| |
| |
| |
Vergadering van 17 Mei 1922.
Zijn aanwezig de heeren: O. Wattez, bestuurder, en Dr. Goemans, onderbestuurder.
de heeren: Karel de Flou, Dr. Lod. Simons, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. A. Joos, Isid. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. L. Scharpé, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, J. Jacobs en Dr. J. Persijn, werkende leden;
De heeren Dr. M. Sabbe, Prof. Dr. Frans Daels, en F.V. Toussaint van Boelaere, briefwisselende leden.
De heeren Dr. Hugo Verriest en Prof. J. Vercoullie, werkende leden, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
***
Het verslag van de April-vergadering der Academie wordt goedgekeurd.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Royaume de Belgique Ministère de l'Industrie, du Travail et du Ravitaillement. Service médical du Travail. Le Travail Industriel des Peaux, des Poils et des Crins. Etude d'hygiène professionnelle. Rapport d'enquête présenté à M. le Ministre de l'Industrie, du Travail et du Ravitaillement par le Docteur D. Glibert, Inspecteur général, Chef du Service médical du Travail. Bruxelles, 1921.
| |
| |
Académie royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. Mémoires. Coll. in 4o, deuxième série. T. VIII, fasc. 2 et dernier. Chronologie des Archontes Athéniens sous l'empire par Paul Graindor, Professeur à l'Université de Gand, Ancien membre étranger de l'Ecole française d'Athènes. Bruxelles, 1922.
Introduction du volume Principauté de Liége, par Alfred Cauchie et Alphonse van Hove. Tome II.
Annuaire de l'Observatoire Royal de Belgique, publié sous la direction de G. Lecointe, directeur de l'Observatoire. 1923. Bruxelles, 1922.
Tijdschriften. - Académie royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres, nos 3-4, 1922. Id. des Beaux-Arts, nos 3-4, 1922. - Annales des travaux publics, avril 1922. - Arbeidsblad, Maart 1922. - Le Musée belge, Tome XXVI et Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 3-5, 1922.
Door de ‘Commissie voor 's Rijks geschiedkundige Publicatiën’, te 's Gravenhage:
Jaarverslag. 's Gravenhage, 1922.
Door de Université d'Aix:
Annales de la Faculté des Lettres. T. XI, nos 1-4. Années 1917-1918.
Annales de la Faculté de Droit. Nouvelle Série. No 7: Salaire Minimum et Industrie à Domicile. L'oeuvre de la Loi du 10 juillet 1915, par Maurice Costes, Chargé de Cours à la Faculté de Droit d'Aix. Aix-en-Provence 1921. No 8: La Répression de la Propagande contre la Natalité. La loi du 31 juillet 1920 réprimant la Provocation à l'Avortement & la Propagande Anticonceptionnelle. Par Pierre Garraud, Professeur de Droit Criminel à la Faculté de Lyon. Marcel Laborde-Lacoste, Professeur-agrégé, Chargé du Cours de Droit criminel à la Faculté d'Aix-Marseille.
Door de Schrijvers:
Bijdrage tot den Vakwoordenschat. Een chemische woordenlijst door Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, en Christoffel de Bruycker, Secretaris van het Chemisch en Bacteriologisch Laboratorium der stad Gent. Gent, 1922.
Door den heer Dr. Paul van Oye:
Zur Biologie der Kanne von Nepenthes melamphora Reinw. Van Dr. Paul van Oye (Tasikmalaja-Java). Sonderabdruck aus dem ‘Biologischen Zentralblatt’, 1921.)
Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Mededeelingen van de afdeeling Visscherij. Nr 1: Vischteelt en Vischkweekerij in de Padangsche Bovenlanden, door Edw. Jacobson en Dr. Paul van Oye. Batavia, 1922.
| |
| |
Door de Schrijvers:
Leerboek der Nederlandsche Geschiedenis, door J. Kleijntjens S.J., leeraar aan het Willibrordus college te Katwijk a/d Rijn en Dr. H.F.M. Huybers, docent aan de R.K. leergangen te Tilburg. 1e deel, 7de vermeerderde druk. Leiden, z.j.
