Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1921
(1921)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 721]
| ||||||||||||||||
Vergadering van 19 October 1921.Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, onderbestuurder, waarnemend bestuurder;
de heeren: Karel de Flou, Dr. Lod. Simons, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Isid. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en J. Jacobs, werkende leden;
Prof. Dr. Frans Daels, briefwisselend lid.
Hebben zich laten verontschuldigen, de heeren Edw. Gailliard, bestendige secretaris, Juffrouw Virginie Loveling, F. Toussaint van Boelare, briefwisselende leden, en Prof. Dr. H. Logeman, buitenlandsch eerelid.
Bij de opening der vergadering, deelt de Heer waarnemende Bestuurder mede, dat de heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris der Academie, door ongesteldheid verhinderd is de vergadering bij te wonen en dat deze, gebruik makende van de bevoegdheid hem bij art. 15 van het Instellingsbesluit toegekend, den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde verzocht en bereid gevonden heeft om hem in deze vergadering te vervangen.
De heer Dr. Vandevelde neemt plaats aan het bureel, en geeft lezing van het verslag der Septembervergadering, dat wordt goedgekeurd.
*** | ||||||||||||||||
[pagina 722]
| ||||||||||||||||
Afsterven van den heer Dr. Alfons Fierens, briefwisselend lid. - Den Dinsdag, 18 October, zond Mevrouw Fierens een telegram aan de Academie, het droeve bericht mededeelende dat haar echtgenoot, de heer Dr. Alfons Fierens dien dag te Grimberghen overleden was en dat de lijkdienst aldaar den Vrijdag, 21 October, te elf uur zou plaats hebben. Tot teeken van rouw, liet de Bestendige Secretaris het nationaal vaandel aan den gevel van het Academiegebouw hijschen.
De heer Wattez, waarnemend bestuurder, brengt eerbiedig hulde aan den te vroeg ontvallen Collega en richt tot de Vergadering de hieronder volgende toespraak:
De dood treft dit jaar verschrikkelijk de leden der Koninklijke Vlaamsche Academie. Wij hebben Alfons de Cock ten grave gedragen. Het graf van onzen bestuurder is nauwelijks gesloten, of daar komt ons de treurige tijding treffen van het overlijden van ons geacht medelid, Dr. A. Fierens, briefwisselend lid der Academie sedert 1919. Iedereen hoopte dat Dr. Fierens een ijverig lid zou worden van onze instelling. Eene goede faam van werker ging hem vooraf en wat hij heeft geleverd, draagt het bewijs van degelijke studie op historisch gebied. Onze hoop is teleurgesteld geworden. Een onzer medeleden, beslagen in het vak dat Dr. Fierens had verkozen, zal u breedvoerig in eene levensbeschrijving uiteendoen wie hij was en wat hij heeft gedaan. Hij wordt uit ons midden gerukt in den nog jeugdigen leeftijd van een en veertig jaar. Opziener over het staatsmiddelbaar onderwijs in de geschiedenis, is hij onder een zware taak bezweken, nadat hij werkzaam was geweest in het Belgisch Instituut voor geschiedenis te Rome. De Academie brengt aan de familie van den diepbetreurden gestorvene de uitdrukking harer innige deelneming en zal haar bij brief hiervan kennis geven. | ||||||||||||||||
[pagina 723]
| ||||||||||||||||
Lang zullen wij de herinnering aan Dr. Fierens levend bewaren. Hij ruste bij God in eeuwigen vrede.
- De heer Wattez zal bij de teraardebestelling te Grimberghen eene lijkrede uitspreken.
- Er wordt beslist dat een brief van rouwbeklag aan Mevrouw Fierens zal gestuurd worden, en dat de heer Wattez de Academie bij de lijkplechtigheid van Vrijdag aanstaande zal vertegenwoordigen.
- De heer Dr. Muyldermans wordt, voor het Jaarboek van 1922, met het schrijven van het levensbericht van den diepbetreurden overledene gelastGa naar voetnoot(1).
