| |
| |
| |
Vergadering van 16 November 1921.
Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren: Karel de flou, Dr. Lod. Simons, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. Amaat Joos, Isid. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en J. Jacobs, werkende leden;
De heeren Dr. Julius Persyn, onlangs tot werkend lid verkozen, en V. Toussaint van Boelare, briefwisselend lid, wonen ook de vergadering bij.
Hebben zich laten verontschuldigen, de heeren Dr. Hugo Verriest, werkend lid, Prof. Dr. Frans Daels, briefwisselend lid, en Prof. Dr. H. Logeman, buitenlandsch eerelid.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag der October-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Académie royale de Belgique. Commission royale d'Histoire. Dénombrements des feux des duché de Luxembourg et comté de Chiny. Tome I: Documents fiscaux de 1306 à 1537, réunis par Jacques Grob, publiés avec des additions et corrections de Jules Vannérus. Bruxelles, 1921.
| |
| |
Id. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. Mémoires. Collection in-4o. IIme série, T. VII, fasc. IV et dernier: Hubert (Eug.) - Correspondance de Maximilien de Chestret, agent diplomatique du Prince-Evêque de Liége à Paris et à la Haye (1785-1794). Bruxelles, 1921.
Id. Collection in-8o, IIe série, T. XIV (1re partie): Le régime juridique et économique du commerce de l'argent dans la Belgique du moyen âge, par Georges Bigwood, Docteur en Philosophie et Lettres, Avocat à la Cour d'appel, Professeur à l'Université libre de Bruxelles. Bruxelles, 1921.
Id., T. XVI, fasc. II: Cuvelier (J.). - Les origines de la fortune de la maison d'Orange-Nassau. Contribution à l'histoire du capitalisme au moyen âge. Id.
Fasc. III: Lefèvre (J.). - Etude sur le commerce de la Belgique avec l'Espagne au XVIIIe siècle. Id.
Id. Classe des Beaux-Arts. Mémoires. Collection in-8o. Tome I, fasc. IV et dernier: Doorslaer (Dr. G. van). - La vie et les oeuvres de Philippe de Monte. Id.
Id. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. nos 7-10, 1921. - Bulletin de la Classe des Beaux-Arts, nos 6-8, 1921. - Bulletin de la Commission royale d'Histoire. Tome LXXXV, 1er bull.
Id. Programme des Concours.
Tijdschriften. - Annales des travaux publics de Belgique, oct. 1921. - Arbeidsblad, September 1921. - Bibliographie de Belgique, Livres et Périodiques nouveaux, no 1, 1916. - Bulletin des Commissions royales d'Art et d'Archéologie, janvier-juin 1921. - Tooneelgids, VIIe jaar, nr 5.
Door de Bibliotheek der Universiteit te Amsterdam, de hieronder volgende academische proefschriften (1919-1920-1921):
Westerouen van Meeteren (F.M.). - De dwangsom (astreinte) naar Nederlandsch Recht.
Vet (Elisa). - Over de werking van eenige anti-septica op den groei van schimmels in verband met het conserveeren van genees- en voedingsmiddelen.
Vixseboxse (H.). - Het gedrag van organische allotrope stoffen.
Bakels (A.). - Het vraagstuk der trophische zenuwen.
Lynst Zwikker (J.-J.). - Over de inwerking van amylolytische enzymen op natuurlijke zetmeelkorrels en de kolloïdale structuur van het zetmeel.
Schellekens (W.M.J.). - Tuberculose der parotis.
Jakobs (H.). - Statistisch overzicht over de reconvalescenten der koloniale reserve gedurende het tijdvak 1 Juli 1897 tot 1 Juli 1917.
| |
| |
Kooy (J.M.). - Het voorkomen der prowazeksche en andere vormen bij de trachoomlijders der Amsterdamsche trachoompolikliniek.
Kahn (B.A.). - ‘Conventions’ of politieke stelregels.
Schalkwijk (L.M.A.N. van). - De sociale paedagogiek van John Dewey en haar filosofiese grondslag.
Berckel (A.L.M. van). - Het rechtskarakter der huur van onroerend goed volgens hedendaagsch Nederlandsch recht.
Goudsmit (J.). - Experimental investigations with trypan blue in connection with the intranspinal treatment of lues nervosa.
Schiphorst (F.B.M.B.). - Over de aetiologie en de symptomatologie van Tabes.
Duyvis (M.A.). - Over lues en embecilliteit.
Dalmeyer (J.J.). - De beteekenis van het voorkomen van porphyrinen in de faeces.
Bruyning (F.O.). - Over hoorstomheid.
Boom (B.K.). - Cholesterinaemie bij diabetes mellitus.
Meerwaldt (J.D.). - Studia ad generum dicendi historiam pertinentia. Pars I: De Dionysiana virtutum et generum dicendi doctrina.
Schlven (Th. van). - Dwarse laesie's van het ruggemerg.
Rath (H.). - Oorlogs- en vredes-chirurgie. De methoden der moderne oorlogs-chirurgie toegepast op de vredes-praktijk.