Oud-Archief van Deventer. Deventer's Participatie in de West-Indische Compagnie, door Mr. J. Acquoi, Archivaris der Gemeente. Deventer, 1922.
Prims (Floris), Leeraar in de Economische Geschiedenis aan de Hoogeschool voor Vrouwen, te Antwerpen. - De Arbeid van de Antwerpsche Natiën in de Geschiedenis. II. Van rond 1550 tot aan de Barreeltractaten. Met plan en illustraties. (Nr 201: Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding.)
Door de Inrichters:
Kroning van O.L.V. van Peis en Vrede, te Brussel, den 8, 9, 10 en 11 September 1921. Programma van de Kerkelijke Plechtigheden en van het Vlaamsch Maria-Congres. Brussel, z.j.
Door de Redactie:
Korrespondenzblatt, Register XXXVII, Jahrg. 1919-1921. - De nieuwe Taalgids, nr 3, 1922.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, April 1922. - De Bibliotheekgids, Mei 1922. - Biekorf, nr 4, 1922. - De Gids op maatschappelijk gebied, Maart en April 1922. - Limburg, April-Mei 1922. - Mechlinia, Maart 1922. - Neerlandia, Mei 1922. - Neophilologus, nr 3, 1922. - De Opvoeder, nrs 12-15, 1922. - De Schoolgids, nrs 18-23, 1922. - Sint-Cassianusblad, Mei 1922. - Studiën, Mei 1922. - Vlaamsch opvoedkundig Tijdschrift, Mei 1922. - De Kleine Vlaming, Mei 1922. - Volkskunde, nrs 1-2, 1922. - Revue de l'Université de Bruxelles. févr. 1922.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Padua: Zevende eeuwfeest van de Koninklijke Hoogeschool. - Op 10 Mei zond de Koninklijke Vlaamsche Academie het hieronder volgend adres aan de Koninklijke Universiteit van Padua:
| |
| |
De Koninklijke Vlaamsche Academie aan de zeer geëerde Heeren Rector en Professoren der Koninklijke Universiteit van Padua.
De Koninklijke Vlaamsche Academie is erkentelijk aan de Koninklijke Universiteit van Padua, om haar uitgenoodigd te hebben op de plechtigheid der 700e verjaring harer stichting.
Zij is er dankbaar voor zich te kunnen herinneren de banden, die sedert eeuwen Italië en Vlaanderen vereenigen.
Dante kende en bewonderde onze oude Vlaamsche gemeenten en Guicciardini sprak geestdriftig over hun liefde voor het werk en dorst naar vrijheid.
Onze kunstenaars hebben sedert eeuwen vrome bedevaarten gedaan naar Italië, het land van kunst en schoonheid.
Telkens als zij dien tweemaal gezegenden grond betraden, voelden zij hun genie groeien in kracht en in grootheid. Verscheidene onder hen hebben hem lief gehad in zulke mate, dat zij hem niet meer hebben verlaten en voor hun vaderland uitverkoren.
Deze herinneringen leven in ons aller geheugen.
Maar zoo mogelijk, nog inniger dan deze broederlijkheid in de liefde voor het schoone en voor de kunst, heeft ons vereenigd de verbroedering gedurende den oorlog en de heldhaftigheid, sedert Italië zich nevens België stelde om het
| |
| |
Recht, dat onsterfelijk is, de eer der natiën en het leven zelf der volkeren te verdedigen.
Deze redenen, niet minder dan de glorie, verworven door uwe eerbiedwaardige en beroemde Koninklijke Instelling, brengen mede dat de Koninklijke Vlaamsche Academie het als een plicht aanziet bij deze gelegenheid hare vurigste gelukwenschen aan te bieden.
Moge de Koninklijke Universiteit van Padua voortgaan, gelijk zij sedert 700 jaren doet, met in de wereld de schittering van haar licht te verspreiden voor de eer en den roem van Italië en het welzijn der Menschheid.
Gedaan te Gent, den 10 Mei 1922.
Namens de Koninklijke Vlaamsche Academie:
De Onderbestuurder,
Dr. L. GOEMANS.
De Bestuurder,
OM. WATTEZ.
De bestendige Secretaris,
EDW. GAILLIARD.
Een vertaling in het Italiaansch werd bij het stuk gevoegd.