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Driejaarlijksche Wedstrijd voor Tooneelletterkunde. Tijdvakken 1913-1915 en 1916-1918. Verslag van de Jury. (50 exx.) Staatsprijskamp in de Nederlandsche Letterkunde voor het 13de tijdperk (Vijfjaarlijksch overgangstijdperk 1910-1914) en voor het 14de tijdperk (1915-1917). Verslag van den Keurraad. (50 exx.) Rapports annuels de l'Inspection du Travail, 21e année (1920). Bruxelles, 1921. Statistique des accidents du travail. Année 1910. Exposé des résultats. Bruxelles, s.d. Rapport général sur le fonctionnement et les opérations du Comité national de secours et d'alimentation. 2me partie: Le département d'alimentation. Tome I et Annexes 34 à 37: Relevé des quantités de produits importés réparties entre les comités provinciaux. Bruxelles, 1921. Statistique du mouvement de la population et de l'état civil de 1901 à 1910. Bruxelles, 1921. | ||||||||||||||||
[pagina 724]
| ||||||||||||||||
Tijdschriften. - Annales des Travaux publics, no 4, 1921. - Bibliographie de Belgique, 1re partie: Livres et Périodiques nouveaux, nos 1-2, 1918. - Bulletin des Commissions royales d'Art et d'Archéologie, 62e année: 1920.
Door de Nederlandsche Regeering: Tijdschrift voor Geschiedenis, Afl. 3-4, 1921.
Door de Bibliotheek der gemeente Rotterdam: Bibliotheek en Leeszalen der gemeente Rotterdam. Verslag over het jaar 1920.
Door de ‘R. Academia Nazionale dei Lincei’, te Rome: Atti, anno 1921. Rendiconto dell' Adunanza solenne del 5 Giugno 1921, onorata dalla presenza dell LL. Maesta il Re e la Regina. Vol. III.
Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid: Peper en Zout. Luimige Gedichten, door Frans Jerotha, Bestuurlid van het Davidsfonds. Antwerpen, 1877. Eerste Gedichten van Piet van Assche. Antwerpen, z.j. Leuvensche Kerssouwieren-Almanak voor het schrikkeljaer 1864. Leuven.
Door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, werkend lid: Leidraad voor lessen over de voeding van den mensch, voor hooger huishoudkundig onderwijs, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde. Gent, 1921.
Door Dr. C.G.N. de Vooys, buitenlandsch eerelid: Het onderzoek naar de Middel-nederlandse woordgeographie, door C.G.N. de Vooys. (Overdruk uit De nieuwe Taalgids.) 35 exx.
Door den heer A.-J.-J. Delen, te Antwerpen: De Ontwikkelingsgang der Schilderkunst te Antwerpen. Quinten Metsys - Peter Bruegel - Pieter Pauwel Rubens - Hendrik de Braekeleer, door A.-J.-J. Delen, Adjunct-Conservator van het Museum Plantin-Moretus, Leeraar in de kunstgeschiedenis bij de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Antwerpen. Antwerpen, z.j.
Door Dr. Paul van Oye, te Tasikmalaja (Java): Iets over de microflora en fauna der rijstvelden in verband met de praktijk, door Dr. Paul van Oye. (Overdruk uit Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 3e jg. 1921,)
Door de Schrijvers: Beknopt Leerboek der Nederlandsche Geschiedenis, door J. Kleyntjens, te Katwijk a/d Rijn en Dr. H.F.M. Huybers, te Tilburg. Geïllustreerd. Leiden, z.j. Repetitieboekje der Nederlandsche Geschiedenis (1789 tot heden), door dezelfden, Nijmegen, z.j. Repetitieboekje der Algemeene Geschiedenis (1789 tot heden), door dezelfden. Id. | ||||||||||||||||
[pagina 725]
| ||||||||||||||||
Door de Redactie: Maandblad van het Verbond van het Vlaamsch Personeel der Openbare Besturen, nr 6, Oct. 1921.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, September 1921. - Biekorf, nr 9, 1921. - Franciscana, nr 4, 1921. - De Vlaamsch-Nationale Gedachte, nrs 3-4, 1921. - Mechlinia, nrs 1-5, 1921. - Neerlandia, October 1921. - De Opvoeder, nrs 26-27, 1921. - De Schoolgids, nrs 12-14, 1921. - Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift, nr 1, Oct. 1921. - Dietsche Warande en Belfort, nrs 9-10, 1921. - La Vie diocésaine, février, 1920. - Schweizerisches Archiv für Volkskunde, 23. Band, Heft 3/4.