Zeehandelaar (Israel). - Ontogenese en phylogenese der achterstrengkernen in verband met de sensibiliteit.
Glim (Mr. J.E.). - Protectie in Frankrijk en zijne koloniën.
Heisterkamp (W.J.). - De brand-chomageverzekering, in het bijzonder de bedrijfsver zekering.
Velzen Camphuis (S. van). - Het vraagstuk der verbetering van de inlandsche copra in Nederlandsch Indië.
Blauwkuip (F.). - De taalbesluiten van Koning Willem I.
Orbaan (C.). - Behandeling der inoperabele kwaadaardige gezwellen der amandelklieren, in het bijzonder met Röntgenstralen en radium aan de hand van 44 ziektegeschiedenissen.
Meuwese (A.P.M.). - De rerum gestarum divi Augusti versione Graeca.
Favauge-Bruijel (A.J. de). - Bijdrage tot de kennis van het monoculaire zien.
Hertzberger (L.), - Spondylosis rhizomelica en hare pathogenese.
Hülsmann (H.J.). - Geschiedkundig overzicht betreffende de historische interpretatie in het privaatrecht.
Dullemond (W.B.). - De historische interpretatie van artikel 1354 van het Burgerlijk Wetboek.
Leeuwen (P.M.S. van). - Proeve van demographie in het gebied der gezondheidscommissie gezeteld te Purmerend.
| |
| |
Haeff (M.H.P.P. van). - Onderzoekingen over een nieuwe methode ter bepaling van het antifermentgehalte van het bloed bij zwangeren.
Bommel van vloten (W.J. van). - Indicanaemie bij nierziekten.
Malan (H.J.). - Het uitsnijden der keelamandelen (tosillektomie).
Lobry van Troostenburg de Bruyn (C.A.). - Bijdrage tot de kennis der passiviteit. Onderzoekingen over ijzer en nikkel.
Bierens de haan (L.). - Over de gezichtsscherpte bij zwakke verlichting en gering contrast, speciaal bij myopen.
Coenen (W.L.C.). - Bijdrage tot de kennis van de maatschappelijke verhoudingen van de zestiende-eeuwsche doopers.
Verhoef (A.W.). - Onderzoekingen naar aanleiding van het cholesterine-gehalte van het bloed bij verschillende rassen.
Bais (W.J.). - Over verbreiding en bestrijding van eenige ziekten onder arbeiders in de tropen.
Schreuder (Mr. J.C.). - Het bedrijf als grondslag der arbeidersorganisatie.
Boschma (Hilbrand). - Das Halsskelet der krokodile.
Cohen (M.H.). - Spinoza en de geneeskunde.
Lauwers (G.B.). - Over een geval van pseudohermaphroditismus masculinus internus met gezwelvorming van den testikel.
Poorter (F.H. ter). - Over variabiliteit in de zoogenaamde typhus-coligroep.
Os (D. van). - Bijdrage tot de pharmacie van formaldehyde, hexamethyleentetramine en de daaruit bereide preparaten.
Barnasconi (G.A.A.C.). - Rechten van krediteuren op per spoor verzonden goederen.
Witteman (Mr. P.J.). - De grens tusschen recht en feit in de burgerlijke cassatie.
Hirsch (Renée). - Doodenritueel in de Nederlanden vóór 1700.
Kooy (F.A.). - Over den sulcus lunatus bij Indonesiërs.
Haga (H.). - Giroverkeer.
Wientjes (K.). - Over den invloed van zuren op de ontkieming van zaden.
Lubbers (J.). - De toepassing van art 276 W.v.K. bij verzekering van rechtspersonen.
Kan (M.L.). - Bewijslast en bewijswaardeering.
Hüffer (E.J.E.) S.J. - De trichloordinitrobenzolen en hun gedrag ten opzichte van natrium methylaat.
Hiltermann (F.J.)). - Haematocele retrouterina.
Leendertz (P.P.). - Waarnemingen in het centraal hospitaal teBatang Toroe, 1915-1920.
Janzen (J.W.). - Meningocokkendragers.
| |
| |
Rutgers (G.E.). - Het lichtzinonderzoek in de kliniek.
Woerdeman (M.W.). - Histiologisch onderzoek naar den fibrillairen bouw van eenige cellen en weefsels.
Goor (W.T. van). - Over aangeboren kropgezwellen.
Koenen (H.P.J.). - Physioplastiek bij kinderen.
Wijnen (H.P.). - Denervatie en devascularisatie van de blaas bij kat en hond.
Hong (H. de). - Die Hauptgesetze einiger wichtigen körperlichen Erscheinungen beim psychischen Geschehen vor normalen und Geisteskranken.
Danser (B.H.). - Contribution à la systématique du polygonum lapathifolium.
Beijer (P.H.). - De nitratie, chloreering en bromeering van het meta hydroxybenzoëzuur.
Veth (Gerda). - Simulatie in het Privaatrecht.
Reeser (C.A.). - Uitbreiding der theorie van den compensator van Babinet, benevens een onderzoek naar de ware optische constanten van kwik en zich daarop vormende oppervlaktelagen.
