Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1922
(1922)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1057]
| |||||||||||||||
Vergadering van 15 November 1922.Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, bestuurder, en Dr. Leo Goemans, onderbestuurder.
de heeren: Dr. Lod. Simons, Prof. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Staatsminister J. Helleputte, Kan. Am. Joos, Isid. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Joz. Jacobs, K. van de Woestyne, Dr. J. Persyn, Dr. M. Sabbe en Mej. M. Belpaire, werkende leden;
de heer F.V. Toussaint van Boelaere, briefwisselend lid.
De heeren K. de Flou, werkend lid, Prof. Dr. Frans Daels, Pater J. Salsmans, S.J. en Mr. Joz. Muls, briefwisselende leden, laten zich verontschuldigen.
***
De heer De Vreese, wn. secretaris, leest het verslag over de October-vergadering, dat wordt goedgekeurd. ***
Afsterven van den Z.E.H. Dr. Hugo Verriest, werkend lid. - Den 28 October werd de Academie telegraphisch bericht, dat Dr. Hugo Verriest in den nacht van 27-28 October te Ingoyghem overleden was; een later schrijven deelde mede dat de plechtige lijkdienst zou geschieden den Zaterdag 4 November, te 10 1/2 uur, in de parochiale kerk van Ingoyghem. - De plechtigheid werd bijgewoond door de HH. O. Wattez, bestuurder, | |||||||||||||||
[pagina 1058]
| |||||||||||||||
Dr. L. Goemans, onderbestuurder, Frank Lateur, Prof. Dr. Scharpé, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Aug. Vermeylen en Dr. M. Sabbe, werkende leden; Dr. Frans Van Cauwelaert, Herman Teirlinck, F.V. Toussaint van Boelaere en Mr. Joz. Muls, briefwisselende leden. Z.D. Hoogwaardigheid Mgr. Rutten, bisschop van Luik en werkend lid der Academie, en Dr. H.J. Eymael, buitenlandsch eerelid, maakten aan het Bestuur der Academie hun rouwbeklag over. Tot teeken van rouw werd de nationale vlag halfstok geheschen aan het Academiegebouw, en het afsterven werd per bijzonderen brief aan de leden der Academie medegedeeld. Op verlangen van den overledene werden op de plechtigheid geen lijkreden uitgesproken; toch werd in het sterfhuis, op verzoek der familie, door den heer Omer Wattez een korte afscheidsgroet gebracht aan den onvergetelijken ‘Pastor van te lande’. Bij het openen der vergadering brengt de heer Bestuurder nogmaals eerbiedig hulde aan den afgestorvene en leest daarna den volgenden afscheidsgroet, door hem ten sterfhuize uitgesproken: Mevrouwen, Mijne Heeren, Mij gedragend naar uwen wensch zal ik geene lijkrede houden; alleen, met uwe toelating, een kort afscheidswoord sturen aan den dierbaren afgestorvene in naam van al de leden der Koninklijke Vlaamsche Academie. Pastoor Hugo Verriest maakte deel uit van onze Koninklijke Instelling, sedert Juni 1904, als briefwisselend lid, en sedert 1906, als werkend lid. Door al onze leden, zonder uitzondering, werd hij geëerd en geschat, zooals hij het verdiende, om zijn veelzijdige kennis, zijn groot talent, zijne uitstekende gaven, zijn verheven karakter, zijn breeden geest, zijn groote ziel, zijn edelmoedig hart. | |||||||||||||||
[pagina 1059]
| |||||||||||||||