Voor den Aug. Beernaert-Prijskamp (1920-1921) werden ingezonden:
Door den heer Jozef Muls, 27 Vleminckveld, te Antwerpen: Muls (Jozef). - Het Rijk der Stilte (De Kunst en de Oorlog). Antwerpen, 1920. | ||||||||||||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) De ‘Brabançonne’. - Brief van 3 October, waarbij de Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, aan den Bestendigen Secretaris enkele exemplaren laat geworden van de Brabançonne (Fransche tekst). - Van het voorgestelde openen van een prijskamp voor het maken van een Vlaamschen tekst is er echter nog geen spraak. - De brief zegt verder: ‘Dit couplet is ontleend aan den tekst van Charles Rogier en is door den Heer Eersten Minister, Minister van Binnenlandsche Zaken, als ne-varietur aanbevolen’. Brief van 12 October, waarbij de Heer Minister, naar aanleiding van ons schrijven van 28 September, de volgende mededeeling doet aan de Academie: ‘Ik heb de eer U te laten weten, dat het niet in mijne bedoeling | ||||||||||||||||
[pagina 726]
| ||||||||||||||||
ligt eenen Staatsprijskamp uit te schrijven om den tekst van een couplet der “Brabançonne” vast te stellen; mijne brieven desaangaande hebben alleen voor doel zoo dringend mogelijk mijnen collega van Binnenlandsche Zaken eenen Vlaamschen, door Uw gezelschap goedgekeurden tekst te overhandigen, welke hij dan aan de belanghebbende overheden als officieelen tekst kan aanbevelen’.
2o) Zevende eeuwfeest van de Koninklijke Hoogeschool te Padua. - Brief van 1n Augustus 1921, onderteekend door den heer Luigi Lucatello, rector der hooge school, en verdere heeren leden van het uitvoerend Comiteit, alsook door den heer A. Ballini, algemeen secretaris, de Koninklijke Vlaamsche Academie uitnoodigend tot de plechtigheid die, ter gelegenheid van genoemd zevende eeuwfeest, in de lente van het jaar 1922, te Padua zal gehouden worden. | ||||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer secretaris Prof. J. Vercoullie legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Kan. Amaat Joos, voorzitter, K. de Flou, Is. Teirlinck, Prof. Mansion, leden, Mr. Leonard Willems, hospiteerend lid, en Prof. J. Vercoullie, lidsecretaris.
Aan de dagorde staat:
1o) Afsterven van Prof. Dr. C. Lecoutere, lid der Commissie. - Ik meen, zegt de voorzitter, de tolk van U allen te zijn, als ik er mijn leedwezen over uitdruk dat Dr. Lecoutere zoo vroegtijdig van ons is weggegaan. | ||||||||||||||||
[pagina 727]
| ||||||||||||||||
De geleerde verslagen die hij hier uitbracht, zijn deelneming aan onze besprekingen getuigen luide dat door zijn dood onze Commissie een gevoelig verlies ondergaat. Zonder de onverbiddelijke ziekte die hem verleden jaar overviel, mochten wij hopen dat hij hier nog veel nuttigs verrichten zou. Ieder van ons zal eerbiedig en genegen zijn aandenken bewaren. - (Instemming.)