***
2o) Brussel: Koninklijke Academie van België. Honderd vijftigste verjaardag harer stichting. - De heer Omer Wattez, bestuurder der Academie, leest het hieronder volgende verslag over de feestelijkheden:
Académie royale de Belgique. Viering van haar 150-jarig bestaan.
Bij brieve van 21 December 1921 had de Académie royale de Belgique de Koninklijke Vlaamsche Academie verzocht zich op de plechtigheid van de viering van haar 150-jarig bestaan te laten vertegenwoordigen.
| |
| |
De heeren O. Wattez, bestuurder, L. Goemans, onderbestuurder, en Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, lid, worden aangeduid als afgevaardigden. De heer Wattez zou aan de Académie royale de Belgique een adres aanbieden in naam van de Koninklijke Vlaamsche Academie.
Hier volgt te tekst van dit adres, dat afgegeven werd op de eerste zitting, Dinsdag 23 Mei 1922, in het Palais des Académies te Brussel:
De Koninklijke Vlaamsche Academie aan de Académie royale de Belgique.
De Koninklijke Vlaamsche Academie brengt hulde aan de Académie royale de Belgique, ter gelegenheid der viering van hare honderd vijftigste verjaring.
De Koninklijke Vlaamsche Academie herinnert zich nog zeer goed, en zulks met de meeste erkentelijkheid, dat de Académie royale de Belgique haar in 1911, bij de plechtigheid van haar vijf-en-twintig-jarig bestaan, bij monde van den Heer H. Pirenne, de hartelijkste gelukwenschen heeft toegestuurd. Het adres haar aangeboden wees op het werk dat onze jonge Academie reeds had voortgebracht, en er werd nadruk gelegd op de volgende woorden in dat adres: ‘dat het niet was met gevoelens van naijver, maar van gerechten wedijver dat de Académie royale de Belgique zich door de stichting van de Koninklijke Vlaamsche Academie verheugde ter verheerlijking van het gemeenschappelijk Vaderland.’ Deze edele woorden maakt nu de Koninklijke Vlaamsche
| |
| |
Academie tot de hare en zij drukt op hare beurt den vurigsten wensch uit dat beide Academiën nog lange jaren door haar wetenschappelijk werk dezen vredelievenden strijd mogen voortzetten ten bate van het hoogere geestesleven van Walen en Vlamingen in ons geliefd Vaderland.
Gent, den 17 Mei 1922.
Namens de Koninklijke Vlaamsche Academie:
De Onderbestuurder,
Dr. L. GOEMANS.
De Bestuurder,
OM. WATTEZ.
De bestendige Secretaris,
EDW. GAILLIARD.
De afgevaardigden der Koninklijke Vlaamsche Academie woonden daarna al de zittingen en plechtigheden bij; nl. op het Stadhuis te Brussel, waar de gemeenteoverheden de feestvierende Academie en hare uitgenoodigden ontvingen; - in het Palais des Académies, waar om acht uren 's avonds een raut en concert waren ingericht.
Op Woensdag 24 Mei had de Herdenkingszitting plaats te 2 uren, in tegenwoordigheid van Zijne Majesteit den Koning, verscheidene ministers en afgezanten, de Academie-leden, de vreemde uitgenoodigden uit Academiën en Hoogescholen van bijna alle landen der wereld.
Om 5 uren werden zij ontvangen in het Koninklijk Paleis te Laeken, alwaar zij door onze Vorsten op een thee werden vergast.
Om 8 uren had plaats in het Hotel Astoria het banket door de Academie aangeboden aan hare uitgenoodigden.
De heer Omer Wattez stelde den volgenden heildronk in, in naam der Koninklijke Vlaamsche Academie:
| |
| |
Monsieur le Président,
C'est avec un vif plaisir que nous avons reçu à l'Académie royale flamande votre invitation confraternelle pour venir fêter avec vous le 150e anniversaire de l'Académie royale de Belgique.
Quand notre jeune Académie flamande remémorait en 1911 le 25e anniversaire de son existence, votre délégué, M. le professeur Pirenne, nous adressa en langue flamande les plus chaleureuses félicitations. Nous en avons retenu les termes heureux et les paroles encourageantes.