Waar hij was klaarde de hemel op, scheen de zon, werd het dag, verdwenen nevels en wolken. Zoo heb ik hem gezien, menigmaal in de Academie, hetzij als redenaar, hetzij deelnemend aan de eene of andere bespreking. Zoo zagen wij hem nog op Woensdag 27 September, toen hij, opstaande uit eene langdurige ziekte, toch nog in 't begin van den herfst de reis wilde doen van Ingoyghem naar Gent om zijne vrienden in de Academie te zien van welke hij zooveel hield. Hij heeft het zoo dikwijls bevestigd. Wij vermoedden toen niet dat het voor de laatste maal zou zijn. Toen ik hem dien dag gelukwenschte met zijne herstelling en getuigde hoe goed hij er uitzag, antwoordde hij met dien onvergetelijken goeden glimlach, dien wij allen zoo lang gekend hebben en in de ziel geprent: ‘Misschien zie ik er beter uit dan ik ben.’ Had hij het voorgevoel dat hij niet meer komen zou? Hij werd ons, helaas! ontrukt; ontrukt aan zijne familie, ontrukt aan het Vlaamsche volk, dat hij zoo innig lief had. Om afscheid te nemen van zijn stoffelijk overblijfsel - want onze geest zal hem altijd gedenken - herhaal ik de woorden uit het gebed dat hij eigenhandig heeft geschreven: - O Heer, ontvang uwen dienaar in genade, opdat hij, van alle schuld ontslagen, bij U moge verblijven in alle eeuwigheid. ***
De heer Wattez stelt voor een brief van rouwbeklag aan de familie te zenden. - Aangenomen.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de wn. Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Académie royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. Mémoires. Coll. in 8o. 2e série. Tome XIV (2e partie). Bruxelles, 1922. Le Régime juridique et économique du | |||||||||||||||
[pagina 1060]
| |||||||||||||||
commerce de l'argent dans la Belgique du moyen âge, par Georges Bigwood, Docteur en Philosophie et Lettres, Avocat à la Cour d'Appel, Professeur à l'Université libre de Bruxelles. 2e partie: Annexes et Pièces justificatives. Woordenboek der Nederlandsche Taal. 7e dl. 14e afl. (Kateil-Keel), bewerkt door Dr. A. Beets. - 12e dl., 12e afl. (Phosphorus-Pijl), bewerkt door Dr. G.J. Boekenoogen. - 14e dl., 4e afl. (Schelvisch-Scheuren), bewerkt door Dr. J.A.N. Knuttel. Tijdschriften. - Annales des travaux publics, Oct. 1922. - Académie royale de Belgique. Bulletin de la Classe des lettres. No 8, 1922 et Bulletin de la Commission royale d'Histoire. Tome 86, IIe bulletin. - Bulletin de l'Institut historique belge de Rome. 1r et 2me fasc. Door de ‘Académie Royale d'Archéologie de Belgique’, te Antwerpen: Annales, Tome X, 3e livraison. Bulletin, II, 1922. Door de ‘R. Accademia nazionale dei Lincei’, te Rome: Rendiconti. Fasc. 1-4, Vol. XXXI. Door den heer G. Segers, werkend lid: Vertoog over den bestuurlijken toestand der provincie Antwerpen in het jaar 1921. Zittijd van 1922. Antwerpen, 1922. Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid: La guerre en Novembre 1916. Londres, s.d. La guerre en Décembre 1916. Londres, s.d. Brief van den soldaat aan zijne verdrukte medeburgers. No 18, mai 1918. (Fransch en Vlaamsch.) Mémoire du Parti Ouvrier Belge. Juillet 1917. Londres 1918. Correspondance diplomatique relative à la guerre de 1914-1915. II. Paris, 1915. Documents diplomatiques échangés entre l'Italie et l'Autriche-Hongrie et présentés au parlement Italien. (Séance du 20 mai 1915) par S.E.M. Sonnino, ministre des affaires étrangères. Paris, 1915. Nyrop (Kristoffer) de l'Académie danoise. Hommage à la Belgique. Discours prononcé à la légation royale de Belgique à Copenhague. Copenhague, 1916. Les assasins de la mer. Par Wesley Frost. S.l.n.d. Headlam (J.W.). La guerre à la guerre. Londres, 1918. Antwerpens Belagerung und Fall. Schilderungen aus dem Weltkrieg dem deutschen Volke und der deutschen Jugend dargeboten von J.R. Brechenmacher. Pour nos soldats. Allocution prononcée par Son Eminence le Cardinal Mercier, le jour de la Fête nationale, 21 juillet 1916, à Sainte Gudule, à Bruxelles. | |||||||||||||||