2o) Lidmaatschap der Commissie. - Voordracht van twee candidaten tot vervanging van Dr. C. Lecoutere. Worden tot candidaten voorgedragen de heeren Mr. Leonard Willems en Prof. Dr. L. Scharpé. Er zal door de Academie, in hpar November-vergadering, tot de verkiezing overgegaan worden.
3o) Salsmans-Fonds. - Benoeming van een lid der Commissie tot vervanging van Dr. C. Lecoutere. - Wordt benoemd de heer Dr. Leo Goemans.
4o) Bestuur der Commissie. - Verkiezing van Voorzitter, Ondervoorzitter en Secretaris, voor 1922-1923 (8e Bestuur). - Worden verkozen: tot Voorzitter, de heer Kan. Joos. tot Ondervoorzitter, de heer Karel de Flou. tot Secretaris, de heer Prof. J. Vercoullie.
5o) Die Pierts..., door Dr. Jan Gessler. - In vergadering van 3 Augustus werd tot de opneming van die studie in de Verslagen en Mededeelingen besloten. - Dr. Gessler heeft, den 9 September, zijn stuk weder ingezonden, na er de wijzigingen, door Prof. J. Vercoullie verlangd, te hebben aan toegebracht. Op verzoek van den Bestendigen Secretaris heeft Prof. J. Vercoullie de bijdrage van Dr. Gessler nog eens nagezien; hij is van oordeel dat het stuk zoo mag ter pers gaan.
6o) Kleine Verscheidenheden, door den heer Edw. Gailliard, medegedeeld: Prickstoel: Vouwstoel (sella plicabilis). ‘Eene lys... om daerinne hunne prickstoelen, kerckboeken... te legghen’ (1626.) - Vautte, Vaulte, op een onderaardsche begraafplaatst of grafkelder toegepast. - Messe segghen: Dire la messe. Twee teksten van Vlaamschen oorsprong. | ||||||||||||||||
[pagina 728]
| ||||||||||||||||
(1312 en 1321.) - Gat: 't Gat ter Speye: De ‘Trou del Espet’ en ‘Trou ou Spey’ (1593) en ‘Trou de Spey’ (1780). - Hetten, Hettynghe; ‘Etten met beesten’. Een voorbeeld van 1458. ‘Hettynghen schueren’. Hoe door een schrijver verkeerd vertaald. Tekst van 1563. - Vertunen: ‘Tunen’ of omheiningen verplaatsen. Tekst uit een akte zoogezegd van 1150 alsook van 1240 en van 1332. - Inkennen doen beteekent Bekendmaken. (1671.) - Coppilie van houte: Takkeling. (1673.) - Inslaen, bij het luiden van klokken. (1749.) - Cruus verstellen. (1520 en 1527.) - Kreke, Creke, Creecke: smalle watergang. (1756.) - Inhof: De mannen van den inhove. (1548 en 1550.) - Interdictie: Met interdictie. Hoe te verstaan in eene akte van 1538. - Harapen. (1377.) - Exploicteur, in zake van ‘procederen’. (1676.) - Duergaende personen = ‘Reysende lieden’. (1664.) - Invloghe en Zandvloghe. Teksten van 1561. - Enen zijnen jaren bekend zijn, (1467.)
- Het oordeel van Prof. J. Vercoullie in zake de studie van den heer J. Gessler, Die Pierts, wordt door de Commissie bijgetreden. Zij beslist verder dat de Kleine Verscheidenheden van den heer Gailliard in de Verslagen en Mededeelingen mogen opgenomen worden. - (Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.)