Haan (H. de). - Bijdrage tot de pharmacie van het opium.
Tan Ping Ie. - Proeven over de variabiliteit van bacterium typhosum.
Hasselt (F.Ch. van). - Bijdrage tot de studie der wondgenezing.
Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam. Aanwinsten 1919 en 1920. Afdeeling: Nieuwe taalkunde en letteren en Wijsbegeerte, opvoedkunde, onderwijs. - Supplement-lijst van boeken behoorende aan de remonstrantsche kerk en aan het evangelisch Luthersche seminarium. - Catalogus van de boeken en tijdschriften, geplaatst in de laboratoria voor Ziektekunde, Psychiatrie en Neurologie, Oogheelkunde, Oor-, neus- en keelziekten, Huidziekten en syphilis, en in de klinische bibliotheek. - Catalogus van de boekerij der Nederlandsche Keel- Neus- Oorheelkundige Vereeniging. (Supplement). - Catalogus van de philologische-historische Handbibliotheek opgesteld in de kamer-Boot. 3de gedeelte. Aanwinsten 1920.
Door de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage:
Verslag der Koninklijke Bibliotheek over 1920. - Aanwinsten: April-December 1920. - Systematisch Register.
Aanwinsten: Januari-Juni 1921.
Door de Maatschappij voor Nederlandsche Letterkunde, te Leiden:
Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, en Levensberichten harer afgestorven Medeleden, 1919-1920. Leiden, 1920.
Tijdschrift voor Nederlandsche Taal en Letterkunde. 39e dl: 1920.
| |
| |
Door het Historisch Genootschap, te Utrecht:
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. 41e deel. Amsterdam, 1920.
Verslag van de Algemeene Vergadering der Leden van het Historisch Genootschap, gehouden ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het Genootschap te Utrecht op 25 Mei 1920. Id.
Door het Genootschap der Wetenschappen, te Middelburg:
Archief. Vroegere en latere Mededeelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland, uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap. 1920-1921. Middelburg.
Door de Rijksuniversiteit te Groningen:
Jaarboek der Rijksuniversiteit te Groningen. 1919-1920.
Het strafproces in de ommelanden tusschen Eems en Lauwers van 1602-1749, door Mr. J. Frima. Amersfoort, z.j.
Door de ‘Société d'Emulation de Bruges’:
Geschiedenis van het ‘Veld’ of Zuid-Westelijk Gedeelte van de gemeente Sint-Andries door Ridder Stanislas van Outryve d'Ydewalle. Brugge, 1921.
Door den heer Edw. Gailliard, bestendig secretaris:
La Plume au service des Arts et des Lettres. 1e année (1870-71): nos 3-12; 14-52; 2e année (1871-72), volledig.
Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid:
Keus uit Emm. Van Driessche's Werken. 4. Oratorische Schriften: Redevoeringen, toespraken, voordrachten. - 5. Poëtische Schriften: Indrukken, liederen, kinderversjes, enz. Antwerpen, 1896. (2 dln.).
Door den heer Dr. M. Sabbe, briefwisselend lid:
In- en Uitvoerrechten op Boeken en Papier gedurende de 17e en 18e eeuw in Zuid-Nederland. (Overdruk uit ‘Het Boek’.)
Door Prof. Dr. J.W. Muller, buitenlandsch eerelid, te Leiden:
De uitbreiding van ons taalgebied in de zeventiende eeuw (door J.W. Muller). Getrokken uit De Nieuwe Taalgids, blz. 161-220.
Door den heer A. Adriaensen, te Hoogstraten:
Mirecourt (Eug.). - Les contemporains. Paris, 1856. (Tome III.)
Door den heer Dr. J. Gessler, leeraar te Hasselt:
Kleine Reis rond de Wereld, bevattende eene menigte bijzonderheden op de verschillende volkeren der aerde, en versierd met een groot getal nieuwe gravuren. Tweede uitgaef. Doornik, 1847.
Feesten te Antwerpen (S.M.) De Muze der Geschiedenis, oratorio in drij deelen, door Julius de Geyter en Peter Benoit, in het stadion der Olympische Spelen (2700 uitvoerders) op 31 Juli en 1 Augustus 1920 onder de algemeene leiding van Karel Candael, toondichterorkestmeester. 1880-1899-1920. Antwerpen, z.j.
| |
| |
De maatschappelijke bevrediging. Redevoering voor de leden van het Davidsfonds, afdeeling Hasselt, gehouden door Professer S. Overmeer. Leuven, 1892.
Verder een omzendbrief van het Secretariaat der Maatschappelijke Werken van Limburg, en een strooibriefje tijdens den oorlog te Hasselt verspreid om een ‘Groote Vlaamsche Meeting’ aan te kondigen waarop ‘Dr. Aug. Borms’ het woord zal voeren over ‘De zelfstandigheid van Vlaanderen’.
Algemeen Repertorium der Hasseltsche Ordonnantieboeken, bewerkt door Dr. J. Gessler en C. Vanderstraeten. (Door het H. Pirenne-fonds bekroond.) Hasselt, 1921.