[pagina 1061]
| |||||||||||||||
Cort begrijp van de Leere der Medicijne ende Chirurgije. Door Mr. Petrus Pigraeus, Chirurgijn des Conings, ende Deken van de Schole te Parijs. Verduyscht (sic) Door Pieter van Nieu-Stadt Rutgers. Chirurgijn, Ordinaris der Stadt Dordrecht. In dese laetste Druck ghecorrigcert ende verbetert. 't Amsterdam, 1633. Nieuwe konstkamer der Chirurgie, of Heelkonst, .... Neffens een korte Ontleeding van de Pokken, en alle desselfs toevallen. Door Stephanus Blankaart, in zijn leeven der Philosophie en Medicyne Doctor en Practisyn tot Amsterdam. Vijfde of laatste druk. Amsterdam, 1729. Genees-konstige of werk-stellige oeffeningen, Ontrent (sic) de manier van geneesinge.... In 't Latyn beschreeven door de Heer Frederik Dekkers. Leiden, 1715. Discours prononcé en la salle des promotions le 30 mars 1898, par Monseigneur J.B. Abbeloos,.... pour le repos de l'âme de M.P.-G.-H. Willems.... Louvain, s.d. Historie van de voorspoedige staets-omwenteling der gewezene Oostenrijksche Nederlanders.... dienende voor Byvoegsel tot het Kort-Begryp der kerkelyke Historie van den heer Fleury. Dl. II. Brugge. 1790. Heelkonstige geschillen, Wegens de Werken van Meester Guido Gauliac.... Beschreven in 't Frans, door den Hoog geleerde en welverzochte (sic) Genees-Heer, den Heer Francois Ranchin.... En nu vertaalt door Aarnout van Wymis, Heel-meester, en Oeffenaar tot Amsterdam. Amsterdam, 1662. Door den heer F.V. Toussaint van Boelaere, briefwisselend lid: Langenhove (Fernand van). - Comment naît un Cycle de Légendes. Francs-Tireurs et Atrocités en Belgique. Paris, 1917. Het Duitsche Gevaar. Z. Kamerling. Amsterdam, 1917. Guillaume II, par le Baron Beyens. Paris, s.d. La Guerre allemande et le Catholicisme. Paris, s.d. La fortune belge à la veille de la Guerre, par Charles Clavier, Directeur général au Ministère des Finances. Bruxelles, 1919. Rapports sur la violation du droit des gens en Belgique. Premier volume: Rapports 1 à 12 de la Commission d'enquête. Préface de J. van den Heuvel, ministre d'état - Deuxième volume: Rapports 13 à 22 de la Commission d'enquete. Paris-Nancy, 1916. - Id. 23e rapport. Le Havre, 1917. L'invasione tedesca nel Belgio. Discorso pronunciato da M. Melot deputato de Namur al Gabinetto cattolico di Milano il 23 novembre vel 1914. Voghera, s.d. La Question du Limbourg. Avec deux cartes. Bruxelles, 1919. La Protection du Limbourg. Quelques documents: 1831-1839. Bruxelles et Paris, 1919. | |||||||||||||||
[pagina 1062]
| |||||||||||||||
De Manoeuvre om Limbrug. Eene studie over de strategische positie van Limbrug door kapitein ‘Ronduit’. Met drie schetsen. (Overdruk ‘Militaire Spectator’, Augustus-Nr. 1919.) Utrecht, 1919. Vers l'apaisement Hollando-Belge. Paris, 1919. Nothomb (Pierre). L'alliance Belgique-Luxembourg, Bruxelles, 1919. Jaspaers (Gustave). De Belgen in Holland. 