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. - De heer O. Wattez, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Is. Teirlinck, voorzitter, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Gustaaf Segers, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. Dr. Vermeylen, leden, Dr. A.-J.-J. Vandevelde, hospiteerend lid, en Omer Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] Bestuur der Commissie. - Verkiezing van Voorzitter, Ondervoorzitter en Secretaris, voor 1922-1923 (18e Bestuur). - Worden verkozen: tot Voorzitter, de heer Dr. Muyldermans, tot Ondervoorzitter, de heer Dr. Verriest, tot Secretaris, de heer O. Wattez. | ||||||||||||||||
[pagina 729]
| ||||||||||||||||
b] Sprach-konste: Iets over een Ryselsche Sprach-konste van 1699 en over grammatische Terminologie, door Is, Teirlinck. - Spreker deelt eenige bijzonderheden mede over een Rijselsch Vlaamsch leerboek van 1699 ‘om de latynsche taele lichtelyk te leeren’ door middel van de te dien tijde veel gevolgde mnemotechnische methode. Het werd gebruikt in de Rijselsche scholen ten behoeve der Vlaamsche kinderen. De voorzitter der Commissie wijst er op hoe vaak de terminologie in onze Nederlandsche spraakkunsten verschilt en hoe zulks het aanleeren der taal lastig maakt aan leeraars en leerlingen. Gelijkvormigheid van vaktermen zou moeten bestaan in al de scholen. Doch om tot die gelijkvormigheid te komen is een chronologisch onderzoek van de reeds bestaande en gebruikte termen onmisbaar. Is. Teirlinck heeft dus een alphabetisch lijstje opgemaakt met de ‘kunst-woorden’ van het leerboekje en de termen, welke ons onbekend, min bekend of ongewoon schijnen, nader beschouwd. Zulke vakwoordenlijsten zouden moeten zeer talrijk zijn en tot een algemeene lijst worden samengevoegd, waaruit bevoegde vakmannen eindelijk de beste zouden kiezen.
- De Commissie beslist dat de studie van den heer Isid. Teirlinck in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden. (Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.)
c] De Euglenaceae van Java. Verhandeling ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden door den heer Dr. Paul van Oye, uit Tasikmalaja, Java. - Benoeming van twee verslaggevers. Worden aangewezen de heeren Vandevelde en Is. Teirlinck.
d] Vakwoordenschat: Bijdrage tot den Vakwoordenschat. Een chemische woordenlijst, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, met medewerking van Christ. De Bruycker, secretaris van het Stadslaboratorium. - Verslagen door de heeren Is. Teirlinck en Dr. Lod. Scharpé.
- Het stuk zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden. (Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.) | ||||||||||||||||
[pagina 730]
| ||||||||||||||||
e] Het mengelwerk in onze nieuwsbladen. Lezing door den heer G. Segers. - Verschoven tot de toekomende vergadering.
3o) Sub-Commissie Folklore. - De HH. Is. Teirlinck, Van Puyvelde en Vercoullie, door de Academie aangewezen om maatregelen te onderzoeken en desnoods voor te stellen tot het verzamelen van folkloristische documenten, meenen dat het voorbeeld, door den provincieraad van Brabant gegeven, door de andere provinciën dient nagevolgd te worden. Zij verzoeken het Bestuur van de Koninklijke Vlaamsche Academie den volgenden brief te willen sturen naar de gouwraden van Oost- en West-Vlaanderen, van Antwerpen en van Limburg:
Aan de Heeren Voorzitter en Leden van den Provincieraad van....
Hooggeachte Heeren,
In zijne vergadering van 10 April stond de Provincieraad van Brabant een crediet toe voor de inrichting van een Folkloristischen Dienst. Tevens benoemde de Bestendige Deputatie eene Commissie, wier taak het is de provincie bij hare opzoekingen raad te verstrekken en te helpen. Eene vragenlijst werd door deze Commissie opgesteld en verzonden - met verzoek om medewerking - aan al de Burgemeesters der provincie. Een zeker aantal gemeenten beantwoordden den oproep op zeer omstandige wijze en gaven belangrijke folkloristische bijzonderheden op. Andere wezen de personen aan die 't best bevoegd schenen om de Provincie in hare opsporingen dienstig te zijn. Op dit oogenblik heeft Brabant meer dan zeventig medewerkers en alles voorspelt een loonenden oogst. Bij dezen verzoeken wij Ued. het goede voorbeeld van Brabant te volgen en ook voor uwe Provincie een Folkloristischen Dienst in te richten. Wij | ||||||||||||||||
[pagina 731]
| ||||||||||||||||
weten dat de Heer Gheude, Voorzitter der Brabantsche Commissie, en de Heer Marinus, Hoofd van dezen Folkloristischen Dienst, bereid zijn om Ued. alle gewenschte inlichtingen te verschaffen. Hopende dat deze brief bij Ued. een gunstig onthaal zal ontvangen, bieden wij Ued.,
Hooggeachte Heeren,
de uitdrukking onzer eerbiedige gevoelens aan.