Door den heer Dr. Paul van Oye, te Tasikmalaja (Java):
Einige sehr einfache Methoden für planktologische Untersuchungen in den Tropen. Von Dr. Paul van Oye (Institut für Binnenfischerei, Tasikmalaja-Java). Sonder-Abdruck aus Mikrokosmo, Jg. 1920-21, Heft 11.)
Door de Redactie:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, Jg. 1921. Mnemosyne, nrs 1-4, 1921. - Het Westland en De Hopboer, nr 2, 1921.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, Sept. 1921. - Biekorf' nr 10, 1921. - Limburg, nrs 3-4, 1921. - Mechlinia, Oct. 1921. - Neerlandia, Nov. 1921. - De Opvoeder, nrs 28-30, 1921. - De Schoolgids, nrs 15-18, 1921. - Sint-Cassianusblad, nrs 2-3 en 8-10, 1921. - De Student, Sept. 1921. - Studiën, Nov. 1921. - Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift, Nov. 1921. - Dietsche Warande en Belfort, Nov. 1921. - La vie diocésaine, Oct. 1921.
Voor den Aug. Beernaert-Prijskamp (1920-1921) werden ingezonden:
Door den E. Heer G. Celis, Heirnislaan 5, te Gent:
Beschrijving van Gent, door G. Celis, priester. Tweede en vermeerderde uitgaaf. Gent, z.j.
Door den heer Alf. Lambrecht, Veerstraat, te Dendermonde:
Lambrecht (Alf.). - De Voorlooper. Bybelspel in vier Bedryven. Thielt, z.j.
| |
| |
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
1o) Te Deum op 15 November. - Brief van 4n November, waarbij de Weled. Heer Graaf de Kerchove de Leden der Academie uitnoodigt tot het Te Deum, dat Dinsdag, 15 dezer, te 11 1/2 uur, in de hoofdkerk van Sint-Baafs zal gezongen worden, ter gelegenheid van het Patroonfeest des Konings.
2o) Plechtige dienst in de kerk van O.-L.-V.-Sint Pieters. - Brief van 31 October, waarbij de Generaalmajor opperbevelhebber der Plaats te Gent, de Academie uitnoodigt tot den plechtigen dienst, die, op Zondag 6n November, in de kerk van O.-L.-Vrouw Sint-Pieters, zal gecelebreerd worden tot zielelafenis van de heldhaftige Soldaten die voor het Belgische Vaderland gestorven zijn.
3o) Jaarboek voor 1922. - Levensberichten in dit Jaarboek op te nemen. - De Bestendige Secretaris zou gaarne de lijst van genoemde levensberichten opmaken. De kopij dient tegen den laatsten December gereed te zijn en uiterlijk den 15 Januari ingezonden te worden.
4o) Verzending van een uitgave. - Den 18 November zal, aan de heeren Leden verzonden worden de eerste aflevering van het IIIe deel van Zuid-Oostvlaandersch Idioticon door onzen geachten Collega Isid. Teirlinck. - De gebruikelijke schikkingen worden voor de verzending van die uitgave genomen.
5o) Ingekomen prijsantwoord. - Den 4 November is ingekomen een antwoord op de prijsvraag over Het Hollandsch dialect in de Middeleeuwen. Het stuk draagt tot kenspreuk:
Die scriven soude int openbaer,
Dat eiken mensche te wille waer,
Die soude vro op moeten staen.
Dirc Potter, Der Minnen loep.
| |
| |
6o) Die Pierts, door Dr. Jan Gessler. - Genoemde studie werd aan een laatste onderzoek van Prof. J. Vercoullie onderworpen. Deze laat weten, dat hij vrede heeft met den tegenwoordigen vorm van het stuk. Het mag derhalve ter pers gaan.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie. - De heer Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Mr. L. Willems, K. de Flou, Edw. Gailliard, Prof. Ad. de Ceuleneer, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Is. Teirlinck, leden, en Prof. J. Mansion, lidsecretaris.
Aan de dagorde staat:
a] | Lidmaatschap der Commissie. Voordracht van twee candidaten tot vervanging van Dr. A. Fierens. - Worden voorgedragen de heeren Dr. Leo van Puyvelde en Dr. L. Scharpë. |
| |
b] | Verkiezing van het 14e Bestuur der Commissie. - Verkiezing van Voorzitter, Ondervoorzitter en Secretaris der Commissie, voor 1922-1923. - Worden verkozen de heeren:
tot Voorzitter, Kan. Dr. Muyldermans;
tot Ondervoorzitter, Is. Teirlinck;
tot Secretaris, Prof. J. Mansion. |
| |
c] | Ter uitgave aangeboden verhandeling: Nederlandsche Vertalingen der oude Grieksche en Latijnsche Schrijvers, door Z.E. Pater A. Geerebaert, S.J. - De heeren Dr. A. de Ceuleneer en Dr. Jac. Muyldermans tot verslaggevers aangesteld. Verslagen door hen ingezonden. |
- De Commissie stelt voor die verslagen in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
| |
| |
| |
1o) Verslag van Dr. A. de Ceuleneer.
