
Front-boss roller, -cylinder of a spreader. |
Afloopopening. |
Orifice d'écoulement. |
Austrittsöffnung. |
Nozzle. |
Afnemer (Kleme kaardtrommel-) |
Déchargeur (de la carde). |
Abnebmer (Streichtrommel-). |
Fillet. |
Afslagketting. |
Chaîne de dépointage. |
Abschlagkette. |
Backing-off chain. |
Afslagmes. |
Couteau du briseur |
Kernfanger. |
Mote-knife. |
Afsluitingskraan. |
Robinet d'arrêt. |
Absperrhahn. |
Stop-cock. |
Afstand der cylinders. |
Ecartement des cylindres. |
Zuglange, Entfernung. |
Pitch. |
Afstand der spillen. |
Ecartement des broches. |
Teilung (Spindeln-) |
Gauge of the spindles. |
Aftrekken van 't garen (Het). |
Levée du fil. |
Hübabnehmen. |
Doffing the pirns. |
Afwindspoel. |
Caunette à dérouler. |
Lauf-, Abrollspule. |
Moveable-, Rolling pirn. |
Afwisselend. |
Alternatif. |
Abwechselnd. |
Changing. |
Afwijking. |
Déviation |
Ablenkung. |
Deflection. |
Aluinen. |
Aluner. |
Alaunen. |
To alun. |
Aluining. |
Alunage. |
Das Alaunen. |
Aluning. |
Anker (dyname) |
Induit. |
Anker. |
Armature |
Arm voor Baskuultoestel. |
Levier poui mouvement à Bascule. |
Stande für Umdrehungsbewegung. |
Stay for reversingmotion. |
Arm voor spoelvormer. |
Conformateur, Levier du façonneur. |
Winderhebel für Kötzerbildner. |
Faller-leg for shaper. |
Asbest, steenvlas. |
Asbeste. |
Asbest. |
Asbestos. |
As der aanvoertafel. |
Axe de la table lattée. |
Welle zum Antriebe. |
Block-shaft. |
As der schroef zonder einde. |
Axe de ‘vis-sansfin’. |
Schneckeuwelle. |
Wormwheel-shaft. |
As met persband. |
Axe avec collet. |
Zapfen mit Hülsen. |
Collar-shaft. |
As van den uitsteker (Uitkammer der duigen). |
Axe du mouvement de débourrage (des chapeaux) |
Auspütz kammwelle. |
Stripping combshaft. |
As van 't bascuultoestel. |
Axe du mouvement à bascule. |
Reversirwelle. |
Reversing-motion shaft. |
As van 't differentiaal toestel. |
Axe du mouvement différentiel. |
Welle für differentiaal Getriebe. |
Jack-shaft (on the differential motion). |
| |
| |
| |
Eerste verslag: Prof. J. Vercoullie.
De artikelen van dit Vakwoordenboek lijken goed gebouwd. De stof schijnt me ook volledig behandeld. Eenige detailopmerkingen heb ik op het handschrift aangeteekend.
Het ligt buiten de prijsvraag, dunkt me, om andere, vreemde planten, nevens het vlas te behandelen. Maar als men samenstellingen geeft van abelmosch, agave, aloë enz., moeten de enkelvoudige woorden ook besproken worden.
Etymologische verklaringen mogen niet te hooi en te gras gegeven worden, maar volgens een bepaald stelsel, b.v. alleen wat in Van Wijk's of mijn Woordenboek niet voorkomt.
De bibliographie moet hermaakt worden. Plaats en jaar zijn doorgaans achterwege gebleven; maar, wat erger is, de titels van werken in vreemde talen worden dikwijls in het Nederlandsch gegeven.
Doch blijkens het zoo nauwkeurig en degelijk verslag van den heer L. Claeys is het duidelijk dat de auteur van Van Zaad tot Draad zijn wetenschap uit boeken gehaald heeft, zonder practische kennis van het vak te bezitten en zonder in staat te zijn om de gegevens van de gewone verklarende woordenboeken te controleeren.
Daarom lijkt het niet mogelijk zijn werk voor een bekroning voor te stellen.
| |
Tweede verslag: Prof. Dr. L. Scharpé.
Na kennisneming van het Verslag van Prof. Vercoullie en van de opmerkingen van den heer Claeys over het ingezonden werk, kan ik niet aarzelen mij aan te sluiten bij het advies van den eersten verslaggever. Ik meen er een enkele opmerking te moeten bijvoegen: af en toe heeft de inzender woorden opgeteekend bij welke de heer Claeys aanstipt dat hij ze niet kent als technisch woord, en meent dat het waarschijnlijk gewestwoorden zijn (zie: Afschiften).
Het spreekt wel van zelf dat sommige woorden - hoewel tot het tecbnisch vocabularium behoorende - toch niet overal in gebruik zijn. Ook die woorden dienen natuurlijk opgenomen. Maar het zou wenschelijk zijn dat bij elk opgenomen woord, dat niet tot de algemeene vaktaal behoort zooals die reeds vastgelegd is in bepaalde werken, zou vermeld worden waar het gehoord werd en opgeteekend, en wanneer.
| |
Derde verslag: Frank Lateur.
Sluit zich aan bij de verslagen van de HH. Vercoullie en Scharpé.
|
|