1914-1917. Amsterdam, z.j. Deux articles sur la Hollande, écrits par un Français et un Anglais. Publiés par D.C. Hesseling, Professeur à l'Université de Leyde. Leyde, 1919. Belgische Havens en Nederlandsche Waterwegen. Den Haag, 1919. Renard (Albert). La désannexion de la Wallonie-prussienne. Bruxelles, 1918. Een gevaarlijk Leidsman, door Dr. D.C. Jelgersma. Z. pl. of j. Pourquoi le Grand-Duché de Luxembourg doit revenir à la Belgique. Bruxelles, 1918. Opinions erronées sur les Pays-Bas 1914-1918. Leyde, 1919. Nederland en zijne oorlogvoerende Naburen in het licht der Vaderlandsche Historie, door Dr. A.J. Dailly. Amsterdam, 1917. De Eemskwestie. Een Overzicht met twee Bylagen en een kaartje door J. Van der Hoeven Leonhard. Haarlem, 1918. Union économique du Grand-Duché de Luxembourg avec la Belgique ou avec la France. Discours prononcé par Mr. Emile Pruem. Luxembourg, 1919. Is Nederland gereed? (Naar het artikel: ‘Wat de Wereldoorlog ons geleerd heeft’ verschenen in ‘Onze eeuw’.) Door G. Polvliet. Haarlem, 1918. Onvrij België, onvrij Nederland, een artikel van Prof. van Hamel. Le Havre, 1918. Gemeente-Programs der politieke partijen in Nederland. Amsterdam, 1920. De Hollandsche Teekenaars en de Oorlog. Tentoonstelling georganiseerd door: ‘De Nederlandsche Vereeniging’. Catalogus met een voorwoord door Sander Pierron. Door den Heer H. Coopman, letterkundige te Brussel-Schaarbeek: Twee kisten boeken, brochures, handschriften, documenten, aanteekeningen en ander materiaal, voortkomende uit de nalatenschap van wijlen Theo Coopman, werkend lid der Academie, en waarvan vele dienstig zijn voor de Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd, voor het ontworpen werk over De Plaatsnamen, voor de Vak- en Kunstwoordenboeken, en andere uitgaven der Academie. | |||||||||||||||
[pagina 1063]
| |||||||||||||||
Door den heer Aimé de Cort, te Brussel: Cort (Aimé de). - De Folklore in Vlaanderen. I. Bronnen van echt Volksleven. II. Het Sprookje in de School. III. Folklore uit het Kinderleven. Merchtem, 1922.
Door Mevrouw Edw. Gailliard, te Brugge: Histoire générale de Paris. Les métiers et corporations de la ville de Paris. XIIIe siècle (1 vol.) XVIIIe siècle (3 vol.). Dictionnaire universel de Commerce, d'Histoire naturelle, et des arts et métiers,... Ouvrage posthume du Sieur Jaques Savary des Bruslons. Sixième édition. 6 volumes. Genève, 1750-1752.
Door den E.H.A. Geerebaert S.J., te Brussel: Grieksche en Latijnsche Schooluitgaven. Bloemlezing uit Ovidius, met Inleiding en Aanteekeningen, door A. Geerebaert S.J. 1e dl.: Tekst. Luik, 1922. - Cicero. Pro Archia, pro Marcello, pro Ligario. Id. IIe dl.: Inleidingen, aanteekeningen. Id.
Door den heer G. d'Hondt, stadsontvanger te Gent: Koninklijke Nederlandsche Schouwburg van Gent. 50-jarig Jubelfeest. 10 December 1921. Z. pl. of j. (Gent, 1922.)
Door den heer G. Sengers, hoofdschoolopziener, te Hasselt: Les origines de l'enseignement moderne en Belgique. L'enseignement obligatoire en Belgique depuis le XVIe siècle, par G. Sengers, inspecteur principal à Hasselt. Louvain, 1908. (Extrait de la Revue Sociale Catholique, nov.-déc. 1908.) Quelques Considérations sur la Céphalométrie par le même. (Extrait des Annales pédologiques, juillet 1911.) Comment enseigner les premiers éléments de la lecture, par le même. (Id. janvier et avril 1914.) Leergang van Kunst en Oudheidkunde, te Hasselt, in 1922, door denzelfde. Hasselt, 1922. De spaarzame en beredeneerde voeding. Theorie en practijk, door Id. Hasselt, 1915. - Id. in het Fransch. Onderrichting tot verspreiding van de beginselen van spaarzame voeding, door Id. Hasselt, 1915. - Id. in 't Fransch. Algemeene Catalogus van de kantonnale onderwijzersbibliotheken van Limburg. Hasselt, 1917. Gezondheidsleer der School door Id. Brugge, 1900. Gezondheidsregels volgens feiten en voorbeelden, door Id. Brugge, 1901.