In het jaar 1913 heeft de Commissie voor Geschiedenis de verslagen van onzen Collega Kan. Muyldermans en het mijne goedgekeurd, en de Academie heeft het voorstel der Commissie aangenomen de studie van Pater Geerebaert over Nederlandsche vertalingen van oude Grieksche en Latijnsche Schrijvers in hare Verslagen en Mededeelingen op te nemen. De Commissie sprak alsdan den wensch uit dat haar weldra het volledig werk zou aangeboden worden, want het ingezonden stuk was slechts eene proeve van eenige bladzijden (blz. 771-791).
De Eerw. Pater Geerebaert stuurt ons thans het volledig werk met den titel: Lijst van gedrukte Nederlandsche vertalingen der oude Grieksche Schrijvers, met de hoop dat de Academie het zal laten verschijnen. Het is een werk van niet minder dan 408 bladzijden.
In eene inleiding, veel meer uitgebreid dan die der Proeve, duidt de schrijver de beginselen aan die hij voor het opstellen heeft geacht te moeten volgen en handelt breedvoerig over de redenen die zijns dunkens hem niet toelieten over de christene schrijvers te handelen. Ik ben wel verplicht zijne denkwijze bij te treden, daar de aldus opgevatte studie een afzonderlijk werk zou geweest zijn, wellicht meer uitgebreid dan hetgeen ons aangeboden wordt. Wat Pater Geerebaert over de Bijbelvertalingen neerschrijft komt mij als heel juist voor. Laten wij hopen dat hij later in staat zal zijn dit nieuw werk op te stellen niettegenstaande de ongeloofelijke moeielijkheden die er aan verbonden zijn.
Het werk van Pater Geerebaert is van groot belang en van wetenschappelijke waarde. De Schrijver heeft het grootste getal boeken die hij vermeldt, zelf in handen gehad en nagezien, en te dien einde menigvuldige boekerijen in België en in Nederland bezocht: Ik zal hier slechts eene kleine opmerking maken. Als de Bibliotheca Belgica aangeduid wordt (blz. 21), zou men er wel den naam van Ferdinand Van der Haeghen mogen bijvoegen. Daar Pater Geerebaert in de Bibliothèque nationale te Parijs is geweest, vraag ik mij of hij wellicht niets zou gevonden hebben in de Bibliothèque Mazarine aldaar.
Ik veroorloof mij, wat de Lijst zelve betreft, eene vraag te stellen en zekere opmerkingen te maken.
Voor de vertaling der Ilias door van Mander (blz. 66), de eerste die het gedicht in 't Nederlandsch vertaalde en dit wel volgens de Fransche vertaling van Mr Hugues Salel, doe ik b.v. opmerken, dat ik in een mijner notas vind dat het l'abbé de Saint Cheron was. Men zou ook wel van van Mander Zyne ‘Uytleggingh’ op de metamorphosis of herschepping (Amsterdam, 1641) mogen aangeduid zien, alhoewel het boek veel meer eene paraphrasis dan eene zuivere vertaling is.
Zoo ook zou men uit de Brabbeling van Roemer Visscher die gedichtjes kunnen aangehaald hebbendie aan Martial is ontnomen zijn;
| |
| |
deze zijn zoo menigvuldig dat men aan Visscher den naam van Nederlandsche Martialis gegeven heeft.
Het gebeurde wel eens aan den schrijver het formaat niet aan te duiden, en nooit zegt hij ons of het boek met platen versierd is, zelfs indien zulks op den titel staat. Dit is nu toch niet van belang ontbloot, daar de platen bewijzen dat men met geene gewone uitgave te doen heeft.
Overigens heb ik de overtuiging opgedaan dat de titels soms niet heel en al volledig zijn overgeschreven ofwel in kleinigheden verschillen met de opgegevene titels in catalogussen. Ik haal er hier eenige aan, alhoewel ik meestendeels de boeken zelf niet in handen heb gekregen.
Blz. 87: Flavius Josephus, historie der Jooden, vertaald door W. Sewel. Amsterdam, 1736, 2 deelen, 4o, met platen.
Blz. 89: Flavius Josephus, Joodsche oudheden of historie der Joden, naar het oorspronkelijk grieksch overzien door S. Haverkamp. Arnhem, Cohen. 1 d., met platen.
Blz. 246: voor den Juvenalis van Haarlem, 1709. 8o, zou men er bij kunnen voegen: met schoone titelplaat van J. Goerce.
Blz. 287: Ovidius Naso. De gedaantewisselingen. In het latijn en nederduitsch nieulijk vertaald en te zamen in het licht gegeven door J. Verburg. Nevens omstandige aanteekeningen door A. Banier. Amsterdam, Wetstein Smith. 1732, fol., met schoone platen van B. Picart.
Blz. 297: Plinii Secundi. Des wijdberoemde hoochgeleerden ouden philosophie en de natuerkondighers boecken en schriften. Arnhem, 1617, 4o, met vele platen.
Blz. 298: Plinii Secundi. Des wijtberoemden Natuerkondigers vier boecken handelende van de Natuere menschen, der viervoetighe en kruypende ghedierten; der voghelen en de kleyne beestigens, der visschen, oesters ende kreeften. Amsterdam, H. Laurentz, 1644, 4o, met vele platen.