Il nous a rappelé la renaissance du peuple flamand. Il nous a dit que l'Académie flamande en représentait le mouvement scientifique et qu'elle en avait pleine conscience. Il a loué ses éditions critiques, ses travaux de linguistique et de folklore, ses biographies, qui formaient déjà à cette époque une riche moisson et qui sont une garantie pour l'avenir.
Nous avons encore entendu de sa bouche les paroles suivantes que je veux rappeler ici:
- ‘Ce n'est pas avec des sentiments de rivalité jalouse, mais dans un esprit de concorde et d'émulation que l'Académie royale de Belgique se rejouit des travaux linguistiques et scientifiques de l'Académie flamande pour le grand bien de notre patrie commune. Elle applaudit de tout coeur à l'oeuvre accomplie pendant le quart de siècle de son existence.’
L'Académie royale flamande s'est toujours inspirée de ces paroles.
Non, ce n'est pas dans un but de rivalité jalouse que nous travaillons. Nous sommes poussés par le vif désir d'être utile à notre Belgique, la patrie commune des Wallons et des Flamands.
Car la Belgique, Messieurs, doit exister et elle existera, non seulement parce que c'est la volonté des puissances qui ont assuré son indépendance en 1830 et
| |
| |
des alliés qui l'ont défendue de 1914 à 1918, mais aussi parce que nous le voulons, Wallons et Flamands, animés du même souffle de patriotisme, après avoir repoussé ensemble l'envahisseur.
Je tiens à vous le déclarer, Messieurs, l'Académie flamande reste fidèle aux traditions.
Elle a été créée dans le but de relever intellectuellement et moralement le peuple flamand, de donner satisfaction à ses aspirations légitimes au point de vue de sa langue et de sa culture, et elle poursuivra ce but avec conviction et persévérance.
Mais il n'entre pas dans son esprit de pousser à la discorde, à la séparation, à la dislocation de la patrie.
Nous allons nous efforcer de rendre plus solides les liens qui nous unissent, non pas par l'absorption, la domination de l'un par l'autre, mais par l'estime et le respect mutuels, la reconnaissance des droits de chacun dans un sentiment d'équité.
Permettez-moi de terminer, Messieurs, par quelques paroles en langue flamande, notre seconde langue nationale, la langue de notre Académie, paroles que j'adresse de tout coeur à cette assemblée:
Goed heil! en lang leve met ons te zamen in broederschap en hooger geestelijk streven de Koninklijke Academie van België!
Deze rede werd door al de aanwezigen met levendig handgeklap begroet.
***
3o) Geneeskundige dienst bij het Leger. - Bij brief van 24 Maart, verzocht de heer Minister van Langsverdediging de Academie hem een driedubbele lijst voor te stellen van burgerlijke geneesheeren, die als ondervragers voor het Vlaamsch zouden kunnen geroe- | |
| |
pen worden voor het examen A der militaire geneesheeren.
Werden door de Academie aangewezen, de heeren:
Prof. Dr. Frans Daels, briefwisselend lid der Academie, te Gent;
Dr. Sano, bestuurder der Kolonie, te Gheel; en
Dr. Terlinck, te Brussel.
Bij brieve van 1 Mei bericht de heer Minister van Landsverdediging dat de heer Dr. Terlinck, aangeduid werd als werkend, en Dr. Sano als plaatsvervangend lid van genoemde jury.
4o) Levensberichten van afgestorven Leden. - Met het oog daarop deelt de Bestendige Secretaris mede dat de Levensbeschrijving van de hieronder volgende afgestorven leden nog altijd niet verschenen is:
1o) Désiré Delcroix, eerst opgedragen aan Th. Coopman, thans aan den heer Is. Teirlinck; - 2o) Dr. Am. de Vos, eerst Mr. Julius Obrie, thans Ad. de Ceuleneer; (daar Prof. de Ceuleneer in de onmogelijkheid is het Levensbericht te schrijven belast de heer Dr. J. Persijn er zich mede); - 3o) Baron J. de Bethune, door Baron Napoleon de Pauw; - 4o) Jan Broeckaert, door denzelfde; - 5o) Kan. Dr. H. Claeys, door Prof. Dr. Leo van Puyvelde; - 6o) Theo Coopman, door Is. Teirlinck; - 7o) Victor dela Montagne, door Gustaaf Segers; (de heer F.V. Toussaint van Boelaere neemt aan den heer Segers te vervangen); - 8o) Mr. A. Prayon van Zuylen, door Prof. Ad. de Ceuleneer; - 9o) Dr. Jan Bols, door Kan. Dr. J. Muyldermans; - 10o) Prof. Dr. C. Lecoutere, door Dr. Leo Goemans; - 11o) Alf. de Cock, door Is. Teirlinck; - 12o) Dr. A. Fierens, door Dr. L. Goemans; - 13o) Dr. Abr. Kuyper, door G. Segers.