Namens de Koninklijke Vlaamsche Academie:
De Bestendige Secretaris. De Bestuurder. | ||||||||||||||||
Dagorde.1o) Geheime vergadering: Verkiezing van een werkend lid tot vervanging van Prof. C. Lecoutere zaliger. - De Academie gaat tot de verkiezing over. Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemer aangewezen de heeren Kan. Joos en G. Segers.
Wordt verkozen de heer Dr. Persijn.
2o) Commissie van beheer voor het Pater Salsmans-Fonds. Vervanging van den heer Prof. Lecoutere. - Wordt door de Academie bekrachtigd de verkiezing, door de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Letteren, van den Heer Goemans tot lid van genoemde Commissie van beheer.
3o) Proeve over de moderne talen, voorzien door de wet van 12n Mei 1910. - Aanstellen van den Voorzitter van de Jury. - Bij brieve van 12 October bericht de heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de Koninklijke Vlaamsche Academie dat ‘in de provinciën Antwerpen, Brabant en Oost-Vlaanderen, er inschrijvingen werden genomen voor het afleggen, gedurende den gewonen zittijd van 1921, van de proeve over de moderne talen, voorzien door de wet van 12 Mei 1910. | ||||||||||||||||
[pagina 732]
| ||||||||||||||||
Om reden van dringendheid’ verzoekt de Heer Minister de Academie hem zoohaast mogelijk voorstellen te doen tot het aanstellen van een titelvoerenden en van een plaatsvervangenden voorzitter van elk der Jury's voor bovengenoemden zittijd.
Worden aangewezen:
4o) Lezing door den heer Prof. Dr. Daels: De verpleegster-bezoekster. - Van een tijdperk van empirism is de verpleegkunde overgegaan in een tijdperk van wetenschappelijke inrichting. Nu is een derde tijdperk begonnen, dit der verpleegkunde ten dienste van de voorbehoedende geneeskunde. De verpleegster-bezoekster moet zijn: de zendelinge van gezondheidsleer bij haar volk, de dienares van haar volk, zij moet haar volk liefhebben, zij moet het vertrouwen van haar volk bezitten. Spreker haalt eenige bizonderheden aan uit den huidigen proeftijd van de inrichting van dit verpleegsterbezoeksterambt: verkeerd begrip van den hoogstand van de verpleegster, al te haastige inrichting zonder aanpassing aan de bestaande toestanden, gebrek aan bescherming van de zwangere en barende vrouw, te hooge zuiver-klinische eischen aan de bezoeksteropvoeding gesteld. De welverstane taak van de bezoekster zal, na de ervaringen van den proeftijd, een gewichtige, een heerlijke blijven. Spreker legt den eisch en den wensch vóór dat alle bezoeksters die in het Vlaamsch land werkzaam zouden zijn, hunne studiën zouden gedaan en hun examen zouden afgelegd hebben in de taal van het volk. | ||||||||||||||||
[pagina 733]
| ||||||||||||||||
- Op voorstel van den Heer Bestuurder beslist de Academie dat de lezing van Prof. Dr. Daels in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
- Bij de laatste omvraag en op voorstel van den Heer Goemans, wordt door de Academie de wensch uitgesproken, de voordracht van Dr. Fierens op de November-vergadering te lezen, indien het handschrift gereed is.
- De vergadering wordt te 3 1/2 uur gesloten. |
|