Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1923
(1923)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 333]
| |||||
Vergadering van 20 Juni 1923.Waren aanwezig de heeren: Prof. J. Vercoullie, bestuurder, Prof. Dr. J. Mansion, onderbestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren: K. de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Ad. de Ceuleneer, G. Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, O. Wattez, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Mr. L. Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, K. van de Woestyne, Dr. J. Persyn, Dr. M. Sabbe, Mej. M.-E. Belpaire en Herman Teirlinck;
de heer F.-V. Toussaint van Boelaere, briefwisselend lid.
De E.P.J. Salsmans S.J., briefwisselend lid liet zich verontschuldigen.
* * *
De Bestendige Secretaris leest het verslag van de Mei-vergadering; het wordt goedgekeurd.
* * *
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door den heer H.-J. Eymael, buitenlandsch eerelid: Eeniqe noodzakelijke verbeteringen en toelichtingen in mijn tweede uitgave van Hofwijck (Overdruk uit Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. Dl. XLII, afl. I.)
Door Dr J.-F.-M. Sterck, buitenlandsch eerelid, te Haarlem: Hoofdstukken over Vondel en zijn Kring. Met prenten en facsimile's, verzameld door Dr. J.-F.-M. Sterck, inspecteur van het Lager Onderwijs in de inspectie Haarlem, eerelid der Koninklijke Vlaamsche Academie. Amsterdam, 1923.
Door Kan. Dr J. Muyldermans, werkend lid: De Gids, 1872. Recueil des représentations, protestations et réclamations faites à S.M.I. par les Représentants & Etats des Provinces des Pays-Bas Autrichiens. 5e et 6e partie du premier Recueil, 3e et 5e partie du deuxième; 11e et 13e Recueil. Z. pl. 1787. | |||||
[pagina 334]
| |||||
Door Dr. L. Goemans, bestendig Secretaris:
Instructions pédagogiques générales, adressees au personnel enseignant des établissements d'instruction moyenne. (Fransch en Vlaamsch).
Door Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, werkend lid: Bibliotheek der Jonge Landbouwster onder leiding van Dr. Jan Lindemans, bestuurder van 's Rijks Hooger Normaal Instituut voor Landbouwhuishoudkunde te Laken. - Handboek der Menschenvoedingsleer door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool van den Staat, Bestuurder van het Chemisch en bacteriologisch Laboratorium der stad Gent. (De uitgave, geplaatst onder de bescherming van het Ministerie van Landbouw, werd goedgekeurd door den Hoogeren Verbeteringsraad van het Landbouwonderwijs).
Door Dr. M. Sabbe, werkend lid. Ameet Tavernier. (Overdruk uit Het Boek). Cultuur en Wetenschap. Handschriften en Vroegdrukken door Dr. M. Sabbe. Brugge, z.j. (1923).
Door den heer Toussaint van Boelaere, briefwisselend lid: Hammenecker (J.). - I. Koningscantate. II. Kardinaalscantate. St-Amands (Puers), 1918. Id. - Gebeden voor het Heilig Hart. Id. 1919. Réponses au livre blanc allemand. Lettres des evêques de Namur et de Liège, concernant les atrocités allemandes dans leur diocèse. Rome, 1916. César Franck. La leçon d'une oeuvre et d'une vie. Notice biographique, par Sylvain Dupuis et Charles Delchlvalerie. Liège, 1922. Journées d'août 1914, à Spontin. S.l. 1918. Nothomb (Pierre). Histoire belge du Grand-Duché de Luxembourg. Paris, 1915. Mayence (Fern.). La correspondance de S.E. le Cardinal Mercier avec le Gouvernement Général allemand pendant l'occupation 1914-1918. Bruxelles-Paris, 1919.
Door den E.H.A. Geerebaert S.J., te Brussel: Grieksche en Latijnsche schooluitgaven. Xenophon. Uit de Anabasis en andere werken, met Inleiding en Aanteekeningen door A. Geerebaert S.J. 1e deel: Tekst. Luik, 1923.
Door den heer J. Mennekens, te St-Pieters-Jette: Het Blijde Morgenlicht. Sprookjes door Jef Mennekens. Brussel, 1923. De Bloeiende Tuin. Gedichten voor onze Schooljeugd, door den zelfde. 1e reeks. Id., z.j. De Burgerlijke Stand. De Nationaliteit. De Boekhouding der bevolking, door denzelfde. Brugge, z.j. | |||||
[pagina 335]
| |||||
Door den heer Dr. E. Wiersum, te Rotterdam: Oldenbarnevelt als Pensionaris van Rotterdam, door Dr. E. Wiersum (Overdruk uit Bijdragen voor Vaderl. Gesch. en Oudheidkunde.)