Door de Redactie: De Hopboer, nr 1, 1922. - De nieuwe Taalgids, XVIe jg., 6e afl. - De Wegwijzer, Sept.-Oct. 1922. | |||||||||||||||
[pagina 1064]
| |||||||||||||||
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de waarnemende Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, Oct. 1922. - De Bibliotheekgids, Nov. 1922. - Biekorf, nr 10, 1922. - De Brabander, October 1922. - Franciscana, nr 4, 1922. - Onze Kunst, Jan.-Maart 1922. - Limburg. October 1922. - Mechlinia, nr 4, Aug. 1922. - Neerlandia, Nov. 1922. - De Opvoeder, 23 Oct. en 1 en 12 Nov: 1922. - De Schoolgids, 2e reeks, 1922, nrs 16-18. - Sint-Cassianusblad, Nov. 1922. - Studiën, Nov, 1922. - De Kleine Vaming, Nov. 1922. - La vie diocésaine, oct. 1922. | |||||||||||||||
Letterkundige Mededeelingdoor den heer G. Segers, werkend lid, over: Vertoog over den bestuurlijken toestand der provincie Antwerpen in het jaar 1922.
Namens de Bestendige Deputatie van den Provincieraad van Antwerpen, en ook namens de Provinciale Commissie ter aanmoediging der openbare Volksbibliotheken en der Vlaamsche Letterkunde, heb ik de eer aan de Koninklijke Vlaamsche Academie een exemplaar aan te bieden van het Vertoog over den bestuurlijken toestand der provincie AntwerpenGa naar voetnoot(1). Ik vestig vooral de aandacht op Titel VIII, IIIe Afdeeling. Dienst der openbare Boekerijen, waaraan onze instelling het grootste belang hecht. Er bestaat eene ‘Provinciale Commissie tot aanmoediging der openbare boekerijen en der Vlaamsche Letterkunde.’ ‘Deze Kommissie heeft 122 ingezonden boeken beoordeeld, waarvan 53 geschikt bevonden werden, en gaf na onderzoek, advies over reglement en inrichting van 35 boekerijen en vakbibliotheken. Op voorstel der Commissie schreef de Bestendige Deputatie een prijskamp uit voor een vakboek van Diamantnijver- | |||||||||||||||
[pagina 1065]
| |||||||||||||||
heid, waarvoor het programma opgemaakt werd, en waarvan de mededingende handschriften op 1 Juni 1922 bij den keurraad moesten toegekomen zijn. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan der Kommissie werd een algemeen verslag over hare werkzaamheden opgemaakt en gedruktGa naar voetnoot(1). Uit het Vertoog blijkt, dat de provincie Antwerpen 5 gemeenten van meer dan 25000 inwoners, 29 van 5000 tot 25000, en 118 van minder dan 5000 inwoners telt. Al de gemeenten met meer dan 5000 inwoners hebben eene of meer openbare bibliotheken. Op de 118 gemeenten met minder dan 5000 inwoners zijn er 92, welke eene boekerij bezitten; zij ontbreekt dus in 26 dezer gemeenten. De gemeenten der 1e reeks tellen 61, die der 2o 72, en die der 3e reeks 103 openbare bibliotheken. De provincie telt 156 gemeenten, 128 dezer bezitten 236 openbare bibliotheken.
A. In de eerste reeks, met hare 5 gemeenten (van meer dan 25000 inwoners) en 61 openbare bibliotheken, groeide het getal boeken met 14333 aan. Zij bezaten 360635 boeken. De leeskamers werden door 36759 lezers bezocht. Het getal ontleeners buiten de leeskamers beliep tot 33456 waarvan 20818 mannen, en 12638 vrouwen. In het geheel werden 690077 boeken en tijdschriften ontleend. Het overgroot gedeelte 547737 behoort tot de afdeeling Taal- en Letterkunde.
B. In de tweede reeks, met hare 29 gemeenten, met eene bevolking van 5000 tot 25000 inwoners en 72 openbare bibliotheken, groeide het getal boeken met 3375 aan. Zij bezaten 53516 boeken. De leeskamers werden door 1368 lezers bezocht. Het getal ontleeners buiten de leeskamer beliep tot 10709:5812 mannen en 4897 vrouwen. In het geheel werden 139314 boeken en tijdschriften ontleend; 105076 behooren tot de afdeeling Taal- en Letterkunde.