Blz. 334: Terentius. Comediae sex cum belgica interpretatione. Joan. Min. Elli. Rotterdam, 1663, in-12.
Blz. 352: Virgilius. Nederduitsche overzettinghe der XII boecken behelzende de wonderlijcke gevallen van AEneas door F. Cochelet. Antwerpen, 1747, 8o.
Uit mijne boekerij wil ik slechts vermelden twee schrijvers waarvan de titel niet heel en al overeenkomt met dien door Pater Geerebaert aangegeven:
Blz. 325: Alle de werken van Cornelius Tacitus in 't Hollandsch vertaalt door den Heer P.C. Hooft. T'Amsterdam bij
| |
| |
Henrik Wetstein en Pieter Sceperus, 1704, fol., met eene voorreede van Geeraardt Brandt en prachtige platen door A. Vaillandt en J. Mulder.
Blz. 275: Alle de werken van Publ. Ovidius Naso in de Nederlandse Taale overgebracht door Abraham Valentyn. Met Verklaaringen en Uitleggingen verrijkt, door Lud. Smids M.D. en met omtrent driehonderd Printverbeeldingen vercierd, door de vermaarde Le Clerc geteekend; nevens veele Afbeeldingen van Goden Godinnen en Dragten. 't Amsterdam bij Pieter Mortier, 1700-1701, 3 deelen, 4o.
Niettegenstaande deze kleine opmerkingen ben ik overtuigd dat de Lijst van Pater Geerebaert zoo volledig mogelijk is.
Pater Geerebaert heeft zijne lijst volgens de chronologische orde opgesteld. Ik stel mij de vraag of het niet practischer zou geweest zijn eerst de vertalingen der volledige werken van den schrijver chronologisch op te geven en daarna ook chronologisch de vertalingen van zekere werken. Dit zou de raadplegingen en de opzoekingen veel vergemakkelijken. Deze verandering zou niet veel werk vragen. Pater Geerebaert zou maar iedere titel af te snijden hebben om ze dan volgens de nieuwe orde te rangschikken. Ik zou eindelijk Pater Geerebaert verzoeken als slotrede van zijn zoo merkwaardig werk in een paar bladzijden de aandacht te roepen op het feit dat zelfs in een tijd als Nederland aan het hoofd stond van het humanismus, welke schrijvers uitsluitelijk het Latijn bezigden, dichters en prozaschrijvers de oude letterkundigen aan het volk in zijne taal bekend maakten en dit met zulken goeden uitslag dat van vele schrijvers verschillende uitgaven noodwendig waren. Dit zou een goed gedacht geven van de geestesontwikkeling van ons volk in vroegere tijden. Er is bijna geen Grieksche en Latijnsche schrijver die in het Nederlandsch niet vertaald werd en er bestaat wellicht geen land alwaar zulks geschiedde.
De Academie mag zich gelukkig achten een zoo wetenschappelijk werk als de Lijst van Pater Geerebaert te ontvangen en ik heb de eer voor te stellen het te doen drukken, nadat de schrijver het nog eens zal herzien hebben.
| |
2o) Verslag van Dr. Jac. Muyldermans.
Pater A. Geerebaert S.J. legt ons een ‘Lijst voor van de gedrukte Nederlandsche Vertalingen der oude Grieksche en Latijnsche Schrijvers’, Het is een werk van onverdroten opzoeking, van groote wetenschappelijke waarde, dat aller waardeering verdient. Ik sluit me dan ook aan bij de beschouwingen van mijn geachten Collega A. de
| |
| |
Ceuleneer, en wensch, zooals hij, dat het werk door de Koninklijke Vlaamsche Academie kunne uitgegeven worden. Pater A. Geerebaert heeft recht op onzen dank en onze hulde.
d] In memoriam Dr. A. Fierens: De Vaderlandsche Geschiedenis en ons Middelbaar Onderwijs. II. De opleiding der leerkrachten, door den heer Prof. Dr. J. Mansion voor te dragen. - Dr. Fierens moest zelf dit stuk voorlezen in de September-vergadering laatstleden: hij was evenwel in de onmogelijkheid naar die vergadering te komen, daar hij den plechtigen lijkdienst van Dr. Lecoutere, te Leuven, wenschte bij te wonen. Hij schreef alsdan: ‘Ik heb zooveel persoonlijke verplichtingen jegens zaliger Professor Lecoutere, dat het voor mij een daad is van piëteit op dien lijkdienst aanwezig te zijn’. - Dr. Fierens had zijn onderwerp als volgt toegelicht: ‘Spreker behandelt dat onderwerp om te voldoen aan een wensch door Prof. De Ceuleneer uitgedrukt in de zitting van Juli. Hij heeft het vooral over de Atheneum-leeraars. Hun wetenschappelijke opleiding acht hij goed opgevat, maar hun pedagogische vorming is onvoldoende; om haar te verbeteren, zou de didactische proef van het doctoraat in de wijsbegeerte en letteren ongeveer een half jaar na de wetenschappelijke proeven moeten gesteld worden, opdat de doctorandus gedurende enkele maanden geheel zijn aandacht uitsluitend aan de studie der opvoedkunde zou kunnen wijden’.