Door den heer Aimé De Cort, te Brussel: De Kleine Gids van den Bibliothekaris, door Aimé De Gort. Brussel, z.j. | |||||
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.Antwerpen: Wetenschappelijke Vlaamsche Congressen. - Brief van 19 Juni, uitgaande van de Gezamenlijke Regelingscommissie (Secretaris-Penningmeester: Dr. J. Goossenaerts, te St-Amandsberg), waarbij de Academie verzocht wordt zich, evenals de vorige jaren, officieel te laten vertegenwoordigen op de Wetenschappelijke Vlaamsche Congressen, welke dit jaar op 11-12 Oogst, te Antwerpen zullen gehouden worden. - De heeren J. Jacobs en Dr. M. Sabbe worden afgevaardigd om de Academie op genoemde congressen te vertegenwoordigen.
Mededeelingen namens Commissien.
1o Commissie voor Middelnederlandsche Letteren. - De heer Prof. J. Vercoullie, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: Mr. L. Willems, voorzitter, K. de Flou, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Dr. L. Goemans, Dr. L. Simons, Prof. Dr. J. Mansion en Prof. Dr. L. Scharpé, leden, Prof. J. Vercoullie, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
| |||||
[pagina 336]
| |||||
Waren aanwezig: Kan. Dr. J. Muyldermans, voorzitter, Is. Teirlinck, Dr. L. Simons, G. Segers, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. J. Persyn en Dr. M. Sabbe, leden, O. Wattez, lid-secretaris, Mr. Willems en Dr. Vandevelde, hospiteerende leden.
Aan de dagorde staat:
1o De ‘Sendbrieven’ van Antoni van Leeuwenhoek, van 1712 tot 1717, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde. Prof. Dr. Vandevelde bespreekt eene nieuwe reeks brieven van den geleerden Nederlander uit de XVIIIde eeuw. Die reeks is getiteld: Send-brieven, zoo om de Hoog Edele Heeren van de Kon. Societeit te Londen, als andere aanzienlijke en geleerde lieden over verscheydene verborgentheden der Natuure, n.l. over het wonderlijke gestel van: De vezelen der spieren in velerlei gedierte, de pezen en derzelfder werking, de dierkens aan het eendenkroos, de meelstoffe in de granen, de hersenen, enz. Na die bespreking van de reeks ‘Send-brieven’ wenscht Kan. Muyldermans, voorzitter der Commissie, prof. Vandevelde geluk met zijne grondige studie over den uitstekenden geleerde Antoni van Leeuwenhoek, bedankt hem in naam der Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren, en hoopt dat de zoo belangrijke mededeelingen van Dr. Vandevelde volledig zoohaast mogelijk in de Verslagen en Mededeelingen mogen verschijnen. Daarna wordt de dagorde voor de Augustus-zitting opgemaakt. Worden als lezers ingeschreven de heeren Segers, Willems en Persyn.
Om 12 1/2 wordt de zitting gesloten. | |||||
[pagina 337]
| |||||
Dagorde.1o Geheime Vergadering.a) Wedstrijden voor 1923. - Mededeeling door den bestendigen secretaris over de verslagen door de heeren Leden van de Keurraden uitgebracht. - Stemming. Van de voor 1923 uitgeschreven prijsvragen werden er twee beantwoord.
1o Middel- en Nieuwnederlandsch. - Een onderzoek naar het ontstaan en de ontwikkeling van het gebruik van het voegwoord OF, ter inleiding van een afhankelijken zin met de woordschikking van den hoofdzin achter een ontkennenden hoofdzin. Prijs: 1200 fr. Twee antwoorden werden ingezonden met kenspreuken:
a) Grammarie leert ons wel spreken Ende te pointe untreken Beide sin ende ooc woort. Lekensp III, 14, 71. b) Om het smeer, Likt de kat den kandeleer.
Tot leden van den Keurraad werden aangesteld: Prof. J. Vercoullie, J. Jacobs, en Prof. Dr. J. Mansion. De drie verslaggevers zijn het eens om de ingezonden antwoorden als onvoldoende te beschouwen. De heeren Jacobs en Mansion stellen voor de prijsvraag voor een volgend jaar aan te houden. - De Academie keurt de verslagen goed; over het al of niet aanhouden der prijsvraag zal door de Commissie voor Prijsvragen beslist worden.