C. In de derde reeks, met hare 118 gemeenten (92 welke eene openbare bibliotheek hebben), met eene bevolking van minder dan 5000 inwoners, groeide het getal boeken met 2895 aan. Zij bezaten 52623 boeken. De leeskamers werden | |||||||||||||||
[pagina 1066]
| |||||||||||||||
door 1317 lezers bezocht. Het getal ontleeners buiten de leeskamers beliep tot 12301:6530 mannen en 5771 vrouwen. In het geheel werden 91715 boeken en tijdschriften ontleend. 67504 behooren tot de afdeeling Taal- en Letterkunde.
Deze cijfers zijn van aard om ons te verheugen. Met het oog op den bloei onzer vaderlandsche letterkunde, op de ontwikkeling en veredeling van ons volk, kan niets zoozeer bijdragen als het verspreiden van boeiende, gezonde volkslektuur. De volksbibliotheek is de onmisbare bondgenoote der volksschool. Zonder hare medewerking gaan de uitslagen der school grootelijks verloren. Zonder eene degelijke inrichting der volksbibliotheken mogen wij op geen ernstig voorwaartsschrijden van het volksondericht en de volksopvoeding rekenen. Wij brengen dus onze oprechte hulde aan de Bestendige Deputatie en den Provincieraad van Antwerpen, die hunnen plicht zoo goed begrepen, lang voor dat de wet der Openbare Volksboekerijen tot stand kwam. De overgroote meerderheid der boeken, die in onze bibliotheken en leeskamers gevraagd worden, zijn in de Nederlandsche taal geschreven. De Commissie ter aanmoediging der Openbare Boekerijen en Vlaamsche Letterkunde brengt slechts verslag uit over Nederlandsche boeken van Belgische schrijvers. Andere komen op hare lijst niet voor. | |||||||||||||||
Mededeelingen door den waarnemenden Secretaris.1o) Gent: Hulde aan den Onbekenden Soldaat. - Brief van 8 November waarbij Luitenant-Generaal Delobbe van de 1ste legerafdeeling, den Bestendigen Secretaris bericht, dat het lijk van den Onbekenden Soldaat den Zaterdag te 8.28 u. de Sint-Pietersstatie zal doortrekken, en dat op de kaai plaats zal voorbehouden worden voor de leden der Koninklijke Vlaamsche Academie, die den ‘roemrijken Doode in het voorbijgaan wenschen te groeten’. | |||||||||||||||
[pagina 1067]
| |||||||||||||||
2o) Gent: Nationale Strijdersbond. - De Bestendige Secretaris der Koninklijke Vlaamsche Academie wordt door den Nationalen Strijdersbond uitgenoodigd tot de Betooging ter eere van den ‘Onbekenden Soldaat’ op den Kouter te Gent, den 11 November 1922, om 11 uur 's morgens. | |||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Prof. Dr. J. Mansion legt het volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig: Kan. Dr. J. Muyldermans, voorzitter; Prof. Ad. de Ceuleneer, Is. Teirlinck, Mr. L. Willems, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Dr. M. Sabbe, leden; J. Jacobs, hospiteerend lid, en Prof. Dr. J. Mansion, lid-secretaris. Laat zich verontschuldigen de heer De Flou.