Dr. Mansion geeft daarop lezing van het stuk.
- De Commissie stelt voor de lezing op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen. (Aangenomen.)
e] Anneessens herdacht, door Kan. Dr. Muyldermans. - Uitgesteld tot eene volgende zitting.
f] Margareta van Lovere, door Mr. Leon. Willems. - Deze naam komt voor in twee akrostichons van de Refreynen van Jan van Doesborch (± 1525). Zij is waarschijnlijk de vrouw aan wie de gedichten opgedragen werden. Spreker vraagt naar inlichtingen over haren persoon.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gust. Segers, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
| |
| |
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Leo Goemans, voorzitter, Kan. Dr. Muyldermans, Prof. de Ceuleneer, Kan. Am. Joos, Omer Wattez, J. Jacobs, Dr. A.-J.-J. Vandevelde, leden, en G. Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] | Lidmaatschap der Commissie. Voordracht van twee candidaten tot vervanging van Dr. C. Lecoutere. - Worden voorgedragen de heeren Dr. J. Persijn en Dr. M. Sabbe. |
| |
b] | Verkiezing van het 9de Bestuur der Commissie. - Verkiezing van Voorzitter, Ondervoorzitter en Secretaris der Commissie voor het jaar 1922-1923. - Worden verkozen de heeren:
tot Voorzitter, Omer Wattez;
tot Ondervoorzitter, Kan. Joos;
tot Secretaris, G. Segers. |
| |
c] | Verscherpte leerplicht. Lezing door den heer Gustaaf Segers. - De heer Segers leest eene verhandeling over Verscherpte leerplicht. Uit officiëele statistieken, door den Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten medegedeeld, blijkt, dat, niettegenstaande de wet op den leerplicht, de schoolbijwoning hier te lande veel te wenschen overlaat. In Frankrijk is dit insgelijks, wellicht nog in ruimer mate het geval. In België werden reeds strenger strafwetten op de onregelmatige schoolbijwoning gestemd; het wetsontwerp door den heer Jossot, Senator van La Côte d'Or, in den Franschen Senaat neergelegd, verscherpt merkelijk de maatregelen, door de wet van 1882 ter beteugeling van het schoolverzuim voorgeschreven. Zijn hoogst merkwaardig verslag bevat tevens bittere klachten over de gebrekkige toepassing dezer wet.
De heer Secretaris komt tot het besluit, dat de leerplicht op het lager onderwijs noodzakelijk is, doch dat het niet noodzakelijk is onze wet te verscherpen, noch hare sancties met de uiterste strengheid toe te passen. De prachtigste school, met de kostelijkste meubels voorzien, de strengste leerplicht, de voorbeeldigste wetten en verordeningen, het doelmatigste programma; dit alles is niet voldoende om het volksonderricht ernstige, duurzame uitslagen te doen opleveren, wanneer het niet wordt bezield door de persoonlijke eigenschappen, door
|
| |
| |
| de bekwaamheid, het plichtsgevoel, en de liefde tot zijn ambt en tot de kinderen en de geestdrift van den onderwijzer, voor wien de hem beschikbare hulpmiddelen slechts als bijzaken zijn te beschouwen.
- Aan de bespreking nemen al de leden deel. Er wordt vooral op gedrukt, dat het volstrekt noodzakelijk is, dat de hoofdvakken van het lager onderwijs met de grootste zorg onderwezen worden. - De heer Voorzitter wenscht den heer Secretaris geluk met zijn verhandeling en stelt voor haar in de Verslagen en Mededeelingen der Academie op te nemen. (Eenparig aangenomen.) |
| |
d] | Lezing door Dr. A.-J.-J. Vandevelde: Over hervormingen in het vakonderwijs. II. Chemische proeven in het lager, in het middelbaar en in het vakonderwijs. - De heer Vandevelde doet eene mededeeling over hervormingen in het vakonderwijs; die mededeeling volgt op deze door hem vroeger over bacteriologische proefnemingen gedaan, en is thans bestemd om het materiaal te beschrijven, dat in de vakscholen, en ook in het lager, middelbaar en normaal onderwijs op het gebied der scheikunde, bestendig ter beschikking van leeraars en leerlingen zou moeten gebracht worden. |
- Dr. Goemans vestigt de aandacht op de noodzakelijkheid de Nederlandsche terminologie der wiskunde in het onderwijs vast te stellen zoodanig, dat overal dezelfde termen gebruikt worden om dezelfde denkbeelden weer te geven.
- De heer Voorzitter stelt voor de verhandeling van den heer Vandevelde in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. (Goedgekeurd.)
| |
Dagorde.
