522. - Hofmeester en hofmeesterye.
Die twee woorden wijzen, - wat het bestuur betreft van de kasselrij van den ‘Audenburch’ van Gent, - op zekere bediening die D, Berten, in zijn Cout. Vieuxbourg de Gand, Introd., blz. 238, noemt ‘La maîtrise d'hôtel’. Die bediening, ‘déféré à deux hommes de fief ordinaires, élus à terme, avait pour objet tout ce qui concernait la manutention économique: l'organisation des banquets, repas et collations, la fourniture du combustible, du luminaire et des vins, le paiement des dépenses y afférentes’. Op. cit., blzz. 238-239, komen teksten voor, uit een verordening van 5 Juli 1617, rakende de genoemde bediening; deze werd in 1620, afgeschaft en vervangen door een ‘Conciergerie’, die echter denzelfden naam bleef voortdragen. Bedoelde teksten verdienen hier aangestipt, om zekere bijzonderheden die er zich in voordoen.
Bij al onze schuttersgilden is nog de Hofmeester bekend.
Edw. Gailliard.