te laten verloren gaan. Daar het beste en kortste middel daartoe de bekroning van het werk beteekent, dient het ook, den gewonen regels ten spijt, bekroond te worden...
Ik sluit me dus aan bij den eersten verslaggever. Maar evenals hij moet ik er nadruk op leggen dat het Idioticon niet kan gedrukt worden in den vorm in den welken het ons is voorgelegd. Op eenige punten moet hier de aandacht gevestigd worden.
1o De schrijver zal een of ander practisch stelsel moeten kiezen om de uitspraak aan te geven en naar mijne meening is het eenvoudigste het beste: zoo b.v. iets in den aard van het door ons medelid Is. Teirlinck voor het Zuid-Oostvlaamsch gebruikte stelsel.
2o Verder hoef ik hier niet te herhalen wat mijn collega prof. Vercoullie aangaande de bijvoegsels, enz., verlangt; ik kan volstaan met te zeggen dat ik het daarmee volkomen eens ben. Aangaande de aanhalingen zal ik nog opmerken dat de aangegeven datums overal die van het oorspronkelijke en niet van de gedrukte teksten zouden moeten zijn, althans waar een groote afstand tusschen de twee bestaat. Zoo is Dagb. van Gent 1901 een van 1447 tot 1470 dagteekenende handschrift door Fris in 1901 uitgegeven!
3o Vele uitdrukkingen en spreekwoordelijke gezegden zijn niet specifisch Gentsch. Het is wel de moeite waard aan te teekenen dat ze ook Gentsch zijn, maar de enkele vermelding is dan genoeg. Waar men die echter in een ouder Gentsch geschrift aantreft, missen ze in den regel elke bewijskracht: ze zijn geene getuigen van het Gentsch maar van het Nederlandsch taalgebruik.
4o Onder de termen van Franschen oorsprong, die in deze geschriften gevonden worden, zijn vele ‘stadhuiswoorden’ die nooit in levend gebruik zijn geweest. Daarentegen zijn hoopen Fransche woorden in Gent nog dagelijks in gebruik. Eene duidelijke scheiding tusschen deze twee klasse van bastaardwoorden is volstrekt noodzakelijk.
5o Bij het gelijkstellen van een dialectwoord met een term uit de algemeene taal wordt hier en daar tegen de wetten der afleiding of der etymologie gezondigd. Rekkewijd is niet van rechtwijd, maar staat in verband met rekken of nml. rec. Reesem en zijn Gentsch equivalent riëdsel zijn verschillende woorden: de d (of beter t) voor de s wijst op Franschen invloed (rets, réseau) eerder dan op eene verwantschap met rijgen (dit laatste is voor reesem waarschijnlijk).
Ten slotte moet ik nog opmerken dat de inzender niet alleen in vele gevallen een dialectisch gekleurd Nederlandsch schrijft -, wat vooral in een Idioticon moet vermeden worden