1o) Wetenschappelijke werken Leescomiteit. (Zie boven, blzz. 125-126.) - Samenstelling van de Jury. De heer Minister van Wetenschappen en Kunsten heeft, den 17 October, den brief zooals hieronder volgt, aan de Academie gestuurd:
| |
| |
‘Als gevolg op uw schrijven in dato 28 September, betrek hebbend tot de instelling der Jury belast met het beoordeelen der wetenschappelijke werken voor te dragen aan de Commissie voor het rangschikken der handschriften, waarvan de uitgave door den oorlog en de daaropvolgende crisis werd belet,
heb ik de eer U te melden dat het ingesteld wetenschappelijk leescomiteit de werken in de twee talen zal beoordeelen.
Ten andere, de ingekomen wetenschappelijke werken in Vlaamsche taal gesteld zijn allen van geschiedkundigen aard.
En voor 't geval dat er onder dezen een werk mocht voorkomen, dat, buiten de bevoegdheid valt van het aangestelde wetenschappelijk leescomiteit, wordt in het Ministerieel Besluit de aanstelling van deskundigen voorzien, zoodat om 't even in welk vak de Vlaamsche Wetenschap tot haar recht zal komen.’
Mag dit schrijven onbeantwoord blijven?, vraagt het Bestuur.
De Vergadering stemt in met het voorstel, aan de heeren Is. Teirlinck, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en Dr. Fr. Daels de zorg op te dragen, te zamen met het Bestuur, een ontwerp van antwoord aan den Heer Minister op te stellen. De heer Wattez zegt verder dat, met het oog op die stemming, het Bestuur zich reeds dezen morgen met de zaak heeft onledig gehouden. De heer Isid. Teirlinck was zoo goed een ontwerp voor te bereiden, waarvan hij lezing geeft en dat door de Academie met eenparige stemmen wordt goedgekeurd. - Het stuk zal zonder uitstel aan den Heer Minister verzonden worden. - (Daar de heer Dr. Daels verhinderd is de vergadering bij te wonen, is van zijne medewerking aan het opstellen van bedoelden brief moeten afgezien worden.)
2o) Verkiezing van Bestuurder en Onderbestuurder, voor het jaar 1922. - In geheime vergadering gaat
| |
| |
de Academie over tot de verkiezing van haar Bestuurder en van haar Onderbestuurder voor het jaar 1922. - Tot stemopnemers worden aangewezen de heeren Kan. Amaat Joos en Gustaaf Segers. - Worden verkozen:
tot Bestuurder, de heer Omer Wattez, en
tot Onderbestuurder, de heer Dr. Leo Goemans.
- Deze verkiezing zal ter bekrachtiging aan Z.M. den Koning worden voorgelegd.
- De heeren Wattez en Goemans zeggen aan de Leden dank voor de uitgebrachte stemming en beloven al hun krachten ten dienste der Academie te stellen.
3o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - Verkiezing van een lid tot vervanging van Dr. C. Lecoutere zaliger. Candidaten: de heeren Mr. Leonard Willems en Prof. Dr. Lod. Scharpé.
De Vergadering gaat tot de verkiezing over.
Worden door den waarnemenden Bestuurder tot stemopnemers aangewezen, de heeren Kan. Joos en G. Segers.
Wordt verkozen de heer L. Willems.
4o) In memoriam Dr. A. Fierens: Ons prebendenwezen onder de pausen te Avignon. - Dit stuk, dat geschreven werd door Dr. A. Fierens, om op de November-vergadering gelezen te worden, werd, ten behoeve der Academie, door Mevrouw weduwe Fierens, aan den heer Dr. Leo Goemans overgemaakt. Deze laatste brengt eerbiedig hulde aan de nagedachtenis van den betreurden afgestorvene, die een der meest werkzame Leden der Academie is geweest. Hij geeft lezing van het stuk, waarin zeer merkwaardige bijzonderheden over het pauselijk hof van Avignon voorkomen.
- De heer Bestuurder zegt den heer Goemans hartelijk dank voor zijn bereidwilligheid en stelt voor de zoo
| |
| |
belangwekkende studie van Dr. Fierens in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. (Toejuiching.)
***
Laatste omvraag. - De heer Prof. Ad. de Ceuleneer geeft lezing van de Koninklijke Besluiten, betreffende de Vermeerdering van reis- en zitpenningen toegekend aan de Leden der Académie Royale de Belgique en van de Académie Royale de langue et de littérature françaises, te Brussel, welke in het Staatsblad van 22 September laatstleden verschenen zijn. Hij vindt het zonderling, - om niet meer te zeggen - dat niet een gelijk Besluit inzake de Koninklijke Vlaamsche Academie genomen werd en wenscht van het Bestuur eenige uitleggingen dienaangaande te bekomen.
De Bestendige Secretaris antwoordt hierop, dat hij niet de minste mededeeling daaromtrent uit het Ministerie ontvangen heeft. De Koninklijke Besluiten uit het Staatsblad zijn hem ook onbekend gebleven. Voorzeker zal het wel een louter toeval zijn, maar juist het nr van 22 September ontbreekt aan de verzameling der Academie.
De heeren Wattez, Vercoullie en Vermeylen nemen deel aan de daaropvolgende bespreking. Er wordt ten slotte beslist dat over de uitsluiting onzer Koninklijke Instelling dringend aan den heer Minister zal geschreven worden.
- De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|