Niemand werd tot nog toe aangeduid voor het schrijven van de volgende levensberichten:
Is. Bauwens, briefwisselend lid; Sir James Murray, W.H. James Weale, Dr. J.H.J. Kern, H.P.G. Quack, Dr.
| |
| |
Johan Winkler en Dr. J. Verdam, allen buitenlandsche eereleden, tijdens en sedert den oorlog overleden.
5o) Jubelfeesten Jef Denyn, te Mechelen. - Brief van 24 April, waarbij het Inrichtings-comiteit der Jubelfeesten den Voorzitter der Academie uitnoodigt deel te nemen aan het Beiaard-congres dat te dier gelegenheid zal gehouden worden.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Dr. J. Mansion, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig: Kan. Dr. J. Muyldermans, voorzitter, K. de Flou, Prof. Ad. de Ceuleneer, Is. Teirlinck, Mr. L. Willems, en Prof. Dr. J. Mansion, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] Lidmaatschap der Commissie. - Voordracht van twee candidaten tot vervanging van Baron N. de Pauw.
Worden voorgesteld: 1e candidaat, Dr. Goemans;
2e candidaat, Prof. Vermeylen.
b] Bijdrage tot de technische studie van het beroemd XIIIe eeuwsch ‘Psalmboek van Peterborough’, door Dr. Schuyten (Antwerpen). - Verslag door de heeren L. Willems en Prof. A. de Ceuleneer.
- Daar de Commissie oordeelt dat de studie in den voorgelegden vorm niet geschikt is om opgenomen te worden in de Verslagen en Mededeelingen, wordt zij ter aanvulling aan den schrijver teruggezonden.
c] Shakespeare, studie door den heer Taco H. de Beer, buitenlandsch eerelid, ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden.
| |
| |
- De Commissie besluit deze studie aan het oordeel van Prof. Logeman te onderwerpen.
d] Mededeeling door Prof. Dr. J. Mansion: Toponymische Kleinigheden: 1. Astanetum in Vlaanderen; 2. De Vlamingstraat te Brugge; 3. Het begrip bodem in de Namenkunde.
- De Commissie stelt voor deze bijdrage in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Wattez, voorzitter, Kan. Dr. Muyldermans, Kan. Joos, de Ceuleneer, Dr. Vandevelde, Dr. Goemans, Jacobs, Dr. Persijn, leden, Dr. Sabbe, hospiteerend lid en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
Het verslag over de Maart-vergadering wordt goedgekeurd.
Aan de dagorde staat:
De School en de Omgeving. Wetenschappelijke proefnemingen op de leerlingen. Verachterden en Meestbegaafden. Lezing door den heer Gustaaf Segers. - Spreker handelt over de maatschappelijke invloeden, die storend op het volksonderricht en de volksopvoeding inwerken. De proefnemingen op de leerlingen, welke ten doel hebben hunne verstandelijke vermogens te bepalen, zijn veelal tijdverspilling, en bevorderen de verstrooidheid. Het rangschikken der scholieren in verachterden en meestbegaafden is van kieschen aard en heeft al te dikwijls erge gevolgen.
In de volksschool moeten al de leerlingen de kennissen en vaardigheden verwerven, die allen later noodig hebben; het is de plicht der onderwijzers er naar te streven allen tot verstandige, zedelijke menschen en brave burgers op te voeden.
| |
| |
- De heer Voorzitter stelt voor de lezing van den heer Segers in de Verslagen en Mededeelingen der Academie op te nemen. - Eenparig aangenomen, en door de Academie, in pleno vergaderd, goedgekeurd.
| |
Dagorde.