Aan de dagorde staat:
| |||||||||||||||
[pagina 1068]
| |||||||||||||||
De Commise stelt voor deze bijdrage op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen. - Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
2o) Commissie voor het onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt het volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig: de heeren Wattez, voorzitter, Kan. Muyldermans, Kan. Joos, Dr. De Ceuleneer, Dr. Goemans, J. Jacobs, Dr. Vandevelde, Dr. Persyn, leden, Dr. Sabbe, hospiteerend lid, en G. Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
Het gebruik der gewestelijke taal veroorzaakt in onze scholen groote nadeelen en storingen allerhande, vooral in het onderwijs der moedertaal. De heer Wattez leidt de bespreking als volgt in: Op bovenstaande wijze drukt zich een schoolopziener uit in een brief, gericht tot de Koninklijke Vlaamsche Academie. De schrijver verzoekt hem te laten weten welke gids of handboek voor de uitspraakleer en de grammatica der Nederlandsche taal officiëel aanvaard werd. De bestendige Commissie voor onderwijs in en door het Nederlandsch heeft dit punt aan de dagorde gebracht. De heer Wattez houdt als inleiding eene lezing over de leermiddelen en de beschaafde Nederlandsche uitspraak. Spreken, lezen en schrijven, zegt hij, zijn de groote leermiddelen voor alle vakken van het onderwijs in alle graden. Het zijn gelijk werktuigen die goed en gestadig moeten onderhouden worden. Er wordt echter geklaagd dat goed spreken, lezen en schrijven heel wat verwaarloosd worden. De brief van den heer schoolopziener Loontjes is er een bewijs van. Elders nog werden klachten geuit, die trouwens zoowat de klacht zijn van alle tijden tegen onderwijs en onderwijzenden. Laten wij oordeelen dat die klachten in 't algemeen wel wat overdreven zijn; maar dat er hier en daar verzuim en misbruik bestaat is aan te nemen. | |||||||||||||||
[pagina 1069]
| |||||||||||||||
Er wordt gezegd: onze leerlingen leeren niet goed lezen, spreken noch schrijven. Zij schijnen geene beschaafde spreektaal te kennen, kunnen niet behoorlijk, noch op gepasten toon lezen. Zij lezen eene soort van boekentaal, die niet bestaat. Zij schijnen den tijd niet meer te hebben om correct te schrijven, zelfs niet om schoon te schrijven. Zij zijn geesteslui, vermijden elke inspanning. Zij leeren van buiten en zoeken niet te begrijpen. Van al deze punten zal ik maar één aanraken, n.l. de beschaafde Nederlandsche uitspraak te gebruiken bij het onderwijs in alle graden, in de volksschool gelijk in de hoogeschool. De Academie heeft zich sedert haar bestaan altijd met die vraag bezig gehouden. Op de lijst harer bekroonde werken staat: Verhandeling over het nut van de zuivere uitspraak der Nederlandsche taal, door St. L. Prenau. Verscheidene onder hare leden, uitstekende taalgeleerden, ijveren niet alleen in de Academie voor de algemeene beschaafde Nederlandsche omgangstaal, maar hebben in hunne werken de redenen en de regelen daarvoor aangegeven. Wie in het Nederlandsch onderwijst kan steunen op het gezag van die mannen, Vlaamsche geleerden, in alle intellectuëele middens der Nederlandsche gewesten bekend. Men bewijst aan de jeugd een slechten dienst zoo men haar niet oefent in het spreken van een beschaafde algemeene taal. Degene die in de school, om het even in welk vak, onderricht ontvangt in een plaatselijk dialect is veroordeeld om een bekrompen mensch, een stumper te blijven. In dialect onderwijs geven in de volksschool is de leerlingen doemen tot onwetendheid van de algemeene taal, aan welke grammatica en uitspraakleer ten dienste staan, welke voor het dialect ontbreken. Op welk of wiens gezag steunt hij, die dialect spreekt, het moge nog zoo pittig en schilderachtig zijn? Of is de willekeur van elken onderwijzer genoeg? Werkjes zijn in getal voorhanden, die den onderwijzer kunnen inwijden in de uitspraakleer. Elke leeraar of schoolopziener zou op de hoogte van die literatuur moeten zijn. Ik meen ook dat dit veelal het geval is, en dat in al de Vlaamsche gewesten er gestreefd wordt om geen West- | |||||||||||||||
[pagina 1070]
| |||||||||||||||
vlaamsch, noch Brabantsch noch Hollandsch dialect te spreken, maar algemeen beschaafd Nederlandsch. De groote vijand waartegen moet gekampt worden is de overbevolking in de school, die belet dat er goed gesproken en gelezen wordt. Want in de school leeren ze dan zwijgen, en op de speelplaats leeren ze schreeuwen. En dat alles is, jammer genoeg, geen beschaafd Nederlandsch.
