Kleine Verscheidenheden.
I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde.
444. - Goet.
Het woord komt hieronder voor met de eigenlijke beteekenis van Rijk, Voornaam. - ‘Ne ware leengoet’...: was het niet dat leengoed bestaat, de wereld zou niet ‘sin gheregiert’, ‘eidelheit’ of adeldom zou vergaan..., hooge geslachten zouden dalen en iedereen zou in weinige dagen willen even rijk zijn. Aldus lezen wij in het proemium van het ‘Leenboek van der mannen van Vlaendren’, uit de XIIIe eeuw:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. du Bourg de Bruges, III, 205: ‘Want ne ware leengoet, de werelt ne mochte niet sin gheregiert, eidelheit ne mochte niet ghedueren, noch regement in lande bliven, eerlychede (heerlichede) soude vergaen, eidelhede ende hoghe gheslachten souden dolen, (var.: dalen,) ende elc soude willen in corten daghen even goet sin...’
Men vergelijke op cit., III, 311, met het proemium van ‘den bouc vanden leennen ende de privilegen van dien’, naar een afschrift van 1480: ‘Want elc zoude in corten jaren willen wesen heven goet’.