1o) Wedstrijden voor 1922. - Lezing der verslagen. (Ingevolge art. 31 der Wet van 15 Maart 1887, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 15 Maart 1891.)
De Vergadering beslist dat deze verslagen zullen gedrukt en, vóór de Juni-vergadering, aan de heeren werkende leden medegedeeld worden; een zelfde beslissing wordt genomen wat betreft de verslagen over den wedstrijd van het Salsmans-Fonds, en die van het Karel Boury-Fonds.
Wat de prijsvraag Klankleer van het Brusselsch dialect betreft, kan het ingezonden antwoord niet in aanmerking komen, daar de prijsvraag niet voor 1922 maar voor 1921 uitgeschreven was, en dus vóór 10 December 1920 diende beantwoord.
De Jury, aangesteld tot het beoordeelen dezer prijsvraag, bestond uit de heeren Prof. Vercoullie en Dr. Leo Goemans. Zij besloten de prijsvraag aan te houden voor een later te bepalen jaar.
De verslagen over den Beernaert-Prijskamp (5de tijdvak: 1920-1921), en over den wedstrijd tot vertaling der Brabançonne, zullen na het verslag der Juni-vergadering opgenomen worden.
2o) Plechtige Vergadering op Zondag 2 Juli. - Vaststelling van het Programma. - Op voorstel van het Bestuur, wordt het programma als volgt vastgesteld:
a) | Openingsrede door den heer Omer Wattez, bestuurder. |
| |
| |
b) | Taal en Volk. Rede door den heer Dr. Frans van Cauwelaert, volksvertegenwoordiger, burgemeester van Antwerpen, briefwisselend lid der Academie. |
c) | Uitslag van de verkiezingen voor het Lidmaatschap der Academie. |
d) | Uitslag van de Academische Wedstrijden voor het jaar 1922. |
e) | Afkondiging van den uitslag van den Karel Boury-wedstrijd voor 1922; - van den Aug. Beernaert-prijskamp (5de tijdvak: 1920-1921); - van den Salsmans-prijskamp; - en van den wedstrijd voor het vertalen der Brabançonne. |
f) | Hulde aan de afgestorven leden. |
***
3o) Geheime vergadering te 2 1/2 uur: A. Verkiezing van een werkend lid tot vervanging van wijlen Baron Nap. de Pauw. Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen, de HH. Isid. Teirlinck en Prof. Dr. J. Mansion.
Wordt verkozen: Dr. Maurits Sabbe.
De heer Omer Wattez, bestuurder, wenscht de heeren Sabbe en Persijn geluk met hun verkiezing tot werkend lid en hoopt dat zij in de toekomst zullen zijn wat zij in 't verleden reeds waren: ijverige werkers voor den groei en den bloei der Academie. - De heeren Sabbe en Persijn zeggen dank en beloven steeds hun beste krachten voor de Academie veil te hebben.
B. Lidmaatschap der Academie. Candidaten worden voorgesteld:
a) | Voor de plaatsen van briefwisselend lid open door het afsterven van Dr. A. Fierens, en door de benoeming tot werkend lid van Dr. J. Persijn. |
b) | Voor de plaats van buitenlandsch eerelid open door het afsterven van den heer Felix de Coussemaeker, te Rijsel (Frankrijk). |
| |
| |
4o) Lezing door den heer Gustaaf Segers: Gesprek met Vondel in 1917. - Spreker verhaalt een fantastisch bezoek van den dichter den 17 November 1917, zijn drij honderd dertigsten verjaardag. Vondel spreekt over de bloedige oorlogen van zijnen tijd, over het wee dat zij teweegbrachten, en de vreugde, welke het sluiten van den Munsterschen vrede hem verschafte. Zijn verjaardag geeft hem aanleiding om een terugblik op zijn veelbewogen leven te werpen. In eene lyrische ontboezeming voorspelt hij de roemrijke toekomst van België.
- Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de Academie de lezing van den heer G. Segers in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
De vergadering eindigt te 4 uur.
|
|