Na de inleiding van den heer Wattez namen verder nog deel aan de bespreking de heeren Segers, Sabbe, Joos, Muyldermans en Goemans, die het allen eens zijn, dat de onderwijzer zich in zijne school moet uitdrukken in eene beschaafde algemeene taal. Op voorstel van Dr. Leo Goemans zal aan den heer Loontjes eene reeks titels van werkjes worden aangeduid, die handelen over grammatica en uitspraak der Nederlandsche taal, en die officiëel zijn aangenomen. | |||||||||||||||
Dagorde.1o) Proeve over de moderne talen. - Aanstellen van een voorzitter van de Jury. - Bij brieve van 31 October bericht de heer Minister van Wetenschappen en Kunsten (Beheer van Middelbaar Onderwijs), dat in de provinciën Antwerpen en Brabant inschrijvingen genomen werden voor het afleggen, gedurende den gewonen zittijd van 1922, van de proeve over de moderne talen, voorzien door de wet van 12 Mei 1910. De heer Minister verzocht, hem zoohaast mogelijk voorstellen te doen tot de benoeming van een titelvoerenden en een plaatsvervangenden voorzitter voor de jury van elk der beide provinciën: Worden voorgesteld:
| |||||||||||||||
[pagina 1071]
| |||||||||||||||
2o) Geheime vergadering te 2 1/2 uur: a) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche letteren. Verkiezing van een lid tot vervanging van wijlen Edw. Gailliard. Tot stemopnemers worden aangewezen Prof. Dr. L. van Puyvelde en Mr. L. Willems. - Wordt verkozen Dr. L. Scharpé. *
b) Voorstelling van twee candidaten voor de plaats van Bestendigen Secretaris. (Art. 13 van het Kon. Besluit van 18 Juli 1886.) Tot stemopnemers worden aangewezen: Prof. Dr. J. Mansion en Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde. - Worden voorgesteld:
*
c) Verkiezing van Bestuurder en Onderbestuurder voor het jaar 1923. - De heeren Prof. J. Mansion en Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, worden verzocht nogmaals het ambt van stemopnemer waar te nemen. - Worden verkozen: tot Bestuurder: Dr. Leo Goemans; tot Onderbestuurder: Prof. J. Vercoullie. ***
3o) Aangeboden boeken. - Namens den Schrijver biedt de heer O. Wattez aan de Academie een ex. aan van de volgende uitgaven van Dr. M.C. Schuyten: Over de Periodiciteit van het Menschelijk Bestaan. Nov. 1922. Nieuwe Derivaten van phenyl-dimethyl-pyrazolon. Lijst der Publicatiën van M.C. Schuyten. * | |||||||||||||||
[pagina 1072]
| |||||||||||||||
4o) Lezing door Mr. Leonard Willems: Molière herdacht. Het bureel der Vlaamsche Academie heeft gemeend dat de vierhonderdste verjaardag van Molière's geboorte ook door de Academie moest gevierd worden en het heeft zich tot spreker gewend om in deze als feestredenaar op te treden. Spreker had liever gezien dat een collega zich met deze taak zou belasten daar hij geen Moliériste is en over den Franschen dramaticus en zijne Fransche werken geen nieuws heeft mede te deelen. Hij zal zich dus bepalen tot eenige korte aanduidingen over de nieuwe banen, welke Molière met zijne comédies heeft ingeslagen en bespreekt inzonderheid zijn Misanthrope. Na deze inleiding herinnert spreker er aan dat zijn vader Prof. Alf. Willems voor den heer Paul Lacroix een lijst van Nederlandsche bewerkingen van Molière heeft opgemaakt, verschenen in Bibliographie Moliéresque, blzz. 160-167 (1875): zij beslaat 54 nummers, maar behoeft aanvulling. Spreker hermaakt de lijst der Nederlandsche bewerkingen uit de 17de eeuw en het begin der 18e. Aan de Fransche Moliéristen zijn die stukken onbekend. Spreker toont aan dat zij meestal gemaakt werden door Nederlandsche acteurs, die Fransche tooneelspelers in die stukken hadden zien optreden en ook in die comedies hunne krachten wilden beproeven.
De heer Bestuurder stelt voor de lezing van den heer Willems in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Aangenomen.
De vergadering wordt te 4 ure gesloten. |
|