2o Letterkunde. - De geschiedenis van de Kinderliteratuur in de Nederlanden, tot en met 1900. Prijs: 1200 fr. Een antwoord werd ingezonden. Kenspreuk: Een goed boek, een goed vriend. Leden van de Jury: de HH. Dr. M. Sabbe, Kan. Am. Joos en Mej. M.-E. Belpaire. Op het einde van zijn verslag zegt Dr. Sabbe:
‘Wij verkeeren eenigszins in verlegenheid om een algemeen oordeel te vellen over het besproken werk, en om te besluiten tot al of niet bekroning. Wellicht heeft de opsteller van de prijsvraag daar wel eenige schuld aan. Er wordt inderdaad gevraagd: Een | |||||
[pagina 338]
| |||||
geschiedenis der Nederlandsche Kinderliteratuur tot en met 1900’, zonder nadere omschrijving van het karakter, dat men voor die geschiedenis verlangde. Moest het een leiddraad worden met puur practisch nut, die de onderwijzers en onderwijzeressen zou voorlichten in de keuze der boeken; - of werd een echt wetenschappelijke verhandeling verlangd, waarin de rol van het kinderboek in het verleden, de weerspiegeling van de evolueerende levensopvattingen in het kinderboek, de zoo volledig mogelijke studie der oude school- en kinderboeken, de psychologische eischen van het kinderboek en dergelijke dingen meer, grondig zouden onderzocht worden? Zoo de laatste opvatting van de prijsvraag de ware is, dan aarzelen wij niet om te oordeelen, dat de auteur van het handschrift Een goed boek, een goed vriend beneden zijn taak is gebleven. Is de eerste opvatting van de prijsvraag de echte, dan achten wij het handschrift wel het bekronen waard, zoo de auteur er eenige uitbreiding wil aan geven in den zin van onze wenken.
Z.E. Kan. Am. Joos sluit zich aan bij de meening van Dr. Sabbe en stelt voor de prijsvraag opnieuw uit te schrijven, doch thans uitgebreid tot 1920. De derde verslaggever Mej. M.-E. Belpaire gaat hiermede akkoord. De Academie keurt de verslagen goed en beslist dat het voorstel, de prijsvraag aan te houden en uit te breiden tot 1920, aan de Commissie voor Prijsvragen zal onderworpen worden.
b) Verkiezing voor het Lidmaatschap der Academie. - Openstaande plaatsen. 1o Plaats van briefwisselend lid tot vervanging van Dr. Maurits Sabbe, tot werkend lid verkozen. - Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen: de heeren Dr. L. Simons en Herman Teirlinck. Wordt verkozen: Dr. J. Cuvelier, algemeen rijksarchivaris te Brussel.
2o Plaats van briefwisselend lid tot vervanging van Mej. M.-E. Belpaire, tot werkend lid verkozen. - Stemopnemers: E.H.J. Jacobs en Dr. M. Sabbe. Wordt verkozen: Prof. Dr. A. Carnoy, Senator, te Leuven.
3o Plaats van briefwisselend lid tot vervanging van den heer Herman Teirlinck, tot werkend lid verkozen. - Stemopnemers: Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde en Kan. Dr. J. Muyldermans. Wordt verkozen: E.H. Aloys Walgrave, letterkundige, pastoor te Vollezeele. | |||||
[pagina 339]
| |||||
2o Lezing door den heer G. Segers: Onze Volksletterkunde. Haar geest, hare taal en haar terrein.
De heer Segers houdt eene voordracht over de ‘Volksletterkunde’. Deze moet bevattelijk, genietbaar, zedelijk en nationaal zijn. Wat de taal van den volksschrijver betreft, moet zij rekening houden met de locale kleur, zonder op te houden de algemeene Nederlandsche taal te zijn. Spreker rept een woord over de Fransch-Belgische volksletterkunde; deze moet, evenals de Vlaamsche, haar eigen volk schilderen, en tevens een Belgischen geest ademen; het is de taak der Vlaamsch-Belgische volksschrijvers, evenals der Fransch-Belgische, liefde voor hunne streek en hunnen stam, en tevens voor het gemeenschappelijk vaderland in te boezemen en de eenheid daarvan te bevorderen. Minder dan ooit mag de zedelijkheid en de vaderlandsliefde door de volksletterkunde uit het oog verloren worden; zij hoeft tevens kunst, wezenlijke kunst te wezen, wat beide zeer goed samengaat. Ten slotte herdenkt spreker dankbaar Hendrik Conscience, den meester onzer volksliteratuur. Hij is een zegen voor zijn volk geweest, en is dit nog; niets heeft hij van zijne populariteit ingeboet: hij is de lust en de liefde van zijn volk gebleven. Allen, die voor het volk schrijven, hebben veel van hem te leeren. Van hem na te volgen kan geene sprake zijn: een schrijver staat in zijnen tijdGa naar voetnoot(1); doch wij mogen nooit vergeten, dat wij de wettige erfgenamen zijn van Hendrik Conscience en zijne School, die de grondslagen legden van onze herboren Nationale Volksletterkunde. |
|